Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.J.Dick werd met vlagnummer 182 effectief lid van Zeemanshoop per 12 september 1826 op voorspraak van B.J.Smeengh. Geen vermelding van schip. Voorts: "vervallen. Zie nr.292"002.
In de Algemene Ledenvergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 05/12 september 1826 werd Hindrik Jans Dick voorgesteld/benoemd als effectief lid op voordracht van kapitein B.J.Smeengh. Hij was 54 jaar, geboren en wonende te Nieuwe Pekela en met als adres C.de Grijs & Zn te Amsterdam, voerende de kof “De Jonge Anna” en met vlagnummer 182023.
“Kapitein H.J.Dick kreeg in 1826 nummer 182, wat in 1834 vervangen werd door 405”019.
H.J.Dick, adres Kranenborg & Zn, werd met vlagnummer 405 effectief lid van Zeemanshoop per 12 september 1826 op voorspraak van B.J.Smeengh. Zijn schip was "De Vriendschap". Toegevoegd is: "zie nr.182"002.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 januari 1830 wordt besloten een aantal leden aan te schrijven met het verzoek de verschuldigde financiën te voldoen, waaronder H.J.Dik042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1834 staat een lijst van kapiteins die gedurende een bepaalde periode hun contributie niet hebben voldaan. Daarbij is H.J.Dick, vlagnummer 182, “sedert 2 Jaar.”042.
In de Bestuursvergadering dd 27 november 1834 geeft het Bestuur kapitein Dick nog 14 dagen de tijd zijn schulden aan te zuiveren. 042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 januari 1841 staat een verzoek van kapitein H.J.Dik (sic) om ondersteuning “wegens gebrek aan het gezigt.”. In de notulen van de vergadering dd 25 maart 1851 wordt hem voor 12 maanden een maandelijkse toelage van f 20,- toegekend. In de vergadering dd 31 maart 1842 wordt deze uitkering met 12 maanden verlengd. Idem in de vergadering van 23 februari 1843. Idem per 29 februari 1844. Idem per 27 februari 1845. Idem per 20 januari 1846. Idem per 28 januari 1847. In de vergadering dd 24 februari 1848 vraagt kapitein H.J.Dik (sic) om voortduring van onderstand plus een verhoging. Het eerste verzoek wordt ingewilligd voor 12 maanden maar de verhoging wordt afgewezen. Per 21 februari 1850 krijg H.J.Dik een continuering voor een jaar. Idem per 24 februari 1851. Idem per 29 april 1852. Idem per 24 februari 1853 voor H.J.Dick042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 juli 1853 staat een bericht van overlijden van kapitein H.J.Dik, waarbij zijn kinderen om een gratificatie vragen “om de schulden te voldoen.”042
In Copieën van uitgaande stukken der penningmeester van het College Zeemanshoop en Weldadig Zeemansfonds. GAA Ingang 491 nr.171 wordt in een brief aan het Bestuur het advies gegeven een aantal leden te schrappen wegens het niet voldoen aan de finaciële verplichtingen, waaronder kapitein Dick. Deze “heeft in het begin dezer maand zijne verschuldigde Stortingen en Contributiën laten aanzuiveren dus kan deze niet onder de bedank hebbende beschouwd (hoewel van de Lijst geschrapte Leden) worden, aangenaam zal het Penningmeesteren zijn, te vernemen welke No aan hem nader zal worden verleend daar No 404 reeds in wandeling is.”
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 december 1834 staat een overeenkomstig relaas als hiervoor met daarbij de mededeling dat hem nummer 405 is toegekend, overgaande in nummer 292. 042.
Hij was dus korte tijd geschrapt en kreeg toen een nieuw vlagnummer, alvorens bij de hernummering in 1836 wederom van vlagnummer te veranderen.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 13 april 1841 werd aan kapitein H.J.Dik een uitkering toegestaan van f 20,- per maand voor een periode van 12 maanden ingaande 01 februari 1841. In de notulen van 12 april 1842 staat wederom een verzoek om voortduring van de onderstand, waarbij geconcludeerd wordt dat hij op grond van artikel 90 van het Reglement recht heeft op een volle uitkering. In de vergadering dd 18 maart 1845 wordt de uitkering gecontinueerd. Eveneens voor 12 maanden in de vergadering van 26 maart 1850. Idem in die van 25 maart 1851, idem in die van 04 mei 1852023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 28 februari 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat vermeld dat er “voortduring van onderstand” wordt verstrekt aan o.a. H.J.Dik te Pekela “alle oude kapiteins en gebrekkig, ieder voor twaalf maanden.”. In de notulen dd 12 maart 1844 wordt deze onderstand voor nogmaals 12 maanden verlengd. Idem in de notulen van 23 februari 1847 voor 12 maanden. In de vergadering dd 07 maart 1848 wordt deze uitkering met 12 maanden verlengd, idem in die van 04 mei 1852.023.
