1829
NB 160729
Op het Stokketsel (opm: scheepsbouwer Pierre Lecarpentier) te Antwerpen zal eerstdaags van stapel lopen een fraai driemastschip van 300 tonnen, hetwelk den naam van deszelfs uitreder, den heer Jean Key, zal voeren (opm: bark JEAN KEY). Op dezelfde werf staan thans op stapel, behalve enige kleinere vaartuigen, de volgende schepen: de STAD GENT, met 850 tonnen; de ANTIGONE, van 500 tonnen; de BELLONA, van 550 tonnen en de KOOPHANDEL, van 700 tonnen; zullende onmiddellijk de kiel gelegd worden van de STAD BRUGGE, een vaartuig van 1100 tonnen.
Op de werf Kattendijk worden gebouwd de schepen HELENE EN ORTELIUS, dit laatste van 800 tonnen. Ook is er dezer dagen de kiel gelegd van een driemastschip (opm: PHÉNOMÈNE) van 3 of 400 tonnen, hetwelk door een ander van 700 tonnen zal gevolgd worden.
1830
JDA 210730
Antwerpen, 19 juli. Na de tewaterlating van het Stokketsel is het fregat STAD GENT bij het naar binnen slepen in het dok in aanraking gekomen met twee andere schepen, die beide schade opliepen; ook de kade werd beschadigd.
1831 - 1832
Als gevolg van de in het najaar van 1830 uitgebroken Opstand der Belgen en de daaruit voortvloeiende oorlogshandelingen in Antwerpen en op de Schelde was het niet mogelijk het fregat naar zee te brengen. Daarbij kwam, dat de koning op 28 oktober 1830 de zeebrieven van alle in de Zuidelijke Nederlanden thuisbehorende schepen had ingetrokken. Daardoor was er ook geen kans meer om een Nederlandse zeebrief te verkrijgen, welke noodzakelijk was om binnen het systeem van de Nederlandsche Handel-Maatschappij een (feitelijk gesubsidieerde) lading uit Nederlands-Indië te mogen vervoeren, terwijl de vrije markt geen mogelijkheid bood op een rendabele exploitatie van het schip. Nadat de rederij haar zetel in stilte vanuit Gent naar Rotterdam had verplaatst en het schip op 6 februari 1832 voor NLG 40.000 aan haar kantoor in Rotterdam had ‘verkocht’ mocht op een Nederlandse zeebrief worden gerekend. Daartoe moest het schip eerst nog wel in een Nederlandse haven worden gekeurd. Zonder de bestemming kenbaar te maken vertrok de VILLE DE GAND onder Belgische vlag op 25 februari 1832 van Antwerpen naar Vlissingen. Daar eenmaal goedgekeurd werd de scheepsnaam gewijzigd in PRINS VAN ORANJE, waarna met een Nederlandse zeebrief naar Rotterdam werd gevaren om een uitgaande lading naar Indië op te pakken.
1832
LC 020332
’s Gravenhage, 26 februari. In de morgen van den 25 februari zijn van de haven van Antwerpen op avontuur uitgezeild het Belgische driemastschip LA VILLE DE GAND, van 1100 ton, en de JAVA, van 900 ton. Die twee bodems zijn te Antwerpen gebouwd. Er stond ene grote volksmenigte op de kaden en men vroeg elkander, werwaarts gaan die schepen? Wie zal het zeggen? Ongetwijfeld naar een land waar de handel onder meer kalme voorspoed is. (opm: beide fregatten waren op 6 februari 1832 door N.J. de Cock te Gent ‘verkocht’ aan N.J. de Cock te Rotterdam en bleven daardoor onder Nederlandse vlag; de STAD GEND / STAD GENT werd daarbij vernoemd in PRINS VAN ORANJE; zie ook DC 030332 en PGC 060332)
DC 030332
Vlissingen, 28 februari. De koopvaardijschepen JAVA en STAD GENT zijn hier heden van Antwerpen aangekomen en in het dok gehaald. Beide die schepen behoren aan de heer De Cock van Antwerpen, die zich thans te Rotterdam gevestigd heeft, en voor gezegde schepen reeds brieven van naturalisatie moet bekomen hebben. Men verzekert zelfs, dat zij onverwijld een reis naar onze Oost-Indiën doen zullen.
MCO 060332
Middelburg, 5 maart. Onlangs hebben wij onder de Vlissingse zeetijdingen gemeld, dat het schip JAVA van Antwerpen in het dok te Vlissingen was gehaald, den 29 februari is ook het schip DE STAD GENT aldaar binnengebracht; beide schepen behoren aan de heer De Cock, die zijn handelshuis sedert de Belgische opstand van Antwerpen naar Rotterdam heeft verplaatst, en zullen, naar men verzekert, een lading innemen om naar Nederlands Indië te stevenen; het eerst gemelde meet 900 en het andere 1100 ton; deze bodems zijn te Antwerpen gebouwd en, volgens het zeggen van de Belgen bij het vertrek van die schepen, op avontuur uitgezeild. Een van de Antwerpse bladen kon zich bij die gelegenheid niet van enige sombere bedenkingen onthouden: „De kaaien, zei het, waren bij het vertrek van deze schepen vol mensen, en men vroeg elkander met nieuwsgierigheid af, waarheen zij toch bestemd mochten zijn?”. Het antwoord op die vraag is eenvoudig, die schepen stevenen naar een land, waar de koophandel minder bedreigd en in een bloeiender staat is dan bij ons.
