Familiegegevens en opleiding
C.E.Hoeksma werd geboren te Schiermonnikoog op 17 december 1811 als zoon van Jan E. Hoeksma en Riemert Foppes Mellema.
Hij trouwde op 23 augustus 1840 te Muiden als kapitein met Geertruida Pauw, geboren op 23 september 1818 te Muiden als dochter van Pieter Pauw, scheepstimmerman, en Susanna Fokkens. Zij overleed te Amsterdam op 29 oktober 1884 in een huis aan het Waterlooplein als weduwe van Cornelis Eltjes Hoeksma.
Getuige bij het huwelijk was o.a. Geert Hoeksma, 32 jaar, stuurman ter koopvaardij en broer van de bruidegom.
Cornelis overleed te Amsterdam op 11 augustus 1882 op de Houtgracht nr. 30. Als beroep is “winkelier” opgegeven.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.E.Hoeksma (adres Kranenborg & Zn) werd met nr.515 effectief lid van Zeemanshoop per 18 februari 1840 op voorspraak van H.D.Wijk. Zijn schip was de "Koophandel"002. Ten tijde van de inschrijving waren Hoeksma en zijn vrouw 27 resp. 22 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van 11/18 februari 1840 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Cornelis Eltjes Hoeksma, oud 26 jaar, voerend de schoenerkof “Koophandel”, wonend op Schiermonnikoog en met als adres de heren Kranenborg & Zn te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.D.van Wijk. 023
Cornelis Hoeksma werd per 13 mei 1851 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003.
Hij was met de vlagnummers 515 en 211 in de perioden 1840-1854 resp. 1854-1882 lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”.
C.E.Hoeksma was met vlagnummer 43 in de periode 1860 t/m 1879 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 20 oktober 1882 werd aan de wed. Hoeksma een uitkering toegezegd ingaand 01 november 1882.118
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 07 april 1874 staat vermeld dat 1 maand gage is toegekend aan kapt. C.E.Hoeksma vanwege het vergaan van zijn schip de “Anna Margaretha”. 023
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 21 november 1882 staat vermeld dat een uitkering in de 1e klasse is toegestaan aan de wed. C.E.Hoeksma geb. Pauw. Geen ingangsdatum genoemd.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
515 1840-1843 sch.kof De Koophandel Kranenburg & Zn
1844-1846 sch.kof De Koophandel geen opgave
1847-1852 sch.kof De Koophandel G.T.Schimmelpenninck & Co te Deventer
1853 bark Gouverneur-Generaal
Duymaer van Twist idem
211 1854-1863 bark Gouverneur-Generaal
Duymaer van Twist idem
1864 geen opgave van schip en boekhouder
1865-1873 galj. Anna Margaretha W.H.de Wolf
1874-1881 geen opgave van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
C.E.Hoeksma Gouverneur Generaal Duymaer van Twist 23 juli 1860 21 februari 1861
Gouverneur Generaal Duymaer van Twist 02 juli 1862 niet vermeld
Gouv.Genl Duymaer van Twist geen melding 27 februari 1864
Anna Margaretha 27 september 1866 22 maart 1867
Bouma025 vermeldt C.E.Hoeksma als gezagvoerder gedurende:
* 1841 t/m 1847 van de sch.kof “Koophandel”, gebouwd in 1835 te Pekela, 200 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zn te Amsterdam;
* 1848 t/m 1853 van hetzelfde schip maar nu varend voor Schimmelpennink & Co te Deventer;
* 1853 t/m 1864 op de bark “Gouverneur-Generaal Duymar van Twist”, gebouwd in 1853 te Elshout, 435 ton o.m., varend voor G.Schimmelpenninck & Co te Deventer. Het schip werd in 1865 verkocht aan de Wed. J.S. v.d. Poll te Amsterdam en herdoopt in “Maria” onder kapitein T. de Jong;
Zeetijdingen 20 juni 1864: “Verkocht aan Wed. J.S.v.d Poll te Amsterdam en herdoopt in “Maria” (Sweys). De verkoopprijs op 20 juni 1864 is f 36.300,-.
* 1866 t/m 1874 van de galjoot “Anna Margaretha”, gebouwd in 1866 te Hoogezand, 160 ton o.m., varend voor W.H.de Wolf te Amsterdam. Het schip is in de Noordzee gezonken.
Zeetijdingen 15 januari 1874: “In de Noordzee gezonken” (Sweys).
Handelsblad 18 januari 1874: “Deal 14 januari 1874. Het Nederlandsche schip “ANNA MARGARETHA”, kapitein Hoeksma, van Hamburg naar Lissabon, 6 dezer door het volk verlaten, had te voren op het Leman en Owersand vast gezeten.” (Hoedemaker).
