Familiegegevens en opleiding
Teunis Huizer werd geboren in 1832 te Maassluis. Hij woonde in 1876/1877 in Nederl. Oost-Indië.
Hij overleed op 07 december 1882.064
Teunis Huizer werd geboren te Zwijndrecht op 30 oktober 1832.
Hij huwde op 07 juni 1860 te Maassluis met D.A.Steur. Hij overleed te ’s Gravenhage op 31 mei 1891. Hij was een oudere broer van scheepskapitein Aart Huizer. (zie aldaar).
Informatie dd 27 juni 2004 van mevr. E.C.Huizer-Sibinga Mulder te Naarden.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Teunis Huizer wonend te Maassluis was in de periode 14 juni 1871 t/m zijn royement in 1880 met vlagnummer 13 lid van het Dordtse zeemanscollege met vlagnummer D13.111
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 07 december 1882 staat een opsomming van geroyeerde leden waaronder:
Vlag 13. T.Huizer. Naar O.I. vertrokken. Niet betaald sedert 1876/77. Geroyeerd 1880.064a
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staatT.Huizer als gezagvoerder064:
* 1874 fregat “Kosmopoliet II” boekhouders gebr. Blussé te Dordrecht
Bouma025 vermeldt T.Huizer als gezagvoerder gedurende:
* 1862 van het fregat “Tonia”, gebouwd in 1855 te Krimpen aan de IJssel, 573 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam;
* 1872 t/m 1876 op het fregat “Kosmopoliet II”, gebouwd in 1864 op de werf “De Merwede” van Cornelis Gips & Zn te Dordrecht, 1077 ton o.m., varend voor Gebr. Blussé te Dordrecht. Het werd tijdens een publieke verkoping te Rotterdam voor f 35.000,- verkocht aan reeder Overzee & Co, die het schip ogenblikkelijk doorverkochten voor f 45.000,- aan H.Bisschoff & Co te Bremen. Daar werd het schip gereduceerd tot bark en herdoopt tot “Kathinka”. Acht jaar later is het schip vergaan op 04 september 1883 bij een storm in de Golf van Biskaje, op weg naar New York met een lading salpeter en mineraalwater (zie ook 064).
Gezagvoerder Huizer bleef daarna niet varen voor Blussé, maar wordt vanaf 1878 in de boekjes Nêerlands vloot en reederijen van H.Sweijs, genoemd als gezagvoerder van de stoomboot ‘Tjiliwong’ van 58 ton 3n 35 pk van het Bataviaansch Prauwenveer te Batavia
Uit een brief dd 14 april 2000 van de heer R.Brand, bibliothecaris van het Maritiem Museum te Rotterdam aan mevr. E.C.Huizer-Sibbinga Mulder te Naarden.
Overige bijzonderheden
In Gens Nostra 56(02), 2001 staat op p.142 een inhoud van het blad van de Familiestichting Huyser nr. 49 14e jaargang, november 2000. Daarin de volgende tekst: “Een zeevarende Huizer [Teunis Huizer, geb. Zwijndrecht 1839, gezagvoerder 1872-76 op clipperschip]”. (Dit moet zijn de “Kosmopoliet II” van de rederij Blussé van Oud Alblas in Dordrecht)
NOG NADER BEKIJKEN.
T.Huizer vertrok op 03 augustus 1871 van Brouwershaven met de “Kosmopoliet II” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 29 oktober 1871 na een reis van 87 dagen. (Ook vermeld in monsterrol te Dordrt nr. 35)
Op 02 augustus 1872 vertrok hij van Brouwershaven met de “Kosmopoliet II” en een detachement van 2 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde op 14 november 1872 te Batavia na een reis van 104 dagen065.
Op 23 oktober 1874 valt het schip om in onbeladen toestand door een windvlaag in de haven van Schiedam en liep vol. Het schip werd gelicht.064.
Gegevens van de “Kosmopoliet II” staan o.a. in De glotietijd van het zeilschip door Edward P. de Groot (Alkmaar, 1989). Het Maritiem Museum te Rotterdam bezit twee olieverfschilderijen van de “Kosmopoliet II” vervaardigd door E. de Vries resp. F.J. van den Blijk.’
De medium clipper “Kosmopoliet II” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 10 reizen waarvan een aantal onder gezag van kapitein T Huizer.
Gegevens van P. Blussé te Vught die ze ontleende aan het Blusséarchief in het Stadsarchief van Dordrecht.
Van Blokland-Visser064 vermeldt het volgende:
Op 7 juli 1871 (monsterrol nr 35 in het Gemeentearchief van Dordrecht) is hij kapitein op de medium/clipper “Kosmopoliet 2,” 569 last, gebouwd in 1865 op de werf van Cornelis Gips, met als reder Gebr Blusse te Dordrecht en vertrekt op 3 augustus 1871 naar Batavia met als 1e stuurman Samuel J.Krijt (uit Dordrecht) met een transport van 3 officieren en 125 manschappen. Hij komt na een reis van 87 dagen aan in Batavia op 29-10-1871.
