Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.H.Rovers was met vlagnummer R26 in de periode 1866 t/m 1874 lid voor de vlag van het Rotterdamse Zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekent, dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1874 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1874 voor het lidmaatschap voor de vlag heeft bedankt. Hij bleef honorair lid van de Maatschappij058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.H.Rovers met vlagnummer R26 als gezagvoerder in de ledenlijsten van025:
* 1866 van de bark “Mercator” 212 last varend voor Kerdijk & Pincoffs te Rotterdam
* 1867 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.H.Rovers als gezagvoerder gedurende:
* 1867 t/m 1868 op de bark “Mercator”, gebouwd in 1840 te Schiedam, 450 ton o.m., varend voor Kerdijk & Pincoffs te Rotterdam. Het schip is in 1868 gestrand en afgekeurd;
* 1869 van de bark “Almonde”, gebouwd in 1854 te Papendrecht, 556 ton o.m., varend voor H.G.Surie & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1869 afgekeurd;
* 1871 t/m 1873 van het 3/mschip “Noord Brabant” ex Armada, gebouwd in 1859 te Kennebunk, 1858 ton o.m., varend voor G. v/d Beek te Waalwijk.
Overige bijzonderheden
Een afbeelding van het klipperfragat "Noord-Brabant" (ex Armada) door J.Spin (1873) staat op p.111 in E.W.Petrejus - Het schip vaart uit - De Boer Maritiem, 1975. In 1873 stond het schip onder gezag van kapitein J.H.Rovers025. Afbeelding in NSM, Amsterdam.
J.H.Rovers was van 1870-1872 kapitein op de houten bark “Noord Brabant”, in 1859 als “Armada” gebouwd te Kennebunkport in Maine, USA, 1858 ton, varend voor G.v/d Beek te Waalwijk025 en 052.
In het Commissie verslag van de “Enquete omtrent den Toestand van de Nederlandsche Koopvaardijvloot 1874-1875” staat een verslag van het interview dd 04 augustus 1874 met Dirk Cornelis Rietbergen, waarin de bouwwijze van Nederlandse klippers zoals de Noachs wordt vergeleken met Amerikaanse theeclippers. Onze schepen worden beter geacht dan de Amerikaanse “die toch ook goed gebouwd zijn. Deze doen in den regel langere reizen dan de onze. Zoo is het met de Noordbrabant, op het oogenblik het grootste schip van onze vloot, dat een Amerikaansch schip is hetwelk men hier gekocht heeft en dat nu te Liverpool ligt. De reederij zal het verkoopen, ofschoon het goed gebouwd is; maar het is een onhandelbaar schip in zee; het loopt sleccht en stuurt slecht….
Op p. 43 van de Bijlagen van het verslag van voornoemde Parlementaire Enquetecommissie wordt een J.W. Rovers vermeld als oud-kapitein en expert van het bureau Veritas plus lid van de Commissie voor het examinerren van varenslieden te Groningen.
Familiegegevens en opleiding
Gerd Hendrik Ruhaak werd geboren op 28 september 1843 te Alblasserdam als zoon van kapitein Gerd Henrichs Ruhaak en Johanna ’t Hoen. In 1879 vestigde hij zich in Soerabaja, waar hij samen met zijn broer Jan Adrianus Ruhaak de Machinefabriek Ruhaak & Co oprichtte en tevens de Handelsmaatschappij “Surabaya”.064
Hij overleed in 1889 te Surabaja..
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
-
H. Ruhaak was met vlagnummer R38 in de periode 1870 t/m 1881 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat hij vanaf 1874 vermeld als lid voor de vlag. Dit betekent dat hij wèl de maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1881 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1881 voor het vlaggenlidmaatschap heeft bedankt, maar wèl honorair lid bleef058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein G.H.Ruhaak met vlagnummer R38 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1874 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1877, 1878 van het fregat “Gebroeders Smit” 1434 ton o.m. varend voor J.Smit Cz te
Alblasserdam
* 1880 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt G.H.Ruhaak als gezagvoerder gedurende:
* 1871 t/m 1873 op de bark “Vier Gebroeders” ex Johanna Christina, gebouwd in 1854 op de werf van Cornelis Smit te Alblasserdam, 717 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam. Het schip werd in 1873 verkocht naar Noorwegen;
* 1874 op de houten bark “Noord Brabant” ex Armada, gebouwd in 1859 te Kennebunkport, Maine, USA, varend voor G.v.d. Beek te Waalwijk. Het schip werd in 1874/75 verkocht aan Reederij Van Zeijlen en Decker te Rotterdam en herdoopt in “Erasmus”025 en 052;
* 1876 t/m 1879 op het fregat “Gebroeders Smit”, gebouwd in 1875 op de werf van Jan Smit Cz te Alblasserdam, 1534 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam.