Op 16 maart 1832 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de PRINS VAN ORANJE, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor T. Versluijs als kapitein.
MCO 310332
Middelburg, 30 maart. De beide schepen van de heer De Cock, genaamd DE PRINS VAN ORANJE (voorheen DE STAD GENT) en de JAVA, zijn gisteren uit s' Rijks dok ter rede gehaald, vanwaar zij met het schip VASCO DI GAMA, van Antwerpen gearriveerd en mede aan die heer toebehorende, naar Rotterdam zullen vertrekken, om aldaar een lading in te nemen.
MCO 050432
Vlissingen, 3 april. Gisteren zijn van hier naar zee gezeild: DIANA, kapt. J. C. Dinze, van Antwerpen op avontuur; de JAVA, kapt. J.IJ. van der Zweep, en DE PRINS VAN ORANJE (ex STAD GENT), kapt. T. Versluys, beide van Vlissingen naar Rotterdam; en heden, L’AUGUSTE, kapt. R. Baubure en RAOUL, kapt. J. Persil, beide van Duinkerken naar Middelburg gedestineerd; alle met ballast.
Op 7 april 1832 werd een Turkse Pas verstrekt voor de PRINS VAN ORANJE, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor T. Versluijs als kapitein.
RC 070432
Advertentie - Te Rotterdam liggen in lading:
- Naar Batavia, het nieuw gebouwd en gekoperd Nederlands fregatschip PRINS VAN ORANJE, kapt. Theodorus Versluys.
- Naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip JAVA, kapt. Jan IJdes van der Zweep.
Beide schepen hebben uitmuntende inrichtingen voor passagiers.
Adres ten kantore van Kuijper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuijzen.
RC 230632
Rotterdam, 22 juni. Het schip PRINS VAN ORANJE, kapt. T. Versluys, van Rotterdam naar Batavia, is op 47 gr. 12 min. breedte en 20 gr. 50 min. lengte gepraaid.
RC 160832
Rotterdam, 15 augustus. Volgens brief van kapt. Theodorus Versluys, voerende het Nederlandse schip PRINS VAN ORANJE, van Rotterdam naar Batavia, geschreven den 21 juni, bevond hij zich toen op 09º NB 25º WL van Greenwich; alles was destijds wel aan boord.
1833
DC 080133
Dordrecht, 7 januari. Volgens berichten uit Batavia, van 14 september, was dien dag het fregatschip de DORTENAAR, hetwelk den 9 te voren ter rede van Batavia was aangekomen, van daar naar Sourabaya gezeild, en daarentegen ter rede van Batavia aangekomen het fregatschip de PRINS VAN ORANJE, van Rotterdam
DC 230333
Londen, 20 maart. Het fregatschip de PRINS VAN ORANJE, kapt. Theodorus Versluys, komende van Batavia en bestemd naar Rotterdam, is de 18e dezer te Portsmouth opgebracht. Gemelde Oost-Indiëvaarder is door de Britse kotter de STORK aangehouden. Luidens berichten uit Deal van die dag, bevonden zich voor als nu in Duins slechts twee Franse en twee Britse kruisers, terwijl het overige gedeelte van de gecombineerde vloot nog gezamenlijk in zee was, en daags te voren aan dezelve nieuwe depêches met Zr. Britse Ms. schip SCOUT waren toegezonden.
AH 260333
De lading van het schip DE PRINS VAN ORANJE, kapt. T. Versluys, komende van Batavia en bestemd naar Rotterdam, hetwelk te Portmouth is binnengebracht, bestaat naar men verneemt uit 8.000 picols suiker, 4.000 picols koffie en 250 leggers specerijen.
RC 060633
Rotterdam, 5 juni. De 4e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis ANNA, kapt. H.K. Wijkmeyer, van Liverpool en FELIX, kapt. D.F. Pust, van Falmouth; de 5e, des morgens, HARMONIE, kapt. P. Rijnbende, van Batavia, laatst van Portsmouth. Volgens rapport van de zeeloodsen waren voor de wal met loodsen aan boord PRINS VAN ORANJE, kapt. T. Versluys, WILLEM, kapt. A. Plug en INDIAAN, kapt. H. Peters, van Batavia, laatst van Portsmouth en hadden de stoomboot de BATAVIER tot assistentie.
