Met de naamgeving van het schip is zowel de op 26 oktober 1816 op circa 61-jarige leeftijd overleden Louis Antoine Bienfait, oprichter van Louis Bienfait & Zoon, geëerd als diens gelijknamige kleinzoon die rond diezelfde tijd is geboren. Vooral in het tweede deel van de naam zien we dat deze naam in vertaling in de verschillende documenten – en in de krantenberichten – inconsistent geschreven wordt als ANTONIE, ANTHONIE of ANTHONY. Marhisdata heeft deze knoop doorgehakt en de naam als JONGE LODEWIJK ANTONIE opgenomen. Deze is zo ook in de kronieken doorgevoerd om voor bezoekers het doorzoeken te vergemakkelijken.
1815
BOH 310315
Swinemünde, 21 maart. Aangekomen ALWIN, kapt. Reintrock, uit Londen.
1817
Op 28 augustus 1817 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTHONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. Gerrit Kaleshoek.
Op 29 augustus 1817 werd een Turkse Pas naar Suriname verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTHONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. Gerrit Kaleshoek.
BOH 180617
Sont passages (opm: geen datum): Paul Reintrock, ALWIN, van Riga naar Amsterdam met rogge.
BOH 270617
Texel, 21 juni. Aangekomen Reintrock, ALWINA, van Riga.(opm: de laatste reis van de bark als ALVIN onder kapt. Paul Reintrock was met rogge van Riga naar Amsterdam; na lossing in Amsterdam werd het schip op 28 juli verkocht; nieuwe naam JONGE LODEWIJK ANTONIE)
RC 150917
Amsterdam, den 13 september. Sedert onze laatste is in Texel uitgezeild kapt. G. Kaleshoek (opm: JONGE LODEWIJK ANTONIE, de in juli voor NLG 30.500 uit Pruisen aangekochte ex-ALVIN), naar Suriname.
RC 271117
Amsterdam, den 25 november. Volgens een brief van den 17 november, was het schip de JONGE LODEWYK ANTONIE, kapt. G. Kaleshoek, van Amsterdam naar Suriname gedestineerd, destijds op 32 gr. 28 min. breedte, 3 gr. 19 min. lengte, 10 mijlen Z.Z.O. van Goeree kruisende; hetzelve was met de equipage in goeden staat.
1818
RC 160518
Amsterdam, 14 mei. Met kaptein G. Kaleshoek (opm: JONGE LODEWIJK ANTONIE), den 26 maart van Surinamen vertrokken en den 10 mei in Texel binnengekomen, heeft men berigt, dat de schepen de SURINAAMSCHE VRIENDEN, kaptein Cornelis Kraay, en MARTHA EN ELISABETH, kaptein Klaas Scholl, het eerste circa drie weken en het laatste zeven dagen voor hem gezeild zijn; alsmede dat veertien dagen na hem zouden volgen de schepen de VROUWE JEANNE, kaptein Barend Calgren, en HOOP EN LIEFDE, kaptein T. Macheelsen (opm: Tede Machielsen), en den 4 april het schip WILLEM DEN EERSTEN, kaptein J. Precht, alle naar Amsterdam.
Op 8 juli 1818 werd een Turkse Pas naar Suriname verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTHONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. Gerrit Kaleshoek.
1819
Op 11 september 1819 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas naar Suriname verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. Gerrit Kaleshoek.
1820
Op 27 september 1820 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas naar Suriname verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. P.C. Stachouwer. (G. Kalishoek voormalig kapt.)
1821
RC 280421
Amsterdam, 26 april. Kapt. P.C. Staghouwer, voerende het schip de JONGE LODEWIJK ANTHONIJ (opm: pink JONGE LODEWIJK ANTONIE), den 25 april in Texel binnen van Surinamen, heeft den 19 maart, des avonds te zes uren, bij te uitzeilen der rivier Surinamen, gepraaid kapitein Wouters, de ZEEUW (opm: fregat), van Middelburg, welke toen in goede staat Braamspunt (opm: monding van de Commewijne, 5º57’ N.B. 55º09’ W.L.) binnenzeilde.
Op 7 september 1821 werd een Turkse Pas naar Suriname verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. P.C. Stachouwer.
RC 221121
Amsterdam, 20 november. Volgens brief van kapt. P.C. Staghouwer, voerende het schip (opm: bark) de JONGE LODEWIJK ANTHONIE, van Amsterdam naar Surinamen, in dato den 12 november, was hij toen in goede staat tussen Goudstaart (opm: Start Point) en Lezard (opm: Lizard) kruisende.
RC 241121
Rotterdam, 23 november. Uittreksel uit de Loyd’s List van den 20 november:
Den 17 dezer bevond zich op de hoogte van Plymouth het schip de JONGE LODEWIJK ANTHONIJ, Staghouwer, van Amsterdam naar Surinamen.
