Familiegegevens en opleiding
Wolterus Groen werd geboren te Amsterdam op 15 januari 1795 als zoon van de scheepstimmerman Hermanus Groen en Catharina Gunneman.
Wolterus huwde op 13 oktober 1819 te Amsterdam met Johanna Elisabet Neuwlant (sic), geboren te Amsterdam op 06 maart 1793 als dochter van Dirk Neuwlant en Jannetje Rondeau. Johanna overleed op 11 oktober 1826.
Wolterus Groen hertrouwde op 02 mei 1828 als “kapitein om de West” met Bernhardine Josephine Winkler, geboren te Burgsteinfurt, Pruisen op 16 februari 1809 als dochter van Friederich August Winkler en Johanne Bernhardina Melzer. Bernhardine overleed op 26 juni 1863 te Amsterdam.
Woltherus overleed op 11 februari 1842 te Amsterdam.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.Groen was lid van het Amsterdamse zeemanscollege "De Blaauwe Vlag" en wel van 1827 t/m 1830 met vlagnummer 122 en van 1832 t/m 1840 met nummer 31008.
-
Groen werd met nr.86 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop". Geen verdere gegevens vermeld002.
In de Algemene Ledenvergadering van het college op 02 november 1824 werd Woltherus Groen, oud 35 jaar, wonende op de Wittenburgergracht, met vlagnummer 86 aangenomen als effectief lid op voordracht van kapitein Stachouwer023.
W.Groen was van 1832-1840 bestuurslid van College Zeemanshoop019.
Hij werd per 05 november 1825 deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 mei 1830 staat de mededeling dat kapitein F.P.Hoed beweert zijn storting te hebben voldaan via kapitein W.Groen. De penningmeester beweert van niets te weten en het Bestuur stelt: “dat kapt. Groen van zijn betaling moet doen blijken.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 maart 1833 wordt geciteerde een: “Brief van den Heer W.Groen ddo 12 Maart berigtende eene reis als Super Carga naar Suriname te zullen doen en alzoo zijne post als Commissaris gedurende zijn afwezigheid neder leggende.”042.In deze dezelfde vergadering is sprake van een: “Brief van den Heer W.Groen ddato 15 Maart verzoekende gedurende zijne afwezigheid als Effectief Lid te worden aangemerkt tegen storting van f 70,- per maand aanbiedende die storting vooruit te voldoen. En wordt dit verzoek toegestaan.”042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 november 1834 staat een mededeling van kapitein W.Groen, plaatsvervangend commissaris, dat hij binnenkort een reis naar Suriname zal gaan maken. In dezelfde vergadering krijgt hij toestemming van het Bestuur lid en deelnemer te blijven ondanks dat hij als super carga deze Suriname reis gaat maken “mits het schip voor Hollandscche Rekening en uit eenen Hollandsche haven varende en stortende in den rang van Kapitein en met inachtneming van Art. 58.” 042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van 01 deccember 1836 staat een brief van kapitein W.Groen “kennisgevende van zijn vertrek naar Oost Indien en afscheid nemende.”042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 maart 1842 staat een verzoek om uitkering van de wed. W.Groen-Winkler. In de vergadering dd 26 mei 1842 gaat het Bestuur accoord ingaande 01 mei 1842.042.
In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van december 1836 kondigt W.Groen zijn vertrek aan naar Oost-Indië. Tevens is vermeld dat hij commissaris is van het College023. (ik denk dat dit een gewone reis met zijn schip betreft en niet een definitieve vestiging. Het commissariaat van Zeemanshoop zou dan de reden voor de melding geweest kunnen zijn).I
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 14 juni 1842 staat dat ingaande 06 mei 1842 een uitkering wordt verstrekt aan de weduwe van kapitein W.Groen.023.
Artikel 55 van het reglement van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat deelname in het Weldadig Zeemans Fonds toe als men met of onder vreemde vlag vaart mits men de verplichte storingen tijdig voldoet. In de Notulen van de Algemene Vergadering van het College dd. 02 april 1833 wordt vermeld dat dit artikel van toepassing is op de kapiteins W.Groen, J.C.Willems, D.J.Visser, H. Brandt, G.R.Engelsman en J.J.Prange.
In dezelfde Vergadering is een brief binnengekomen van kapitein W.Groen “kennisgeving inhoudende van zijn voorgenomen vertrek naar Suriname als Super Carga onder Hannoversche Vlag … “023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
86 1825 pink Concordia A.L.van Harpen & Zn
1826-1831 fregat Concordia idem
1832-1834 geen vermelding van schip en boekhouder
1835 fregat Claudius Civilis A.L.van Harpen & Zn
47 1836-1841 fregat Claudius Civilis idem
Bouma025 vermeldt W.F.Groen als gezagvoerder gedurende:
* 1820 t/m 1832 van het fregat/pink “Concordia”, gebouwd in 1813 te Amsterdam, 300 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1835 verkocht aan reder J.ter Wal te Amsterdam;
* 1836-1842 van het fregat “Claudius Civilus”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 701 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam (inventaris 38) zijn de volgende monsterrollen (verschillende spelling van de kapiteinsnaam!):
-
22 mei 1816, brik “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zeijlstra, bestemming Suriname, correspondent v. den Broeke. 14 bemanningsleden waaronder opperstuurman Jan Hartog uit Amsterdam, onderstuurman Wolterus Groen uit Amsterdam, timmerman, bootsman, kok, 5 matrozen, koksmaat, kajuitwachter en 2 jongens.
