Familiegegevens en opleiding
Herman Friedrich Horneman werd geboren te Groningen op 12 november 1797. Hij was Nederlands Hervormd. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Rotterdamschedijk nr. 120. Hij vertrok op 01 mei 1860 naar Rijswijk.
Hij trouwde met Jutien Folkers (of Jaantje Polkers), geboren te Winschoten op 01 september 1803.003 en 005
Hij overleed in 1882.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.F.Horneman (adres Kranenborg & Zn) werd met nr.392 effectief lid van Zeemanshoop per 12 augustus 1834 op voorspraak van J.H.Hut. Zijn schip was de "Johanna Cornelia". Hij heeft als lid bedankt002
In de Algemene Vergaderingen van het college Zeemanshoop van 05/12 augustus 1834 is voorgedragen/benoemd tot effectief lid Herman Frederik Horneman, oud 36 jaar, voerend het fregat “Eersteling”, wonende te Rotterdam en met als adres de heren Kranenburg & van Mourik te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.H.Hut. Het vlagnummer is niet vermeld, maar uit de volgorde van vermelding moet dit 392 zijn geweest02
Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 01 mei 1837. "Ingevolge Art.35 van het Reglemt met de kapt (terwijl hij voor Rottm is varende) dubbele Contr. betalen". Bedankt in 1855003.
Hij was met vlagnummer R153 in de periode 1836 t/m 1882 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart0058.
H.F.Horneman was in 1847/48 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Jaarverslagen 1878, 1880 en 1881 van de Maatschappij to Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij afstand heeft gedaan van zijn recht op een uitkering058.
In het Jaarverslag 1882 van de Maatschappij staat vermeld dat hij in 1882 is overleden058
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
392 1834-1835 fregat De Eersteling geen opgave
279 1836-1839 fregat Johanna Cornelia C.& A.Vlierboom te Rotterdam
1840-1853 fregat Diligentia idem
88 1854-1855 geen opgave van schip en boekhouder
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein H.F.Horneman met vlagnummer R153 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van het fregat “Diligentia” 366 last varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam
* 1855, 1858, 1859, 1862 t/m 1867, 1874, 1877, 1878, 1880, 1881 geen vermelding van schip en reeder
Bouma025 vermeldt H.F.Horneman als gezagvoerder gedurende:
* 1832 t/m 1836 van het 3/mschip “Eersteling”, gebouwd in 1832, bouwlocatie niet vermeld, 291 ton o.m., varend voor de Maatschappij Walvischvaart te Rotterdam. Het schip werd in 1836 verkocht;
* 1837 t/m 1841 van het fregat “Johanna Cornelia”, gebouwd in 1828 te Rotterdam, 384 ton o.m., varend voor C.A.Vlierboom te Rotterdam;
* 1841 t/m 1855 van het fregat “Diligentia”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 705 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam;
* 1857 van het 3/mschip “Nova Zembla”, gebouwd in 1844 te Rotterdam, 723 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
H.F.Yorneman (sic) was in 1840 gezagvoerder van de "Diligentia" (800 ton), op 14 juni 1840 te water gelaten op de werf "St.Joris" van de Jong, Kortland en Anthony te Rotterdam027.
H.F.Horneman verzorgde per 06 september 1851 vanuit Hellevoetsluis met de ”Diligentia” (sic) een troepentransport van 5 officieren en 100 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde op 24 december 1851 na 109 dagen065.
De “Vereeniging tot Walvischvangst om de Zuid” kocht in Amsterdam de bark “Union”, herdoopt in “Eersteling”. Één van de directeuren werd de naar Rotterdam uitgeweken Gentenaar N.J. de Cock. ´Kapitein van de Eersteling werd H.F.Horneman, die als eerste stuurman op Van Hobokes fregat Rotterdams Welvaren had gevaren. Na een kort verblijf in zuidelijke wateren meldde het schip zich begin september 1833 in Batavia; waarschijnlijk omdat de bemanning bang was slachtoffer van het Engels/Franse scheepvaart-embargo te worden … In februari 1834 meerde de Eersteling af in Rotterdam met een lading koloniale waren en een geringe hoeveelheid walvisolie De expeditie leverde een verlies op van 27.000 gulden. De oorzaken waarom het verkeerd was gegaan (met de opzet van walvisvaart) waren: het misverstand rondom het embargo; de onervarenheid van de Nederlandse bemanning en het gebrek aan kennis die de Nederlanders van de walvisvangst in het Zuidpoolgebied hadden. De in augustus 1834 begonnen tweede reis van De Eersteling werd meegemaakt door enige ervaren Amerikaanse walvisvaart-mensen. Deze tocht bracht wel succes: 150.000 liter olie en honderd bundels baleinen. Horneman monsterde na aankomst van het schip in Rotterdam af. … “069 – p.188.
Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”
Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp
p.75 In 1832 onstond “De Vereeniging tot Walvischvangst om de Zuid” met als deelnemers E&S.&St.Martin & Co uit Rotterdam, N.J. de Cock & Frère uit Gent en C.& A.Vlierboom uit Rotterrdam.
Het eerste schip was de “Eersteling” met als kapitein H.F.Horneman uit Groningern. Het vertrok uit Rotterdam in november 1832 en arriveerde op 06 september 1833 in Batavia. Vanwege de tiendaagse oorlog met een embargo door Fransen en Britten werd slechts korte tijd op walvissen gejaagd. Op 22 oktober 1833 vertrok het schip uit Batavia en arriveerde op 12 februari 1834 in Hellevoetsluis. De opbrengst van de vangst was onder de maat en de maatschappij leed een verlies van f 27,000,-.
Er werd een tweede expeditie met de “Eersteling” begonnen. Hornemanhad inmiddels de USA bezocht en goed gekwalificeerd personeel geselecteerd. De bark zeilde van Hellevoetsluis op 17 augustus 1834. Bij terugkomst op 20 april 1836 was de vangst heel wat beter met een winst van f 34.000,-
Familiegegevens en opleiding
Peter Derks Nap werd geboren te Norden op 10 oktober 1792 te Norden. Hij was Luthers en woonde te Rotterdam o.a. aan de Hanh wijk 2 nr 114 en aan de Schiedamsch Singel wijk 15 nr 609.
Hij was gehuwd met de Lutherse Gerardina Weyers, geboren 15 maart 1792 te Norden.
Hij overleed te Rotterdam aan de Kruiskade wijk 14 nr. 781 op 14 december 1862005.
P.D.Nap was op 14 mei 1845 te Rotterdam getuige bij het huwelijk van (de latere) kapitein G.J.Hayen en Wilhelmina Martina Valentien.
Ontleend aan Rimkus005. Voor het volledige verslag verwijs ik naar de originele tekst.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.D.Nap was met vlagnummer R18 in de periode 1834 t/m 1862 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
P.D.Nap was in 1844, 1853-1854 en 1857 “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Jaarverslagen 1858 en 1859 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) is vermeld dat hij een uitkering kreeg van f50,- resp. f. 200 - vanwege ouderdom en/of behoeftigheid.
In het Jaarverslag 1862 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de “trekkende kapitein” P.D.Nap in 1862 is overleden. Een trekkende kapitein was een lid van de Maatschappij die wegens gebreken of ouderdom niet meer kon werken en een uitkering kreeg.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College komt kapitein P.D.Nap als gezagvoerder voor in de ledenlijsten van058:
1849 op het fregat “Madura” 388 last varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam
1851 op de bark “Macassar” 226 last varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam
1855 op het fregat “Diligentia” 366 last varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam
1858 op de bark “Josepha Louisa” 324 last varend voor G.S.Pieters & Co te Rotterdam
1859 geen schip vermeld.
P.D.Nap maakte de volgende reizen005:
Lynn 1834 Hellevoetsluis - Lissabon geen lading vermeld
Dolphijn 1837 Messina - Hellevoetsluis vruchten
Sylph 1837 Batavia - Hellevoetsluis koffie
1838 Hellevoetsluis - op avontuur geen lading vermeld
1838 ? - Hellevoetsluis geen lading vermeld
Boerhave 1839 Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetsluis geen lading vermeld
? 1840 Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetsluis geen lading vermeld
1841 Batavia - Hellevoetsluis geen lading vermeld
Madura 1849 Rotterdam - op avontuur ballast
Macasser 1852 Akyab - Rotterdam rijst
1852 Rotterdam - Akyab ballast
Ad. Zoutman 1854 Rotterdam - Londen ballast
1855 Java - Rotterdam koffie, suiker
Diligentia 1855/56 Rotterdam - Rangoon - Rotterdam heen: ballast; terug: rijst
Josepha Louisa 1858/59 Rotterdam - Batavia - Rotterdam heen: diversen; terug: koffie, suiker
Bouma025 vermeldt P.D.Nap als gezagvoerder van/in:
Lynn wordt niet vermeld door Bouma.