1822
RC 300522
Amsterdam, 28 mei. Het schip de JONGE LODEWIJK ANTHONIE (opm: pink, ook wel JONGE LODEWIJK ANTONIE of JONGE LODEWIJK ANTHONY), kapt. P.C. Staghouwer (opm: ook P.C. Stachouwer), den 24 mei in Texel binnen van Surinamen, is den 28 maart van daar gezeild, en zoude 2 à 3 dagen daarna gevolgd worden door het schip de AMSTEL, kapt. M. Charlau, mede naar Amsterdam.
Op 1 augustus 1822 werd een Turkse Pas naar Suriname verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. P.C. Stachouwer.
Op 14 september 1822 werd een zeebrief verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. P.C. Stachouwer.
RC 151022
Amsterdam, 13 oktober. Kapitein Funck, van Demerarij, heeft den 9 dezer bij Lezard gezien, volgens nummervlag, het schip de JONGE LODEWIJK ANTHONIJ, kapt. P.C. Staghouwer (opm: pink JONGE LODEWIJK ANTONIE, ook wel kapt. P.C. Stachouwer), den 10 oktober uit Texel naar Surinamen gezeild.
RC 171022
Amsterdam, 15 oktober. Door kapitein C. Höfker (opm: gezagvoerder van het fregat PIETER ANTHONY) is den 11 dezer op de hoogte van Wight, in goede staat gepraaid, kapt. P.C. Staghouwer, voerende het schip (opm: pink) de JONGE LODEWIJK ANTONIE, van Amsterdam naar Surinamen, en kapt. J.F. Spiegelberg, met het schip (opm: brik) ANNA PAULOWNA, van Amsterdam naar Livorno.
RC 261022
Amsterdam, 24 oktober. Het schip de JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. P.C. Staghouwer, van Amsterdam naar Surinamen, was volgens brief van een passagier van den 14 oktober, destijds, na in het Kanaal veel stormweer te hebben doorgestaan, met een oostelijk koeltje in goede staat zeilende op 49º N.B. 7º10’ W.L.; aan boord was alles wel.
1823
AC 290723
Texel, 27 juli. Heden zijn van hier uitgezeild de schepen VROUW MARGARETHA (opm: brik), kapt. K. Spiegelberg, naar Kaap de Goede Hoop, JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. P.C. Stachouwer, naar Suriname, REIGERSDAAL (opm: brik), kapt. J.H. Backer, naar Genua, Livorno en Smirna (opm: Izmir), CATHARINA (opm: smak), kapt. H.H. Veldhuis, naar Liverpool, en DRIE VRIENDEN (opm: tjalk), kapt. E.F. ten Cate, naar Newcastle.
AC 291223
Suriname, 17 oktober. Alhier zijn gearriveerd de schepen JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. P.C. Stachouwer, en MARIA (opm: fregat), kapt. F.H. Zeijlstra, beide van Amsterdam.
1824
Op 23 april 1824 werd een Turkse Pas verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. P.C. Stachouwer.
1825
AC 010625
Texel, 30 mei. De wind NO. Niets binnengekomen.
Uitgezeild JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. P.C. Stachouwer, naar Suriname; FIDELLE AMANTE, kapt. L.H. Loreal, naar Havre de Grace; GEORGE, kapt. T. Perry, HEBE MARIA, kapt. J.H. Krije en VROUW DIEUWKE, kapt. G.A. Dijkstra, alle drie naar Londen; ALIDA, kapt. H.T. Deddes, naar Wills; WNSKABET, kapt. J.L. Holst, naar Holmstrand.
Op 1 april 1825 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. P.C. Stachouwer.
OHC 310525
Amsterdam, den 28 mei. Kapt. P.C. Stachouwer, voerende het schip (opm: pink) JONGE LODEWIJK ANTONIE, van Amsterdam naar Suriname, meldt uit het Nieuwe Diep van den 24 mei, dat hij aldaar langs het Noord-Hollandsch kanaal, in den korte tijd van 16 uren is aangekomen.
1826
AC 050126
Texel, 3 januari. Uitgezeild: CHRISTINA BERNARDINA, kapt. H.H. Zeijlstra, naar Batavia; JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. P.C. Stachouwer en DAGERAAD, kapt. R.C. Stada, beide naar Suriname. De wind OZO.
AC 080626
Texel, 6 juni. Binnengekomen: JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. P.C. Stachouwer en NOORD-HOLLAND, kapt. H.K. Ruijl, beide van Suriname;
Op 18 oktober 1826 werd een Turkse Pas verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. P.C. Stachouwer.
1827
Op 13 september 1827 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. P.C. Stachouwer.