-
29 april 1817, brik “Maria”, kapitein Foeke H.Zijlstra, bestemming Suriname, correspondent P. van den Broeke & Zn. 15 bemanningsleden waaronder opperstuurman Sietje S.Honema uit Amsterdam, onderstuurman Wolterus Groen, bootsman, timmerman, kok, 7 marrozen, 2 ligtmatrozen en een kajuitwachter.
-
13 oktober 1817, fregat “Maria”, kapitein Foeke H.Zeijlstra, bestemming Suriname, correspondent van den Broeke. 14 bemanningsleden waaronder opperstuurman Wietje M.Swart van Ameland, onderstuurman Wolterus Groen van Amsterdam, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker, 6 matrozen en 2 kajuitwachters.
38-107 13 mei 1818, fregat “Maria”, kapitein Foeke H.Zielstra, besteming Suriname, correspondent van den Broeke & Zn. 17 bemanningsleden waaronder opperstuurman Wietje M.Swart uit Ameland, onderstuurman Wolterus Groen uit Amsterdam, timmerman, kok, zeilmaker, bootsman, 7 matrozen, 3 ligtmatrozen, cajuitwagter.
38-109 21 oktober 1818, fregat “Maria”, kapitein Foeke H.Zielstra, bestemming Suriname, correspondent van den Broeke & Zoon. 14 bemanningsleden waaronder opperstuurman Wolterus Groen uit Amsterdam, onderstuurman Sikke R. de Jong uit Nieuwendam, bootsman, kok, zeilmaker, 7 matrozen, ligtmatroos en kajuitwachter.
38-112 06 oktober 1819, fregat “Maria”, kapitein Foeke H.Zielstra, bestemming Suriname, correspondent van den Broeke & Zoonen. 16 bemanningsleden waaronder opperstuurman Wolterus Groen uit Amsterdam, onderstuurman Auke Trip uit Stavoren, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker, 5 matrozen, 3 ligtmatrozen en kajuitwachter. Voorts wordt genoemd een hofmeester Augustus Dolphus zonder vermelding van gage en met de toevoeging “vrije neger”.
Voorts zijn er monsterrollen op naam van Wolterus/Walterus Groen als gezagvoerder van de:
“Concordia”, dd 12 mei 1820; 08 november 1820; 17 augustus 1821; 30 maart 1822; 17 oktober 1822; 22 augustus 1823 ; 06 april 1824; 08 november 1824; 01 december 1825; 17 oktober 1826; 19 juni 1827; 10 juni 1828; 11 maart 1829; 29 september 1829; 24 april 1830; 13 november 1830;
“Cladius Civilis; dd 09 november 1836; 07 december 1837 en 03 december 1838
Overige bijzonderheden
W.Groen verzorgde per 06 januari 1838 vanuit Nieuwediep met de “Claudius Civilus” een troepentransport van 3 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 17 april 1838 na 101 dagen 065.
Op 06 januari 1838 vertrok Hendrik Sweijs als ligtmatroos met het fregat “Claudius Civilis” onder kapitein W.Groen vanuit Nieuwediep naar Batavia met 100 man troepen en 13 passagiers. Op 02 februari werd de evenaar gepasseerd en op 16 april 1838 arriveerde men te Batavia. Op 09 mei voer het schip door naar Soerabaja, waar het op de 21ste aankwam. Vandaar op de 16de juni weer terug naar Batavia waar het schip op de 23ste arriveerde. Op 28 juni 1838 vertrok men vanuit Batavia om op 16 oktober 1838 te Texel aan te komen.090.
Rotterdamsche Courant 01 juli 1820114
Amsterdam, 29 juni. Het schip CONCORDIA, kapt. W. Groen, den 6 juni uit Texel gezeild naar Surinamen, was, volgens een aan deszelfs boord geschreven brief, in dato 11 dito, destijds Wight 3 mijlen N. van zich hebbende; hetzelve was in goede staat en de passagiers en equipagie gezond, hebbende toen reeds drie dagen met tegenwind en des nachts somtijds storm gekruist. Ter zelfder tijd waren mede op die hoogte de schepen de VROUW CATHARINA, kapt. J. van Dijk, en MARIA, kapt. F.H. Zeijlstra, insgelijks den 6 juni uit Texel naar Surinamen gezeild.
Rotterdamsche Courant 21 oktober 1820114
Amsterdam, 19 oktober. Het schip CONCORDIA, kapt. W. Groen, zou den 30 augustus van Surinamen naar Amsterdam vertrekken.