In de notulen dd 30 augustus 1853 van de Algemene Vergadering wordt een brief gemeld van de kinderen van H.J.Dik “berigtende diens overlijden en verzoekende nog eene gratificatie om de schulden te voldoen, welk verzoek is gewezen van de hand.”023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
182 1826-1828 kof de Jonge Anna C.de Grijs en Zn
1829-1831 kof de Jonge Anna geen opgave
1832-1833 kof de Jonge Anna de kapitein
405 1834-1835 geen opgave van schip en boekhouder
292 1836 geen vermelding van schip en boekhouder
1837-1840 smak de Vriendschap de kapitein
1841-1852 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt H.J.Dik als gezagvoerder gedurende:
* 1827 t/m 1831 van de kof “Jonge Anna”, gebouwd in 1818 te Groningen, 100 ton o.m., varend voor C. de Grijs & Co te Amsterdam;
* 1832 t/m 1834 van hetzelfde schip maar nu varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela;
* 1838 t/m 1841 van de smak “Vriendschap”, gebouwd in 1837, bouwplaats niet vermeld, 60 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Hendrik Jans Di(c)k op de:
“Vrouwe Egberdina”, dd 20 april 1785; 22 februari 1786; 01 maart 1787;
“Vrouw Swaantje”, dd 14 augustus 1801 (Pruisische vlag); 06 maart 1802 (Pr.); 03 augustus 1803 (Pr.); 10 april 1804 (Pr.); 05 april 1805;
“Jonge Anna”, dd 04 november 1817; 27 april 1819; 27 juni 1820; 05 mei 1821; 06 augustus 1822; 07 mei 1824; 18 mei 1825; 16 november 1825; 03 november 1828; 28 augustus 1829; 17 juni 1831;
“Vriendschap”, dd 28 maart 1838.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 26 mei 1818114
Amsterdam, 24 mei. Kaptein H.J. Dik, voerende het schip JONGE ANNA, van Amsterdam te Lissabon gearriveerd, levert deszelfs lading beschadigd uit.
Rotterdamsche Courant 07 november 1822114
Amsterdam, 5 november. Kapt. H.J. Dik, voerende het schip de JONGE ANNA, van Amsterdam naar Bilbao, meldt van St. Martin. Île-de-Rhé, van den 26 oktober, dat hij, na reeds drie maal tot Bilbao geweest, doch telkens door geweldige stormen, verzeld van zware donder en weêrlicht, terug gedreven te zijn, te St. Martin binnengelopen was, om zich van zeilen, welke hij verloren had, en verdere benodigdheden te voorzien, en bij de eerste gelegenheid zijn reis zou vervolgen; de lading was, zo ver hij wist, in goede staat.
Familiegegevens en opleiding
Harm werd geboren te Nieuwe Pekela 05 november 1805 als zoon van (de schipper) Jan Jans Aarents en Lummechien Jans Kuiper.
Harm Jans Hubert trouwde op 30 november 1830 te Nieuwe Pekela als schipper met Elizabeth Jans Kuiper, geboren/gedoopt 14/24 december 1803 te Oude Pekela als dochter van de schipper Jan Okkes Kuiper en Jantje Dieters. Elizabeth overleed op 01 mei 1881 te Nieuwe Pekela, 77 jaar, weduwe.
Geen overlijdensakte van Harm Jans in de Groninger Archieven en te Amsterdam gevonden.
Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen vermelden Harm Jans Hubert als schipper in 1830, 1833, 1834, 1839, 1857, als zeeman in 1836.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.J.Huberth (adres Kranenborg & Zn) werd met nr.510 effectief lid van Zeemanshoop per 03 december 1839 op voorspraak van H.D.van Wijk. Zijn schip was "De Drie Gebroeders"002. Ten tijde van de inschrijving waren Hubert en zijn vrouw 34 resp. 36 jaar. Ingeschreven waren 2 zoons uit 1836 en 1839 en 1 zoon uit 1834002a.