1828
RC 260128
Amsterdam, 24 januari. Kapt. P.C. Stachouwer, voerende het schip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, meldt van Paramaribo, in dato de 23e november, dat de tweede dag na zijn aankomst aldaar, zijnde de 15e dito, het schip in de laag gehaald hebbende, die namiddag ten drie ure een verschrikkelijk onweer ontstond, waarbij de bliksem zijn grote steng in spaanderen sloeg, vervolgens de hoofdtouwen en langzalings der grote mast doorging, het koper rondom de grote mast afsloeg, toen door de bootsmast en giek, welke bij de grote mast overeind stonden, de baksboordspomp (niettegenstaande dezelve met deksels en zwabbers gedekt was) trof, tussendeks een stuk van ongeveer 14 duimen (opm: cm.) groot uit dezelve sloeg en, zo hij gist, door de ballastpoorten weer naar buiten geraakte, veel rook, damp, kruid en zwavellucht in het schip achterlatende; gelukkig is hierdoor geen brand ontstaan en ook niemand gekwetst geworden.
RC 220328
Amsterdam, 20 maart. Kapt. J. Smith, van Suriname in Texel binnen, heeft op zijn reis zeer goed, doch in het Kanaal en de Noordzee mistig weer gehad; dezelve is de 4e februari van Paramaribo vertrokken, tegelijk met het schip DE KOLONIST, kapt. L. Wildschut, naar Amsterdam. Destijds lagen gereed de schepen DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. P.C. Stachouwer en DE SNELHEID, kapt. J.H. Freijburgh, mede naar Amsterdam.
AH 120428
Carga-lijsten: Amsterdam, 11 april. JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. P.C. Stachouwer, van Suriname; PARAMARIBO, kapt. Spiegelberg, van Suriname; ELIZABETH CORNELIA, kapt. J.D. Dietz, van Suriname;
Op 5 mei 1828 werd een Turkse Pas verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. P.C. Stachouwer.
SUC 300728
Advertentie. Kapt. P.C. Stachouwer voerende het gekoperde schip (opm: pink) JONGE LODEWIJK ANTONIE, zal den 15 september e.k. van hier naar Amsterdam vertrekken, is voorzien van een solide polis tegen 3½ Pct. Verzoekt de heren planters en kooplieden hunne producten in tijds aan boord te zenden, en heeft ook goede accomoditeiten voor passagiers.
Paramaribo, den 24 juli 1828.
SUC 030928
Advertentie. R. Tjebbes (opm: kapt. Rinke Tjebbes was de opvolger van kapt. Pieter Carel Stachouwer die op 14 augustus in Paramaribo was overleden), voerende het schip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, zal den 15 dezer maand zijn brievenzak sluiten en de reis naar Amsterdam aannemen.
Paramaribo, den 2de september 1828.
OHC 131128
Amsterdam, den 11 november. Den 10 november is in Texel binnengekomen het schip JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes voor wijlen P.C. Stachouwer, van Suriname.
AH 131228
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam.
Naar de volgende plaatsen:
Suriname. DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. Rinke Tjebbes.
Adres bij Hoyman en Schuurman; Altena & C. en D. Aletrino;
DE ANNA MARIA, kapt. D. Steenveld. Adres bij Hoyman en Schuurman;
CONCORDIA, kapt. Wolterus Groen.
Adres bij Altena & C., D. Aletrino en Da Costa & Bueno.
1829
AH 030129 en AH 040329
In lading liggende schepen te Amsterdam naar Suriname:
de FAAM, kapt. Eldert van Laar, adres bij Hoyman & Schuurman, Altena & Co, en D. Aletrino.
de DAGERAAD, kapt. Reltje Cornelisz. Stada, adres bij Hoyman & Schuurman.
PARAMARIBO, kapt. Klaas Spiegelberg, adres bij B.D. Bosscher, B. Koster & Zn., en Nobel & Holtzapffel.
JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. Rinke Tjebbes, adres bij Hoyman & Schuurman, Altena & Co, en D. Aletrino.
Op 12 maart 1829 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. R. Tjebbes.
RC 140329
Advertentie. Rutger Hoyman, Floris der Kinderen, Johannes Boelen, Hermanus Isaac Rietveld en Jan Altena, makelaars, zullen op maandag de 30e maart 1829, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ, verkopen:
- een extraordinair welbezeild Nederlands brikschip, genaamd ALMELO, gevoerd door kapt. Teunis Smit, lang 24 ellen 35 duimen, wijd 6 ellen 72 duimen, hol 4 ellen 17 duimen, Nederlandse maat.
- 1/14 part in het Nederlands gekoperd pinkschip, genaamd DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, gevoerd door kapt. R. Tjebbes.
- 1/16 part in het Nederlandse fregatschip, genaamd HENRIETTE, gevoerd door kapt. J.E. Schneebeeke.
Breder bij de inventaris en aanslag-biljetten en bericht bij de bovengemelde makelaars of bij de cargadoors Altena en Co.
