Familiegegevens en opleiding
Dirk Gerardus Niesen werd geboren te Rotterdam per 27 maart 1804 als zoon van Willem Anthonie Niesen en Catharina van Klaveren.
Dirk huwde op 27 jun 1834 te Midelburg met Maria Johanna Bosse, geboren te Middelburg op 18 oktober 1813 als dochter van Karel Christiaan Bosse en Maria Cornelis Stakman. Na het overlijden van Dirk hertrouwde Maria in mei 1849 met Pieter Thomas Leonard Grinwis Plaat. Maria overleed op 30 april 1891.118
Dirk overleed in 1844 aan boord . Ten tijde van het overlijden werd als woonplaats opgegeven Haarlem.003 en 118.
Overleden aan boord van de “BROMO”, zich bevindende geankerd in de Simonsbaai, Kaap de Goede Hoop. Hij was 1e officier van de “BROMO”. De begrafenisplechtigheid vond plaats te Kaap de Goede Hoop.
Mede ontleed aan www.zeemansleed.nl
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.G.Niesen (adres: H.Bijlaart) werd met vlagnummer 378 effectief lid van Zeemanshoop per 27 juni 1837 op voordracht van D.Charlau. Als zijn schip is vermeld de “Europa”, doorgestreept en vervangen door “De Jonge Dirk”. Toegevoegd is “overleden”002.
In de Algemene Vergaderingen van 20/27 juni 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/benoemd Dirk Gerardus Niesen, oud 33 jaar, voerend het fregat “Canton”, wonend te Rotterdam en met als adres M.Charlou te Amsterdam, op voordracht van D.Charlou023.
Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop WZF per 23 oktober 1838.003
D.G.Niesen was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” met vlagnummer 378 van 1837 t/m 1844.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 maart 1844 wordt een brief vermeld van D.G.Niesen uit Hellevoetsluis “communiceerende dat hij van de vaart ter koopvaardij weder tot die van “S Rijks marine is overgegaan”. Hij zou het recht op uitkering uit het Weldadig Zeemans Fonds willen behouden. Het Bestuur wijst hem op artikel 57 van het Reglement. (daarin wordt de overgang van koopvaardij naar marine geregeld met een aantal extra voorbehouden.)042
In de Bestuursvergadering dd 31 oktober 1844 vraagt de wed. D.G.Niesen, geb. M.J.Borsje om een uitkering.. In de vergadering dd 28 november 1844 besluit het Bestuur deze toe te kennen voor haar en haar kinderen per 01 augustus 1844..042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1845 staat een lijst van kapiteins die in de periode 1844/45 zijn overleden, waaronde kapitein D.G.Niesen met vlagnummer 378.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 mei 1849 staat de mededeling van M.J.Bosse, de weduwe van kapitein D.G.Niesen, dat zij is hertrouwd met Grinwis Plaat en dat derhalve haar uitkering wordt stopgezet.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 juni 1866 verzoekt de wed. P.T.L.Grinwis Plaat, eerder wed. D.G.Niesen om herstel van haar uitkering. Deze werd haar met ingang van 01 augustus 1866 toegezegd.042 en 118
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 10 december 1844 staat het verzoek van M.J.Bosse, de weduwe van D.G.Niesen, om een uitkering voor haar en haar 5 kinderen, welke met ingang van 01 augustus 1844 wordt toegestaan.023.
In de notulen dd 05 juni 1849 staat de mededeling dat de weduwe Niesen is hertrouwd met Grinwis Plaat en derhalve bedankt voor de uitkering. In de notulen dd 03 juli 1866 staat dat de wed. Plaat geb. Bosse eerder de wed. Niesen opnieuw weduwe is geworden en om een herstel van haar uitkering vraagt, hetgeen wordt toegestaan023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
378 1837 fregat Canton A.van Hoboken & Zn te Rotterdam
1838 geen vermelding van schip en boekhouder
1839-1840 fregat Europa A.van Hoboken & Zn te Rotterdam
1841-1844 geen vermelding van schip en boekhouder
D.G.Niesen was in 1840 gezagvoerder op de “Europa” (650 last), te water gelaten op 02 april 1840 op de werf “Hollands Trouw” van E.v.d.Hoog te Maassluis voor rederij A.van Hoboken Zn 027.