In de Algemene Vergaderingen van 03/10 december 1839 van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” werd als effectief lid voorgedragen/ingeschreven Harm Jans Huberth, oud 34 jaar, zijn schip wordt niet genoemd, wonende te PekelA, en met als adres bij de heren Kranenborg & Zonen te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.D.van Dijk023
H.J.Hubert was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”,met vlagnummer 510 in de periode 1839 t/m 1854en met vlagnummer 206 in de periode 1854t/m 1872.
H.J.Hubert was effectief lid van het naamloze zeemanscollege te Pekel-A met vlagnummer 32 in de periode 1833 t/m 1839.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 juni 1858 bericht kapitein H.J.Hubert “ziek te huis gekomen (te) zijn.” Ook in de notulen dd 25 augustus 1859 meldt kapitein H.J.Hubert ziek van boord te zijn gekomen.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 oktober 1860 meldt kapitein H.J.Hubert dat ziek van een reis naar Engeland is thuisgekomen.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 07 februari 1861 vraagt H.J.Hubert om onderstand. Deze wordt in de vergadering van 06 juni 1861 toegestaan voor 3 maanden. Een continuering voor 12 maanden ingaande 01 augustus 1861. Continuering voor 3 maanden per 05 juni 1862. Idem voor 6 maanden per 31 juli 1862.In de vergadering dd 29 januari 1863 doet hij weer een verzoek om ondersteuning, maar het Bestuur wil eerst een onderzoek “naar zijne behoeftigheid.”. In de vergadering dd 26 maart 1863 wordt het verzoek afgewezen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juli 1863 staat een brief van H.J.Huberth, “houdende de verklaring omtrent zijne laatstgedane reis inzake zich aanbevelend om onderstand. Te antwoorden dat door zijnde gedane reis zijn onderstand niet kan voortgaan, maar hij vrij is zich weder aan te melden welk verzoek als dan zal worden onderzocht. In de notulen dd 24 september 1863 staat weer een verzoek om onderstand welke wordt afgewezen “op grond dat zijn varend bewijst dat hij niet ongesteld is, terwijl de Heer Schippers ook rapporteert dat aan zijne behoeftigheid grote twijfel is.”042
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 20 november 1860 staat vermeld een: “Brief van Kapt. H.J.Hubert berigtende ziek van de reis in Engeland te zijn aangekomen.” In de vergadering van 26 maart 1861 wordt hem per 01 februari 1861 een uitkering toegekend voor 3 maanden. In de vergadering dd 24 september 1861 wordt deze uitkering verlengd met 12 maanden. Idem per 26 augustus 1862. Weer een verzoek op 28 april 1863 maar nu van de hand gewezen. Idem op 01 september en 29 september 1863023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
510 1839-1843 bark De Drie Gebroeders E.Smit & Zn te Koog a/d Zaan
1844-1849 3/m galj. De Drie Gebroeders C.E.Smit te Koog a/d Zaan
1850 geen vermelding van schip en boekhouder
1851-1852 schoner Elisabeth geen opgave
1853 schoner Texel geen opgave
206 1854-1860 schoner Texel geen opgave
1861-1872 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
Hubert, H.J. Texel 14 november 1860 18 december 1861
Hubert, J.H. Texel 02 april 1861 06 juni 1861
Bouma025 vermeldt H.J.Hubert als gezagvoerder gedurende:
* 1832 t/m 1837 van de kof “Zorg en Vlijt”, gebouwd in 1832 te Pekela, 85 ton o.m., varend voor A.S.Kalman te Pekela;
* 1841 t/m 1850 van de brak/galjoot “Drie Gebroeders”, gebouwd in 1839 te Nieuwedam, 302 ton o.m., varend voor E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan. Het schip is verongelukt in het ijs van de Witte Zee;
* 1852 t/m 1853 van de 2/msch “Elisabeth”, gebouwd in 1851 te Hoogezand, 135 ton o.m., geen vermelding van eigenaar en thuishaven.
* 1854 t/m 1866 van de schbrik “Texel”, gebouwd in 1853 te Groningen, 202 ton o.m., varend voor C.E.Smit te Koog aan de Zaan.