Rotterdamsche Courant 16 juni 1821114
Amsterdam, 14 juni. Kapt. A. Hansen, voerende het schip AMICITIA, den 12 juni in Texel binnen van Surinamen, is den 12 april van daar vertrokken; dezelve berigt, dat voor hem gezeild is het schip (opm: pink) SIMONETTA MARIA, kapt. G.H. Ahlers; dat het fregat PAULINA, kapt. J. Johannessen, den 15 dito zou vertrekken, en gevolg worden door de schepen CONCORDIA, kapt. W. Groen, en MARIA, kapt. E.D. Dekker, allen naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 16 oktober 1821114
Rotterdam, 15 oktober. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 9 oktober:
Te Cowes is den 6 binnengekomen het schip CONCORDIA, Groen, van Amsterdam naar Surinamen.
Het schip NORDLOH, Breukemeijer, van Batavia, is den 9 juli te Mauritius binnengelopen.
Te Malaga is gearriveerd NEERLANDSCH KROONPRINS, van Rotterdam.
Rotterdamsche Courant 25 juli 1822114
Amsterdam, 23 juli. Van Surinamen zoude half juni vertrekken het schip INDUSTRIE, A. Brons, naar Rotterdam; den 15 juli het schip HENRIETTE, J.E. Schneebeke, naar Amsterdam, en ultimo juli de schepen MARIA, F.H. Zeijlstra, HARLINGEN, L. Buisman; IPENRODE, A.F. Oosterlo, GODEFRIDA, H. Hansen; de STREVER, M. Spreeuw, MARIA FREDRIKA (opm: brik MARIA FREDERICA), W. Swart; CONCORDIA, W. Groen en l’AUGUSTE, J. Hulsen Jr, alle mede naar Amsterdam, en HYPERION, H.S. Bruinsma, naar Rotterdam.
Rotterdamsche Courant 27 juli 1822114
Amsterdam, 25 juli. Het schip CONCORDIA, kapt. W. Groen, zoude, volgens nader berigt, niet gelijk in de vorige courant verkeerdelijk is opgegeven ultimo, maar primo juli van Surinamen naar Amsterdam vertrekken.
Rotterdamsche Courant 12 september 1822114
Amsterdam, 10 september. Het schip CONCORDIA, kapt. W. Groen, zoude, volgens brief van Surinamen van den 17 juli, den 31 dito van daar naar Amsterdam vertrekken.
Familiegegevens en opleiding
Jan Ingerman werd gedoopt te Amsterdam op 09 april 1786 als zoon van Hans Ingerman en Elisabeth (Bartje) Teunisse.
Hij trouwde te Amsterdam op 25 juli 1813 met Maria Andriessen, geboren/gedoopt te Amsterdam op 13/15 november 1792 als dochter van aanvankelijk schuitevoerder en later kapitein Christiaan Andriessen (Chrestian Andresen) en Maria Elisabeth Simons. Zij overleed op 08 oktober 1792 te Amsterdam
Bij het huwelijk werd een verklaring overgelegd over de afwezigheid van de vader, Hans Ingerman. Deze was stuurman/kapitein van het schip “Vreede en Vrijheid” dat op 15 november 1786 uit Batavia vertrok en men man en muis is vergaan. (Jan heeft dus zijn vader nooit gekend)I
Uit het huwelijk werden 10 kinderen geboren, waaronde de latere gezagvoerder Cornelis Ingerman (zie aldaar)
Jan overleed te Nigtevecht op 25 maart 1851, 64 jaar
Ontleend aan Parenteel Ingerman via “familie Ingerman”, Google
Een huidige nazaat in de directe lijn (2008) is Ruurd Ingerman te Driebergen-Rijsenburg
Bij het overlijden van Jan Ingerman werd als woonplaats opgegegeven Nigtevegt.118.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Ingerman werd met vlagnummer nr. 89 effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Verdere gegevens in het Inschrijfregister ontbreken002.
In de Algemene Vergadering van het college op 16 november 1824 werd Jan Ingermann, oud 35 jaar, wonende op het Rokin over het Rotterdamsche Veer, met vlagnummer 89 aangenomen als effectief lid op voordracht van kapitein Dirk Boes Luitjens023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 01 september 1829003.
J.Ingerman was van 1835-1842 bestuurslid van het Amsterdams zeemanscollege Zeemanshoop019.
J.Ingerman was in de periode 01 mei 1835 t/m 24 november 1837 met vlagnummer 40 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”.111.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Het Amsterdamse college Zeemanshoop kreeg veel publiciteit door “de doeltreffende hulp, die de leden verleenden bij de overstroming van Waterland in 1825. Met kleine boten redden zij ondanks de orkaan vele slachtoffers van de ramp, waaronde zich in het bijzonder de kapiteins Ingeman (niet Ingerman, maar ik neem aan dat het hier om dezelfde persoon gaat) onderscheidden”019.
