Familiegegevens en opleiding
T.B.Teuniszen(sic) was getrouwd met Trijntje Nannes Zwerver, geboren op 06 januari 1800 en overleden op 16 december 1888118
Tonis Barends Tonissen, oud 30 jaar, geboren te Hindelopen als zoon van Barend Tonis Tonissen en Geertje Jarigs trouwde op 09 mei 1822 te Hindelopen met Trijn Tonis Zwerver, oud 22 jaar, geboren te Hindelopen als dochter van Nanne Douwes Zwerver en Lybe Hendriks. tresoar
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.B.Teunisse (adres P.Blom te Amsterdam) werd met vlagnummer 347 per 10 mei 1836 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein G.Blom. Als zijn schip is genoemd “De Jonge Jan”. Toegevoegd is “overleden” 002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 03/10 mei 1836 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Teunis Barends Teunisse, oud 43 jaar, voerend de bark “Johannes Arnoldus”, geen adres vermeld, op voordracht van kapitein G.Blom. Hij kreeg vlagnummer 347023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 januari 1847 vraagt de weduwe van kapitein T.B.Teuniszen, geb. T.N.Zwerver om een uitkering. deze wordt haar in de vergadering dd 27 mei 1847 toegekend met ingang van 01 februari 1847.042
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 08 juni 1847 staat de mededeling dat per 01 februari 1847 een uitkering is toegekend aan de weduwe van kapitein T.B.Teuniszen.023
In de notulen dd 26 maart 1889 van de Algemene Vergadering staat vermeld een: “Brief van Notaris K.Tjebbes te Workum aangaande de uitkeering aan de Wed. T.B.Teunissen.”023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
347 1836 barkent. De Jonge Jan B.D.Bosscher
1837-1838 barkent. De Jonge Jan De Groot Roelands & Co
1839-1840 bark De Prins Veldmaarschalk idem
1841 bark De Prins Veldmaarschalk Hoogewerf & Chabot te Rotterdam
1842-1843 bark Christiaan Huygens de Groot, Roelands & Co te Schiedam
1844-1846 bark Solo idem
"T.B.Teunissen verliet in 1843 de Prins Veldmaarschalk om het commando over de nieuwgebouwde Soolo op zich te nemen; ..."039.
Bouma025 vermeldt T.B.Teunissen als kapitein gedurende:
* 1836 op de sch.kof “Johannes Arnoldus”, gebouwd in 1828 te Harlingen, 180 ton o.m., varend voor Bosscher & Bouma te Amsterdam. Het schip werd in 1836 te Amsterdam geveild;
* 1836 t/m 1838 van de barkentijn “Jonge Jan”, gebouwd in 1824, bouwlocatie niet vermeld, 238 ton o.m., varend voor B.D.Bosscher te Amsterdam;
* 1839 van hetzelfde schip maar nu varend voor de Groot Roelants te Schiedam;
* 1840 t/m 1842 op de bark “Prins Veldmaarschalk”, gebouwd in 1839 te Schiedam, 465 ton o.m., varend voor de Groot, Roelant & Co te Schiedam;
* 1845 t/m 1847 op de bark “Sooloo”, gebouwd in 1843 te Schiedam, 660 ton o.m., varend voor de Groot Roelant te Schiedam.
Bouma025 vermeldt T.B.Teuniszen als gezagvoerder gedurende:
* 1843 t/m 1844 van de bark “Christiaan Huygens”, gebouwd in 1842 te Schiedam, 537 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Hessel Murk Lels als gezagvoerder van het:
Fregat “De Vrienden”, dd 06 september 1830, kapitein Hessel Nurk Lels , bestemming Batavia, 26 bemanningsleden waaronder Tones Barend Teunessen, 38 jaar uit Hindelopen, honoraium f 40-,-
Overige bijzonderheden
T.B.Theunissen verzorgde per 07 januari 1844 vanuit Hellevoetsluis met de “Sooloo” een troepentransport van 5 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 24 april 1844 na 108 dagen065.
Handelsblad 14 november 1836
B.D.BOSSCHER, Makelaar, zal op Maandag den 14den November 1836, des Avonds ten Zes Ure, in de Nieuwe Stads Herberrg, aan het Y, verkoopen:
Het extra ordinair welbezeild met koperen Bouten gebouwd en gekoperd Nederlandsch Tweemast GALJOOTSCHIP, genaamd JOANNES ARNOLDUS, gevoerd door Kapt. T.B.Teunessen, volgens Meetbrief lang 26 ellen 60 duimen, wijd 5 ellen 66 duimen. Breedder bij de inventaris vermeld en berigt bij genoemde Makelaar.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt kapitein Butter (geen initialen) als gezagvoerder gedurende:
-
1845 t/m 1847 van de bark “Christiaan Huygens”, gebouwd in 1842 te Schiedam, 537 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam.
Overige bijzonderheden
Geen
zijn er twee personen met deze initialen?
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.R.Bok was met vlagnummer R156 in de periode 1838 t/m 1839 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
H.R.Bok was met vlagnummer R236 in de periode 1847/48 t/m 1864 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1839 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) is vermeld dat hij in 1839 zijn effectief lidmaatschap heeft opgezegd058.