AH 010929
Te Amsterdam in lading liggende schepen naar:
Suriname: het gekoperd tweedeks pinkschip JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes. Adres bij Hoyman & Schuurman, Altena & Co. en D. Alletrino.
1830
AH 090130
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. Het gekoperd tweedeks pinkschip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes. Adres bij Hoyman & Schuurman; Altena & C. en D. Alletrino.
RC 260130
Amsterdam, 24 januari. De negen schepen, zijnde DE LOUISA EN AGATHA (opm: brik), kapt. H. Mulder, naar Lima; WILLEM ERNST (opm: fregat, haar eerste reis), kapt. J.G. Veening, naar Batavia; DE JONGE LODEWIJK ANTONIE (opm: pink), kapt. R. Tjebbes en WILHELMINA EN MARIA (opm: fregat), kapt. J.J. Bart, naar Suriname; MARIA EN JACOBA (opm: brik), kapt. S. van Duyn, naar St. Thomas en Curaçao; DIANA (opm: brik), kapt. H. Wente en de WELVAART (opm: pink), kapt. C. Koert, naar de Berbice; DE TWEE GEBROEDERS (opm: kof), kapt. H.J. Klein, naar Bordeaux en de FREDERICA (opm: kof), kapt. J. Barends, naar Rochefort, voor rekening van welker rederijen en inladers de uitijzing van het groot Noord-Hollandsch kanaal is ondernomen geworden, zijn gisteren voor de sluis van het Nieuwe Diep gekomen; doch de menigte drijfijs, welke van de Texelse wal over de rede drijft, heeft het Nieuwe Diep daarmede voor het ogenblik zodanig vervuld, dat de kapiteins het verkieslijk hebben geoordeeld, de ontruiming daarvan met een verandering van windstreek af te wachten, alvorens door te schutten.
AH 300130
Rotterdam, 29 januari. Gaven wij in ons nummer van 9 januari een breedvoerig verslag van de verbazende werkzaamheid, waarmede onder schier onoverkomelijk schijnende moeilijkheden, de doorijzing van het Groot Noord-Hollandsche Kanaal werd voortgezet, thans mogen wij ons verblijden met de gelegenheid, om het volkomen gelukken van die grote onderneming te kunnen vermelden. Reeds de 23e dezer, lagen de negen schepen vóór de sluis van het Nieuwe-Diep, gereed om zee te kiezen, had niet de menigte van drijfijs nog voor het ogenblik verkieslijk doen achten, om alvorens dóór te schutten, een verandering van windstreek af te wachten. Dan j.l. woensdag 27e dezer zijn zij werkelijk uitgezeild, uitgezonderd één, welks kapitein, uit hoofde van bijzondere handelsomstandigheden, tegen- bevel had bekomen. Dit was de FREDERICA, kapt. J. Barends, bestemd naar Rochefort. De acht overige schepen, die thans, in weerwil van alle dwangbeletsel van het ongure jaargetijde, naar derzelver onderscheidene bestemmingen stevenen en daar de voor gene hindernissen zwichtende moed en de volhardende ijver van Amstels-handelaren zullen verkondigen, zijn:
DE LOUISE EN AGATHA, |
kapt. H. Mulder, |
naar Lima. |
WILLEM ERNST, |
kapt. J.G. Veening, |
naar Batavia. |
DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, |
kapt. R. Tjebbes, |
naar Suriname. |
WILHELMINA EN MARIA, |
kapt. J.J. Bart, |
naar Suriname. |
MARIA EN JACOBA, |
kapt. S. van Duijn, |
naar St. Thomas en Curaçao. |
DIANA, |
kapt. H. Wente, |
naar de Berbice. |
DE WELVAART, |
kapt. C. Koert, |
naar de Berbice. |
DE TWEE GEBROEDERS, |
kapt. H.J. Klein, |
naar Bordeaux. |
De onderneming der doorijzing van het Groot Noord-Hollandsche Kanaal, is geschied voor rekening van de hiervolgende heren reders en inladers van negen schepen, te weten:
De heer J. van Beeck Vollenhoven, reder en de West-Indische Maatschappij, gevestigd alhier, bevrachter van het schip LOUISA EN AGATHA.
De Nederlandsche Scheepsreederij, gevestigd alhier, reder, en de Nederlandsche Handel-Maatschappij, bevrachter van het schip WILLEM ERNST.
De heren L. Bienfait & Zn., reders en diverse inladers voor het schip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE.
De heren Insinger & Comp., reders en diverse inladers voor het WILHELMINA MARIA.
De heren Buys de Bordes en Jordan, reders, voor diverse inladers van het schip MARIA EN JACOBA.
De heren S.A. Westerloo & Comp., reders, voor diverse inladers van het schip DIANA.
De heer L. Schumacher, reder, voor diverse inladers van het schip WELVAART.