De Tevredensbetuiging van het Ministerie van Binnenlandse Zaken in verband met het optreden tijdes de watersnood is nog steeds (2008) in bezit van Ruurd Ingerman te Driebergen-Rijsenburg
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 januari 1826 wordt een opmerking vermeld van de heer Kooy, dat naast de kapiteins Krayer, Sipkes, Zeijlstra, Pakes en Heyde, ook andere kapiteins zich bij de hulpverlening aan de slachtoffers van de watersnoodramp in 1825, zich “door onverschrokkenheid, moed en zelfsopoffering hadden onderscheiden” zoals de kapiteins J.J.Bart, J.Ingerman, Gribbert de Jong e.a.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 augustus 1827 staat berichten van zowel B7W van Amsterdam als de Staatsraad Gouverneur van Noord-Holland, waarin de ontvangst wordt gemeld van “4 bewijzen van Z.M. hoge tevredenheid over het gedrag van de kapiteinen Gt de Jong, J.Ingerman, P.Bakker en J.J.Bart geduurende de watervloed van 1825.” 042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 augustus 1842 bericht J.Ingerman van de buitenvaart te zijn overgegaan op de sleepboot “Prins Frederik der Nederlanden” en verzoekt “te worden gerangschikt onder degenen, die op Stoombooten binnengaats varen.” Het Bestuur gaat accoord.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 oktober 1848 staat een verzoek van kapitein J.Ingerman om een uitkering uit het Weldadig Zeemans Fonds “uit hoofde van voortdurende ongesteldheid”. Deze wordt in de vergadering van 30 november 1848 toegekend voor 1 jaar.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1851 staat de toekenning van een uitkering aan de wed.van kapitein J.Ingerman ingaande 01 mei 1851.042
In de Algemene Vergadering van 03 april 1827 van het college Zeemanshoop wordt melding gemaakt van een brief van J.Ingerman “berigtende de door zijnEd waargenomen deugzaamheden en voordeel van het patent touwwerk …” 023 Dit bericht staat ook in de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 maart 1827.042.
In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 04 september 1827 werden missiven ingebracht van Burgemeesters en Wethouders van Amsterdam dd 16 en 21 augustus 1827 “wegens de uitkeering van bewijzen van Zijne Majesteits tevredenheid over het gehouden gedrag bij de watersnood in 1825 aan de kapiteinen G.de Jong, J.Ingerman, P.Bakker en J.J.Bart”.023
In de notulen dd. 13 september 1842 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop wordt een brief behandeld van J.Ingerman “berigtende van de vaart ter Zee te zijn overgegaan tot die op de sleepboot Prins Frederik der Nederlanden en verzoekende, desniettemin deelnemer in het fonds te mogen blijven, welk verzoek, de secretaris communiceert, dat aan hem is toegestaan.”023
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 15 juli 1850 wordt een uitkering verstrekt aan de weduwe van kapitein J.Ingerman.023.
In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege dd 1834-1835 staat de entreestorting ad f 15,- per maart 1835 van kapitein J. Ingerman. 064b
In de notulen dd 24 november 1837 van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat vermeld dat kapitein Ingerman wegens wanbetaling wordt geroyeerd.064a
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat J.Ingerman als gezagvoerder064:
* 1837 Wel de kapiteinsnaam genoemd bij vlag 40 maar geen vermelding van een schip.
lidmaaschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
89 1825-1829 fregat Vr.Katharina Elisabeth A.L.van Harpen & Zn
1830-1834 fregat de Gezusters idem
1835 fregat Jacob Cats geen opgave
49 1836 geen opgave van schip en boekhouder
1837-1838 bark Maria Gebr.Hendricks & Co
1839-1840 fregat Straat Baly idem
1841-1842 geen opgave van schip en boekhouder
1843-1848 fregat Claudius Civilis A.L.van Harpen & Co
1849-1850 geen opgave van schip en boekhouder
In 1824 was J.Ingerman gezagvoerder op het Amsterdamse fregat "Catharina Elisabeth" (170 lasten, gebouwd in Amerika). De boekhouders waren A.L.van Harpen & Zn 012.
Bouma025 vermeldt J.Ingerman als gezagvoerder gedurende:
* 1817 t/m 1830 op het 3/m schip “Vrouw Catharina Elisabeth”, gebouwd in 1810, 323 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam;
* 1824 t/m 1826 van het fregat “Catharina Elisabeth”, bouwjaar onbekend, maar gebouwd in Amerika, 316 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam;
er is hier sprake van verwarring met de vorige opgave.
* 1831 t/m 1835 op het 3/m schip de “Gezusters”, gebouwd in 1802 te Bremen, 320 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen te Amsterdam.
Het schip voer in 1835 voor Thym, Rothuis & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Klazina Adriana”086
* 1836 t/m 1837 op het 3/m schip “Jacob Cats”, gebouwd in 1835 te Dordrecht, 790 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht;
* 1838 t/m 1839 op de bark “Maria”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 360 ton o.m., varend voor de gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1840 t/m 1841 op het 3/m schip “Straat Baly”, gebouwd in 1839 te Krimpen aan de IJssel, 736 ton o.m., varend voor Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1844 t/m 1849 op het 3/m schip de “Claudius Civilis”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 701 ton o.m., varend voor A.L. van Harpen & Zn te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam (inventarisnummer 38) zijn een serie monsterollen op naam van gezagvoerder Jan Ingerman en wel van de volgende schepen:
“Drie Vrienden” 21 augustus 1815; 28 november 1816
“Vrouwe Catharina Elisabeth” 05 november; 01 december 1818; 08 november 1819; 18 april 1821; 11 juli 1823; 08 november 1825.
“Gezusters” 21 juni 1827; 07 januari 1829; 06 oktober 1830; 21 mei 1832; 26 november 1833
“Maria” 20 maart 1837; 21 juli 1838.
