Inloggen
STAD GOUDA (DE) - ID 15296


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1857-08-12 / 1873-12-31 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland
Verkocht naar buitenland: Duitsland

Identification Data

Bouwjaar: 1857
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Dirk Borkus, Gouda, Zuid-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1856-05-21
Launch Date: 1857-05-22
Delivery Date: 1857-08-12
Technical Data

Gross Tonnage: 245.00 lasts
Gross Tonnage 2: 463.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 36.70 Meters Registered
Beam: 6.72 Meters Registered
Depth: 4.64 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1857
Datum agenda: 1857-08-28
Register nr: 18570792
Scheepsnaam: STAD GOUDA (DE)
Type: Bark
Lasten: 245
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Breems, M. den
Plaats: niet gemeld
Kapitein op moment van verzoek: Doekes Breuning, K.
Opmerkingen: een zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1857-08-12 DE STAD GOUDA
Manager: Marinus den Breems Jr., Vlaardingen, Zuid-Holland
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Vlaardingen, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Vlaardingen / Netherlands

Date/Name Ship 1862-10-04 PADANG PACKET
Manager: Firma Cramerus & Co. (J.C. Cramerus & A.W. van Eeghen), Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PNRG

Date/Name Ship 1873-12-31 PADANG PACKET
Manager: J.H. Voss, Stralsund, Germany
Eigenaar: J.H. Voss, Stralsund, Germany
Shareholder:
Homeport / Flag: Stralsund / Germany

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Bijlage bij acte Rott.3.03.17.01.3675.418 barkschip STAD GOUDA
Eigenaren:

Marinus den Breems Jr., reder, Vlaardingen (13/160e part)
Pieter Loopuyt, koopman, Schiedam (1/40e part)
Firma Frederic Henri Batenburg & Co., kooplieden, Rotterdam (1/40e part)
Hendrik Veder, reder en zeilmaker, Rotterdam (1/40e part)
Firma Pieter Adriaan van Es & Co., cargadoors, Rotterdam (2/40e part)
Firma Willem van Houten & Zonen, kooplieden, Rotterdam (1/40e part)
Firma Johan Pieter Claus & Zoon, kooplieden, Rotterdam (1/40e part)
Pieter Cornelis de Moor, blokmaker, Rotterdam (1/40e part)
Jan Hofland, touwslager, Brielle (1/32e part)
Pieter Johannes Wijsman, makelaar in assurantiën, Amsterdam (2/40e part)
Cornelis Goudswaard, koopvaardijkapitein, Vlaardingen (1/40e part)
Gilles Soeten, rentenier, Wijhe (1/40e part)
Arie Kloppert, makelaar, Bergschenhoek (1/40e part)
Theodorus van Buuren, vleeshouwer, Delft (1/40e part)
Simon Doedes Breuning, dokter, Sloten (1/40e part)
Jannes Jans Visser, landbouwer, Sloten (1/40e part)
Ebbe Rentinga, koopman, Wolvega (1/40e part)
Hermanus Kortenoever, rentenier, Gouda (2/40e part)
Dirk van Wijk, koopman, Gouda (2/40e part)
Fredrik Cornelis van Zeijlen, reder, Gouda (1/40e part)
Firma Frans Lafeber & Zoon, fabrikanten, Gouda (1/40e part)
Teunis Hoogenboom, koopman, Gouda (1/40e part)
Alexander Dortland, dokter, Gouda (1/40e part)
Andreas Smits, particulier, Gouda (1/40e part)
Adrianus Jonker, koopman, en Willem Jacobus Drooglever, notaris,
beide te Gouda (samen 1/40e part)
Tobias Goedewaagen, commissionair, Gouda (1/40e part)
Jacob Gerard Rooseboom, dokter, Gouda (1/40e part)
Franciscus Marinus van Werkhoven, smid, Gouda (1/30e part)
Klaas Doedes Breuning, koopvaardijkapitein, Gouda (2/40e part)
Theodorus Pieter Viruly, fabrikant, Gouda (1/40e part)
Dirk Leeuwenburg, particulier, Gouda (1/40e part)
Gerardus Derk van Lith, Gouda (1/40e part)
Gijsbertus van Hofwegen en Jacobus Fredericus Herman de Groot, beide kooplieden, Gouda (samen 1/80e part)
Jacobus Rost, verver, Gouda (1/40e part).

Eigenaren, per 4 oktober 1862, van de PADANG PACKET:

J.C. Cramerus, Amsterdam (boekhouder van het schip en 1/12e part),
A.W. van Eeghen, Amsterdam (eveneens boekhouder van het schip en 1/12e part),
E.W. Cramerus, Amsterdam (2/12e part),
C.P. van Eeghen, Amsterdam (1/12e part),
J. van Eeghen, Amsterdam (1/12e part),
Mevr. J. Rahusen, geboren van Eeghen, Amsterdam (1/12e part),
Mej. A.C. van Eeghen, Amsterdam (1/12e part),
C.M.J. Huidekoper, Amsterdam (1/12e part),
S. Hingst, Harlingen (1/12e part),
J. Huidekoper, Midlum (Fr.) (1/12e part), en
A.W. Huidekoper, Texel (1/12e part)

Ship Events Data

1862-09-09: Sold at auction
Advertentie. De makelaars F.N. Montauban van Swijndregt, W. van Dam H.Hz, W.H. Montauban van Swijndregt, B.C.D. Hanegraaff en H.N. Montauban van Swijndregt te Rotterdam, zullen als lasthebbende van hun meester, op dinsdag de 9e september 1862 des middags ten 12 ure, in de zaal aan de Scheepmakershaven, wijk 1, no. 499, publiek te verkopen: het extra snelzeilend, gekoperd en kopervast Nederlands barkschip de STAD GOUDA, laatst gevoerd door kapt. R.D. Breuning, volgens meetbrief lang 36 el 70 duim, wijd 6 el 12 duim, hol 4 el 64 duim, en alzo groot 463 tonnen, met al deszelfs rondhout, staand en lopend want, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere scheepsgereedschappen, zoals hetzelve is liggende in de Westerhaven binnen deze gemeente.
1873-12-31: Sold to foreign country
NRC. 31-12-1873.
Verkochte schepen. Het Nederlands barkschip PADANG PACKET is door de makelaar Ed.A.C. Koli uit de hand gekocht voor een Oostzees huis.
(opm: zie NRC 071173; de bark, bouwjaar 1857, kapt. J. Mondt) is naar Duitsland verkocht)
1878-09-10: Final Fate: Stranded

Quay Arenas, 10 september. Het schip PADANG PACKET, van Fernambuco naar de Golf van Mexico, is bij Quay Arenas gestrand en geheel wrak. Er is niets geborgen. De equipage is gered. (opm: de PADANG PACKET voer sinds eind 1873 onder Duitse vlag)

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Klaas Breuning werd geboren te Sloten in Friesland op 01 augustus 1824 als zoon van Symon Doedes Breuning en Itske Klazes Tjebbes.