Overige bijzonderheden
Bij het uitzeilen van de “Kosmopoliet” onder kapitein Jacob Bouten op 18 april 1855: “Nog voor wij de buitenste ton voor Hellevoetsluis hadden bereikt hadden wij reeds … de “generaal-Gouverneur van Twist”(sic) die ruim een uur voor ons vertrokken was, ingehaald”.066.
De Dorpsbode 39(22):1985.Bijlage 29 vermeldt dat kapitein Hoeksma mede-eigenaar was van de “Anna Margaretha” en dat hij dus beschouwd kon worden als kapitein-reder.
NRC 31 juli 1869
Amsterdam, 30 juli. Volgens bericht van Elseneur (opm: Helsingör) d.d. 28 dezer is het Nederlandse schip ANNA MARGARETHA, kapt. Hoekema, van St. Petersburg naar Groningen, bij het uitzeilen op de Zweedse kust aan de grond geraakt, doch met assistentie van een stoomschip weder vlot geworden en op de rede geankerd. Het heeft geen schade bekomen.
Familiegegevens en opleiding
Teunis de Jong werd geboren in 1814 (waar?)
Teunis de Jong overleed op 01 december 1894 op Ameland, 80 jaar en gehuwd. Hij werd begraven te Hollum op de Algemene Begraafplaats Noord regel 20 graf 1/1 met daarop de vermelding “oud Koopvaardij Kapitein”.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.de Jong werd per 12 april 1849 op voordracht van J.C.B.Fulbrun en met vlagnummer 795 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Staatsraad Baud"002. Toegevoegd is “Lid voor de Vlag” 002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd. 05/12 juni 1849 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Teunis de Jong, geen leeftijd vermeld, voerend het fregat “Staatsraad Baudt”, op voordracht van kapitein C.C.B.Fulbrun.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 januari 1852 vraagt kapitein T. de Jong om deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds te mogen worden hoewel hij boven de leeftijd is. Het verzoek wordt afgewezen. In de vergadering dd 24 juni 1852 herhaalt hij zijn verzoek maar ook nu wijst het Bestuur het af.042..
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 04 maart 1856 staat een ingekomen verzoek van de Assurantie Compagnie Union des Ports de Paris om aan W. van Essen, 3e stuurman op de “Staatsraad Baud”, die het schip L’Harmonie te Marseille heeft binnengebracht, een chronometer aan te bieden. Het Bestuur zal dit verzoek uitvoeren en bij de uitreiking ook kapitein T. de Jong uit nodigen. 042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 06 mei 1856023 staat een verslag van de uitreiking van een chronometer aan stuurman van Essen:
“Uitreiking van Chronometer, welke door de Heeren fransche Assuradeurs aan Stuurman W.van Essen ten geschenke gegeven is. Genoemde Stuurman wordt daarop binnengeleid en met Kapitein T. de Jong verzocht plaats te nemen, waarna de Voorzitter tot hen beide op allezinds waardige wijze het woord rigt. De spreker toont eerst aan in welken neteligen toestand zich de Harmonie bevond, toen het, na vruchteloos van andere schepen hulp gevraagd te hebben, de Staatsraad Baudt ontmoette. Hij prijst luide het menschlievende gedrag van Kapt. T. de Jong, die niet aarzelde, om een zijner Stuurlieden af te staan, deze met raad en daad bij te staan, en alzoo den roem van hulpvaardigheid, welke de Nederlandsche zeevaart bezit, krachtig te handhaven. Daarna wordt de moed van Stuurman van Essen herdacht en deze met zijnen volbragte togt gelukgewenscht, waarna de spreker er op wijst, hoeveel schade voor de Heeren Assuradeurs door de hulpvaardigheid van Kapitein de Jong en Stuurman van Essen is voorkomen, en dat het hem aangenaam is, dat de Heeren fransche Assuradeurs dit gaarne erkennende, als blijk van hunne ingenomenheid met Stuurman van Essen hem een met zorg bewerkte Chronometer met toepasselijke inscriptie ten geschenke gaven, welk geschenk daarop aan genoemden Stuurman wordt uitgereikt.
Kapitein de Jong en Stuurman van Essen zeggenden Voorzitter voor zijne woorden dank.”
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
795 1849-1853 fregat Staatsraad Baud Otter & van der Voort, Amsterdam
408 1854-1856 fregat Staatsraad Baud idem
1857-1859 fregat Staatsraad Baud S.Piek, Oudshoorn
1860 geen opgave van schip en boekhouder
1861 fregat Straat Baly geen opgave
1862 bark Tweeling Zusters D.van den Berg - later D.de Bruyn, Westzaan
1863 geen vermelding van schip en boekhouder
1864 bark Maria Jhr.J.S.H.van de Poll, Amsterdam
1865 bark Maria Wed.J.S.van de Poll, Amsterdam
1866-1872 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
-
de Jong Staatsraad Baud 25 februari 1859 niet vermeld
Straat Baly 28 mei 1861 31 maart 1862
Bouma025 vermeldt T.de Jong als gezagvoerder gedurende:
* 1850 t/m 1857 van het fregat “Staatsraad Baud”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 617 ton o.m., varend voor Otter & v/d Voort te Amsterdam;
* 1858 t/m 1860 van hetzelfde schip maar nu varend voor S.Piek te Oudshoorn. Het schip werd in 1860 afgekeurd te Batavia en verkocht.