De documenten zelf heb ik niet verder ingezien.
Overige bijzonderheden
Op 22 april 1835 werd Adolf Frederik Giesse vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op het schip de "Jacob Cats" van kapitein Ingerman voor een reis van Dordrecht naar Batavia. Giesse keerde op school terug op 19 juni 1836004/532-1734.
Op 19 april 1821 werd Cornelis Schoewert vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op de “Catharina Elisabeth” onder gezag van kapitein Ingerman voor een reis naar Batavia. Hij keerde op school terug op 22 maart 1823004/531-1358.
J.Ingerman verzorgde per 30 juni 1835 vanuit Hellevoetsluis met de “Jacob Cats” een troepentransport van 5 officieren en 130 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 13 oktober 1835 na 195 dagen065*.
Van Sluijs013 vermeldt de aankomst op 23 juni 1816 te Texel komend van St.Domingo de 2-deks brik “Drie Vrienden”, onder kapitein Johs. Ingerman (ik heb geen zekerheid dat Jan en Johan Ingerman dezelfde persoon zijn).
Van Sluijs013 vermeldt een bericht in de Amsterd. Courant van november 1816 dat te Amsterdam in lading ligt voor St.Thomas het 2-deks barkschip “Hendrina” onder kapitein Jan Ingerman. In dezelfde courant van 17 november 1817 staat het bericht dat dit schip te Amsterdam in veiling is gebracht, kapitein J.Ingerman.
Het fregat de ´Jacob Cats” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 15 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein J.Ingerman:
1ste reis Juni 1835 naar Batavia en weer teru in mei 1836
2de reis Juli 1836 naar Batavis en weer terug in mei 1837.
Gegevens van P. Blussé te Vught die ze ontleende aan het Blusséarchief in het Stadsarchief van Dordrecht.
Ik schreef aan Bouma het volgende commentaar:
p.194 Betreft ”Catharina Elisabeth”, bouwjaar niet gegeven, 316 ton. Mijn opmerkingen betreffen kapitein J(an) Ingerman. Bij voormeld schip staat hij als kapitein van 1824 t/m 1826, varend voor van Harpen te Amsterdam. Op p. 1088 staat dezelfde kapitein als gezagvoerder van 1817 t/m 1830 van het fregat “Vrouw Catharina Elisabeth, eveneens varend voor van Harpen. In de achieven van Zeemanshoop staat Jan Ingerman (vlagnummer 89) van 1825 t/m 1829 als gezagvoerder van het fregat “Vrouw Katharina Elisabeth”, varend voor van Harpen. Volgens het Comportementboek van de Amsterdamse Zeevaartschool werd op 19 april 1821 Cornelis Schoewert als ligtmatroos geplaatst op het fregat “Catharina Elisabeth” onder kapitein J.Ingerman en keer terug op 22 maart 1823. In de “Nederlandse Hermes” Jg. 3, deel 8 (pp 66-70) staat J.Ingerman in 1824 als gezagvoerder van het fregat “Catharina Elisabeth”.
Het lijkt me onwaarschijnlijk dat van Harpen twee fregatten heeft gereed met de namen “Catharina Elisabeth” resp “Vrouw Catharina Elisabeth”. Voorts heb ik geen aanwijzing dat er twee personen J.Ingerman zijn geweest.
Ik kan een overeenkomstig commentaar leveren op de opgaven van kapitein Bos Lutjens als gezagvoerder van de “Catharina Elisabeth” resp “Vrouw Catharina Elisabeth”. In de archieven van Zeemanshoop staat D(irk) Boes Lutjens (vlagnummer 36) van 1830 t/m 1833 als gezagvoerder van de “Vrouw Catharina Elisabeth”, wederom varend voor van Harpen te Amsterdam.
Ergo: er is hier sprake van verwarring, die ik overigens niet kan oplossen. Dus ik laat het bij een signalering.
In monsterrol nr. 736 in het Gemeentearchief van Dordrecht dd. 11 mei 1835 is Jan Ingerman, oud 49 jaar uit Amsterdam, gezagvoerder van de “Jacob Cats” en vertrekt op 30 juni 1835 met een equipage van 40 man uit Hellevoetsluis voor een reis naar Batavia. Hij keerde terug in Nederland op 28 mei 1836.
Per 11 juli 1836 staat zijn aanmonstering als gezagvoerder van het fregat “Jacob Cats” voor een reis naar Batavia met een equipage van 40 man. 064.
Rotterdamsche Courant 08 oktober 1816114
Advertentie. C. de Grijs en F. der Kinderen, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, op maandag den 14 oktober 1816, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd DE DRIE VRIENDEN, gevoerd door kapt. Jan Ingerman, lang over steven 78 voet, wijd, binnen zijn huid, 23 voet, hol, in het ruim, 13 voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. Nadere onderrigting te bekomen bij de voornoemde makelaars en bij C. de Grijs en Zoonen.