Volgens een afschrift van een akte in de gemeente Gaasterland dd 29 januari 1851 huwde hij op 08 december 1850 te Altena in het Koninkrijk Pruisen met Juliana Wilhelmina Bödecker. Op 18 april 1851 werd te Sloten geboren zoon Simon Breuning.

Bron: Tresoar

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

K.D.Breuning werd met nr.939 effectief lid van Zeemanshoop per 25 oktober 1853 op voorspraak van J.H.Schippers. Zijn schip was de “Buitenzorg”002.

In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 18/25 oktober 1853 wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Klaas Doedes Breuning, oud 29 jaar, voerend de bark “Buitenzorg”, op voordracht van kapitein J.H.Schippers. Hij krijgt vlagnummer 939.023.

K.D.Breuning was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1853 t/m (minstens) 1872 met de vlagnummers 939 (1853 t/m 1854) en 545 (1854 t/m minstens 1872).

K.D.Breuning was met vlagnummer R353 in de periode 1852 t/m 1861 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer       jaren         type                 scheepsnaam                naam reder/boekhouder

       939                1853         bark                 Buitenzorg                    geen opgave

       545                1854         bark                 Buitenzorg                    P.Varkenvisser en Zn te Rotterdam

                              1855         bark                 Scheveningen               P.Varkenvisser en Zn te ‘sGravenhage

                              1856         geen opgave van schip en boekhouder

                            1857-1859  bark                 Stad Gouda                   M.den Breems Jz te Vlaardingen

                              1860         geen opgave van schip en boekhouder

                              1861         bark                 Stad Gouda                   M.den Breems Jn te Vlaardingen

                            1862-1863  fregat               Tonia                             H.Veder te Rotterdam

                            1864-1867  fregat               Zuid-Holland                idem

                            1868-1872  geen opgave van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein K.D.Breuning met vlagnummer R353 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1855 van de bark “Scheveningen” 381 last  varend voor M.Varkevisser te Rotterdam
  • 1858 van de bark “Stad Gouda” 235 last     varend voor M. den Breems Jz te Vlaardingen
  • 1859 geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt K.D(oedes) Bruning/Breuning als gezagvoerder gedurende:

  • 1853 t/m 1854 van de bark “Buitenzorg”, gebouwd in 1847 te Elshout, 389 ton o.m., varend voor P.Varkevisser te Scheveningen;
  • 1855 t/m 1856 van de bark “Scheveningen”, gebouwd in 1854 te Alblasserdam, 722 ton o.m., varend voor P.Varkevisser & Zn te Scheveningen;
  • 1858 t/m 1860 van de bark “Stad Gouda”, gebouwd in 1857 te Gouda, 463 ton o.m., varend voor M. den Breems Jz te Vlaardingen;
  • 1862 van hetzelfde schip en dezelfde reeder. Het schip voer in 1863 voor Cramerus & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Padang Packet”;
  • 1863 t/m 1864 van het fregat “Tonia”, gebouwd in 1855 te Krimpen aan de IJssel, 573 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam;
  • 1865 t/m 1867 van het 3/mschip “Zuid Holland”, gebouwd in 1864 te Stormpolder, 1275 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam.

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093

K.D.Breuning                          Stad Gouda                              24 september 1861                              18 juli 1862

                                                  Zuidholland                             augustus 1864                                      27 mei 1865

 

Luc Heijboer in een e-mail dd 10 april 2005 vermeldtin een overzicht van kapiteins op Vlaardinger schepen:

K.D.Breuning                                                                                                                                                                                                                               1857-1860                                                                                                                                                                                                                        STAD GOUDA

Overige bijzonderheden

Het Maritiem Museum te Rotterdam bezit een gouache van de bark “Scheveningen” ten ankeer op de Maas te Rotterdam geschilderd door Jacob Spin. Het schip voert de nummervlaggen van de zeemanscolleges in Amsterdam en Rotterdam. En de rederijvlag P.V. van P.Varkevisser.

In: “Norbert van den Berg, chroniqueur van de bark Scheveningen”, uitg. Scribo Mare/Spiegel der Zeilvaart, 58 pp, 2005.

Het reisverslag bevat de belevenissen van de chroniqueur op zijn reis van 21 maart 1855 t/m 03 juli 1855 op zijn reis van Rotterdam naar Batavia.

De Rotterdamsche Courant bevat de volgende berichten:

21 maart: van Rotterdam uitgeklaard Scheveningen , K.D.Breuning, naar Batavia.

26 maart: zeilklaar te Hellevoetsluis: Scheveningen, Breuning naar Batavia, Samarang en Soerabaja.

27 maart: de Scheveningen is per Kinderdijk naar Brouwershaven gesleept; de wind NO.

28 maart: Vertrokken Scheveningen, Breuning naar Batavia; de wind NtenO, later N.

29 augustus: per Overland-Mail Telegraaf via Triëst. Op Java aangekomen vóór 10 juli Scheveningen, Breuning, van Rotterdam.

 

De chroniqueur was Norbertus Petrus van den Berg, geboren 5 november 1831 te Rotterdam. Deze werd in 1854 aangesteld bij de Nederlandsche Handel Maatschappij te Amsterdam en werd samen met zijn vriend Albert Bauduin uitgezonden naar Indië teneinde in dienst te treden van haar factorij te Batavia.

“De “Scheveningen” had 15 januari 1855 zullen vertrekken uit Rotterdam doch op 10 januari begon het te vriezen, waarna de Maas in 4 à 5 dagen dichtvroor; de zeer strenge winter van 1855 was ingevallen. Eerst 20 maart kon de Scheveningen van Rotterdam vertrekken om, na ter rede van Brouwershaven op gunstige wind te hebben gewacht, op 27 maart onder zeil te gaan.

De bemanning bestond uit de kapitein K.D.Breuning, 2e, 2e en 3e stuurman, hofmeester, kajuitjongen en een aantal (29) matrozen (deels inlanders). Als passagiers voeren mee: N.P.van den Berg, Albert Bauduin en Torley Duwel; voorts 5 zendelingen en een jeugdige gouverbnementsambtenaar als tussendekspassagier. In totaal waren er 44 opvarenden. Verder waren aan boord: een haan met kippen, drie honden, varkens (voor de slacht), een geit (voor de melk, die van 2 lammetjes beviel (voor de consumptie) en een kat (tegen de ratten en muizen.”

 

Datum vanaf: 1857
Kapitein: Breuning, Klaas Doedes
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.T.des Ruelles was met vlagnummer R335 in de periode 1851 t/m 1863 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1863 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat op hem “Art 37. van het reglement” is toegepast  d.w.z. dat het College een einde aan zijn lidmaatschap heeft gemaakt, vanwege het niet nakomen van zijn financiële verplichtingen058.