De heren H. & C. v.d. Stadt te Zaandam, reders, voor diverse inladers van het schip DE TWEE GEBROEDERS.
De heer A.L. Potma te Workum, reder, voor diverse inladers van het schip FREDERICA.
RC 160230
Amsterdam, 14 februari. Kapt. P.J. Kerkhoven, van Suriname naar Amsterdam, te Ramsgate binnengelopen, rapporteert, de 29e januari in goede staat, op de hoogte van Bevezier (opm: Beachy Head), gezien te hebben de schepen WILLEM ERNST, kapt. J.C. Veening, van Amsterdam naar Batavia en DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Amsterdam naar Suriname.
RC 050630
Amsterdam, 3 juni. Kapt. G.B. Bos, de 24e april van Suriname vertrokken, rapporteert, dat hij spoedig gevolgd zou worden door het schip COLUMBUS, kapt. J.T. Gorter, naar Rotterdam.
Voorts zouden de schepen WILHELMINA EN MARIA, kapt. J.J. Bart en DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, in het laatst van april en het schip LA LIBERTÉ, kapt. D. de Jong, in de maand mei van Suriname naar Amsterdam vertrekken.
AH 160630
Carga-lijsten. Amsterdam, 15 juni. OLIVIER VAN NOORD, kapt. J. Duyff, van Canton; WILHELMINA EN MARIA, kapt. J.J. Bart, van Suriname; DE JONGE LODEWIJK ANTONIE. kapt. R. Tjebbes, van Suriname;
Op 26 juli 1830 werd een Turkse Pas verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. R. Tjebbes.
1831
AH 270131
Texel, 25 januari. Binnengekomen: DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname (vertrokken 23 november).
RC 010231
Amsterdam, 30 januari. Kapitein R. Tjebbes (opm: JONGE LODEWIJK ANTONIE), van Suriname in Texel binnen, heeft den 22 dezer in de Hoofden (opm: Nauw van Calais) in goede staat gepraaid het schip CATARINA ANNA HELENA, kapt. P.H. Bos, van Amsterdam naar Suriname.
AH 120231 en AH 120331
In lading liggende schepen te Amsterdam:
Naar Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip (opm: vertuigd, ex-pink) DE JONGE LODEWIJK ANTHONIE, kapt. Rinke Tjebbes, van Amsterdam. Adres bij Hoyman & Schuurman.
Op 14 april 1831 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. R. Tjebbes.
RC 050531
Amsterdam, 3 mei. Kapitein A. Hansen, (opm; schip GODEFRIDA) van Suriname in Texel binnen, heeft den 29 april, bij de Singels, in goede staat zeilende gepraaid de schepen DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes en DE VEREENIGING, kapt. W. de Boer, beide van Amsterdam naar Suriname; aan boord was alles wel en de wind ZZW.
AH 240931
Texel, 22 september. Binnengekomen: NICOLAAS WITSEN, kapt. L. Wildschut, van Suriname; DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname; HENRIETTE EN HENRI, kapt. F.J. Vlieger, van Suriname;
1832
Op 7 maart 1832 werd een Turkse Pas verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. R. Tjebbes.
AH 120332
Advertentie - Schepen in lading te Amsterdam:
- Naar Suriname. Het gekoperde tweedeks fregatschip JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. Rinke Tjebbes. Adres bij Hoyman en Schuurman, D. Aletrino en E. Winghouwer.
AH 030432
Texel, 31 maart. Vertrokken: DE ONDERNEMING, kapt. J.A. Engels, naar Batavia; JOANNES ARNOLDUS, kapt. P.J. Kerkhoven, naar Batavia; ENRICHETTA, kapt. C.A. Schinen, naar Triëst; DE FRAU MANNA, kapt. B. Gerdes, naar Duinkerken; DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, naar Suriname.
1 april. Kapitein R. Tjebbes, gisteren gemeld, is door stil weer teruggedreven en ligt op de rede.
AH 070432
Texel, 5 april. Vertrokken: DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, naar Suriname;
RC 270432
Rotterdam, 26 april. Kapitein H.H. Otten, van Bordeaux te Hellevoetsluis binnen, heeft den 7 dezer, 8 mijlen van Portland, op 50º14’ NB 01º45’ WL, gezien een Nederlands schip, tonende de vlag van het College Zeemans Hoop, met No. 279, zijnde die van kapt. R. Tjebbes, voerende het schip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, van Amsterdam naar Suriname.
AH 150832
Texel, 13 augustus. Binnengekomen: DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname;
RC 160832
Rotterdam, 15 augustus. Volgens brief van kapt. Tjebbes, voerende het schip JONGE LODEWIJK ANTONIE, den 3 juli van Suriname naar Amsterdam vertrokken, in dato 12 dezer, was hij toen wegens stilte in goede staat ten anker liggende in de Noordzee bij Egmond, doch reeds in Texel binnen.