* 1835 t/m 1837 op de 2-mast schoener “Dolphyn”, gebouwd in 1835, 101 ton o.m., varend voor van Rossem & van Oordt te Rotterdam;
* 1837/38 op de schoenerbrik “Sylph”, gebouwd in 1837 te Rotterdam, 77 ton o.m., varend voor N.J.de Cock te Rotterdam;
* 1839 t/m 1841 op de bark “Boerhave”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 320 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam;
* 1842 t/m 1850 op het fregat “Madura”, gebouwd in 1842 te Rotterdam, 720 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam. Verongelukt bij Kaap de Goede Hoop. Bemanning gered.
Lloyd’s vermeldt087: “03 Jul 1850 MADURA abandond, one lost.”;
* 1852 t/m 1853 op de bark “Macassar”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 428 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam.
Volgens van Sluijs013 is de kiel van de “Boerhave” gelegd op 02 december 1837 en het schip is te water gelaten op 14 februari 1839 op de werf St.Joris te Rotterdam;
* 1855 op het fregat “Admiraal Zoutman”, gebouwd in 1837 te Rotterdam, 696 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam;
* 1856 op het fregat “Diligentia”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 705 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam
bij de “Josepha Louisa” wordt geen kapitein Nap genoemd, maar van Sluijs013 vermeldt in 1858/1859 P.D.Nap als kapitein van de bark “Josepha Louisa”, gebouwd in 1856/57 te Capelle aan de IJssel, 324 last/613 o.m. ton, met als reederij G.S.Pieters & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
P.D.Nap verzorgde per 04 juni 1837 vanuit Hellevoetsluis met de “Sylph” een troepentransport van 1 officier en 30 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 15 september 1837 na 123 dagen. Onderweg waren 3 militairen gedesteerd065.
Per 05 april 1839 vertrok hij vanuit Hellevoetsluis met de “Sylph” en 1 officier en 30 manschappen. Hij kwam te Batavia aan op 11 juli 1839 na 93 dagen065*.
Volgens www.mariendigitaal.nl bezit het Rotterdams scheepvaartmuseum een “Spin” van de “Boerhave” met als vlag R18. Inventarisnumme P.672.
Familiegegevens en opleiding
Dirk van Bentveld werd geboren op 30 december 1826 te Delfshaven als zoon van de Nederlands Hervormde Dirk van Bentveld en Catharina Maria Heykoop. Hij woonde te Delfshaven.
Hij trouwde aldaar op 17 september 1856 met Louisa Johanna van der Wilde, geboren op 07 mei 1832 te Delfshaven als dochter van de Nederlands Hervormde Louwrens van der Wilde, timmerman, en Aaltje van Barelen. Hij overleed op 04 december 1890 te Delfshaven aan de Havenstraat005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
-
van Bentveld was met vlagnummer R33 in de periode 1855 t/m 1890 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1890 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1890 is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein D. van Bentveld met vlagnummer R33 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
1855 fregat “Johanna Cornelia” 208 last voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam
1858, 1859 fregat “Diligentia” 372 last voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam
1862 geen vermelding van schip en boekhouder
1863 fregat “Prinses Amalia” 445 last voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam
1864 t/m 1866 bark “Macassar” 226 last voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam
1867 fregat “Prinses Amalia” 445 last voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam
1874,1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888, geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt D.van Bentveld als gezagvoerder gedurende:
* 1856 van het (als bark getuigde) fregat “Johanna Cornelia”, gebouwd in 1828 te Rotterdam, 384 ton o.m., varend voor C.A.Vlierboom te Rotterdam;
* 1857 t/m 1862 van het fregat “Diligentia”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 705 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam. Het schip werd in december 1862 in averij afgekeurd op St.Thomas;
* 1864 van het fregat “Prinses Amalia”gebouwd in 1855 te Rotterdam, 842 ton o.m. varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam;
* 1865 t/m 1867 van de bark “Macassar”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 428 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam;
* 1868 t/m 1871 op het fregat “Prinses Amalia”, gebouwd in 1855 te Rotterdam, 842 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Het fregat “Johanna Cornelia” onder kapitein J.Bentveld staat vermeld op 18 mei 1855 te Brouwershaven en op 24 september te Valparaiso, dus via ronding van Kaap Hoorn. Het schip arriveerde wederrom via Kaap Hoorn op 08 april 1856 Rotterdam.121
|