 

De schepen van de kapitein

Luc Heijboer in een e-mail dd 10 april 2005 vermeldtin een overzicht van kapiteins op Vlaardinger schepen:

J.T. des Ruelles                                   1860-1862                                                   STAD GOUDA

 

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein J.F. des Ruelles met vlagnummer R335 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1851                      bark “Weena”               ? last       varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam

*   1855, 1858           bark “Trijntje Fenna”  300 last   varend voor M.Schloss & Co te Rotterdam

*   1859                      bark “Stad Gouda”      245 last   varend voor M. den Breems Jz te Vlaardingen

*   1862                      geen vermelding van schip en boekhouder

 

Vermelding van vertrek en aankomst te Amsterdam093

Naam kapitein                             Naam schip                          vertrek                          aankomst

J.F. de Ruelles                             Stad Gouda                          09 februari 1860         24 mei 1861

 

Bouma025 vermeldt J.F.des Ruelles als gezagvoerder gedurende:

*   1853 van de bark “Weena”, gebouwd in 1852, bouwplaats niet vermeld, 542 ton o.m., varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam. Het schip is in 1853 uitgebrand op de reede van Batavia;

*   1855 t/m 1859 op de bark “Trijntje Fenna”, gebouwd in 1854 te Capelle aan de IJssel; 585 ton o.m., varend voor Schloss & Co te Rotterdam;

*   1861 van de bark “Stad Gouda”, gebouwd in 1857 te Gouda, 463 ton o.m., varend voor M. den Breems Jz te Vlaardingen.

 

Overige bijzonderheden

NRC 08 juli 1857

Advertentie. De ondergetekende,de 2e dezer uit de Oost-Indiën te Rotterdam zijnde aangekomen met het barkschip TRIJNTJE FENNA, kapt. J.T. des Ruelles, reders M. Schloss & Co, kan ook in géén opzicht gemelde kapitein aanbevelen aan andere passagiers de overtocht met hem aan te vangen, daar de behandeling, welke gemelde kapitein de ondergetekende heeft aangedaan, verre beneden alle kritiek was. De ondergetekende, die verschillende dieren met toestemming van die gezagvoerder uit Indië had medegenomen, ten einde dezelve aan de pas op te richten diergaarde alhier ten geschenke te geven, heeft zoveel tegenwerking van de gezagvoerder ondervonden, dat vele zeldzame exemplaren van gebrek en koude zijn bezweken.

Rotterdam, 7 juli 1857              C.J. Löwenstrom

C.W. Löwenstrom woont bij de heer C.W. Ploenius, directeur der Zwem- en Badinrichting aan het Westerdok te Amsterdam.

 

NRC 09 juli 1857

Advertentie. Wij zullen niet antwoorden op het geschrijf van de passagier C.J. Löwenstrom (cipier van de gevangenis te Sourabaya), bevorens Z.Ed. de belofte is nagenomen, om aan ons de feiten tegen kapt. Des Ruelles, schriftelijk kenbaar te maken. Indien wij zulks, waarop wij tot heden tevergeefs gewacht hebben, niet ontvangen, moeten wij het daarvoor houden, dat de feiten niet op papier gesteld en door Z. Ed. handtekening kunnen bekrachtigd worden.

Rotterdam, 8 juli 1857                     Schloss & Co

 

 

 

Datum vanaf: 1860
Kapitein: Ruelles, J.T. des

Familiegegevens en opleiding

Klaas Breuning werd geboren te Sloten in Friesland op 01 augustus 1824 als zoon van Symon Doedes Breuning en Itske Klazes Tjebbes.

Volgens een afschrift van een akte in de gemeente Gaasterland dd 29 januari 1851 huwde hij op 08 december 1850 te Altena in het Koninkrijk Pruisen met Juliana Wilhelmina Bödecker. Op 18 april 1851 werd te Sloten geboren zoon Simon Breuning.

Bron: Tresoar

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

K.D.Breuning werd met nr.939 effectief lid van Zeemanshoop per 25 oktober 1853 op voorspraak van J.H.Schippers. Zijn schip was de “Buitenzorg”002.

In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 18/25 oktober 1853 wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Klaas Doedes Breuning, oud 29 jaar, voerend de bark “Buitenzorg”, op voordracht van kapitein J.H.Schippers. Hij krijgt vlagnummer 939.023.

K.D.Breuning was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1853 t/m (minstens) 1872 met de vlagnummers 939 (1853 t/m 1854) en 545 (1854 t/m minstens 1872).

K.D.Breuning was met vlagnummer R353 in de periode 1852 t/m 1861 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer       jaren         type                 scheepsnaam                naam reder/boekhouder

       939                1853         bark                 Buitenzorg                    geen opgave

       545                1854         bark                 Buitenzorg                    P.Varkenvisser en Zn te Rotterdam

                              1855         bark                 Scheveningen               P.Varkenvisser en Zn te ‘sGravenhage

                              1856         geen opgave van schip en boekhouder

                            1857-1859  bark                 Stad Gouda                   M.den Breems Jz te Vlaardingen

                              1860         geen opgave van schip en boekhouder

                              1861         bark                 Stad Gouda                   M.den Breems Jn te Vlaardingen

                            1862-1863  fregat               Tonia                             H.Veder te Rotterdam

                            1864-1867  fregat               Zuid-Holland                idem

                            1868-1872  geen opgave van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein K.D.Breuning met vlagnummer R353 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1855 van de bark “Scheveningen” 381 last  varend voor M.Varkevisser te Rotterdam
  • 1858 van de bark “Stad Gouda” 235 last     varend voor M. den Breems Jz te Vlaardingen
  • 1859 geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt K.D(oedes) Bruning/Breuning als gezagvoerder gedurende:

  • 1853 t/m 1854 van de bark “Buitenzorg”, gebouwd in 1847 te Elshout, 389 ton o.m., varend voor P.Varkevisser te Scheveningen;
  • 1855 t/m 1856 van de bark “Scheveningen”, gebouwd in 1854 te Alblasserdam, 722 ton o.m., varend voor P.Varkevisser & Zn te Scheveningen;
  • 1858 t/m 1860 van de bark “Stad Gouda”, gebouwd in 1857 te Gouda, 463 ton o.m., varend voor M. den Breems Jz te Vlaardingen;
  • 1862 van hetzelfde schip en dezelfde reeder. Het schip voer in 1863 voor Cramerus & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Padang Packet”;
  • 1863 t/m 1864 van het fregat “Tonia”, gebouwd in 1855 te Krimpen aan de IJssel, 573 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam;
  • 1865 t/m 1867 van het 3/mschip “Zuid Holland”, gebouwd in 1864 te Stormpolder, 1275 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam.

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093

K.D.Breuning                          Stad Gouda                              24 september 1861                              18 juli 1862

                                                  Zuidholland                             augustus 1864                                      27 mei 1865

 

Luc Heijboer in een e-mail dd 10 april 2005 vermeldtin een overzicht van kapiteins op Vlaardinger schepen:

K.D.Breuning                                                                                                                                                                                                                               1857-1860                                                                                                                                                                                                                        STAD GOUDA

Overige bijzonderheden

Het Maritiem Museum te Rotterdam bezit een gouache van de bark “Scheveningen” ten ankeer op de Maas te Rotterdam geschilderd door Jacob Spin. Het schip voert de nummervlaggen van de zeemanscolleges in Amsterdam en Rotterdam. En de rederijvlag P.V. van P.Varkevisser.