RC 080633
Rotterdam, 7 juni. De 5e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis INDIAAN, kapt. H. Peters, WILLEM, kapt. A. Plug, NEDERLANDSCHE NIJVERHEID, kapt. F.H. von Lindern en PRINS VAN ORANJE, kapt. T. Versluys, van Batavia, laatst van Portsmouth, de laatste is met het naar binnen zeilen op het Pampus aan de grond vastgeraakt en heeft de stoomboot DE BATAVIER, de loodsboot n.º 5 en poonschuiten tot assistentie;
RC 110633
Rotterdam, 10 juni. Van Helvoetsluis wordt de 8e dezer gemeld, dat het schip PRINS VAN ORANJE, kapt. Versluys, dat op de Pampus vastgeraakt was, met hoog water afgebracht en op het Kanaal gekomen is.
PGC 110633
‘s-Gravenhage, 7 juni. Eergister zijn in Texel weder twee Nederlandse Oostindiëvaarders, de IDA ALEYDA en de HENRIETTE EN HENRY, alsmede een schip uit Suriname, de PARAMARIBO, die allen in de Thames onder embargo lagen, aangekomen. Dezelfde dag zijn in Hellevoetsluis binnengelopen de Nederlandse koopvaarders HARMONIE, PRINS VAN ORANJE, ANTHONY, WILLEM en INDIAAN.
RC 300733
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Batavia, het Nederlands nieuw gekoperd fregatschip INDIAAN, kapt. H.B.C.H. Ruysch, om de 15e augustus te vertrekken.
Naar Batavia, het Nederlands gekoperd brikschip ELIZA, kapt. Hayé Peters, om na het laatst der maand augustus te vertrekken.
Naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip PRINS VAN ORANJE, kapt. Pieter de Boer, om mede tegen het eind van augustus te vertrekken.
Deze schepen hebben de best mogelijke inrichtingen voor de overvoer van passagiers en is laatstgemeld schip met een bekwaam dokter voorzien.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.
Op 7 augustus 1833 werd een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt voor de PRINS VAN ORANJE, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor P. de Boer als kapitein.
1834
DC 120434
Dordrecht, 11 april. Van de 46 Belgische koopvaardijschepen, die, vanaf de uitbarsting der Belgische revolutie tot op heden, de stad Antwerpen voorgoed hebben verlaten, en thans de Nederlandse vlag voeren, varen deze 14 naar Amsterdam: de FELICITAS, de DILIGENCE, de ROSALIE, de SURINAME, de EUGENIE, de MATHILDE, de AUGUSTIN, de JOSEPH, de PRESIDENT SCHIMMELPENNINCK, de DIANA, de GRAAF BAILLET, de NATALIE, de JONGE PIETER, de STAD BRUGGE.
En de navolgende 32 naar Rotterdam: de INDIAAN, de JAVA, de PRINS VAN ORANJE, de DE COCK, de ELISA, de VASCO DE GAMA, de EMANUEL, de BATAVIER, de ERASMUS, de MARIA, de MARGARETHA, de MALEYR, de BATAVIER, de PRINS FREDERIK, de MARIA THERESIA, de ANNA HELENA, de STAD ’s-GRAVENHAGE, de GENERAAL CHASSÉ, de SUMATRA, de BELLONA, de ANJER, de RIBBLE, de KOOPHANDEL, de SCHELDE, de APOLLO, de AVENTURE, de JULIANA, de VIJF GEBROEDERS, de PHENOMENE, de MACASSAR, de VAN DER WERVE, de ORTELIUS.
RC 290434
Rotterdam, 28 april. Te Middelburg is aangekomen J.J. ter Hofstede van Batavia. Gemelde kapitein bericht in een brief van 26e dezer, liggende onder het fort Den Haak (Walcheren), dat hij de 16e december laatstleden in Straat Sunda gezien heeft het schip PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer en dat hij de volgende morgen te Anjer gesproken heeft de heer Nolthenius, passagier, welke hem rapporteerde, dat aan boord alles wel was.
RC 060534
Rotterdam, 5 mei. Te Batavia aangekomen het schip DE PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Rotterdam.
AH 130534
Binnengekomen:
Batavia, 21 januari. GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema en PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, beide van Samarang.
DC 220534
Hellevoetsluis, 19 mei. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: EDE, kapt. J. Boomer, van Antwerpen; VROUW CATHARINA, kapt. R.R. Engelsman, van Liverpool, welke rapporteert op 15 dezer nevens het eiland Wight gepasseerd te zijn een driemastschip, tonende Amsterdams nummervlag 290, zeilende met oostelijke wind. Volgens rapport is voor de wal met loodsen aan boord het schip PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Batavia. Den 20 dito. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: Zr.Ms. transportschip DORDRECHT, kapt.-luit. Jonkers, van Batavia, VASCO DE GAMA, kapt. C. Brandaris, en KONING DER NEDERLANDEN, kapt. O. Kiewiet, beiden van Batavia. Heden morgen arriveerde uit zee PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Batavia.
AH 120734
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, om de 3e september te vertrekken, het gekoperd en snelzeilend Nederlands fregatschip PRINS VAN ORANJE, kapt. Pieter de Boer; hetzelve heeft uitmuntende inrichtingen voor passagiers en voert een geneesheer.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer, Hudig en Blokhuyzen en bij de kapitein aan boord.
AH 010934
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, om de 3e september te vertrekken: Het gekoperd en snelzeilend Nederlands fregatschip PRINS VAN ORANJE, kapt. Pieter de Boer; hetzelve heeft uitmuntende inrichtingen voor passagiers en voert een geneesheer.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer, Hudig en Blokhuyzen en bij de kapitein aan boord.
DC 160934
Hellevoetsluis, 13 september. Heden morgen zeilden naar zee: LADY LOUISE, kapt. C. Pallant, naar Hull; KLASINA EN DIRKJE, kapt. A. Schilperoort, naar Lissabon, en PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. J. Scharper, naar de Kaap de Goede Hoop; nog zeilden naar zee: PRINSES MARIANNE, kapt. J. Admiraal, PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, en HELENA CHRISTINA, kapt. B.J. Martens, allen naar Batavia, dezelve liggen bij de Goereesche haven ten anker.
1835
JC 100135
Te Batavia is aangekomen: de 6e januari de Nederlandse brik JOHANNA, kapt. E. Bergman, van Rotterdam de 20e september; het Nederlandse schip HELENA CHRISTINA, kapt. B.J. Martens, met enige passagiers, van Rotterdam de 25e dito; de 7e januari het Nederlandse schip PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, met enige passagiers, van Rotterdam.
JC 010435
Te Batavia zijn aangekomen:
De 27e maart het Nederlandse schip PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, met zes passagiers, de 4e maart vertrokken van Passaroean;
DC 230735
Volgens particulier bericht van Hellevoetsluis bevond zich gisteren voorgaats een driemastschip, hoogst waarschijnlijk een Nederlands, maar onzeker of het een der Dordrechtse dan wel een Rotterdams Oost-Indië vaarder was. Sommigen dachten, dat het de DORTENAAR, kapt. Visser, anderen dat het de PRINS VAN ORANJE, kapt. De Boer, of wel de HELENA CHRISTINA, kapt. Martens zou zijn.
AH 040835
Binnengekomen:
St. Helena, 10 juni. AURORA, kapt. J.A. de Haas, van Batavia, dezelve is de volgende dag naar Amsterdam vertrokken; DE PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Batavia, dezelve heeft de volgende dag de reis naar Rotterdam voortgezet.
RC 080835
Rotterdam, 7 augustus. De 6e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis MARIA JOHANNA, kapt. D. van der Valk, van Lissabon; DE VRIENDSCHAP, kapt. R.R. Sap, van Marennes; de 7e, des morgens ZEELUST, kapt. J. Beininga, van Bordeaux; ZEEMEEUW, kapt. D. Noordhoek, van Lissabon. Volgens rapport is voor de wal met loods aan boord het driemastschip DE PRINS VAN ORANJE, kapt. de Boer.
AH 120835
Carga-lijsten Amsterdam: DE PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Batavia met koffie, suiker en huiden;
AH 120835
Binnengekomen:
Texel, 10 augustus. PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Batavia;
AH 210835
Uitgezeild:
Texel, 19 augustus. DILIGENCE, kapt. H. Bos, naar Batavia; PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, naar Rotterdam.
RC 250835
Rotterdam, 24 augustus. Van Helvoetsluis wordt de 22e dezer gemeld, dat kapt. F.P. Hoedt, op de rede terug gekomen is. De 22e, des morgens, HERCULES, kapt. F. Kamps, van Antwerpen en PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Batavia, laatst van Texel;
Op 17 september 1835 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de PRINS VAN ORANJE, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor P. de Boer als kapitein.
1836
RC 230136
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Batavia, met uitmuntende inrichtingen voor passagiers, het nieuw gekoperd Nederlands fregatschip PRINS VAN ORANJE, kapt. Pieter de Boer, om, weer en wind dienende, de 8e februari aanstaande van Helvoet te vertrekken.
DC 230236
Hellevoetsluis, 20 februari. Gisteren namiddag zeilden in zee: DANKBAARHEID, kapt. P.M. Vogelsang, LOUISA PRINSES DER NEDERLANDEN, kapt. E.M. Chevalier, ELIZA, kapt. J.G. Molenaar, en JOHANNA, kapt. E. Bergman, allen naar Batavia; HARMONIE, kapt. G.E. Boer, naar Suriname; JULIANA, kapt. F. Poots, naar Havanna; HET VERTROUWEN, kapt. B.J. Bakker, naar Gibraltar; JOHANNA, kapt. H.T. de Jong, naar Baltimore; en zeilden naar zee: PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, en GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, beiden naar Batavia, welke bij de Goereesche haven ten anker zijn gekomen.