* 1881 t/m 1884 op hetzelfde schip en voor dezelfde reder. Dit moet zijn H.G.Ruhaak.
Overige bijzonderheden
"Op de werf van Jan Smit Corneliszoon te Alblasserdam ... bouwde men aldaar voor eigen reederij in 1875 het fregat "Gebroeders Smit". Dit mooie schip van 1534 ton werd uitgehaald door Kapt.G.H.Ruhaak, die voordien de meeste schepen van Jan Smit onder zijn commando had"026(39/284).
Foto (nr.65) beschikbaar van kapitein G.H.Ruhaak047
Het fregat “Noord Brabant” onder kapitein G.H.Ruhaak vertrok in 1873 van Montevideo en arriveerde op 19 december 1873 te San Francisco. Vertrek op 14 januari 1874 naar Liverpool met aankomst 02 juli. Het schip kwam te Hellevoetsluis op 22 september 1874. Op heen- en terugreis werd Kaap Hoorn gerond.121
In het Commissie verslag van de “Enquete omtrent den Toestand van de Nederlandsche Koopvaardijvloot 1874-1875” staat een verslag van het interview dd 04 augustus 1874 met Dirk Cornelis Rietbergen, waarin de bouwwijze van Nederlandse klippers zoals de Noachs wordt vergeleken met Amerikaanse theeclippers. Onze schepen worden beter geacht dan de Amerikaanse “die toch ook goed gebouwd zijn. Deze doen in den regel langere reizen dan de onze. Zoo is het met de Noordbrabant, op het oogenblik het grootste schip van onze vloot, dat een Amerikaansch schip is hetwelk men hier gekocht heeft en dat nu te Liverpool ligt. De reederij zal het verkoopen, ofschoon het goed gebouwd is; maar het is een onhandelbaar schip in zee; het loopt sleccht en stuurt slecht….
Familiegegevens en opleiding
Geen adaequate gegevens in Groningen
De schepen van de kapitein
B.H.Schreuder was van 1874-1878 kapitein op de houten bark “Erasmus”( ex Noord Brabant, ex-Armada), gebouwd te Kennebunkport, Maine, USA, 2298 ton, varend voor van Zeijlen & Decker te Rotterdam025 en 052.
Bouma025 vermeldt B.H.Schreuder als gezagvoerder gedurende:
- * 1872 t/m 1874 van de bark “Vesta”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 437 ton o.m., varend voor T.C.Schol te Amsterdam;
- * 1874 van de bark “Johanna en Willem” ex Petronella Catharina, gebouwd in 1856 te Zwolle, 442 ton o.m., varend voor T.C.Scholl te Amsterdam;
- * 1875 t/m 1878 van het 3/mschip “Erasmus” ex Noord Brabant, ex Armada, gebouwd in 1859 te Kennebunk, 2298 ton o.m., varend voor van Zeylen & Decker te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
De bark “Vesta” onder kapitein B.H.Schreuder vertrok in 1872 vanuit Hongkong en voer via de Pacific naar San Francisco, waar het schip werd gemeld op 0 augustus 1872. Op 26 september vertrok het van daar naar Quenstown/Cobh in Ierland, dus via Kaap Hoorn, waar het op 14 februari 1873 aankwam.121
In het Commissie verslag van de “Enquete omtrent den Toestand van de Nederlandsche Koopvaardijvloot 1874-1875” staat een verslag van het interview dd 04 augustus 1874 met Dirk Cornelis Rietbergen, waarin de bouwwijze van Nederlandse klippers zoals de Noachs wordt vergeleken met Amerikaanse theeclippers. Onze schepen worden beter geacht dan de Amerikaanse “die toch ook goed gebouwd zijn. Deze doen in den regel langere reizen dan de onze. Zoo is het met de Noordbrabant, op het oogenblik het grootste schip van onze vloot, dat een Amerikaansch schip is hetwelk men hier gekocht heeft en dat nu te Liverpool ligt. De reederij zal het verkoopen, ofschoon het goed gebouwd is; maar het is een onhandelbaar schip in zee; het loopt sleccht en stuurt slecht….
Familiegegevens en opleiding
Cornelis van Baalen werd geboren op 09 september 1838 in Vlaardingen als zoon van Jacob Pietersz van Baalen en Jansje Brouwer.