In: “Norbert van den Berg, chroniqueur van de bark Scheveningen”, uitg. Scribo Mare/Spiegel der Zeilvaart, 58 pp, 2005.

Het reisverslag bevat de belevenissen van de chroniqueur op zijn reis van 21 maart 1855 t/m 03 juli 1855 op zijn reis van Rotterdam naar Batavia.

De Rotterdamsche Courant bevat de volgende berichten:

21 maart: van Rotterdam uitgeklaard Scheveningen , K.D.Breuning, naar Batavia.

26 maart: zeilklaar te Hellevoetsluis: Scheveningen, Breuning naar Batavia, Samarang en Soerabaja.

27 maart: de Scheveningen is per Kinderdijk naar Brouwershaven gesleept; de wind NO.

28 maart: Vertrokken Scheveningen, Breuning naar Batavia; de wind NtenO, later N.

29 augustus: per Overland-Mail Telegraaf via Triëst. Op Java aangekomen vóór 10 juli Scheveningen, Breuning, van Rotterdam.

 

De chroniqueur was Norbertus Petrus van den Berg, geboren 5 november 1831 te Rotterdam. Deze werd in 1854 aangesteld bij de Nederlandsche Handel Maatschappij te Amsterdam en werd samen met zijn vriend Albert Bauduin uitgezonden naar Indië teneinde in dienst te treden van haar factorij te Batavia.

“De “Scheveningen” had 15 januari 1855 zullen vertrekken uit Rotterdam doch op 10 januari begon het te vriezen, waarna de Maas in 4 à 5 dagen dichtvroor; de zeer strenge winter van 1855 was ingevallen. Eerst 20 maart kon de Scheveningen van Rotterdam vertrekken om, na ter rede van Brouwershaven op gunstige wind te hebben gewacht, op 27 maart onder zeil te gaan.

De bemanning bestond uit de kapitein K.D.Breuning, 2e, 2e en 3e stuurman, hofmeester, kajuitjongen en een aantal (29) matrozen (deels inlanders). Als passagiers voeren mee: N.P.van den Berg, Albert Bauduin en Torley Duwel; voorts 5 zendelingen en een jeugdige gouverbnementsambtenaar als tussendekspassagier. In totaal waren er 44 opvarenden. Verder waren aan boord: een haan met kippen, drie honden, varkens (voor de slacht), een geit (voor de melk, die van 2 lammetjes beviel (voor de consumptie) en een kat (tegen de ratten en muizen.”

 

Datum vanaf: 1861
Kapitein: Breuning, Klaas Doedes

Familiegegevens en opleiding

Pieter Huidekoper werd geboren te Harlingen op 21 oktober 1808 als zoon van Jan Huidekoper en Janke IJzenbeek.

Hij trouwde op 07 april 1836 te Harlingen met Rijkje Fontein, geboren te Harlingen op 14 december 1814 als dochter van Dirk Fontein en Geertruyda Adriana Matak.

Hij overleed op 25 juli 1871 te Amsterdam (aangifte op 27 juli 1871) op de Reguliersgracht in de ouderdom van 62 jaar. Hij was de zoon van Jan Huidekoper en Janke IJzenbeek. (BS-gegevens GAA plus 003)

 

In het Bevolkingsregister rond 1868 in het Gemeentearchief van Amsterdam staat Pieter Huidekoper met de code U-425-1617. Vermeld zijn de volgende gegevens::

Pieter Huidekoper  geboren 21 oktober 1808 te Harlingen, doopsgezind, directeur van het Zeemanshuis, wonend op het Kadijksplein. In 1870 verhuisd naar buurt Z698. Hij is hoofd van het gezin. Inwonend zijn echtgenote Rijkje Fontein, geboren 14 december 1814 te Harlingen en de kinderen Pieter Dirk (09 augustus 1842 te Harlingen), Freerk (08 mei 1850 te Harlingen) en Anna Gezina (29 december 1858 te Harlingen).

 

De uitvoerder van het testament van de Harlingse gegoede burger Jan Sikkes IJsenbeek (1779-1862) was zijn zwager Simon Stinstra. "De neven Jan Jans Huidekoper (te Midlum) en scheepskapitein Pieter Huidekoper moesten Stinstra helpen met de administratie". De Huidekopers waren geparenteerd aan zg. gegoede families in Harlingen zoals Fontein, Stinstra, Hannema, e.a. Uit: Hoogaangeslagenen in Harlingen. Uit de nalatenschap van de gegoede burgerij. Uitgave Gemeentemuseum Het Hannemahuis te Harlingen. 1994. 69 pp.)

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.Huidekoper (adres A.Huidekoper) werd met nr.383 effectief lid van Zeemanshoop per 03 juni 1834 op voorspraak van P.Kraaij. Zijn schip was de "Prins Frederik der Nederlanden". Is honorair lid geworden002.

In de Algemene Ledenvergaderingen van 27 mei/03 juni 1834 van het college Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd Pieter Huidekoper, oud 25 jaar, voerende het schip de “Pollux”, met als adres P.Huidekoper op de Heerengracht bij de Vijzelstraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.Kraay. Hij kreeg als vlagnummer nummer 383023.

 

Hij was effectief lid van “Zeemanshoop” van 1834 t/m 1836 met vlagnummer 283, van 1836 t/m 1854  met vlagnummer  270 en van 1854 t/m 1871 met vlagnummer 83.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 02 januari 1844. "Met 1 Mei 1858 van beroep veranderd". Bedankt per 30 mei 1871003.

 

Hij was van 1838-1854 en 1855-1856 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 mei 1844 staat een “Brief … van P.Huidekoper tot afscheid van de Leden van het Bestuur.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 juni 1870 gaat het Bestuur accoord met de overgang van zijn effectieve naar het honoraire lidmaatschap.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering 04 juni 1844 staat vermeld een brief van P.Huidekoper dd 27 mei  j.l. “berigtende met het schip Flevo eene reis naar Java te zullen ondernemen en alzoo afscheid nemende.”023

In notulen dd 01 juni 1854 van een Algemene Ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat de volgende mededeling:

“De Voorzitter de vergadering geopend hebbende zegt de Secretaris dat van de Heeren P.Huidekoper, H.Rolff, S.J.Rotgans en G.Mulder is ingekomen eene missive van de 23ste der vorige maand verzoekende eene buitengewone vergadering van effectieve Leden bijeenteroepen ten einde hun ter ondersteuning aan te bieden, een request aan den Minister van Justitie, ter verkrijging van wettelijke verordeningen op de tucht aan boord van koopvaardij schepen. Hij zegt dat ten gevolge hiervan de tegenwoordige vergadering is bijeengeroepen en leest hierop het request voor. Hij herinnert hoe reeds in den jare 1841 vanwege het Bestuur van Zeemanshoop aan den Koning een verzoekschrift gelijke strekking hebbende, doch zonder gevolg was ingediend en licht vervolgens de zaak nader toe.