AH 271032
Advertentie. Schepen in lading te Amsterdam:
- Naar Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. Rinke Tjebbes, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en E. Windhouwer.
1833
Op 6 april 1833 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. R. Tjebbes.
AH 010633
Advertentie. Schepen in lading.
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. Rinke Tjebbes, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en E. Windhouwer.
Op 27 september 1833 werd een Turkse Pas verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. R. Tjebbes.
AH 281033
Uitgezeild:
Texel, 25 oktober. SCHOON VERBOND, kapt. B. Drayer, naar Batavia; VAN SPEIJK, kapt. K. Visser, naar Rio-Janeiro; JONGE EVERT, kapt. J.J. Kiers, naar Suriname; JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, naar Suriname;
1834
NSC 040234
Te Paramaribo liggen in lading naar Amsterdam:
Het snelzeilend gekoperd tweedeks fregatschip de JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes. Sluit 5 februari. Adres bij J.L. Gellée.
SUC 090234
Paramaribo, 8 februari. De 3e dezer zijn alhier uitgeklaard de schepen HENRIETTE, kapt. J.C. Willems, naar Amsterdam, met 275 vaten suiker, 38 balen schone katoen, 797 pond tin en 2.390 pond oud koper, EDAMS WELVAREN, kapt. H. Rolff, eveneens naar Amsterdam, met 300 vaten suiker, 3 balen gebroken koffie en 6 balen schone katoen, en de schoener GOUVERNEUR-GENERAAL BARON VAN HEECKEREN, kapt. MacGeorge, naar het opperdistricht Nickerie.
De 4e dezer is alhier uitgeklaard het schip de JONGE LODEWIJK ANTHONIE, kapt. R. Tjebbes, naar Amsterdam met 566 vaten suiker en 3 balen schone katoen.
RC 270234
Rotterdam, 26 februari. Het schip ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, zou de 24e januari en het schip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, de 1e februari van Suriname vertrekken, beiden naar Amsterdam.
AH 050434
Binnengekomen:
Texel, 3 april. DE JONGE LODEWYK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname;
AH 050434
Carga-lijsten Amsterdam: DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname met suiker en katoen; CAROLINA, kapt. J. Beckman, van Hull met traan, koopm., tapijten en katoen; WILLEM DE EERSTE, kapt. J.H. Savert, van Hamburg met linnen, koffie, veren, wol, lijnzaad, smalt en indigo.
AH 090434
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. Rinke Tjebbes, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en E. Windhouwer.
AH 260434
Advertentie. J. de Wit Aez. en R.R. Viervant, makelaars, zullen, op donderdag de 1e mei 1834, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nes, in de Brakke Grond, verkopen: een partij van 34 vaten Surinaams suiker, zo gezond als beschadigd, alhier aangebracht per het schip JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname, breder bij biljetten omschreven.
AH 170534
Texel, 15 mei. Uitgezeild JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, naar Suriname;
SUC 260734
Paramaribo, 25 juli. De 22e dezer is alhier uitgeklaard naar Amsterdam het schip de JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, met een passagier, 556 vaten suiker, 62 balen schone en 2 dito vuile katoen en een kist indigo.
AH 050934
Binnengekomen:
Texel, 3 september. DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname;
AH 050934
Carga-lijsten Amsterdam: JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname met suiker, katoen en indigo;
AH 130934
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. Het gekoperd fregatschip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. Rinke Tjebbes, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en F. Windhouwer.
AH 241134
Uitgezeild:
Texel, 21 november. WILHELMINA EN MARIA, kapt. J.J. Bart, JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes; DINA MARIA, kapt. G. Ahlers en EENSGEZINDHEID, kapt. P.T. Kuyper, alle vier naar Suriname;
1835
RC 050335
Rotterdam, 4 maart. Volgens brief van kapt. R. Tjebbes, voerende het schip JONGE LODEWIJK ANTONIE, de 27e december in 37 dagen van Amsterdam te Suriname gearriveerd, zou bij de 1e dezer de terugreis aannemen.
SUC 080335
Te Paramaribo is op 5 februari overleden Cornelis Hoeksma (* Workum ca 1803, zwager van kapt. Tjebbes, matroos aan boord van het fregat de JONGE LODEWIJK ANTONIE).
AH 040535
Binnengekomen:
Texel, 1 mei. JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname.
AH 040535
Carga-lijsten Amsterdam: DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname met suiker, koper, rum en katoen.
AH 090535
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. het gekoperd tweedeks fregat DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. Rinke Tjebbes van Amsterdam. Adres bij Hoyman en E. Windhouwer.
Op 12 mei 1835 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. R. Tjebbes.
AH 300535
Texel, 28 mei. Uitgezeild: JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes en ZORGVULDIGHEID, kapt. J.J. Brouwer, naar Suriname;
RC 110835
Rotterdam, 10 augustus. Kapt. A.L. van der Valk, voerende het schip DE NEDERLANDSCHE NIJVERHEID, van Batavia te Rotterdam gearriveerd, rapporteert, de 21e juni laatsleden, op 19º50’ NB 36º42’ WL, in goede staat gepraaid te hebben het schip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, de 28e mei uit Texel gezeild.
AH 171035
Binnengekomen:
JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname; JONGE HYLKE TROMP, kapt. T.S. Oldendorp, van Drammen.
AH 191035
Carga-lijsten Amsterdam: DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname met suiker, koffie, katoen, kwassiehout, hout en rum;
AH 231035
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. Rinke Tjebbes, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en E. Windhouwer.
1836
AH 290136
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. Rinke Tjebbes, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en E. Windhouwer.
AH 100336
Uitgezeild:
Texel, 8 maart. MARCO BOZZARIS, kapt. W.H. Warnsink Czn., naar Batavia; JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, naar Suriname;
AH 220336
Binnengekomen:
Texel, 20 maart. NICOLAAS WITZEN, kapt. F. Lange, van Suriname, ligt quarantaine; FLORA, kapt. H. Weydeman, van Charlesstown. Terug uit zee: JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname (opm: was op 8 maart naar Suriname uitgezeild).
PGC 250336
Kapt. R. Tjebbes, voerende het schip de JONGE LODEWIJK ANTONIE, van Amsterdam naar Suriname, in Texel terug uit zee, meldt van die rede van de 20e maart, dat hij de 8e dito van daar uitgezeild zijnde, reeds de volgende avond te 12 uren de Hoofden (opm: Nauw van Calais) had bereikt, doch wegens aanhoudende W. en Z.W. winden genoodzaakt was geweest tot de nacht van de 11 dito aldaar te blijven kruisen, als wanneer de wind aannemende werd en hij, door dikke lucht en regen geen land of vuren kunnende verkennen, terwijl een menigte andere schepen in zijn nabijheid was, raadzaam oordeelde om af te houden. Na sedert die tijd op de hoogte van en benoorden de Galloper zware stormen doorgestaan en veel slijtage aan het tuig en de zeilen bekomen te hebben, was hij, daar de wind steeds tegen bleef, naar Texel teruggekeerd. Het schip, de equipagie en de passagiers waren overigens in beste staat.
AH 060436
Texel, 4 april. Uitgezeild: GOUVERNEUR, kapt. L. Vink en AURORA, kapt. J.A. de Haas, beide naar Batavia; ZAANDAM, kapt. L.H. Singer, naar Suriname; ZORGVULDIGHEID, kapt. J.J. Brouwer, naar Madeira, Magador, St. Jago en Suriname; JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes en BEURS VAN AMSTERDAM, kapt. W. Bakker Gz, beide naar Suriname;
AH 130436
Door Zr.Ms. oorlogs-fregat PALEMBANG, van Batavia in Texel binnen, zijn gepraaid de 3e april op 46º08′ NB 19º41′ WL, de kof DE JONGE CORNELIS, kapt. C.D. Hagenaar, voor wijlen kapt. Hielke T. van Slooten (opm: kapt. Hielke Thomas van Slooten, * ca 1801), van Suriname naar Amsterdam; de 6e dito, in het Kanaal, een Nederlands schip; tonende vlag van het collegie Zeemanshoop, met no. 294 en de volgende dag mede in het Kanaal een Nederlands schip, tonende dezelfde vlag, met no. 293, zijnde die van kapt. W.H. Warnsinck Czn, voerende het schip MARCO BOZZARIS, van Amsterdam naar Batavia en nog een ander schip, tonende insgelijks dezelfde vlag, met no. 178, zijnde die van kapt. Rinke Tjebbes voerende het schip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, van Amsterdam naar Suriname; als ook het schip AURORA van Amsterdam.
RC 120736
Rotterdam, 11 juli. Kapt. H.K. Dijkhuis, van Suriname in Texel binnen, heeft de 13e mei bij Braamspunt in goede staat gepraaid het schip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Amsterdam naar Suriname; aan boord was alles wel.
AH 140736
Volgens brief van Suriname zou het schip JONGE LODEWIJK ANTHONIE, kapt. R. Tjebbes, half juni, en de SUSANNA MARIA, kapt. C. Spiegelberg, acht dagen later de terugreis naar Amsterdam aannemen.
AH 020836
Texel, 31 juli. Binnengekomen: JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname;
AH 030836
Carga-lijsten Amsterdam: DIANA, kapt. A. Nannings, van Soerabaya met koffie, suiker, huiden, bindrottingen en sapanhout; JONGE LODEWYK ANTHONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname met suiker, koperen metalen, katoen, cacao en hout;
AH 040836
Texel, 2 augustus. Binnengekomen: DE ZWAAN, kapt. C.J. van Driesten, van Fernambuck. Uit de quarantaine ontslagen: DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname.