Bouma025 vermeldt H.J.Hubert als gezagvoerder gedurende:
* 1830 van de kof “Lammechiena”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar;
* 1833 van de kof “Vrouw Lummegiena”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar. Het schip werd 1 maal te Harlingen geregistreerd komend van Noorwegen;
Zelfde schepen?
* 1834 t/m 1842 van de kof “Jonge Anna, gebouwd in 1817 te Hoogezand, 140 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar;
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
26 februari 1820, kof “Vriendschap”, kapitein Jan Jans Aarents, kajuitwachter Harm Jans Hubrt uit Nieuwe Pekela,
07 maart 1830, kof “Lummechina”, kapitein Harm Jans Hubert uit Nieuwe Pekela.
15 maart 1834, schip “Elisabeth”, kapitein Harm Jans Hubert.
21 september 1835, schip “Jonge Anna”, kapitein Harm Jans Hubert.
12 maart 1838, schip “Jonge Anna”, kapitein Harm Hubert.
18 februari 1839, schip “Jonge Anna”, kapitein Harm Hubert.
15 mei 1851, schoener “Elizabeth”, schipper Harm Jans Hubert, 45 jaar uit Nieuwe Pekela.
26 mei 1853, schoener “Texel”, schipper Harm Jans Hubert, 47 uit Nieuwe Pekela.
In Archief 38-157 -520 van het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich 2 papieren met betrekking Tjibbe Jans Franckema, varensgezel, “welke op de terugreis van Suriname naar Nederland met het schip de drie gebroeders gevoerd door kapitein Hubert op den twintigsten Februarij dezes jaars (is 1846) is over boord geslagen en verdronken”
Tweede stuk zegt: “aangemonsterd 29 aug. 1845 op het Galj.Schip de 3 Broeders, get. H.J.Hubert.
Overige bijzonderheden
“Op 14 sept. 1829 is bij mij J.H. de Weerd, burgemeester en ambtenaar van de Burgerlijke Stand (te Nieuwe Pekela) ingekomen een afschrift van een akte van overlijden, aan scheepsboord opgemaakt, luidende als volgt: Op 25 aug. 1829 hebben wij, Jan Jans Arends, kapitein op het schip “De Vrouw Lummegina” van Pekela, in tegenwoordigheid van de stuurman Harm Jans Hubert en de matroos Christjaan B.Duim, beide tot onze bemanning behorend van genoemd kofschip als getuigen, opgemaakt een akte van overlijden van de persoon Hindrik Jeltes Mooij, na opgaaf 57 jaren oud, wonend te Nieuwe Pekela, in hoedanigheid van kok tot onze equipage behorend. Verklaren wij bij deze dat de persoon Hindrik Jeltes Mooij op 25 aug. 1829 aan de gevolgen van een langdurige ziekte bij ons aan boord is overleden, in de Noordzee zijnde en geen gelegenheid hebbende de overledene aan land te brengen, hebben wij het lijk van Hindrik Jeltes Mooij naar zeemansgebruik op 28 aug. daarop volgende overboord in zee gezet.”150.
Middels een akte dd 07 augustus 1830 te Nieuwe Pekela doet Harm Jans Hubert, kapitein op de kof “Lummegina” van Pekela aankondiging van het overlijden van de matroos Arent Geerts Roeten, 22 jaar, uit Nieuwe Pekela. “Verklarend wij bij dezen dat genoemde Arent Geerts Roeten op 21 juli 1830, terwijl ons schip was zeilende in de Zuiderzee, met de zijtakels overboord in zee is gevallen, alle door ons aangewende hulp is niet van dat gelukkige gevolg geweest dat wij de ongelukkige zijn leven hebben kunnen redde, en is alzo ten gevolge geweest dat Arent Geerts Roeten in de Zuidezee zijn leven heeft verloren.”115.
Bremer094 vermeldt de stranding van de schooner “Texel” in mei 1858 op Harssens. Geen gezagvoerder genoemd.