Al de aanwezige Leden, het gewicht der zaak beseffende, bekrachtigen het voorgelezen request met hunne naamteekening welk request nog gedurende eene week op het Bureau ter verdere onderteekening zal liggen.”

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 19 juli 1870 staat vermeld dat P.Huidekoper is toegestaan zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.023.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        383                       1834-1835     bark                 Pollux                                                     Gebr.Hartsen

        270                           1836           bark                 Pollux                                                     idem

                                           1837           bark                 Pollux                                                     Jonkhr.Jacob Hartsen

                                      1838-1843     fregat               Prins Frederik der Nederlanden         idem

                                           1844           fregat               Flevo                                                      idem

                                      1845-1846     fregat               Prins Frederik der Nederlanden         idem

                                      1848-1853     fregat               Prins Frederik der Nederlanden         Gebr.Hartsen

         83                        1854-1857     fregat               Nederland                                             idem

                                      1858-1868     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt P.Huidekoper als gezagvoerder gedurende:

*    1835 t/m 1838 op de bark “Pollux”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 472 ton o.m., varend voor Gebr. Hartsen te Amsterdam;

*    1839 van het 3/mschip “Prins Hendrik der Nederlanden”, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 940 ton o.m., varend voor J.Hartsen te Amsterdam;

*    1839 t/m 1844 op het 3/m schip “Prins Frederik der Nederlanden”, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 650 ton o.m., varend voor Gebr. Hartsen te Amsterdam. Het schip liep op 27 maart 1839 van stapel op de werf “Walvisch” in de Bikkerstraat te Amsterdam

*    1845 op het 3/m schip “Flevo, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 1320 ton o.m., varend voor J.Hartsen te Amsterdam;

*    1846 t/m 1850 op dezelfde “Prins Frederik der Nederlanden”, voor Gebr. Hartsen te Amsterdam. Volgens Bossenbroek065 verzorgde ene kapitein F.Hofkamp (zie aldaar) in 1850/51 een troepentransport met dit schip naar Batavia;

*    1852 t/m 1854 wederom op de “Prins Frederik der Nederlanden”, voor rederij Hartsen te Amsterdam;

*    1855 t/m 1857 op het 3/m schip “Nederland”, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 706 ton o.m., varend voor Gebr. Hartsen te Amsterdam;

*    1863 t/m 1870 van de bark “Padang Packet” ex Stad Gouda, gebouwd in 1857 te Gouda, 463 ton o.m., varend voor Cramerus & Co te Amsterdam.

 

Het fregat “Nederland” werd in 1854 gebouwd op de werf Hollandia bij de heren Blok & Mathijsen en was bestemd voor kapitein P.Huidekoper, tot dan gezagvoerder op de “Prins Frederik der Nederlanden”. Toezichthouder bij de bouw was kapitein Sies Jans Rotgans van Terschelling tot dan gezagvoerder op de Plancius”

Uit: Reizen en lotgevallen van Sies Jans Rotgans”. Deze autobiografische aantekeningen zijn als typscript aanwezig in het NSM en het Fries Scheepvaartmuseum te Sneek.

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

P.Huidekoper Jr                    Padang Packet                      19 september 1867                     geen melding

 

Overige bijzonderheden

Op 10 mei 1838 werd Pieter Buys als ligtmatroos vanwege de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdams geplaatst op het schip “Prins Frederik der Nederlanden” met kapitein P.Huidekoper voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde op school terug op 18 mei 1839004(532-1775).

Op 14 juni 1839 werd Pieter Buys als ligtmatroos vanwege de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam geplaatst op het schip “Prins Frederik der Nederlanden” met kapitein P.Huidekoper voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde terug op school op 06 juni 1840004(532-1775).

Op 15 augustus 1840 werd Gerrit Greefkes vanwege de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam geplaatst als ligtmatroos op het schip "Prins Frederik der Nederlanden" met kapitein P.Huidekoper voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde terug op 08 november 1841004(532/1849).

Op 15 augustus 1840 werd Pieter Hermannus Landweer vanwege de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de "Prins Frederik der Nederlanden" onder kapitein P.Huidekoper voor een reis naar Batavia. Hij keerde terug op 13 november 1841004(532/1847).

Op 10 mei 1844 werd Dirk Ernst Nolting vanwege de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de "Flevo" onder kapitein P.Huidekoper voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij meldde zich weer op school op 03 mei 1845004(533/1929).

Op 01 mei 1846 werd Jacob Jonker vanwege de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de "Prins Frederik der Nederlanden" onder kapitein P.Huidekoper voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde terug op 03 april 1847004(533/1994).

Op 01 mei 1846 werd Frederik Willem Hendrik van Straten vanwege de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de "Prins Frederik der Nederlanden" onder kapitein P.Huidekoper voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde op school terug op 03 april 1847004(533/1992).

 

J.Spin schilderde in 1859 een portret van het fregat “Nederland” op de rede van Bantam met vlagnummer 83 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop. De afbeelding bevindt zich in de collectie van het NSM en is tevens opgenomen in het boekje van van der Plas c.s.054.

In het Veenkoloniaal  Museum te Veendam is een “primitief portret waarschijnlijk gemaakt door een kapitein uit de veenkoloniën” van de driemaster “Nederland”, 1854, 706 ton, varend onder P.Huidekoper voor rederij Gebr. Hartsen te Rotterdam

Zie ook daartoe Internet: www.veenkoloniaalmuseum.nl/journalen.html

 

P.Huidekoper vervoerde per 13 juni 1838 vanuit Nieuwediep met de “Prins Frederik der Nederlanden” 4 officieren naar Batavia. Hij arriveerde aldaar op 16 oktober 1838 na 125 dagen065.

 

In: A.Brugmans 1872  Feestrede bij de herdenking van het vijftigjarig bestaan van het collegie “Zeemanshoop”.

Amsterdam, Erven H.van Munster & Zn, 31 pp. GAA Toegang 957 nummer 005.

      “Wel hadden inzonderheid de Engelsche zeehavens een Zeemanshuis; maar nog was Amsterdam niet in het genot van zoodanige Inrigting, waar de zeeman, bij zijn korstondig verblijf aan den wal, een gewenschte toevlucht kon vinden buiten de gewone slaapsteden. … Het voegt mij, de namen niet te verzwijgen van hen, die tot de oprigtings-commissie benoemd, zich die taak lieten welgevallen en ijverig ten uitvoer bragten. Het waren de Heeren N.Trakranen, W.C. van Vollenhoven, C.P.van Eeghen, met de Scheeps-gezaghebbers S.G.Veening, P.Kraay en P.Huidekoper; de laatstgenoemde tevens eerste Directeur van het Gesticht.

 

In een brief van zeilmaker Pieter Spaarman103 staat vermeld dat hij in oktober 1854 op de clipper “Nederland onder kapitein Huidekoper aanmonsterde. “De ‘Nederland’ was een in 1854 in Amsterdam gebouwd schip, dat op 17 november aan zijn eerste reis begon met bestemming Batavia. … De monsterrol, die betrekking heeft op deze reis is in het Algemeen Rijksarchief onder ‘Nederlandse Factorij in Japan 1843-1860”.