Rotterdamsche Courant 11 november 1817114
Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoyman, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, J. Boelen, H.J. Rietveld en G.W. Seesink Clee, makelaars, zullen, op maandag den 17 november 1817, ‘s avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd HENDRINA, gevoerd door kaptein J. Ingerman, lang 78 voet, wijd 23 voet, hol 13 voet; alles Amsterdamse maat. Breder bij de inventaris omschreven, en berigt bij de makelaars. (opm: zie ook RC 070218)
Rotterdamsche Courant 05 mei 1821114
Naar Batavia ligt zeilree, om uiterlijk half mei (weer en wind dienende) in zee te zeilen, het extra snelzeilend tweedeks gekoperd fregatschip de VROUW CATHARINA ELIZABETH, voorzien van een ruime aangename kajuit, ingerigt met de vereiste gemakken voor passagiers; adres bij de kapitein van het schip Jan Ingerman, wonende te Amsterdam op de Haarlemmerdijk, tussen de Oranjestraat en de Eenhoornsluis, no. 255.
N.B. Met deze bodem vertrekken geen militairen.
Rotterdamsche Courant 21 juni 1821114-
Amsterdam, 19 juni. Het schip (opm: fregat) VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. J. Ingerman, den 30 mei uit Texel gezeild naar Batavia, is den 7 juni op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point) gepraaid.
Rotterdamsche Courant 18 december 1821114
Rotterdam, 17 december. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 14 december:
…Den 25 september is aan de Kaap de Goede Hoop gearriveerd het schip CATHARINA ELIZABETH, Ingerman, van Amsterdam; hetzelve heeft den 4 oktober de reis naar Batavia voortgezet; den 29 september het schip HERO, Pepper, van Antwerpen, en den 5 oktober het schip CORNELIA SARA, Marcussen, van Batavia.
Rotterdamsche Courant 30 maart 1822114
Rotterdam, 27 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 26 maart:….
Te Liverpool is gearriveerd VLASBLOEM; te Batavia den 7 december 1821 VROUW CATHARINA ELIZA (opm: fregat DE VROUW CATHARINA ELISABETH), J. Ingerman, van Amsterdam, en den 8 MARY, Alexander, van Rotterdam; van Batavia zijn vertrokken den 18 november 1821 LORD WELLINGTON, Anderson, naar Antwerpen, den 21 ROTTERDAM, Waters, naar Amsterdam; den 2 december TEXEL, Hosman, en ZELIMA, Neurenberg (opm: driemaster, thuishaven Gent, kapt. Christian J. Neurenberg), naar Antwerpen; den 9 HELVETIUS, Swift, naar Antwerpen, en den 12 DELPHINA, Boelen, naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 07 februari 1818114
Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoyman, T. van Olivier, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, J. Boelen, H.J. Rietveld, G.W. Sesink Clee en W.P.D.C. Vrugt, makelaars, zullen, op maandag den 9 februari 1818, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschips-Hol, genaamd HENDRINA, gevoerd geweest door kapt. J. Ingerman, lang over steven 78 voet, wijd, 23 voet, hol, 13 voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. (opm: de brik HENDRINA werd op 17 november 1817 reeds te koop aangeboden, zie RC 111117)
Alsmede een partij Scheeps-Gereedschappen, bestaande in ankers, touwen, zeilen, want, rondhouten, enz, liggende als bij notitie zal worden aangewezen.
Nadere onderrigting te bekomen bij de voormelde makelaars.
Rotterdamsche Courant 03 december 1822114
Amsterdam, 1 december. Den 27 juli van van Batavia naar Amsterdam vertrokken het schip VROUW CATHARINA ELIZABETH (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH), kapt. J. Ingerman.
Rotterdamsche Courant 10 december 1822114
Rotterdam, 9 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijsten van den 3 en 6 december:….
….Den 24 september is aan de Kaap de Goede Hoop binnengelopen het schip VROUW CATHARINA ELIZABETH (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH), J. Ingerman, van Batavia naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 24 december 1822114
Rotterdam, 23 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 17 december:….
….Van de Kaap de Goede Hoop is den 5 oktober vertrokken het schip CATHARINA ELIZABETH (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. J. Ingerman), van Batavia naar Amsterdam.
Amsterdamsche Courant 16 oktober 1844114
Amsterdam, 15 oktober. Aangaande het schip CLAUDIUS CIVILIS, kapt. Ingerman, van Batavia naar herwaarts, te Mauritius met schade binnengelopen, wordt volgens brief van de kapitein in dato 28 juni gemeld, dat hij de 25 mei op 25º16’ ZB 46º36’ O.L. veel storm had doorgestaan en hevige stortzeeën had overgekregen, waardoor de fokkera gebroken doch weder gerepareerd was; de 7e juni, op de hoogte van de Kaap Relief, verhief de storm zich weder, welke verscheidene dagen aanhield en ontdekte men de 11e dito dat de boegspriet gebroken was, waardoor hij genoodzaakt was het boventuig te kappen teneinde de fokkemast te behouden, en besloot hij de Algoa Baay aan te doen. De steeds voortdurende storm, welke soms tot een orkaan over sloeg, maakte dit echter ondoenlijk en was hij genoodzaakt naar Mauritius af te houden, teneinde de geledene schade te herstellen; door de hevige stortzeeën en zwaar weder smoorde het schip en werkte zodanig, dat hij genoodzaakt werd alles tot verligting van het schip aan te wenden en onder anderen 480 balen koffij overboord te werpen, waarna hij gelukkig Mauritius bereikte.