Op 12 december 1874 vertrekt hij met de “Kosmopoliet 2” met 31 man naar Batavia met als 1e stuurman Samuel J. Krijt.
In 1876/77 woont hij in Oost Indië.
Familiegegevens en opleiding
Klaas Breuning werd geboren te Sloten in Friesland op 01 augustus 1824 als zoon van Symon Doedes Breuning en Itske Klazes Tjebbes.
Volgens een afschrift van een akte in de gemeente Gaasterland dd 29 januari 1851 huwde hij op 08 december 1850 te Altena in het Koninkrijk Pruisen met Juliana Wilhelmina Bödecker. Op 18 april 1851 werd te Sloten geboren zoon Simon Breuning.
Bron: Tresoar
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
K.D.Breuning werd met nr.939 effectief lid van Zeemanshoop per 25 oktober 1853 op voorspraak van J.H.Schippers. Zijn schip was de “Buitenzorg”002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 18/25 oktober 1853 wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Klaas Doedes Breuning, oud 29 jaar, voerend de bark “Buitenzorg”, op voordracht van kapitein J.H.Schippers. Hij krijgt vlagnummer 939.023.
K.D.Breuning was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1853 t/m (minstens) 1872 met de vlagnummers 939 (1853 t/m 1854) en 545 (1854 t/m minstens 1872).
K.D.Breuning was met vlagnummer R353 in de periode 1852 t/m 1861 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
939 1853 bark Buitenzorg geen opgave
545 1854 bark Buitenzorg P.Varkenvisser en Zn te Rotterdam
1855 bark Scheveningen P.Varkenvisser en Zn te ‘sGravenhage
1856 geen opgave van schip en boekhouder
1857-1859 bark Stad Gouda M.den Breems Jz te Vlaardingen
1860 geen opgave van schip en boekhouder
1861 bark Stad Gouda M.den Breems Jn te Vlaardingen
1862-1863 fregat Tonia H.Veder te Rotterdam
1864-1867 fregat Zuid-Holland idem
1868-1872 geen opgave van schip en boekhouder
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein K.D.Breuning met vlagnummer R353 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
-
1855 van de bark “Scheveningen” 381 last varend voor M.Varkevisser te Rotterdam
-
1858 van de bark “Stad Gouda” 235 last varend voor M. den Breems Jz te Vlaardingen
-
1859 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt K.D(oedes) Bruning/Breuning als gezagvoerder gedurende:
-
1853 t/m 1854 van de bark “Buitenzorg”, gebouwd in 1847 te Elshout, 389 ton o.m., varend voor P.Varkevisser te Scheveningen;
-
1855 t/m 1856 van de bark “Scheveningen”, gebouwd in 1854 te Alblasserdam, 722 ton o.m., varend voor P.Varkevisser & Zn te Scheveningen;
-
1858 t/m 1860 van de bark “Stad Gouda”, gebouwd in 1857 te Gouda, 463 ton o.m., varend voor M. den Breems Jz te Vlaardingen;
-
1862 van hetzelfde schip en dezelfde reeder. Het schip voer in 1863 voor Cramerus & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Padang Packet”;
-
1863 t/m 1864 van het fregat “Tonia”, gebouwd in 1855 te Krimpen aan de IJssel, 573 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam;
-
1865 t/m 1867 van het 3/mschip “Zuid Holland”, gebouwd in 1864 te Stormpolder, 1275 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
K.D.Breuning Stad Gouda 24 september 1861 18 juli 1862
Zuidholland augustus 1864 27 mei 1865
Luc Heijboer in een e-mail dd 10 april 2005 vermeldtin een overzicht van kapiteins op Vlaardinger schepen:
K.D.Breuning 1857-1860 STAD GOUDA
Overige bijzonderheden
Het Maritiem Museum te Rotterdam bezit een gouache van de bark “Scheveningen” ten ankeer op de Maas te Rotterdam geschilderd door Jacob Spin. Het schip voert de nummervlaggen van de zeemanscolleges in Amsterdam en Rotterdam. En de rederijvlag P.V. van P.Varkevisser.
In: “Norbert van den Berg, chroniqueur van de bark Scheveningen”, uitg. Scribo Mare/Spiegel der Zeilvaart, 58 pp, 2005.
Het reisverslag bevat de belevenissen van de chroniqueur op zijn reis van 21 maart 1855 t/m 03 juli 1855 op zijn reis van Rotterdam naar Batavia.
De Rotterdamsche Courant bevat de volgende berichten:
21 maart: van Rotterdam uitgeklaard Scheveningen , K.D.Breuning, naar Batavia.
26 maart: zeilklaar te Hellevoetsluis: Scheveningen, Breuning naar Batavia, Samarang en Soerabaja.
27 maart: de Scheveningen is per Kinderdijk naar Brouwershaven gesleept; de wind NO.
28 maart: Vertrokken Scheveningen, Breuning naar Batavia; de wind NtenO, later N.
29 augustus: per Overland-Mail Telegraaf via Triëst. Op Java aangekomen vóór 10 juli Scheveningen, Breuning, van Rotterdam.
De chroniqueur was Norbertus Petrus van den Berg, geboren 5 november 1831 te Rotterdam. Deze werd in 1854 aangesteld bij de Nederlandsche Handel Maatschappij te Amsterdam en werd samen met zijn vriend Albert Bauduin uitgezonden naar Indië teneinde in dienst te treden van haar factorij te Batavia.
“De “Scheveningen” had 15 januari 1855 zullen vertrekken uit Rotterdam doch op 10 januari begon het te vriezen, waarna de Maas in 4 à 5 dagen dichtvroor; de zeer strenge winter van 1855 was ingevallen. Eerst 20 maart kon de Scheveningen van Rotterdam vertrekken om, na ter rede van Brouwershaven op gunstige wind te hebben gewacht, op 27 maart onder zeil te gaan.
De bemanning bestond uit de kapitein K.D.Breuning, 2e, 2e en 3e stuurman, hofmeester, kajuitjongen en een aantal (29) matrozen (deels inlanders). Als passagiers voeren mee: N.P.van den Berg, Albert Bauduin en Torley Duwel; voorts 5 zendelingen en een jeugdige gouverbnementsambtenaar als tussendekspassagier. In totaal waren er 44 opvarenden. Verder waren aan boord: een haan met kippen, drie honden, varkens (voor de slacht), een geit (voor de melk, die van 2 lammetjes beviel (voor de consumptie) en een kat (tegen de ratten en muizen.”
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.G.Haasloop Werner was met vlagnummer R56 in de periode 1867 t/m 1870 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein H.G.Haasloop Werner met vlagnummer R56 als gezagvoerder in de ledenlijst van de bark “Tonia”, 398 last, varend voor Hendrik Veder te Rotterdam058.
Bouma025 vermeldt H.G.Haasloop Werner als gezagvoerder gedurende:
* 1865 t/m 1868 van het fregat “Tonia”, gebouwd in 1855 te Krimpen aan de IJssel, 573 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Cornelis Johan werd geboren op 27 februari 1827 te Rotterdam als zoon van de Nederlands Hervormde Hendrik Johan, pakhuismeester, en Pietronella Hartingsveld. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Crispijnlaan Wijk 15 nr. 181.
Hij trouwde te Rotterdam op 14 juni 1854 met Maria Wilhelmina Schenk, geboren 24 februari 1826 te Rotterdam als dochter van de Nederlands Hervormde Jacobus Schenk en Maria van Rongen. Hij werd na zijn loopbaan op zee zeilmaker.
Hij overleed te Rotterdam aan de Jonker Fransstraat op 03 juni 1897005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Johan was met vlagnummer R55 in de periode 1855 t/m 1897 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
C.Johan was in 1872 afwisselend commissaris, van 1873-1887 permanent commissaris en van 1888-1896 secretaris van de Maatschappij058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1897 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat in 1897 is overleden “C.Johan, welke laatste gedurende vele jaren Secretaris der Maatschappij geweest is, en door zijn ijverige bemoeingen veel tot het welzijn van het fonds heeft bijgedragen; …”058..
De schepen van de kapitein
In de volgende Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staan de schepen:
* 1855, 1858, 1859,
1862 t/m 1867 van de bark “Vijf Vrienden” 177 last varend voor Bos, van Maanen & Co te Rotterdam
* 1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1883,
1885 t/m 1888, 1890 t/m 1996 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt C.Johan als gezagvoerder gedurende:
* 1856 t/m 1868 van de bark “Vijf Vrienden”, ex Graaf van Hoogendorp, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 337 ton o.m., varend voor Bos van Maanen & Co te Rotterdam;
* 1861 van de bark “Koophandel”, gebouwd in 1849 te Dordrecht, 531 ton o.m., varend voor Bos, van Maanen & Co te Rotterdam;
is dit een tussendoortje geweest?
* 1869 t/m 1872 van het fregat “Tonia”, gebouwd in 1855 te Krimpen aan de IJssel, 573 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam. Het schip werd in 1872 verkocht naar Noorwegen als “Betty”.
Overige bijzonderheden
In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door C.Johan104.
Zierikzeesche Courant 19 maart 1864
Op 16 maart 1864 is te Brouwershaven binnengekomen De “5 Vrienden”, kapitein C.Johan, van Rotterdam en met bestemming Batavia.
|