Bouma025 vermeldt D.G.Niesen als gezagvoerder gedurende:
* 1835 t/m 1837 van het 3/mschip “Ortelius”, gebouwd in 1830, bouwplaats niet vermeld, 750 ton o.m., varend voor J.B.Donnet te Rotterdam. Het schip voer in 1838 voor A. van Hoboken te Rotterdam en was herdoopt in “Canton”;
* 1838 op het 3/m schip “Canton” ex Ortelius, gebouwd in 1830, 628 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam
* 1840 t/m 1841 op de 3/m schip “Europa”, gebouwd in 1840 te Maassluis, 1154 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
D.G.Niesen vervoerde per 27 juni 1840 vanuit Hellevoetsluis 3 manschappen met de “Europa” naar Batavia en arriveerde op 20 oktober 1840 na 115 dagen065.
“Het jaar 1841 zou het laatste worden waarin schepen van de firma A. van Hoboken en Zonen zich in Elmina zouden laten zien. Drie maal gebeurde dit nog: door de Menado, de Jacobus en de Europa. … Op 1 juli vertrok de Menado uit Rotterdam; in augustus werden 107 recruten in Elmina aan boord genomen. . De laatste was de Europa; één dag vóór Oudejaarsdag. Het schip vertrok op een moment dat het besluit om het ‘Afrikaansch Werf Depot’ op te breken reeds was gevallen. Het fregat moest alles dat in het depot lag en dat nog bruikbaar was aan boord nemen. … De laatste recruten – het waren er 157 – stapten eind februari 1842 aan boord van het fregat en drie maanden later op Javaanse bodem. “069 – p.219
Familiegegevens en opleiding
David Charlau werd geboren ca. 1811 te Amsterdam als zoon van Machiel Charlau en Sara Anna Broers.
Uit de tekst van de overijdensadvertentie is te concluderen dat hij ongetrouwd is gebleven.
David overleed te Stompwijk bij Den Haag op 02 juli 1846
Algemeen Handelsblad 06 juni 1846
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.Charlau, adres A.van Hoboken en Zn, werd met nr.346 effectief lid van Zeemanshoop per 08 november 181x(niet volledig ingevuld) op voorspraak van J.Sipkes Fz. Zijn schip was de "Menado"002.
In de Algemene Vergaderingen van 01/08 november 1831 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid David Charlau, 22 jaar, voerend de bark Ipenrode, wonende op de Korte Prinsengragt 42 te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.Sipkes Jr. Er is geen vlagnummer vermeld.023.
D.Charlau was met vlagnummer R116 van 1835 t/m 1847 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
346 1832-1834 geen opgave van schip en boekhouder
1835 fregat Borneo Jean Donnet en Zn te Rotterdam
234 1836 fregat Borneo idem
1837-1838 fregat Menado A.van Hoboken en Zn te Rotterdam
1839 geen opgave van schip en boekhouder
1840 fregat Amboina A.van Hoboken en Zn te Rotterdam
1841-1845 fregat Europa idem
D.Charlau was in 1840 gezagvoerder van de "Amboina" (ruim 400 last) op 14 juli 1840 te water gelaten op de werf "Het Land van Belofte" van de Wed.Visser te Rotterdam voor rederij A.van Hoboken & Zn 027.
Bouma vermeldt D.Charlau als gezagvoerder gedurende:
* 1835/1837 op het fregat “Borneo”, gebouwd in 1830, 679 ton o.m., varend voor Jean Donnet & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1838 verkocht aan van Hoboken en herdoopt in “Decima”;
Verhoeff meldt dat de “Borneo” in 1837 overging van J.B.Donnet & Co naar A. van Hoboken en werd herdoopt in “Menado” (zie p. 789). Dus niet in “Decima” (zie p. 259). Zowel bij de “Menado” als de “Decima” wordt in 1838 als gezagvoerder D.Charlau genoemd en in beide gevallen varend voor A.van Hoboken
* 1838 van het 3/m schip “Decima” ex Borneo, gebouwd in 1830, bouwplaats niet vermeld, 679 ton o.m., varend voor van Hoboken & Zn te Rotterdam
* 1838 t/m 1840 op het fregat “Menado” ex Borneo, gebouwd in 1830 te Rotterdam, 645 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam. (Deze opgave is door Bouma geschrapt.)