“Na Batavia ging de reis naar Japan, waar de ‘Nederland’ op 3 augustus 1855 in de Baai van Nagasaki aankwam. Het was aldaar verboden aan wal te gaan. Wel was dit toegestaan op het kunstmatig aangelegde eiland Decima. … Het schip vertrekt naar Batavia op 17 december 1855, waar zij op 6 januari 1856 aankwamen. De thuisreis duurde van 23 maart tot 19 juli (1856)

Uit de pen van … mevrouw A.M.Leguit-Spaarman” 103

“Een nieuwe Cronyke”, Jg.19, nr.3, september 2002. Uitgave van de Oudheidkundige Vereniging Graft-De Rijp, de werkgroep Schermerhorn en de Stichting Vrienden van het Museum “In ’t Houten Huis”. p.105-109

 

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr staat de vermelding109:

20 maart 1855 vertrek van Batavia naar Semarang met de “Azia”:

      “… onze passagiers op die reis waren behalve Mr. en Mevr. Ockersen, … Mevr de Wed. Butein Bik met haar Ed  dochter Marie, Mejufr. Goldman, Mevrouw Geerke geb. Klaassen, deze laatste moest naar hare man te Poerweredjo, en daarom te Tagal afgezet worden. Zij was te Amsterdam met de handschoen getrouwd, en met kapt. Huidekoper (met de “Nederland”) te Batavia gearriveerd.”

 

betreft het Nederlands Economisch-Historisch Archief

 

Bijzondere Collecties NEHA

Barkschip "Padang Packet", Amsterdam

Signatuur Bijzondere Collecties 223
Periode 1862-1874
Omvang 0,04 m. FOLIO
Verwerving Schenking van A.W. van Eeghen, Ede, 1916
Systematische indeling F. Transport en communicatie. Zeevaart en rederij

 

Nadere omschrijving

"Reederij Boek van het Barkschip Padang Packet, gekocht in publieke veiling te Rotterdam den 9 september 1862 [..], varende onder Nederlandsche vlag"
Gezagvoerder P. Huidekoper Jzn. Oude naam: "Stad Gouda"
Twaalf aandelen verdeeld over: J. Rahusen van Eeghen, S.J. Huidekoper Portielje, G.M.J. Huidekoper, A.C. van Eeghen, E.W. Cramerus, J. van Eeghen, C.P. van Eeghen, J. Huidekoper, S. Hingst, Cramerus & Co.

 

Zeepost 19 februari 1838 – 7114

Volgens brief van kapt. P. Huidekoper, voerende het schip (opm: bark) POLLUX, van Batavia naar Amsterdam, in dato den 17 februari, was hij toen des morgens 3 ure zeilende in de Noordzee, Egmond O.N.O. ¾ mijl afstands. Kapt. Huidekoper wachtte een loods en hoopte, indien de wind niet hoger werd en het ijs zulks doenlijk maakte, nog diezelfde dag het Nieuwe Diep te bereiken.

 

Zeepost  30 maart 1838 – 41114

Advertentie. Naar Batavia zal vermoedelijk in de maand mei eerstkomende vertrekken het nieuw gebouwd tweedeks gekoperd fregatschip PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. P. Huidekoper, voor passagiers en goederen.

Te bevragen bij de cargadoors d’Arnaud & Co en Jan Corver & Co, beide te Amsterdam.

 

Zeepost 14 juni 1838 – 105114

Texel, 13 juni. Het schip PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. P. Huidekoper, is heden van hier naar Batavia vertrokken (opm: eerste reis van dit fregat.

 

Zeepost  18 juni 1838 – 108114

Kapitein P. Huidekoper, voerende het schip PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, den 16 dezer in het Nieuwe Diep terug uit zee, meldt den 14 bevorens des namiddags ten 4 ure, dwars van Scheveningen, door het breken der ijzeren puttingband van de fokkemast verloren te hebben de voor-, grote- en kruisstengen en de buitenkluiver boven, waardoor de grote sloep zwaar was beschadigd. Men vleide zich intussen met de hoop, dat een en ander in tien à veertien dagen tijds zou hersteld zijn.

 

Zeepost 02 juli 1838 – 120114

Het schip PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. P. Huidekoper, uit zee met schade terug gekomen – zie ons nommer 108 - is den 1 juli weder van Texel naar Batavia vertrokken.

 

Zeepost  15 augustus 1838 – 158114

Wij zijn verzocht het volgende te plaatsen: Het in een der dagbladen medegedeelde bericht, dat den 22 juli van Lisbon vertrokken zoude zijn de bark PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. P. Huidekoper, van Amsterdam naar Batavia, den 29 juni aldaar met onklare pompen binnengelopen, is gebreken abusief te zijn, daar de bark PRINS FEDERIK DER NEDERLANDEN, welke aldaar lek was binnengelopen – zie nommer 129 en 157 – gevoerd wordt door kapt. Kok, en van Dordrecht naar Batavia gedestineerd is, en het fregatschip PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, gevoerd door kapt. P. Huidekoper, van Amsterdam naar Batavia, den 1 juli uit Texel is vertrokken.

 

Zeepost  21 februari 1839 – 32014

De 17e december (opm: 1838) lagen ter rede van Batavia de schepen PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. P. Huidekoper, NATALIE, kapt. E.J. Drent, KORTENAER, kapt. B.P. Martens, AUGUSTIN, kapt. L. Smith en SOPHIA, kapt. Ketels.

 

Zeepost 200439 – 370114

De 5e december ….

….Van Batavia zouden vertrekken de schepen CAROLINA EN JOHANNA, kapt. Matsen naar Amsterdam en PHENOMENE, kapt. Van Deynum naar Rotterdam, beide 5 december (volgens annonce van het postkantoor aldaar); ook zouden in het laatst van december vertrekken de schepen RHOON EN PENDRECHT, kapt. Schaap, MENADO, kapt. Charlau, STAD ROTTERDAM, kapt. Poort en de MAAS, kapt. Van Velthoven, alle vier naar Rotterdam en PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. Huidekoper, naar Amsterdam, en in het laatst van januari het schip de PRINS VAN ORANJE, kapt. De Boer, naar Rotterdam…….

 

Zeepost  01 juni 1839 – 405114

Schepen in lading naar:

Batavia: ….

…..Idem: het gekoperd driedeks fregatschip FLEVO, kapt. H.T. Amsberg, van Amsterdam. Adres bij d’Arnaud & Comp en Corver & Comp.

Idem: het gekoperd tweedeks fregatschip PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. P. Huidekoper, van Amsterdam. Adres bij d ‘Arnaud & Comp. en J. Corver & Comp…..

 

Zeepost  01 juli 1839 – 430114

Schepen in lading naar:

Batavia: het gekoperd driedeks fregatschip FLEVO, kapt. H.T. Amsberg, van Amsterdam. Adres bij d‘ Arnaud & Comp. en J. Corver & Comp.