Hij trouwde in 1873 te Alblasserdam met Neeltje langeveld, geboren in 1844 te Hardinxveld als dochter van Paulus Cz Langeveld en Pieternella Hansum. Het echtpaar kreeg te Alblasserdam de volgende kinderen: Johanna (1875), Petronella (1877), Adriaantje (1883), Cornelia (1884), Jacob Pieter(1886).
Kapt.van Baalen kwam in 1892 met de “Geertruida Gerarda” voor orders in Falmouth, stierf er op 7 Augustus 1892 en werd daar begraven”.052 en 064
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
-
van Baalen was met vlagnummer R31 in de periode 1884 t/m 1892 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1892 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein C.van Baalen met vlagnummer R31 als gezagvoeder in de ledenlijst058:
1885, 1886 bark “Johanna & Margaretha” 1033 ton varend voor J.Vroege te Alblasserdam
1887, 1888 bark “Amicitia” 1088 ton varend voor P. van der Hoog te Krimpen a/d Lek
1890, 1891 bark “Geertruida Gerarda” 1364 ton varend voor P. van der Hoog te Krimpen a/d Lek
Bouma025 vermeldt C.van Baalen als gezagvoerder gedurende:
* 1879 t/m 1881 van het 3/m-schip “Erasmus”, ex Noord Brabant, ex Armada, gebouwd in 1859 te Kennebunk (Maine), 2298 ton o.m., varend voor van Zeylen & Decker te Rotterdam. Het schip werd in 1881 verkocht naar Bremen;
* 1884 t/m 1887 van het 3/m-schip “Johanna en Margaretha”, gebouwd in 1870 te Rotterdm, 1133 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam. Het schip werd in 1887 verkocht naar Engeland;
* 1887 t/m 1889 van de ijzeren bark “Amicitia”, gebouwd in 1885 te Rotterdam, 1088 ton n.m., varend voor P.v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;
* 1890 t/m 1892 van de stalen bark “Geertruida Gerarda”, gebouwd in 1890 te Krimpen aan de Lek, 1300 ton n.m., varend voor P.v/d Hoog te Krimpen aan de Lek.
C.van Baalen was op 28 februari 1887 in Liverpool of Cardiff de vervanger als gezagvoerder op de bark “Amicitia”van kapitein J.H.Wahlberg (zie aldaar). Het schip kwam vanuit Indië en laadde in Cardiff een partij steenkool. Het vertrok op 28 februari 1887 en kwam op 10 juni te Batavia. Begin augustus vertrok het weer en kwam op 17 december 1887 voor Falmouth “for order”. Daar of in de volgende haven Leith werd van Baalen vervangen door kapitein W.B.van der Meer vermoedelijk door ziekte van van Baalen.
“Kapt Cornelis van Baalen werd in 1878 kapitein op de 2298 tons houten bark “Erasmus”(ex. “Noord Brabant”, gebouwd in Amerika in 1859, en toen het grootste zeilschip onder Nederlandsche vlag). Vanaf 1883 voerde hij de 1041 tons houten bark “Johanna en Margaretha” (het tweede schip dat de werf Rijkee in 1869 bouwde). Na zijn reis als kapitein op de “Amicitia”, gaf de reeder P.van der Hoog hem in 1889 het bevel over de nieuwe driemastbark “Geertruida Gerarda”. Met dat schip kwam Kapt.van Baalen in 1892 weer voor orders in Falmouth, stierf er op 7 Augustus en werd daar begraven”.052
C.van Baalen was van 1878-1881 kapitein op de houten bark “Erasmus” (ex Noord Brabant, ex-Armada), gebouwd te Kennebunkport, Maine, USA, 2298 ton, varend voor van Zeijlen & Decker te Rotterdam. Het schip werd in mei 1881 naar Duitsland n verkocht025 e052.
Hij was was van 1883-1887 kapitein van de houten bark “Johanna en Margaretha”, gebouwd in 1868/69 door Rijkee & Co te Katendrecht, 1041 ton, varende voor J.Vroege te Alblasserdam. Het schip werd in 1887 verkocht aan Geo Wilne & Co te Aberdeen en herdoopt in “Kintore052.
C.van Baalen was van 1889-1890 kapitein op de stalen bark “Geertruida Gerarda”, gebouwd in 1889/90 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, varend voor P.van der Hoog052.
Overige bijzonderheden
Foto’s van kapitein (nr.84) en graf te Falmouth (nr.84) beschikbaar047. Ook in Pronker op p.175/176052.
|