* 1841 op het fregat “Amboina”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 722 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
* niet vermeld in Bouma;
* 1842 t/m 1846 op het fregat “Europa”, gebouwd in 1840 te Maassluis, 1154 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.
Van Sluijs013 vermeldt in zijn kapiteinslijst D.Charlau als gezagvoerder van de “Ipenrode” (1832), de “van der Werf” (1834), de “Borneo” (1835-1837), de “Menado” (1838-1839) en de “Europa” (1841-1846). De “Sectio” wordt niet genoemd. Zie ook bij M.Charlau
Overige bijzonderheden
“Uit de stortingsregisters van het college “Zeemanshoop” blijkt dat Dirk Jan Bulsing, D.Charlau, Carl Friedrich Hempel, S.van de Koppel, Joannes Andries Scott en F.W.E.Schuchard een maandgage van negentig gulden genoten. Zij waren in dezelfde periode actief in de Oost-Indië vaart als Douwe de Boer, dat wil zeggen in de jaren dertig en veertig van de negentiende eeuw” (die had een maandgage van honderd gulden).005
Bij terugkomst vanuit Batavia op de reede van Hellevoetsluis rapporteerde op 06 juni 1838 kapitein D.J.Bulsing: “Den 2 juni (1838) op de hoogte van Staartpunt 4 mijl van ons zagen de “Menado” kapt. Charlau.”.005
D.Charlau maakte de volgende reizen005:
* Borneo 1834 Hellevoetsluis - Batavia geen lading vermeld
* Menado 1838 Batavia - Hellevoetsluis geen lading vermeld
1838/39 Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetsluis geen lading vermeld
* Amboina 1840/41 Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetsluis geen lading vermeld
* Sectia 1841 New Castle - Hellevoetsluis geen lading vermeld
* Europa 1841/42 Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetsluis terug: rijst, koffie
1843 Batavia - Rotterdam rijst
D.Charlau verzorgde per 13 november 1834 vanuit Hellevoetsluis per “Borneo” een troepentransport van 5 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 23 februari 1835 na 102 dagen. Onderweg waren 5 militairen overleden065.
Hij voer vanuit Hellevoetsluis op 07 januari 1836 wederom met de “Borneo” en een contingent van 5 officieren en 160 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 05 mei 1836 na 119 dagen, terwijl onderweg 2 militairen waren overleden065*;
Hij voer op 30 juni 1838 met de “Menado” (vertrekhaven niet vermeld) en een contingent van 3 officieren en 170 manschappen. De gehele groep van officieren en manschappen bleef achter in St. Georg d’ Elmina. Aldaar kwamen aan boord 3 officieren, 5o manschappen en 120 Afrikaanse recruten, waarvan er onderweg 3 overleden. Hij arriveerde te Batavia op 31 oktober 1838, waarbij onderweg nog twee (Europesche) manschappen waren overleden065
Hij vertrok op 30 december 1841 vanuit Hellevoetsluis met de “Europa” en een contingent van 8 officieren en 41 manschappen. IIn St.georg d’Elmina werden 6 Europesche en 158 Afrikaanse recruten aan boord genomen. Van de Afriakenen overleed er 1 onderweg. Hij arriveerde te Batavia op 06 mei 1842 na 147 dagen.
Op 18 juni 1844 vertrok hij wederom van Hellevoetsluis met de “Europa”en een transport van 3 officieren en 180 manschappen. Hij kwam aan op 06 oktober 1844 na 110 dagen065.
Familiegegevens en opleiding
Dirk Keus werd geboren op 28 september 1806 te Scheveningen.
Hij was getrouwd met Elizabeth Turfboer, geboren te Den Haag op 18 juli 1805.003
Dirk Keus werd geboren te Scheveningen op 28 september 1806 als zoon van Leendert Keus en Alida den Ouden. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Westerstraat Wijk 15 nr. 775.
Hij was getrouwd met Elisabeth Turfboer, geboren 28 juli 1806 te Scheveningen.
Hij werd na zijn zeemansloopbaan scheepsreder en overleed te Rotterdam op 11 januari 1885005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.Keus (adres Hoboken) werd per 03 december 1837 op voordracht van H.Wente ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Maria". Toegevoegd is "Bedankt"002.