Idem: het gekoperd tweedeks fregatschip PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. P. Huidekoper, van Amsterdam. (Westerdok) Adres bij d’ Arnaud & Comp. en J. Corver & Comp.

 

NRC 22 mei 1853114

Rotterdam, 21 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn op heden bevracht de navolgende 30 schepen, als:…

….Voor Amsterdam: ALDEBARAN, kapt. B.G. Meiboom; PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. P. Huidekoper; BAREND WILLEM, kapt. J.W. Retgers; JUPITER, kapt. G.J. v.d. Mey; VIJF GEBROEDERS, kapt. P. Dekker; SARA ALIDA MARIA, kapt. H.A. Tekelenburg; AMPHITRITE, kapt. D. Grim; EOLUS, kapt. G. Slichtenbree Jr; CESAR, kapt. S. Hoogland; DANKBAARHEID, kapt. W. Postma; JAVAAN, kapt. G. Eylers; ANNA MARIA HENRIETTE, kapt. H.F. Zeylstra; CATHARINA, kapt. D. Lamers; TELEGRAAF, kapt. J.B. Rolufs; ELISABETH EN JACOBA, kapt. P.L. Zeeman; ESTAFETTE, kapt. D. Hofker; JACOBA EN CHRISTINA, kapt. J.C. Berk…..

 

NRC 07 augustus 1853114

Amsterdam, 6 augustus. Gisteren is op de werf Hollandia van de scheepsbouwmeesters Blok en Matthijssen te Amsterdam, de kiel gelegd voor een barkschip, genaamd NEDERLAND, groot 350 gemeten lasten, voor rekening van de heren Gebroeders Hartsen alhier en gevoerd zullende worden door kapt. P. Huidekoper.

 

NRC 21 juni 1854114

Amsterdam, 20 juli. Heden is van de werf Hollandia van de scheepsbouwmeesters Blok & Matthijsen met het beste gevolg te water gelaten het fregatschip NEDERLAND, groot ongeveer 350 lasten en gebouwd voor rekening van de heren Gebr. Hartsen. Dit vaartuig is bestemd voor de grote vaart en zal gevoerd worden door kapt. P. Huidekoper.

 

NRC 23 augustus 1854114

Advertentie. Voor passagiers en goederen naar Java zal in de loop van de maand september vertrekken het nieuw gebouwd, gekoperd fregatschip NEDERLAND, kapt. P. Huidekoper, hebbende uitmuntende inrichtingen voor passagiers en varende een bekwame scheepsdokter. Nadere informatiën zijn te bekomen bij de reders, Gebr. Hartsen, en bij de cargadoors d’Arnaut & Co, te Amsterdam. (opm: eerste reis)

 

NRC 28 juli 1855114

Rotterdam, 27 juli. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 14 schepen, als:

Voor Rotterdam: VICE-ADMIRAAL GOBIUS, kapt. A.A. van der Linden; HENDRIKA, kapt. L.G. Verbeek.

Voor Amsterdam: LUCIA MARIA, kapt. G. Papineau; PROV. DRENTHE, kapt. H. Beckering; GRAAF VAN NASSAU, kapt. E. Sanders; AUSTRALIE, kapt. D.B. Jochems; NEDERLAND, kapt. P. Huidekoper; MARIA AGNES, kapt. R.A. Tange; SAMARANG, kapt. P.L. Dupain; SALATIGA, kapt. J.N. Besier, de beide laatste van Rotterdam.

Voor Dordrecht: CHRISTIAAN HUYGENS, kapt. A.J. Ihlower, van Schiedam.

Voor Middelburg: COMMERCIE COMPAGNIE, kapt. J.H. Horn; NOORDSTER, kapt. J. Luteyn.

Voor Schiedam: H. LIDUINA, kapt. P. Lommerse.

 

NRC 14 september 1862114

Rotterdam, 13 september. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 5 schepen, als:

Voor Rotterdam; SALATIGA, kapt. J. Kettler.

Voor Amsterdam; AUSTRALIË, kapt. D.B. Jochems; PADANG-PACKET, kapt. P. Huidekoper; MARIA ELISE, kapt. H. Schut, en ZEENYMPH, kapt. J.F. Graadt van Roggen.

 

 

Datum vanaf: 1862
Kapitein: Huidekoper, Pieter

Familiegegevens en opleiding

Jacobus Mondt werd geboren te den Haag op 12 juni 1835. Zijn ouders waren Hermanus Mondt, "kleederenmaker", en Johanna Koet. Het echtpaar woonde in de Veenestraat 177 te Den Haag. Jacobus werd als leerling "ingenomen" door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op 02 september 1848.

Van de vorderingen werd een drie-maandelijkse rapportage bijgehouden van 1849-1851 in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (nederlands, frans en engels), scheepswerk en tekenen. Voorts is vermeld:

" 3 Augs 1849  bekomt den 3den Prijs in het Schoolonderwijs zijnde Circum navigation of the Globe

  7 Juny 1850  bekomt bij loting de medaille Burgemeester Huidekoper

  12 Dec.1850  aangenomen tot lidm. der Ned.Herv.Gemeente door Do de Voogd

  27 Maart 1851  gepl. als Jongen op het schip Amphitrite Captn de Jong naar Batavia voor Amsterdam. Gagie ¦8,-

  1 Aug.1851  bekomt den tweeden Prijs in de 3de of hoogste Classe Zeevaartkunde, zijnde Pilaar Stuurmanskunst 2 deelen

  2 Maart 1852  terug van de reis met goed attest

  16 April 1852  gepl. als ligtm. op het schip Amicitia Capt. Crap Hellingman naar Bat. voor Amstm. Gagie ¦10,-

  12 febr.1853  terug van de reis met goed attest

  16 do  eervol ontslagen"004(533/2171).

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Jacob Mondt werd met vlagnummer 864 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 04 juli 1871 op voorspraak van S.C.J.Olivier. Zijn schip was de "Padang Packet"002. Ten tijde van de inschrijving was Mondt 36 jaar002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 27 juni/04 juli 1871 werd als effectief lid voor de vlag voorgedragen/benoemd Jacob Mondt, oud 36 jaar, wonend te ’s Gravenhage, voerend de bark “Padang Packet”, voor rekening van  Cramerus & Co, op voordracht van kapitein S.J.C.Olivier.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        864                       1871-1873     Padang Packet Cramerus & Co

 

Bouma025 vermeldt J.Mondt als gezagvoerder gedurende:

*    1871 t/m 1873 van de bark “Padang Packet” ex Stad Gouda, gebouwd in 1857 te Gouda, 463 ton o.m., varend voor Cramerus & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1873 verkocht naar Duitsland;

*    1878 t/m 1889 van het schroefstoomschip “Prins Hendrik der Nederlanden”, gebouwd in 1870 te Amsterdam, 135 ton o.m., varend voor de Biliton Maatschappij te ’s Gravenhage. Het schip werd in 1889 verkocht in Ned. Oost-Indië;

*    1889 t/m 1895 op het ijzeren schroefstoomschip “Baron van Tuyll” ex Ban Hok, gebouwd in 1880 te Amsterdam, 314 ton o.m., varend voor de Biliton Maatschappij te Den Haag. Het schip zonk op reis van Koetei naar Biliton;

*    1896 van het schroefstoomschip “Billiton”, gebouwd in 1873 te Amsterdam, 424 ton o.m., varend voor de Biliton Maatschappij te ’s Gravenhage.