Amasterdamsche Courant 08 november 1844114
Amsterdam, 7 november. Volgens brief van Mauritius, van de 13e augustus, was kapt. Ingerman, voerende het schip CLAUDIUS CIVILIS, gereed om de volgende dag naar Amsterdam te vertrekken.
NRC 30 augustus 1848114
- 1./40e part in het fregatschip CLAUDIUS CIVILIS, kapt. J. Ingerman, NLG 1000, in slag NLG 200. Koper G.J. Boelen.
Familiegegevens en opleiding
Egbert Sanders was gehuwd met Berendina Oort, geboren 13 januari 1827 en overleden 17 december 1889.
Egbert overleed in 1872.118
In het Bevolkingsregister 1851-1853 (-1864) van Amsterdam staat vermeld Egbert Sanders, geboren op 29 mei 1816 te Emden, gehuwd, Nederd.Hervormd, van 1860 wonend op de Brouwersgracht te Amsterdam.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.Sanders werd met vlagnummer 788 per 20 maart 1849 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van J.D.Diets. Zijn schip was de “Claudius Civilis”. Toegevoegd is “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren Sanders en zijn vrouw 32 resp. 26 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1849002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 13/20 maart 1849 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Egbert Sanders, oud 32 jaar, voerend het fregat “Claudius Civilus”, op voordracht van kapitein J.D.Diets.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 februari 1872 werd een uitkering toegestaan aan de wed, Sanders-Oort met ingang van dezelfde datum.118
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
788 1849 fregat Claudius Civilis A.L.van Harpen & Zn
1850-1853 bark Graaf van Nassau idem
402 1854-1856 bark Graaf van Nassau idem
1857 bark Claudius Civilis idem
1858-1871 geen vermelding van schip en boekhouder
1871 “overleden”
Bouma025 vermeldt E.Sanders als gezagvoerder gedurende:
-
* 1850 van het fregat “Claudius Civilis”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 701 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam;
-
* 1851 t/m 1857 op de bark “Graaf van Nassau”, van stapel op 04 mei 1847 van de werf “De Haan”023 te Amsterdam, 700 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam. Het schip werd afgekeurd te Batavia;
-
* 1858 van het fregat “Claudius Civilis”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 701 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Het fregat “Graaf van Nassau” onder kapitein E.Sanders vertrok op 12 augustua 1850 van Texel en bereikte, via Kaap Hoorn, op 12 november Valparaiso. Het zette daarna koers naar Batavia vanaf San Francisco.121
ZIE OOK BIJ NIJHOF
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.A.Niehof werd met vlagnummer 762 effectief lid van Zeemanshoop per 14 maart 1848 op voorspraak van J.D.Diets. Zijn schip was de “Graaf van Nassau”. Toegevoegd is “overleden”002. Toegevoegd is “Lid voor de Vlag” 002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 07/14 maart 1848 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Ente Aeyke Nienhof, geen leeftijd opgegeven, voerend de bark Graaf van Nassau, wonende op de Waal te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.D.Diets. Hij kreeg vlagnummer 762023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 december 1851 staat een verzoek van S.Buisman, de weduwe van kapitein E.A.Niehoff. Deze wordt afgewezen daar de kapitein geen deelnemer was in het Weldadig Zeemans Fonds. Op 29 januari 1852 doet zij wederom een aanvrage , maar ook nu wordt deze afgewezen.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 06 januari 1852 wordt een verzoek om een uitkering behandeld van Siebertje Buisman, de weduwe van kapitein E.A.Niehof. Dit verzoek wordt van de hand gewezen “als hebbende wijlen kapt. Niehof geen deel aan het fonds gehad.”. In de vergadering van 10 februari 1852 wordt het verzoek herhaald, maar ook nu wordt er negatief beslist.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
762 1848-1849 Graaf van Nassau A.L.van Harpen & Zn
1850 Claudius Civilis idem
Bouma025 vermeldt E.A.Niehof als gezagvoerder gedurende:
* 1829 t/m 1842 op de smak “Jacoba Catharina”, gebouwd in 1810, 62 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen;
* 1840 t/m 1847 op de schoenerkof “Hoop op Fortuin”, gebouwd in 1840 te Veendam, 90 ton o.m. (volgens Verhoeff dd april 2005 was het tonnage 127), varend voor J.Corver & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1847 in beslag genomen vanwege smokkel in N.Shields en is later geveild te Amsterdam. Het werd in 1848 verkocht aan J.G. Beukers te Schiedam en herdoopt in “Adriana”;
* 1849 t/m 1850 op de bark “Graaf van Nassau”, van stapel op 04 mei 1847 van de werf “De Haan”023 te Amsterdam, 700 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam;
* 1851 op het fregat “Claudius Civilis”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 701 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam. In 1851 te Batavia overleden.
Vanwege de overlapping rond 1840 en de late toetreding tot Zeemanshoop zou het om twee verschillende personen kunnen gaan.
Overige bijzonderheden
In het dagboek van de Roever072 staat een passage met betrekking tot de “Graaf van Nassau” onder kapitein Niehof en wel:
Op de hoogte van de evenaar op weg naar Batavia.