In meldingen over de werf van de Gebr. Meursing te Nieuwendamdd. 1837:
“Wij hadden eerst wat reparatie van oude schepen, tjalken, beurtscheepjes en koffen, doch daar hadden wij niet genoeg aan en zoo werd voor eigen (vaders) rekening de kiel gelegd voor een galjoot van ± 200 lasten, die naderhand de naam kreeg van de Drie Broeders, kapitein Hubert en klaar zijnde onder tuig verkocht werd aan C.E.Smit te Koog aan de Zaan, waarin vader 1/6 aandeel moest houden“124
Krantenberichten
NRC 23 april 1851114
Groningen, 20 april. Ten vervolge op onze vroegere berichten delen wij thans een lijst van schepen mede, die vanaf de 1e januari tot de 16e april j.l. hier binnen gebracht zijn om opgetuigd en verder afgewerkt te worden: 8 maart: de schoener ELISABETH, kapt. H.J. Hubert, groot 113 tonnen, gebouwd te Hoogezand.114
NRC 12 november 1862114
Baltishport (opm: Paldiski), 27 oktober. Het schip TEXEL, kapt. Hubert, van St. Petersburg naar Kooger-polder, is alhier met zware slagzijde en meer andere belangrijke schade binnengelopen.
NRC 19 januari 1864114
Amsterdam,18 januari. Het schip TEXEL, kapt. Hubert, van Havana naar de Noordzee, is volgens brief van St. George, Bermuda, dd 17 december, de 12e december aldaar met zware schade binnengelopen. Het had een orkaan doorgestaan en was men genoodzaakt geweest al het tuig en zeilen te kappen.
NRC 22 januari 1864114
Bermuda, 26 december. Het Nederlandse schip TEXEL, kapt. Hubert, van Havana naar Yarmouth, is hier 14 dezer zeer lek, met overgeslagen lading en meer andere zware schade binnengelopen.
Algemeen Handelsblad 05 oktober 1865114
Advertentie. C.S. Oolgaardt, makelaar, zal op maandag 23 oktober 1865, des avonds te 6 uur, te Amsterdam in de Nieuwe Stadsherberg aan het IJ, ten overstaan van de deurwaarder B.D. Beets, verkopen: een extra ordinair, welbezeild, gezinkt schoenerschip genaamd TEXEL, varende onder Nederlandse vlag; gevoerd door kapitein J.H. Hubert. Volgens meetbrief lang 27,40 ellen, wijd 5,27 ellen, hol 3,14 ellen en alzo gemeten op 202 tonnen of 106 lasten. Liggende in het Oosterdok aan de dijk. Breder volgens inventaris en bericht bij bovenstaande makelaar of de cargadoors Oolgaardt & Bruinier.
NRC 25 oktober 1865114
Publieke verkoping in de Nieuwe Stadsherberg te Amsterdam op maandag 23 oktober.
De schoener brikschepen:
- TEXEL (gebouwd in 1853), kapt. Hubert, NLG 11.100, in slag NLG 400. (opm: de
scheepsnaam werd niet gewijzigd)….
Familiegegevens en opleiding
Edzerd Scherpbier werd geboren/gedoopt 08/10 september 1809 te Oude Pekela als zoon van de schipper Sipko Edzerds (Scherpbier) en Geessien Reints Fijn.
Hij trouwde te Oude Pekela op 18 december 1838 als zeeman met Alberdina Jans Kuiper, geboren 10 december 1811 te Oude Pekela als dochter van de schipper Jan Okkes Kuiper en Jantje Dieters. Zij overleed te Oude Pekela op 24 november 1889, 77 jaar.
Edzard overleed op 05 juni 1900 te Groningen, 90 jaar, zonder beroep.
De Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Edzard als zeeman in 1838, als schipper in 1842, 1844, 1845, 1847, 1849, 1851, 1853, 1864, 1874, 1876, 1877 en zonder beroep in 1891, 1900.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.S.Scherpbier was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela met vlagnummer 71 in de periode 1853 t/m 1879.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt E.S.Scherpbier als gezagvoerder gedurende:
-
* 1843 t/m 1855 van de kof “Jonge Anna, gebouwd in 1817 te Hoogezand, 140 ton o.m., varend voor H.W.Meursing te Hoogezand;
-
* 1855 t/m 1869 van de 2-masstschoener “Alberdina”, gebouwd in 1855 te Hoogezand, 173 ton o.m., varend voor E.H.Meursing te Hoogezand.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
18 februari 1839, schip “Jonge Anna”, kapitein Harm Hubert, stuurman Esdert Sippeks (sic) uit Oude Pekela.
22 februari 1840, schip “Hoop”, kapitein Sipke Edzards Scherpbier, stuurman
21 februri 1842, schip “Jonge Anna”, kapitein Edzard S.Scherpbier uit Oude Pekela.
15 maart 1843, kof “Jonge Anna”, schipper Edzard Sipkes, 33 jaar uit Oude Pekela.
09 maart 1849, kof “Jonge Anna”, kapiteinEdzard Sipkes Scherpbier, 39 jaar uit Oude Pekela.
13 maart 1850, kof “Jonge Anna”, kapiteinEdzard Sipkes Scherpbier, 40 jaar uit Oude Pekela.
28 april 1851, kof “Alberdina”, schipper Edzard Sipkes Scherpbier, 41 jaar uit Oude Pekela.
10 augustus 1855, schoener “Alberdina”, schipper Edzard Sipkes Scherpbier, 45 jaar uit Oude Pekela.
11 februari 1871, schoener “Alberdina”, kapitein Edzard S.Scherpbier uit Oude Pekela.
06 juli 1876, schoener “Alberdina”, kapitein Edzard Sipkes, 66 jaar uit Oude Pekela.
Overige bijzonderheden
Melding dat eind 1864 de schipper Edzerd Sipkes Scherpbier en zijn echtgenote, wonende te Oude Pekela, tijdelijk verblijf hielden op een scheepstimmerwerf te Katendrecht.115.
Uit: “Met man en muis. Pekelder scheepsrampen in de 19e eeuw” door Bram Camerlingh (schrijversnaam van Dick Kuil), 2010. Gedrukt bij Unibook, particuliere uitgave.
Melding dat eind 1864 de schipper Edzerd Sipkes Scherpbier en zijn echtgenote, wonende te Oude Pekela, tijdelijk verblijf hielden op een scheepstimmerwerf te Katendrecht.
Krantenberichten
Groninger Courant 17 mei 1842114
Lijst van de Nederlandse schepen welke de Sont gepasseerd zijn:…..
…..Den 5 mei. DE JONGE ANNA (Hoogezand), kapt. Scherpbier, van Stettin naar Nederland;…..
Groninger Courant 17 mei 1842114
Lijst van de Nederlandse schepen welke de Sont gepasseerd zijn:…..
….Den 5 mei. DE JONGE ANNA (Hoogezand), kapt. Scherpbier, van Stettin naar Nederland;….
Groninger Courant 14 juni 1842114
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn:…..
…..Den 3 juni. CHARLOTTE (Hoogezand), kapt. De Boer, van Marseille naar Petersburg;
NEERLANDS KROONPRINS (Vlaardingen), kapt. v.d.Meijden, v. Vlaardingen n. Libau;
EENSGEZINDHEID (Amsterdam), kapt. Visser, van Amsterdam naar Danzig; JONGE ANNA (Hoogezand), kapt. Scherpbier, van Amsterdam naar de Oostzee; GESINA (Pekela), kapt. Breeland, van Amsterdam naar Petersburg; DE JONGE LUCAS (Zuidbroek), kapt. Dood, van Bayonne naar Kopenhagen; DE JONGE TJAMMINK (Veendam), kapt. Bakker, van Zwolle naar de Oostzee……
NRC 30 januari 1851114
Rotterdam, 29 januari. Zaterdagavond (opm: 25 januari) ten 5 ure liep uit de timmerschuur (opm: dus een overdekte helling !) van de Buitenwerf van de scheepsbouwmeester E. Meursing, buiten de Kranepoort te Groningen, met het beste gevolg van stapel het nieuw gebouwd kofschip genaamd ALBERDINA, groot 70 lasten, zullende bevaren worden door kapt. E. Scherpbier, van Oude Pekela. Heden wordt op die werf de kiel gelegd van een brik, groot 170 lasten, zullende bevaren worden door kapt. Smit.
NRC 23 april 1851114
Groningen, 20 april. Ten vervolge op onze vroegere berichten delen wij thans een lijst van schepen mede, die vanaf de 1e januari tot de 16e april j.l. hier binnen gebracht zijn om opgetuigd en verder afgewerkt te worden:….
….het kofschipshol ALBERDINA, kapt. E. Scherpbier, groot 70 lasten,….
Algemeen Handelsblad 16 mei 1855114
Hoogezand, 14 mei. Gedurende drie opvolgende dagen zijn van de werf van de heer E.H. Meursing alhier te water gelaten het schoenerschip ALBERDINA, kapt. E.S. Scherpbier,….
NRC 24 oktober 1856114
Lissabon, 14 oktober. De Nederlandse schoener ALBERDINA, kapt. Scherpbier, welke de 12e van Newcastle arriveerde, heeft alhier aangebracht de bemanning van de Engelse brik ALYTH, van Barcelona naar Swansea, welke bodem op 45º30’ N.B. en 08º10’ W.L. verongelukt is.
NRC 27 juni 1859114
Amsterdam, 26 juni. De schepen ALBERDINA, kapt. Scherpbier, van Triëst naar Fernambuck (opm: Recife), MARCHIENA ROSETTA, kapt. Koning, van dito naar Falmouth, PROFESSOR KAISER, kapt. Lever, van dito naar Hamburg, MARGRIETHA GESINA, kapt. De Grooth, van Cette (opm: Sète) en MARCHIENA BENTUM, kapt. Sap, van Tarragona, waren, volgens brief van de 10e dezer, op de rede van Puerto Molinos, bij Malaga liggende, kunnende wegens tegenwind en stroom de Straat van Gibraltar niet passeren.
NRC 02 juni 1860114
Hellevoetsluis, 1 juni. Heden is alhier door een vishoeker van Vlaardingen binnengesleept het schip ALBERDINA, kapt. Scherpbier, van Dantzig (opm: Gdansk) naar Guernsey bestemd, met verlies van fokkemast, overgeworpen lading, enz.
Provinciale Groninger Courant 07 juni 1860114
Helvoet, 4 juni. De Hollandse schooner ALBERDINA, kapt. Scherpbier, van Dantzig (opm: Gdansk) met tarwe, erwten en hout naar Guernsey bestemd, met averij, lek en overgeworpen lading alhier binnengebracht, is gisteren in de Marinehaven alhier gebracht. Men is thans bezig de lading te lossen, teneinde het schip te kunnen inspecteren en zo nodig te repareren.
NRC 04 mei 1862114
Landscrona, 28 april. Van de lading ex het Nederlandse schip ALBERDINA, kapt. Scherpbier, 7 dezer alhier van Maroïm gearriveerd, zijn 13 kisten en 29 zakken suiker beschadigd. Dit beschadigde gedeelte zal 5 mei in publieke veiling verkocht worden.
NRC 23 maart 1864114
Emden, 17 Maart. De schepen JOHANNA CHRISTINA, kapt. Westerbrink, met petroleum naar Hamburg; WILHELMINA, kapt. Puister, met wijn naar Bremen en ALBERDINA, kapt. Scherpbier, met zout naar Groningen bestemd, zijn gisteren te Delfzijl binnengebracht.
Provinciale Groninger Courant 14 december 1865114
Amsterdam, 11 december. Het schip (opm: schoener) IRIS, kapt. J. Roucour, van St. Petersburg naar Harlingen bestemd, is de 28e november wegens storm en tegenwind te Helsingfors binnengelopen. Aldaar was toen nog liggende het schip (opm: schoener) ALBERDINA, kapt. E.J. Scherpbier, naar Brazilië bestemd.
Provinciale Groninger Courant 30 januari 1874114
Harlingen, 27 januari. Allengs meer begint men ongerust te worden over de volgende schepen, die uit Noorwegen en de Oostzee hier reeds in het afgelopen jaar verwacht werden en toen 3 à 4 maanden op de terugreis waren, nl.: Kapt. De Groot, BAUDINA ELISABETH; kapt. Pothuis, GRIETJE DE WEERD; kapt. Helmers, MERCURIUS; kapt. Scherpbier, ALBERDINA; kapt. Bakker, CATO; kapt. Tap, MARNIX en kapt. Smit, ANTJE VISSER.
Algemeen Handelsblad 25 april 1874.114
Harlingen, 23 april, Door het Nederlandse schoenerschip ALBERDINA, kapt. Scherpbier, is hier aangebracht de equipage van het Britse brikschip ORION, kapt. James Simson, met steenkolen van Hartlepool naar Hamburg gedestineerd en op ongeveer elf mijlen van Terschelling in de Noordzee gezonken. Per Hullse boot zijn de geredden van hier naar Engeland vertrokken
Provinciale Groninger Courant 27 april 1874114
Harlingen, 22 april. Het schoenerschip ALBERDINA, kapt. Scherpbier, heeft hier aangebracht het door hem geredde scheepsvolk van het bij Terschelling gezonken schip ORION, kapt. Simson, van Hartlepool naar Hamburg bestemd.
|