AH 120836
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregat DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en E. Windhouwer.
AH 140936
Uitgezeild:
Texel, 12 september. HENRIETTE CLASINA, kapt. J.B. Fuchs en YSTROOM, kapt. A.F. Oosterloo, beide naar Batavia; JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes en ZAANDAM, kapt. L.H. Singer, beide naar Suriname;
1837
RC 200437
Rotterdam, 19 april. Kapt. K.K. Wijkmeijer rapporteert, den 14 dezer, op de hoogte van Wight, in goede staat gepraaid te hebben een driemastschip, tonende de Amsterdamse nommervlag 178 (opm: kapt. Rinke Tjebbes Pieterszn, voerende het fregat de JONGE LODEWIJK ANTONIE).
1838
Op 7 maart 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. R. Tjebbes.
AH 050138 en AH 160238 en 290338 en AH 070838
Schepen in lading te Amsterdam:
Suriname: het gekoperd tweedeks fregatschip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, adres bij Hoyman & Schuurman en Windhouwer.
1839
ZP 070139 – 281
Gearriveerd te Amsterdam de 7e januari:
R. Tjebbes, JONGE LODEWIJK ANTONIE, Suriname (Oosterdok) (suiker enz.)
ZP 010239
Schepen in lading naar:
Suriname: het tweedeks gekoperd fregatschip JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Amsterdam (Westerdok). Adres bij Hoyman & Schuurman en E. Windhouwer.
ZP 250639
Gearriveerd te Amsterdam de 24e juni:
R. Tjebbes, DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, van Suriname met suiker en katoen.
ZP 010839 – 457
Schepen in lading naar:
Suriname: het gekoperd tweedeks fregatschip JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Amsterdam. (Westerdok) Adres bij Hoyman & Schuurman en E. Windhouwer.
ZP 221139 – 555
De 18e oktober lagen te Suriname de schepen JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, om de volgende dag naar Amsterdam te vertrekken,
ZP 021239
Schepen in lading naar:
Suriname: het gekoperd tweedeks fregatschip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Amsterdam. (Westerdok) Adres bij Hoyman & Schuurman en E. Windhouwer.
1840
Op 19 juni 1840 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE LODEWIJK ANTONIE, aangevraagd door Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, voor kapt. R. Tjebbes.
ZP 241140
Volgens brief van kapt. Tjebbes, voerende het schip de JONGE LODEWIJK ANTONIE, van Suriname in Texel binnen, had hij zware stormen doorgestaan en daardoor veel schade aan schip en tuigage bekomen.
PGC 241140
Volgens brief van Suriname van den 2 oktober waren aldaar liggende de schepen de JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. Tjebbes, WIHELMINA, kapt. Kline, beide om den 5 oktober, MARIA FREDERIKA, kapt. De Weerd, om den 6 dito naar Amsterdam te vertrekken
1841
AH 120741
Carga-lijsten Amsterdam: DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname met suiker en katoen;
AH 251241
Carga-lijsten Amsterdam: DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Suriname met suiker, thym en katoen; POSTWIJK, kapt. H.D. Klatter, van Dantzig met hout.
1842
AH 101042
Advertentie. H.I. Rietveld, D. Beth, J. Schutte Hoijman en G.J. Boelen, makelaars, zullen op maandag den 10de oktober 1842, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het Y, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, verkopen:
Een kopervast fregatschips-hol (opm: JONGE LODEWIJK ANTONIE, zie AH 121042), met spil en roer, liggende aan de werf de Drie Haringen, van den scheepsbouwmeester Haring Booy, in de Vierwindenstraat op het Realen Eiland.
AH 121042
Advertentie. Verkoping van schepen:
Maandag 10 oktober in de Nieuwe Stads-Herberg aan het Y
1: Een welbezeild gekoperd brikschip CAROLINA EN JOHANNA, kapt. F.A. Matsen, NLG 10.500. In slag NLG 500. Opgehouden. (opm: op 15 oktober voor NLG 11.000 verkocht binnen Amsterdam, nieuwe naam CAROLINA JOHANNA, kapt. J.J. Remkes)
2. Een brikschips-hol de PLANTER, NLG 2750. In slag NLG 500. Opgehouden. (opm: op 17 oktober werd de zeebrief, kapt. H.F. Zeijlstra, geroyeerd onder vermelding ‘schip gesloopt’)
3. Een fregatschips-hol LODEWIJK EN ANTONIE. NLG 3200. In slag NLG 50. Opgehouden.
(opm: het hol van de JONGE LODEWIJK ANTONIE, bouwjaar 1814, laatste kapitein Rinke Pieters Tjebbes, werd alsnog verkocht aan een sloper; op 5 september was de zeebrief, rijkelijk prematuur, reeds geroyeerd onder vermelding van ‘schip gesloopt’)