In het Jaarverslag 1864 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1864 heeft bedankt als effectief lid058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein H.R.Bok met vlagnummer R236 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
- 1849 bark “Christiaan Huygens” 284 last de Groot, Roelants & Co te Schiedam
- 1851 bark “Koning Willem III” 322 last de Groot, Roelants & Co te Schiedam
- 1855, 1858,
1859, 1862 fregat “Noord-Braband” 389 last P.Rademaker & Co te Delfshaven
- 1863 geen vermelding van schip en reder
Bouma025 vermeldt H.R.Bok als gezagvoerder gedurende:
- 1842 t/m 1845 van de kof “Adriaan”, gebouwd in 1840, bouwlocatie niet vermeld, 180 ton o.m., varend voor E.P.de Monchy te Rotterdam. Het schip werd in 1845 overvaren bij Texel door de “Kronprinz von Hannover”. De bemanning werd gered;
- 1848 t/m 1851 van de bark “Christiaan Huygens”, gebouwd in 1842 te Schiedam, 537 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam;
- 1852 van de bark “Koning Willem III”, gebouwd in 1850 te Schiedam, 600 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam;
- 1857 t/m 1863 van het 3/m schip “Noord Brabant”, gebouwd in 1856 te Delfshaven, 736 ton o.m., varend voor P.Rademakers & Co te Delfshaven.
“Koning Willem III”, 1850, 600 ton: De “Koning Willem III” is in 1850 gebouwd in Dordrecht bij Gips & Zn, mat 609 ton, voer voor De Groot, Roelants & Co te Schiedam en werd in 1850 uitgehaald door kapitein H.R.Bok. Zijn opvolger in 1853 van kapitein C. van den Burg tot aan de stranding in 1859. Het schip is identiek aan de “Willem III” in Bouma, welke vermelding geschrapt kan worden. (Informatie Verhoeff, mei 2005)
Overige bijzonderheden
H.R.Bok vertrok op 09 april 1857 van Hellevoetsluis met de “Noordbrabant” en een contingent van 3 officieren en 200 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 juli 1857 na 98 dagen.
Op 03 oktober 1861 vertrok hij vanuit Brouwershaven met de “Noordbrabant” en een detachement van 5 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 13 januari 1862 na 102 dagen 065.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.J.Ihlower was met vlagnummer R184 in de periode 1848 t/m 1857 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarveslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A.J.Ihlower met vlagnummer R184 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de bark “Maasnymph” 138 last voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam
* 1851, 1855 van de bark “Christiaan Huygens 284 last voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam
Bouma025 vermeldt A.Jansen Ihlower als gezagvoerder gedurende:
* 1848 t/m 1852 van de bark “Maasnymph”, gebouwd in 1841 te Vlaardingen, 257 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam;
* 1852 t/m 1856 van de bark “Christiaan Huygens”, gebouwd in 1842 te Schiedam, 537 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Muller werd met vlagnummer R295 in de periode 1851 t/m 1867 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
J.Muller was in 1861 afwisselend commissaris en in 1858 secretaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld “dat het bestuur art. 37 (heeft) moeten toepassen”, hetgeen betekent dat hij uit de Maatschappij is uitgeschreven, vanwege het niet nakomen van zijn financiële verplichtingen058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.Muller met vlagnummer R295 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1851 geen vermelding van schip en reeder
* 1855 van de bark “Zwarte Zwaan” 200 last varend voor Offers & Co te Rotterdam
* 1858 van de bark “St. Joris” 384 last varend voor Bicker Caarten & Anthonie te Rotterdam
* 1859 van de bark “Japan” 384 last varend voor Bicker Caarten & Anthonie te Rotterdam
* 1862 t/m 1864 geen vermelding van schip en reeder
* 1865 van het fregat “Elizabeth” 307 last varend voor W.G.Ledeboer te Rotterdam
* 1866 geen vermelding van schip en reeder
Bouma025 en van Sluijs013 vermelden J.Muller als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1854 van de bark “Mappa” ex Gerardina, ex Adelaar, gebouwd in 1835 te Kinderdijk, 234 ton o.m., varend voor J.C.Offers te Rotterdam;
* 1856 van de bark “Zwarte Zwaan”, gebouwd in 1855 te Maassluis, 336 ton o.m., reederij niet vermeld, maar het jaar erna voor P.C.Offers Az te Rotterdam;
* 1857 van de bark “Christiaan Huygens”, gebouwd in 1842 te Schiedam, 537 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam;
* de bark “St. Joris” wordt niet genoemd in Bouma025 nog nakijken in van Sluijs
* 1859 t/m 1862 van de bark “Japan” ex Nagasaki, te water gelaten op 07 juli 1841 van de werf Hollands Trouw te Maassluis met als scheepsbouwmeester E. v.d. Hoog, 375 last, 724 ton, varend voor Bicker Caarten & Anthony te Rotterdam. In 1862 geraakte het schip wrak, werd opgebracht en te Batavia verkocht;
* 1866 van het 3/m schip “Elisabeth”, gebouwd in 1855 te Zierikzee, 582 ton o.m., reederij niet vermeld, varend vanuit Rotterdam. Het schip stootte in 1866 lek in het Brouwershavense Gat en zonk.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
- van Katwijk Christiaan Huygens 06 februari 1861 niet vermeld
Bouma025 vermeldt J. van Katwijk als gezagvoerder gedurende:
* 1858 van de bark “Christiaan Huygens”, gebouwd in 1842 te Schiedam, 537 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam. Bouma voegt toe dat het schip in 1862 naar Noorwegen is verkocht en herdoopt is in “Prima”, maar hij vermeldt voor de periode 1859-1962 geen gezagvoerder;
* 1863 t/m 1865 van het 3/mschip “van der Palm”, gebouwd in 1847 te Schiedam, 496 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam
Overige bijzonderheden
Op 26 november 1858 vertrok vanuit Banjoewangi de "Christiaan Huygens" van de Reederij de Groot & Co te Schiedam onder kapitein J.van Katwijk. Het schip arriveerde op 15 april 1859 te Brouwershaven na een reis van 139 dagen026(38/077).
|