 

Overige bijzonderheden

Het ss. “Baron van Tuyll” liep op 5 februari 1895 op een rif in de Koetei Rivier ( Borneo) bij Batoe Panggal. Het kapseisde en zonk, de bemanning werd gered. Het schip was op weg van Perdjiwa naar Billiton.

Het ss “Baron van Tyull” werd gebouwd in 1880 bij de “Atlas” te Amsterdam, mat 253 Brt en voer voor de Biliton Maatschappij te Den Haag072.

 

 

Datum vanaf: 1870
Kapitein: Mondt, Jacobus

Afbeeldingen


Omschrijving: STAD GOUDA, tewaterlating
Collectie: particuliere collectie, niet gespecificeerd
Vervaardiger: Verspuy, Gijsbertus Johannes
Onderwerp: Tewaterlating


adlibhosting.com
Omschrijving: STAD GOUDA, Behalve de bark 'De Stad Gouda' zijn afgebeeld de bark 'Scheveningen' van P. Varkevisser te Rotterdam en een niet geidentificeerde brik van de rederij R. van Buren & Co. aquarel gemaakt in 1858, kapitein K.D. Breuning (vlagnummer 353)
Collectie: Maritiem Museum Rotterdam
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Havenopname
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.418
DVD VIII – 989, 991
BIJLBRIEF
Naam schip de STAD GOUDA

plaats en datum acte Gouda, 12 augustus 1857

type schip bark

bouwwerf/verkoper Dirk Borkus, scheepsbouwmeester te Gouda

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper zie bijlage

te voeren door kapt. Klaas Doedes Bruining

grootte in tonnen 463 tonnen of 245 lasten

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 36,70 m., breed 6,12 m., hol 4,64 m.

kiellegging 21 mei 1856

tewaterlating 22 mei 1857

plaats / datum registratie Rotterdam, 12 augustus 1857

nummer van registratie deel 147, folio 57, recto, vak 1

notaris Willem Simon Burger Wz., notaris te Rotterdam

prijs


bijzonderheden






researcher/datum research: ML / 230608










Bijlage bij acte Rott.3.03.17.01.3675.418 barkschip STAD GOUDA

Eigenaren:

Marinus den Breems Jr., reder, Vlaardingen (13/160e part)
Pieter Loopuyt, koopman, Schiedam (1/40e part)
Firma Frederic Henri Batenburg & Co., kooplieden, Rotterdam (1/40e part)
Hendrik Veder, reder en zeilmaker, Rotterdam (1/40e part)
Firma Pieter Adriaan van Es & Co., cargadoors, Rotterdam (2/40e part)
Firma Willem van Houten & Zonen, kooplieden, Rotterdam (1/40e part)
Firma Johan Pieter Claus & Zoon, kooplieden, Rotterdam (1/40e part)
Pieter Cornelis de Moor, blokmaker, Rotterdam (1/40e part)
Jan Hofland, touwslager, Brielle (1/32e part)
Pieter Johannes Wijsman, makelaar in assurantiën, Amsterdam (2/40e part)
Cornelis Goudswaard, koopvaardijkapitein, Vlaardingen (1/40e part)
Gilles Soeten, rentenier, Wijhe (1/40e part)
Arie Kloppert, makelaar, Bergschenhoek (1/40e part)
Theodorus van Buuren, vleeshouwer, Delft (1/40e part)
Simon Doedes Breuning, dokter, Sloten (1/40e part)
Jannes Jans Visser, landbouwer, Sloten (1/40e part)
Ebbe Rentinga, koopman, Wolvega (1/40e part)
Hermanus Kortenoever, rentenier, Gouda (2/40e part)
Dirk van Wijk, koopman, Gouda (2/40e part)
Fredrik Cornelis van Zeijlen, reder, Gouda (1/40e part)
Firma Frans Lafeber & Zoon, fabrikanten, Gouda (1/40e part)
Teunis Hoogenboom, koopman, Gouda (1/40e part)
Alexander Dortland, dokter, Gouda (1/40e part)
Andreas Smits, particulier, Gouda (1/40e part)
Adrianus Jonker, koopman, en Willem Jacobus Drooglever, notaris,
beide te Gouda (samen 1/40e part)
Tobias Goedewaagen, commissionair, Gouda (1/40e part)
Jacob Gerard Rooseboom, dokter, Gouda (1/40e part)
Franciscus Marinus van Werkhoven, smid, Gouda (1/30e part)
Klaas Doedes Breuning, koopvaardijkapitein, Gouda (2/40e part)
Theodorus Pieter Viruly, fabrikant, Gouda (1/40e part)
Dirk Leeuwenburg, particulier, Gouda (1/40e part)
Gerardus Derk van Lith, Gouda (1/40e part)
Gijsbertus van Hofwegen en Jacobus Fredericus Herman de Groot, beide kooplieden, Gouda (samen 1/80e part)
Jacobus Rost, verver, Gouda (1/40e part)

ML / 230608

Naam STAD GOUDA (de)
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1857
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer Amst.198.3174-1862.35

DVD XIII- 7793 - 7796


CEDULE

Naam schip STAD GOUDA, door kopers genaamd PADANG PACKET

plaats en datum acte eigendomsverklaring, Amsterdam, 4 oktober 1862

type schip bark

bouwwerf/verkoper

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper J.C. Cramerus, Amsterdam (boekhouder van het schip en 1/12e part), A.W. van Eeghen, Amsterdam (eveneens boekhouder van het schip en 1/12e part), E.W. Cramerus, Amsterdam (2/12e part), C.P. van Eeghen, Amsterdam (1/12e part), J. van Eeghen, Amsterdam (1/12e part), Mevr. J. Rahusen, geboren van Eeghen, Amsterdam (1/12e part), Mej. A.C. van Eeghen, Amsterdam (1/12e part), C.M.J. Huidekoper, Amsterdam (1/12e part), S. Hingst, Harlingen (1/12e part), J. Huidekoper, Midlum (Fr.) (1/12e part), en A.W. Huidekoper, Texel (1/12e part)

te voeren door kapt. P. Huidekoper Jz.

grootte in tonnen 253 lasten of 478 tonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Amsterdam, 13 oktober 1862

nummer van registratie deel 74, folio 20, recto, vak 3.

notaris geen

prijs NLG.

Bijzonderheden: het schip is gebouwd te Gouda, en lag bij deze verklaring te Rotterdam
researcher/datum research: ML / 150209

Naam PADANG PACKET
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1862
Toegang 198
Inventaris 3174

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: ROTT.3.03.17.01.3675-418
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk