Familiegegevens en opleiding
Jan Oetzes werd geboren op 12 december 1817 te Groningen als kind van de beurtschipper Pieter Oetzes en Grietje Suk
Jan Oetzes overleed op 04 juli 1852 te Groningen, 34 jaar, geen relatie genoemd,
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
In een buitengewone vergadering van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendragt” op 23 december 1840 werden kapiteins die vanwege het hoge kasgeld zich niet als gewoon lid wilden laten inschrijven de gelegenheid geboden als buitengewoon zeevarend lid toe te treden. “Die mogelijkheid – via een op 20 februari van hetzelfde jaar genomen besluit tot stand gekomen – werd door 16 kapiteins aangegrepen”, waaronder J.Oetzes op de “Maria” (sic)101.
J.Oetzes was lid voor de vlag van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 50 in de periode 1838 t/m 1847.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Oetzes als gezagvoerder gedurende:
* 1840 t/m 1847 van de kof “Alida Maria”, gebouwd in 1838, bouwlocatie niet vermeld, 88 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.
In de ledenlijsten van “De Groninger Eendracht” vermeld in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart van de jaren 1842 t/m 1847 wordt kapitein J.Oetses/Oetzes verrmeld met vlagnummer 50 als gezagvoerdeer van de “Alida Maria”.
Monsterrollen op site van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen vermelden Jan Oetses/Oetzes op:
13 juni 1833 als lichtmatroos, 16 jaar, geen woonplaats, op de “Eendragt”, kapitein Geert H.Haverbult, 5 bemanningsleden
12 maart 1834 als matroos, 17 jaar, geen woonplaats, op de “Hunze”, kapitein Hendrik J.Ketelaar, 5 bemanningsleden.
29 februari 1836, als stuurman, 19 jaar, geen woonplaats, op de “Gezina”, kapitein Christoffer Adriaan Boomgaard, 4 bemanningsleden.
15 januari 1837 als stuurman, 20 jaar geen woonplaats, op de “Hinderika”, kapitein Willem Jans Drewes, 5 bemanningsleden.
21 juli 1838 als gezagvoerder, geen leeftijd en woonplaats, op de “Alida Maria”, 5 bemanningsleden
05 december 1838, als gezagvoerder, geen leeftijd en woonplaats vermeld, op de “Alida Maria”. 5 bemanningsleden.
18 mei 1841 als gezagvoerder, geen leeftijd en woonplaats vermeld ,op de “Alida Maria”, 5 bemanningsleden.
Overige bijzonderheden
Swart082 vermeldt de stranding bij Hoorn op Texel van de kof “Alida Maria” onder kapitein J.Oedzes (sic) op 20 oktober 1840 op weg van Liverpool naar Muiden, geladen met zout. De equipage werd gered.
Kennelijk is het schip na de stranding in 1840 weer opgeknapt en in de vaart gebracht.
In de Registers van Aanmonstering te Groningen (Groninger Archieven, Toegangsnr. 1399, inv.nr. 6512) komt de volgende melding voor:
29 februari 1836, rolnummer 52, Jan Oetzes, 19 jaar, tegen een gage van f 26,50 per maand, als stuurman op de “Gezina”, gezagvoerder Christoffer Adriaans Boomgaard. Bestemming Hull.
(ik weet niet zeker of deze vermeling op deze plek thuishoort)
Familiegegevens en opleiding
Tjipke Steffens werd geboren te Schiermonnikoog op 28 februari 1815 als zoon van Aaltje Tjopkes Steffens en Margrieta Harmens Drayer
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt T.A.Steffens als gezagvoerder gedurende:
-
* 1848 t/m 1852 van de “Alida Maria”, type niet vermeld, gebouwd in 1841, bouwlocatie niet vermeld, 74 ton o.m., varend voor de wed. J.Salm & Meyer te Amsterdam;
-
* 1852 t/m 1868 van de schkof “Jonge Andries”, gebouwd in 1852 te Hoogezand, 119 ton o.m., varend voor de wed. Salm & Meyer te Amsterdam. Het schip voer in 1869 voor W.H. de Wolf te Amsterdam en was herdoopt in “Hoop”. Bouma administreert deze onder T.A.Steffens.
