Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.G.Wiebenga was met vlagnummer R51 in de periode 1869 t/m 1903 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” dd 07 januari 1897 staat de uitslag van een wedstrijd voor de best bijgehouden kompasjournalen in 1894/1895 waarbij is toegekend de gouden medaille aan kapitein F.H.Bonjer, de zilveren medaille aan kapitein G.Stenger en bronzen medailles aan S.Turfboer en J.G.Wiebenga.042.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.G.Wiebenga met vlagnummer R51 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1874 bark “Ada” 376 last varend voor van Overzee & Co te Rotterdam
* 1877, 1878 bark “Emma” 747 ton n.m. varend voor van Overzee & Co te Rotterdam
* 1880, 1881 bark “Soerabaja” 747 ton n.m. varend voor J.Koning te Rotterdam
* 1882 bark “Lotos” c. 900 ton varend voor J.Koning & van Delden te Rotterdam
* 1883, 1885, 1886 bark “Lotos” 958 ton varend voor J.Koning & van Delden te Rotterdam
* 1887, 1888 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1890 bark “Evertsen” c.2100 ton varend voor de Ned.Scheepv.Mij te Rotterdam
* 1891 t/m 1896 bark “Evertsen” 1418 ton varend voor de Ned.Scheepv.Mij. te Rotterdam
* 1897 t/m 1900 geen vermelding van schip en boekhouder
J.G.Wiebenga was van 1883-1888 kapitein van het ijzeren fregat “Lotos”, gebouwd in 1883 door Bothof & Gravenstein te Slikkerveer, varend voor reder J.Koning & van Delden te Rotterdam052
J.G.Wiebinga was van 1891-1896 kapitein van de stalen bark “Evertsen”, gebouwd in 1891 bij Rijkee & Co te Katendrecht, 1418 ton, varend voor de Reederij Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij, Zurmühlen & van Vessem, te Amsterdam. Het schip werd in 1897 verkocht naar Duitsland en herdoopt tot “Tellus”025 en 052.
Kapitein J.G.Wiebenga was de eerste gezagvoerder van de ijzeren bark "Lotos" (958 ton), in 1883 gebouwd op de werf van Jan Smit Fopz te Slikkerveer door de hoofdbaas Bothof en zijn collega Gravestijn voor rederij J.Koning & Van Delden te Rotterdam026(39/314).
Bouma025 vermeldt J.G.Wiebenga als gezagvoerder gedurende:
* 1869 van de bark “Brouwershaven”, gebouwd in 1841 te Brouwershaven, 599 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1870 t/m 1876 van de bark “Ada”, ex Zeemanshoop, ex Jan Schouten, gebouwd in 1853 te Dordrecht, 721 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1876 t/m 1880 van de bark “Emma” ex Baron van Heemstra, gebouwd in 1862 te Middelburg, 751 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam. Het schip voer in 1881 voor reeder J.Koning te Rotterdam en was herdoopt in “Soerabaya”;
* 1881 t/m 1882 op de bark “Soerabaya” ex Emma, ex Baron van Heemstra, gebouwd in 1862 te Middelburg, 747 ton o.m., varend voor J.Koning & van Delden te Rotterdam;
* 1883 t/m 1887 op de bark “Lotos”, gebouwd in 1882 te Slikkerveer, 900 ton n.m., varend voor J.Koning & van Delden te Rotterdam;
* 1891 t/m 1896 op de stalen bark “Evertsen, gebouwd in 1891 te Rotterdam, 2100 ton n.m., varend voor de Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij Zurmühlen & van Vessem te Amsterdam. Het schip werd in 1897 verkocht naar Hamburg en herdoopt in Tellus.
In Bouma worden meer schepen dan de hiervoorgenoemde geregistreerd onder J.G.Wiebenga. In de verslagen van het Rotterdamse zeemanscollege worden echter 2 personen met de initialen J.G. genoemd. Zie ook onder Joh.G.Wiebenga hierna. Nader genealogisch onderzoek omtrent de verwantschap is noodzakelijk
Overige bijzonderheden
“Brouwershaven
De kiel van deze bark werd op 25 juni 1840 gelegd door scheepsbouwmeester C.Mak Czn op de Commerciewerf. Op 2 september 1841, om twee uur ’s middags, werd de Brouwershaven te water gelaten met het beste gevolg. Het schip werd vervolgens door een stoomboot naar Alblasserdam gesleept om te worden opgetuigd.
De Brouwershaven was 599 ton groot. Haar lengte bedroeg 125 voet, haar breedte 32 voet en haar diepte was 19 voet. De Nederlandse Handelsmaatschappij bevrachtte het schip voor Oost-Indië. …
Op 13 augustus 1861 werd het schip in Rotterdam geveild en voor 19.400 gulden verkocht aan de Fa.Van Overzee en Comp. te Rotterdam. … “. De volgende kapiteins waren A.Huizer, J.G.Wiebenga en P.J.L.Feensma (moet zijn Teensma). 074.
“Abraham de Vos … tekent … aan: Gedurende 46 jaar heeft deze bark gevaren, wat wel een bewijs is geweest van de solide bouw. Voor zover hem bekend was dit het langst varende schip geweest, dat in Zierikzee werd gebouwd”074.
In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121
p.82-83 Kaap Hoorn of Kaap de Goede Hoop 1902 en 1905 Nicolaas Witsen
In de publicatie van de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders uit 2000 Verhalen van voor de mast staan de herinneringen van H.C.Willemse “Mijn reis als scheepstimmerman met het fregat Nicolaas Witsen”. Hazelhoff Roelfsema citeert daaruit betreffende een reis in 1902 die rond Kaap de Goede Hoop ging en niet via Kaap Hoorn..
Daarna volgen citaten uit dezelfde publicatie van J.C.Joekes en J.Kuijpers “Herinneringen aan de laatste reis van het fregat Nicolaas Witsen: uit 1905 die wel een Kaap Hoornronding betreft
Het fregat “Nicolaas Witsen” onder kapitein J.G.Wiebenga was te Melbourne op 18 december 1904, werd gesignaleerd op 25 december 1904 ten Z. van Nieuw Zeeland en op 01 januari 1905 ter hoogte van Kaap Hoorn. Het schip ariveerde op 15 april 1905 te Falmouth en werd verkocht.121
In: “Een leven op zee” Brochure geschreven door P.J.Teensma Jr, Zomer 2013, 84 pp.
In deze brochure staat de mededeling dat Pieter Jeppe Teensma als stuurman voer op de bark “Soerabaia”. Hij reisde op 06 september 1882 vanuit Maassluis naar Indië en door naar Australïe. Op de terugreis zou, 2 dagen voor de aankomst in St. Helena, de kapitein, i.c. J.G.Wiebenga, zijn overleden, waarna Pieter Jeppe Teensma het commando overnam (zie ook bij Pieter Jeppe Teensma)