DC 010336
Hellevoetsluis, 26 februari. Heden morgen zeilden naar zee: PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, en ORTELIUS, kapt. D.G. Nissen, allen naar Batavia;
RC 050336
Rotterdam, 4 maart. Het schip KORTENAER, kapt. Anne Glazener, van Rotterdam, is de 12e november te Batavia gearriveerd, aan boord alles wel. Stuurman Teunis van Vliet rapporteert, op de 28e februari, Texel O.Z.O. van zich hebbende, in goede staat zeilende gepraaid te hebben het schip DE PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, sturende noordwaarts om naar Batavia, de wind Z.O.; aan boord alles wel.
JC 110636
Batavia, 9 juni. Gisteren is alhier aangekomen het Nederlands schip ONS GENOEGEN, kapt. W. Landsaat, van Amsterdam vertrokken de 19e februari, en heden het Nederlands schip PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, met twee passagiers, van Rotterdam vertrokken de 26e dito.
PGC 220736
Het schip de PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Rotterdam naar Batavia, is in de maand maart in de Spaanse zee (opm: Golf van Biscaye) in goede staat gepraaid, zijnde benoorden Engeland omgezeild en aan boord alles wel.
AH 291136
Binnengekomen:
Texel, 27 november. NEERLANDSCH INDIE, kapt. J.G. Veening, PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer en VRIENDSCHAP, kapt. W.H. de Boer, alle drie van Batavia;
PGC 291136
Het schip de PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Batavia naar Rotterdam, is den 20 november ter rede van Portland binnengelopen.
RC 311236
Rotterdam, 30 december. Een lichter met goederen uit het schip PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Batavia naar Rotterdam, in Texel binnen, is met schade te Spaarndam aangekomen.
1837
RC 030137
Aangaande de te Spaarndam aangekomen ligter, gevoerd door schipper Van den Berg, met 231 kanassers (opm: kist, of korf van vlechtwerk) suiker, uit het schip de PRINS VAN ORANJE, kapt. De Boer, van Batavia naar Rotterdam in Texel binnen, wordt van Rotterdam in dato 29 december 1836 berigt dat gemelde ligter den 23 december 1836 voor de schutsluis te Spaarndam aangekomen zijnde, doch wegens de toestand van het water niet doorgeschut hebbende kunnen worden, men in de avond van den 24 dito, tot behoud van het schip en lading, genoodzaakt was om de ketting waarmede het vaartuig aan de palen lag afgemeerd te laten slippen, dien ten gevolge was het tot op 400 roeden (opm: plm 1472 m.; 1 Amsterdamse roede = 3.6807 m) uit de wal in veiligheid ten anker gekomen, hebbende daarbij de fok, de boegspriet, de boot, ankers enz. verloren en door het breken der zwaardklamp lekkage bekomen, welke sedert echter weder gedigt was geworden, doch waardoor men veronderstelde dat een klein gedeelte onderlading gesmolten zal zijn; zodra het weder zulks toelaat, zou het ijs doorgezaagd en het vaartuig nader aan de wal gehouden worden.
PGC 241137
Kapt. J.G. Veening, van Batavia in Texel binnen, heeft op 8 augustus bij Batavia gepraaid het schip (opm: fregat) PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Amsterdam naar Batavia.
1838
ZP 070438
Van Vlissingen meldt men, dat het Nederlandse schip (opm: fregat) PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Batavia naar Rotterdam, genoodzaakt was, te diep gaande om over de Hindert te komen. (opm: zie ZP 160438).
ZP 160438
Volgens brief van Rotterdam van 15 april was den 14 dito op de hoogte van de plaat voor de Steenbergsche Vliet vastgeraakt het lichterschip ST. JORIS, schipper M. Mereel, van Vlissingen met een gedeelte der lading van het schip PRINS VAN ORANJE, kapt. De Boer, van Batavia, den 3 april te Vlissingen binnengelopen om een gedeelte der lading te lossen (opm: zie ZP 070438).
Op 7 augustus 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de PRINS VAN ORANJE, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor P. de Boer als kapitein.
JC 051238
Batavia, 1 december. Heden is hier aangekomen het Nederlandse schip PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, met meerdere passagiers, vertrokken van Rotterdam de 29e augustus.
1839
ZP 200439 – 370
De 5e december lagen ter rede van Batavia de schepen MARIA, kapt. Remkes, CAROLINA EN JOHANNA, kapt. Matsen, OCEAAN, kapt. Zunderdorp, PRINS VAN ORANJE, kapt. De Boer, PHENOMENE, kapt. van Deynum, de MAAS, kapt. van Veldhoven; Van Batavia zouden vertrekken de schepen CAROLINA EN JOHANNA, kapt. Matsen naar Amsterdam en PHENOMENE, kapt. Van Deynum naar Rotterdam, beide 5 december (volgens annonce van het postkantoor aldaar); ook zouden in het laatst van december vertrekken de schepen RHOON EN PENDRECHT, kapt. Schaap, MENADO, kapt. Charlau, STAD ROTTERDAM, kapt. Poort en de MAAS, kapt. Van Velthoven, alle vier naar Rotterdam en PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. Huidekoper, naar Amsterdam, en in het laatst van januari het schip de PRINS VAN ORANJE, kapt. De Boer, naar Rotterdam.
1840
JC 300940
Van Batavia vertrokken schepen: De 27e september: fregat PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, naar Soerabaija; fregat MAASSTROOM, kapt. C. van der Linden, naar Rotterdam; fregat JAVA, kapt. J.H. Zeeman, naar Rotterdam; brik EAGLE, kapt. J. Face, naar Borneo met een passagier.
1841
RC 071041
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia het snelzeilend Nederlands gekoperd fregatschip PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, om de 25e dezer te vertrekken; hetzelve heeft uitmuntende inrichtingen voor passagiers en voert een bekwame scheepsdokter.
Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.
Op 8 oktober 1841 werd een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt voor de PRINS VAN ORANJE, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor P. de Boer als kapitein.
PGC 241241
Het schip DE PRINS VAN ORANJE, kapt. De Boer, van Rotterdam naar Batavia, is de 11e december gepraaid op 47º NB 07º WL.
1842
JC 160342
Batavia, 14 maart. De 12e dezer is alhier aangekomen het Nederlandse fregatschip JOHANNA, kapt. R. Maalsteed, met 7 passagiers, van Amsterdam de 3e november, en het Nederlandse fregatschip PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, met een aantal passagiers en Zr.Ms. troepen, van Rotterdam de 28e november.
AH 281142
Advertentie. Ph. Wm. Halberstadt, A. Korssendonk van Pesch, A. van Pesch, A.C. Dalen, J. Sinderam en L.J. Plemp van Duiveland, makelaars te Rotterdam, zijn van mening, als last hebbenden van hun meesters, na gedane aangifte conform de wet en voor rekening van heren assuradeuren, op vrijdag de 2e december 1842, des voormiddags ten 11 ure, in het huis der notarissen, aan de Gelderschekade, te verkopen: een partij van circa 3600 balen Java koffie, 664 matten Amboina nagelen en 24 pakken Java kaneel, alle min of meerdere door zeewater beschadigd, alhier aangebracht per het schip PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Batavia, liggende als nader door notities zal worden aangewezen.
1843
Op 22 september 1843 werd een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt voor de PRINS VAN ORANJE, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor P. de Boer als kapitein.
1844
JC 170244
Batavia, 14 februari. Gisteren is hier aangekomen het Nederlandse schip PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, met tien passagiers, de 3e november van Rotterdam vertrokken.
1845
AH 250445
Advertentie. Vermoedelijk zal in mei of uiterlijk juni aanstaande van hier naar Java vertrekken het extra snelzeilend en van een ruime campagne voorziene fregatschip PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, voerende een bekwame doctor. Passagiers, welke genegen zijn van deze uitmuntende gelegenheid gebruik te maken worden verzocht zich te adresseren ten kantore van N.J. de Cock en de scheepsmakelaars Kuyper, Van Dam en Smeer en Hudig en Blokhuyzen te Rotterdam.
DC 030645
Dordrecht, 2 juni. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn op heden bevracht de navolgende schepen, als: Op Rotterdam: BORNEO, kapt. C.C. Hansen; ERASMUS, kapt. C.M. van Dijcke; PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer; PRINSES MARIANNE, kapt. J.A. Scott; JOHANNA CORNELIA, kapt. M. Kaleshoek; DRIE VRIENDEN, kapt. G.H. Ruhaak; JAVA PACKET, kapt. J.M. Jansen; EDOUARD, kapt. M. Harkema; FORMOSA, kapt. H. Reiniersen; JAN DANIEL, kapt. J. Zeeman; VICE-ADMIRAAL GOBIUS, kapt. H.J. Bonn en GENERAAL BARON CHASSÉ, kapt. J. de Winter.
JC 170945
Batavia, 15 september. De 10e dezer is hier aangekomen de PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, vertrokken van Rotterdam de 21e juni.
1846
Op 19 mei 1846 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de PRINS VAN ORANJE, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor P. de Boer als kapitein.
JC 111146
Batavia, 9 november. Heden zijn hier aangekomen het dito schip de VRIENDSCHAP, kapt. H.W. de Boer, vertrokken van Amsterdam de 5e juli, het dito schip VAN DER WERF, kapt. P. van Duijvenbooden, vertrokken van Amsterdam de 23e juli, het dito schip MARGARETHA SIMONETTA, kapt. F.J. Hoffman, vertrokken van Amsterdam de 5e juli, en het dito schip PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, met elf passagiers, vertrokken van Rotterdam de 24e juli.
1849
Op 16 maart 1849 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de PRINS VAN ORANJE, aangevraagd door de Wed. N.J. de Cock, Rotterdam, voor J.C. van der Zweep als kapitein.