* 1863 op de bark “Tweelingzusters”, gebouwd in 1851 te Nieuwendam, 327 ton o.m., varend voor D.v/d Berg te Amsterdam. Het schip werd in 1869 verkocht naar Noorwegen en herdoopt in “Petrus”;
* 1865 t/m 1866 van de bark “Maria”, ex Gouverneur-Generaal Duymaer van Twist, gebouwd in 1853 te Elshout, 483 ton o.m., varend voor de Wed. J.S. v/d Poll te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Het Sorgdragermuseum te Hollum, Ameland bezit een scheepsportret van de “Staatsraad Baud” onder gezagvoerder T. de Jong Texel binnenkomend op 07 december 1851. Van de fokkemast waait de collegevlag van “Zeemanshoop” met nr. 795. Van de grote mast waait een witte wimpel met de linksboven een kleine Nederlandse vlag en overlangs de letters in zwart O vd V (naam reder Otter & van der Voort)
Guillaume Louis Baud
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Guillaume Louis Baud, ('s-Gravenhage, 27 december 1801 - aldaar, 5 januari 1891) was een Nederlands politicus, neef van J.C. Baud en minister van Koloniën.
] Opleiding
Baud werd, na vier jaar op kantoor bij een hypotheekbewaarder in 1823 benoemd tot ambtenaar vijfde klasse voor de dienst in Indië, waar hij in januari 1824 op de algemene secretarie werd geplaatst.
Loopbaan
Baud werd benoemd tot eerste commies, in april 1830 als secretaris van Kadoe benoemd en tijdelijk met het bestuur van dit gewest belast. Een gewezen muiteling, Djaja Sindergh pleegde een zware aanslag op Baud en bracht hem een ernstige klewangwond toe. Het hoofd van Sindergh werd door inlandse hoofden aan Baud gegeven, die het tot het einde van zijn leven bewaarde.
In 1833 werd Baud bevorderd tot resident van Kediri; hij stond bij gouverneur-generaal Johannes van den Bosch hoog aangeschreven omdat Baud een medestander was van de invoering van het cultuurstelsel. In 1838 werd hij resident van Samarang, waar hij door zijn optreden een door wanbeheer ontstane chaotische toestand wist te ordenen, zodat Wolter Robert van Hoëvell in zijn Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië alle hulde bracht aan Baud. Drie jaar later werd hij benoemd tot directeur van het departement van cultures, tot Baud in 1845 wegens gezondheidsredenen naar Nederland terugkeerde.
Op 21 november 1848 werd Baud benoemd tot minister van Koloniën. Hij bekleedde die functie in het kabinet-De Kempenaer/Donker Curtius en trad na een half jaar af na een meningsverschil met zijn ambtgenoten. Hij meende dat de Staten-Generaal zich niet met de koloniale politiek diende te bemoeien en wees een benoeming (1850 en 1866) tot Gouverneur-Generaal en minister van Koloniën (1861) in het Kabinet-Van Hall/Van Heemstra af. Hij werd nu benoemd bij de Staatsraad in buitengewone dienst, met name om zitting te nemen bij de behandeling van koloniale -en financiële zaken. In 1858 verzocht Baud om ontslag uit de Raad van State.
Decoraties en commissies
Baud was commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw (1849), grootofficier in de Orde van de Eikenkroon (1855) en werd in 1867 tot koninklijk commissaris benoemd bij de Nederlandse Handelsmaatschappij. Baud was medeoprichter en van 1851 tot 1886 voorzitter van de Oost -en West Indische Opvoedingsmaatschappij.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.J.Sluik werd met vlagnummer 836 per 18 september 1866 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein C.van der Zee. Als zijn schip is vermeld de “Maria” 002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 11/18 september 1866 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd G.J.Sluik, oud 45 jaar, voerend de bark “Maria”, voor rekening van wed J.S. van de Poll, op voordracht van kapitein C. van der Zee.023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vermelding van vertrek en aankomst in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
G.J.Sluik Maria 21 december 1867 geen vermelding
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam00
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
836 1866-1869 bark Maria Wed.J.S.van de Poll
1870-1872 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt G.J.Sluik als gezagvoerder gedurende:
- * 1867 t/m 1870 van de bark “Maria” ex Gouverneur-Generaal Duymaer van Twist”, gebouwd in 1853 te Elshout, 483 ton o.m., varend voor de Wed. J.S.v/d Poll te Amsterdam. Het schip werd in 1870 verkocht naar Duitsland.
Overige bijzonderheden
Geen
|