“ … passeerden den 23ste (mei 1849) de Linie, den 21ste werd aan boord een Kaapsche duif gevangen met een plankje met rood lint om de hals gebonden waarop de eene zijde geschreven stond: Graaf van Nassou met de datum van de vorige dag en deszelfs bestek, waaruit bleek dat dat schip 2 graden zuidelijker stond; naam, datum en bestek werd op de keerzijde van het plankje geschreven en het beest de vrijheid weder gegeven, … “.
Familiegegevens en opleiding
Jurgen Friederich Daniel Petersen werd geboren te Eckernforde in Holstein.
Hij huwde met Antje de Haan, geboren op Terschelling op 14 november 1814 en overleden op 06 juli 1895.
Jurgen overleed in 1862. Bij zijn overlijden werd Nieuwer Amstel als zijn woonplaats aangegeven.118 en 003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.F.D.Petersen werd met vlagnummer 872 effectief lid van Zeemanshoop per 06 april 1852 op voorspraak van J.H.Rotman. Zijn schip was de "Claudius Civilis". Toegevoegd is "overleden"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 30 maart/06 aprol 1852 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jurgen Friederich Daniël Petersen, oud 36 jaar, voerend het fregat “Claudius Civilis”, wonend in het Schipperstraatje te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.H.Rolman.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per maart 1854003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 september 1862 vraagt de wed. J.F.D.Petersen geb. de Haan om een uitkering welke haar op 30 oktober 1862 met ingang van 01 november 1862 wordt toegekend voor haar en 1 kind.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 11 november 1862 staat vermeld dat per 01 november 1862 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. J.F.D.Petersen, geb. de Haan voor haar en 1 kind.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
872 1852-1853 fregat Claudius Civilis A.L.van Harpen & Zn
478 1854-1856 fregat Claudius Civilis idem
1857 geen vermelding van schip en boekhouder
1858-1860 sch.brik Jacoba Anna J.Schut
1861 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
J.F.D.Petersen Jacoba Anna 30 april 1858 15 maart 1861
Bouma025 vermeldt J.F.D.Petersen als gezagvoerder gedurende:
* 1852 t/m 1857 van het fregat “Claudius Civilis”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 701 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam;
* 1858 t/m 1861 van de sch.brik “Jacoba & Anna” ex Arend, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 248 ton o.m., varend voor J.Schut te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was J.F.D.Petersen.104.
Het fregat “Claudius Civilus”onder kapitein J.F.D.Petersen verliet Amsterdam en was op 02 juni 1852 te Cardiff. Na hevige stormen bij Kaap Hoorn was het schip op 13 maart 1853 te San Francisco en voer vandaar naar Batavia.121
Familiegegevens en opleiding
Willem Jozef Lourens werd geboren te Amsterdam op 07 september 1817.
Hij huwde met Amalia Sophia Ritter, geboren te Amsterdam op 05 november 1819. 003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.J.Lourens werd met vlagnummer 571 effectief lid van "Zeemanshoop" per 23 mei 1854 op voorspraak van P.J.Feijnt. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Alida en Henriëtte"002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 16/23 mei 1854 werden als effectief lid voorgedragen benoemd Willem Joseph Lourens, oud 37 jaar, zullende voeren de in aanbouw zijnde brik “Alida & Henriëtte”, voor rekening van de heren Spekman en Harrelbrink, op voordracht van kapitein A.Spekman.023.
Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 20 mei 1856 en bedankt in april 1860003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
571 1854-1855 brik Alida en Henriëtte Spekman & Hurrelbrink
1856-1857 brik Anna Lena Th.Wehlburg/Meursing
1858 fregat Claudius Civilus A.L.van Harpen & Zn
1859-1860 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
kapitein naam schip vertrek terugkomst
W.J.Lourens Sophia Amalia 07 mei 1861 02 april 1862
Bouma025 vermeldt W.J.Lourens als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1856 van de composiet-brik “Alida & Henriëtte”, gebouwd in 1854 te Krimpen aan de IJssel, 314 ton o.m., varend voor Spekman U Hurrelbrink te Amsterdam
* 1857 van de brik “Anna Lena”, gebouwd in 1852 te Nieuwendam, 261 ton o.m., varend voor Th. Wehlburg te Amsterdam. Het schip liep van stapel op 30 november 1852.
* 1858 van het fregat “Claudius Civilis”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 701 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam. Het schip werd in Augustus 1858 te Mauritius afgekeurd. Het was op weg van Colombo naar Amsterdam;
* 1862 t/ 1865 van het 3/m schip “Sophia Amalia”, gebouwd in 1859 te Bolnes, 319 ton o.m., varend voor Batenburg & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Op het Stadarchief te Amsterdam is onder 648-38 e.v in het archief van de Firma Meursing een reeks brieven en dergelijk met betrekking tot de brik “Anna Lena” onder kapitein Willem Joseph Lourens. Daarbij behoort een schadeveslag vanwege stormschade op de reis van Liverpool naar Buenos Ayres. Dit verslag is opgemaakt 11 oktober 1856 te Buenos Ayres en vertaald op 11 april 1857
|