1851
JC 070551
Advertentie. Verkoping van een schip. Op een nader door het Vendu-kantoor te bepalen dag zullen de ondergetekenden, voor rekening van belanghebbenden, op vendutie verkopen de romp van het Nederlands gekoperd en kopervast fregatschip PRINS VAN ORANJE, gevoerd door kapt. J.C. van der Zweep, zo als hetzelve alhier ter rede is liggende, mitsgaders de nog aanwezige inventaris, bestaande uit rondhouten, zeilen, touwwerk, kettingen, ankers, geschut, sloepen, enz.
E.S. Voute & Co.
(opm: de PRINS VAN ORANJE, kapt. J.C. van der Zweep, op de 21e november 1850 van Rotterdam vertrokken, arriveerde de 6e april 1851 onder noodtuig ter rede van Batavia, werd afgekeurd en verkocht voor de sloop; zie ook JC 170551, NRC’s 200551, 160651, 180651, 170751, 180751 en 200851)
JC 170551
Advertentie. Op woensdag de 28e dezer zullen de ondergetekenden, tegen 4 pCt. vendu-salaris, in het entrepot, voor rekening van belanghebbenden, precies ten 10 ure, verkopen de romp van het Nederlands fregatschip PRINS VAN ORANJE, gevoerd door kapt. J.C. van der Zweep, zo als hetzelve alhier te rede is liggende, mitsgaders de nog aanwezige inventaris, bestaande in rondhouten, zeilen, touwwerk, kettingen, ankers, geschut, enz.
E.S. Voute & Co.
NRC 200551
Batavia, 27 maart. Het fregatschip PRINS VAN ORANJE, kapt. J.C. van der Zweep, van Rotterdam naar Batavia, heeft in een orkaan al zijn masten verloren en is door de EENDRAGT gepraaid op de 26e februari op 37º ZB 82º OL hebbende toen een noodtuig op. Daardoor blijft dit schip dan ook zo lang uit.
NRC 160651
Batavia, 22 april. Scheepsvrachten. Gedurende deze maand hebben geen bevrachtingen van Nederlandse avontuurschepen (opm: schepen die bij vertrek uit Nederland nog niet door de N.H.M. voor een lading uit Indië waren gecontracteerd en dus op goed geluk waren uitgezeild) plaats gevonden, zijnde de KOLONEL KOOPMAN voorlopig ter lossing van enige lading naar Soerabaija bestemd, terwijl de PRINS VAN ORANJE, met verlies van masten gearriveerd, eerst zal moeten repareren. De MERCURIUS en ALBRECHT BEIJLING, worden heden ter bevrachting aangeboden, doch is nog geen lading voor die bodems. Laatstgenoemde heeft suiker aangenomen tot NLG 85,00 zonder meer. Het Deense schip WILHELMINA werd bevracht naar Cowes tot GBP 4.10/. voor Stockholm, met een vermindering van GBP 0.10/. indien het schip naar Hamburg mocht worden bestemd. Wijders is het Engelse schip JENNY LIND ter bevrachting aangeboden. Het Amerikaanse schip DOLFIJN laadt koffie voor rederij rekening. De TALBOT laadt suiker tot GBP 3.10/- en tabak tot GBP 4.1/- voor Nederland. De ABBYPRAT en het Hamburgerschip RIO DE JANEIRO worden aangeboden.
AH 180651
Het op de 6e april van Rotterdam te Batavia gearriveerde fregatschip PRINS VAN ORANJE, kapt. Van der Zweep, heeft op deszelfs overtocht door zwaar stormweder de masten verloren en meer andere averij bekomen, welke schade gezamenlijk op NLG 80.700,- geschat wordt.
NRC 180751
Batavia, 24 mei. Het fregatschip PRINS VAN ORANJE, kapt. J.C. van der Zweep, is afgekeurd, omdat de kosten van reparatie zo enorm waren. Het schip wordt publiek geveild. De gezamenlijke schade aan het schip wordt op NLG 80.700 geschat. (opm: zie NRC 200851)
NRC 200851
Batavia, 24 juni. Het schip PRINS VAN ORANJE, kapt. Van der Zweep, alhier afgekeurd, is publiek verkocht geworden, de romp voor NLG 20.800 en de inventaris voor NLG 19.200. (opm: het fregat ging als JADUL WADOET [ook wel JOEDOEL WADOET] weer in de vaart, zie OP 150653)
NRC 191151
Batavia, 22 september. Het schip PRINS VAN ORANJE – zie ons nommer van 20 augustus j.l. – ligt heden nog alhier ter rede.
Op 17 december 1851 werd de zeebrief van de PRINS VAN ORANJE, kapt. J.C. van der Zweep, door het Ministerie van Koloniën naar Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip gesloopt te Batavia’, waarna op 22 december royement volgde.