Overige bijzonderheden
Zeeprotest V123
De Schiermonnikoger kapitein Tjipke Aaltjes Steffens 1), voerde in 1847 het kofschip Alida Maria, met als thuishaven Amsterdam. Geladen met erwten en tarwe in Danzig is men onderweg naar Amsterdam. Met veel moeite loopt men op 20 december 1847 tegen de avond de haven van Terschelling binnen. Het ijs belemmert de doorvaart naar ’s lands hoofdstad. Het weer heeft al langer tegen gezeten : hebbende op de reis langdurig en zwaar stormweder en veel overslag van de zee op het schip gehad, waardoor eenig lek is veroorzaakt, echter niet van groot belang en tot heden toe geenen broei ontdekt bij de lading: zijnde voornemens, om bij de eerste geschikte gelegenheid van weder en wind van hier naar deszelfs opgenoemde distinatie (bestemming) te zeilen.
Het valt allemaal nog mee dus. Toch laat Steffens bij notaris Reedeker op Terschelling een zeeprotest opmaken. 2)
1) zie Teensma pag. 252
2) Tresoar, toegang 26, inventaris 130023, akte nr. 52.
Pieter Fokkes Visser
Kollum
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt B.H.Bultje als gezagvoerder gedurende:
-
1838 t/m 1841 van de tjalk “Suzanna”, gebouwd in 1831 te Hoogezand, 55 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar. Werd 1 maal te Harlingen geregistreerd komend van Southhampton;
-
1843 t/m 1851 van de tjalk “Suzanna”, gebouwd in 1831 te Hoogezand, 55 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar. Het schip werd 1 maal te Harlingen geregistreerd komend met hout van Hamburg. Het werd in 1851 verlaten bij Ameland. De bemanning werd door de “Vrouw Wicherdina” aan wal gebracht. (volgens de lijst van Bouma zou dit de kof “Vrouw Wicherdina” geweest moeten zijn onder gezag van kapitein J.J.Kroon uit Wildervank.)
-
1855 t/m 1856 van de kof “Antje” ex Hendrik Pieter, ex Pieter Hendrik; gebouwd in 1840 te Hoogezand, 89 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip is in oktober gestrand bij Öland en wrak geraakt. de lading is gelost;
-
1853 t/m 1854 van de kof “Sjeuke Boon”, gebouwd in 1841 te Sappemeer, 79 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip is op 23 november 1854, gaande van Antwerpen naar Hamburg, gezonken bij Hoek van Holland;
-
1859 t/m 1866 van de tjalk “Sjeuke Boon”, gebouwd in 1856, bouwplaats niet vermeld, 62 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip is in 1866 verloren gegaan.
Overige bijzonderheden
In 1831 werd te Hoogezand voor kapitein W.J.Mulder te Martenshoek de tjalk “Suzanna” gebouwd. Na het overlijden van kapitein Mulder is het schip vanaf 1839 in bezit van de weduwe S.H.Mulder-Bleker te Hoogezand. Het werd in 1839-1841 bevaren door kapitein B.H.Bultje en van 1841-1844 door kapitein W.Hunt. In 1844 is de tjalk gekocht door kapitein B.H.Bultje te Pekela (Bron: L.C.Heijboer te Vlaardingen).092
Op 09 mei 1851 is het schip lek en met diverse schaden boven Ameland verlaten aangetroffen. Door vissers is het schip op eigen kiel behouden te Zoutkamp binnengebracht. Het schip was onderweg van Hamburg naar Harlingen met een lading hout.(Bron: NRC)
De redding van de bemanning van de Suzanna door de “Vrouw Wicherdina”, kapit. Kroon is vermeld in Bouma p.621. Het betreft hier de “Vrouw Wicherdina 2”.092