1852
JC 200352
Advertentie. Verkoping van een fregatschip. In de loop van de volgende maand zullen de ondergetekenden op vendutie verkopen: het Nederlands-Indische fregatschip JADOEL WADOET (opm: ook JADUL WADOET), vroeger genaamd PRINS VAN ORANJE, met deszelfs inventaris, zoals hetzelve alsdan ter rede zal zijn liggende. (opm: zie JC 170452, NRC 180751 en OP 150653)
A. van Ommeren & Co.
JC 170452
Advertentie. Verkoop van een fregatschip. De ondergetekenden zullen op hun vendutie van woensdag de 21e dezer, precies ten 11 ure, voor rekening van belanghebbende verkopen het Nederlands-Indisch schip JADUL WADOET, vroeger genaamd PRINS VAN ORANJE, groot volgens meetbrief 511 lasten, met deszelfs inventaris, zoals hetzelve ter rede (opm: van Batavia) is liggende.
A. van Ommeren & Co.
1853
OP 150653
Soerabaija, 15 juni. De 10e dezer is in het droge dok alhier opgenomen een der grootste Nederlands-Indische kustvaarders, namelijk het gewezen Nederlandse koopvaardijschip de PRINS VAN ORANJE, thans hernaamd JOEDOEL WADOET, dat denkelijk de 19e dezer hersteld zal zijn.
(opm: de PRINS VAN ORANJE is het op 24 mei 1851 in Batavia afgekeurde fregat van die naam, zie o.a. NRC 180751 en JC 200352; de JOEDOEL WADOET is ook bekend als JADUL WADOET, kapt. J.W. Steevenz, eind juni te Soerabaija in lading liggend naar Padang via Sumanap)
OP 130753
Soerabaya, 13 juli. In den vorige maand heeft de JOEDEL WADOET op den 16de het dok verlaten.
OP 080157
Batavia. (geen datum) Het Nederlandsch Indisch koopvaardijschip JADOEL WADOET (opm: ook wel JADUL WADOET), metende ongeveer 290 lasten en toebehorende aan den te Soerabaya woonachtigen Arabier Said Achmut bin Djafar al Sagaf en aan Said Saphi bin Alie al Habesy te Suratte, keerde in de maand september j.l. van Juda, met bestemming naar Singapore, terug, aan boord hebbend circa 1500 personen, meest allen hadjis, in de Brits-Indische bezittingen en Nederlands-Indische archipel te huis behorende, die met dien bodem de terugreis aannamen. Men stelle zich den toestand dier in zulk een nauw bestek opeen gepakte menigte voor. Nauwelijks kon ieder hunner, zowel op het dek als in den kuil, over één voet breedte beschikken en steeds moesten zij staande blijven en om te kunnen slapen elkander vervangen. De hitte, benauwdheid en morsigheid aan boord waren dan ook onverdraaglijk en er ontstonden besmettende ziekten onder die ongelukkige menigte, waarvan ongeveer 350 personen gedurende de reis de slachtoffers werden. Op de hoogte van Ceylon werd het schip lek en liep een der havens van dat eiland in om te repareren. Na dat dit geschied was, nauwelijks twee dagen in zee, of het lek openbaarde zich opnieuw. Alle hulpmiddelen aan boord, om het indringend water te lozen, uitgeput zijnde, keerde de gezagvoerder (opm: naam onbekend, kapt. George Challenger was in Jeddah overleden, zie JB 140257) naar Ceylon terug en zette het schip, zonder dat daarbij verder enige ongelukken plaats hadden, bij Point de Galle op het strand, alwaar het nu in reparatie ligt. De overgeschotene passagiers gevoelden intussen geen lust, om met hetzelve de reis voort te zetten en hebben naar andere gelegenheden uitgezien, om de plaatsen hunner bestemming te bereiken. (opm: het fregat, ex-STAD GENT 1830, ex-PRINS VAN ORANJE 1832-1851 werd waarschijnlijk afgekeurd, zie ook JB 100957)
OP 120257
Advertentie. Degenen die iets te vorderen hebben of verschuldigd zijn aan den boedel van wijlen George Challenger, in leven gezagvoerder van het Nederlands-Indisch schip JADOEL WADOET, gelieven zich te adresseren binnen 3 maanden na heden, aan den generale gemachtigde alhier.
Soerabaya, 9 februari 1857
W.H. Nash
JB 140257
Advertentie. Overleed te Juddah (Arabia), den 4de augustus 1856, George Challenger, in leven gezagvoerder van het Nederlands-Indisch schip JADOEL WADOET, diep betreurd door zjjne familie en vrienden.
A.W. Challenger, geb. Hartog.
Soerabaya, 9 februari 1857
JB 100957
Te Batavia ligt in lading naar Samarang het Nederlands-Indische barkschip JACOB CATS, thans genaamd DJADUL WADOET (opm: 15 september uitgezeild; het hergebruik van de naam JADUL WADOET bevestigt dat de ex-PRINS VAN ORANJE definitief uit de vaart was, zie OP 080157)