In de Algemene Vergaderingen van 28 november/05 december 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Dirk Keus, oud 31 jaar, voerend de bark “Maria”, wonende te Rotterdam en met als adres de heer J.Martens te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.Wente023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 december 1837. Bedankt als lid in 1852003.
D.Keus was met vlagnummer R13 in de periode 1837 t/m 1861 van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
D.Keus was afwisselend commissaris in 1847/48 en president van de Maatschappij van 1855-1861058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
396 1838 bark Maria A.van Hoboken & Zn te Rotterdam
1839 bark Menaldo ("thans India") idem
1840-1841 fregat India idem
1842 fregat Rhoon en Pendrecht idem
1843-1845 fregat India idem
1846-1852 fregat Europa idem
In de Jaarverslagen van de Maatschappij wordt kapitein D.Keus genoemd als gezagvoerder in de ledenlijsten van:058:
* 1849, 1851 op het fregat “Europa” 587 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1855, 1858 en 1859. Geen schip genoemd.
Bouma025 vermeldt D.Keus als gezagvoerder gedurende:
* 1838 t/m 1840 van de bark “Maria, gebouwd in 1828 te Rotterdam, op de werf “Welvaren” van B.de Hoog, 296 ton o.m., varend voor A.van Hoboken en Zn te Rotterdam;
GEGEVENS UIT BOUMA NOG AANVULLEN. ZIJN OM ONVERKLAARBARE REDENEN NIET OPGENOMEN OF UITGEWIST
Overige bijzonderheden
D.Keus verzorgde per 26 januari 1838 met de Maria en per 22 augustus 1847 en 110 oktober 1850 met de Europa troepentransporten naar Nederlands Oost-Indië065.
In het Rotterdams Jaarboekje 1920, tweede reeks, 8ste jaarg, 1920 staat een overzicht door W.J.L.Poelmans “Nieuwsberichten uit de Rotterdamsche Courant, 1851-1852”, waarin het volgende bericht:
“1 OCTOBER 1851. De voorzitter en oprichter der Maatschappij tot redding van schipbreukelingen, de heer W. van Houten, reikt zilveren medailles uit aan D.Keus, gezagvoerder van het Nederlandsche fregatschip Europa, voor het redden van de bemanning van het Engelsche schip Jaeger; … aan J.Baltzersen, gezagvoerder en C.Eversen, stuurman van het Noordsche brikschip Niord, voor het redden der bemanning van het Nederlandsche kofschip de Munte, kapitein J.K.Hazewinkel.”
Rotterdams Nieuwsblad van 15 januari 1855:
“ Een rapport van de heeren B.J.Martens, A. van Wijk Jurriaanse, J.J.Day, P.J. van Emmerik en D.Keus, benoemd tot deskundigen, ingediend bij de Kamer van Koophandel alhier, over het plaatsen van een vuurschip op de Banjaard.”
Familiegegevens en opleiding
Hermannus Poort werd geboren te Rotterdam op 25 februari 1806. Bij de inschrijving in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop op 10 mei 1842 was hij ongehuwd, maar hij trouwde op 27 maart 1850 met Johanna Jacoba Cornelia Temminck, geboren te "Samarang" op 14 maart 1825003.
Hermanus Poort werd geboren op 25 ferbruari 1806 te Rotterdam als zoon van Leendert Poort en Elizabeth Kaar. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Schiedamsche Dijk Wijk 15 nr. 662. Hij huwde op 27 maart 1850 te Rotterdam met Johanna Jacoba Cornelia Temminck, geboren op 14 maart 1825 te Semarang als dochter van Coenraad Liebrechts Temminck en Anna Elizabeth Leyedekker.
Hij overleed te Rotterdam aan de Boomgaardstraat op 07 februari 1885005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.Poort (adres: A.van Hoboken & Zn) werd met vlagnummer 581 effectief lid van Zeemanshoop per 27 april 1841 op voordracht van P.S.Matzen. Zijn schip was de "Johanna". Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving was Poort 35 jaar en ongehuwd002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 20/27 april 1841 werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Hermanus Poort, oud 35 jaar, voerend de brik “Johanna”, wonend in Rotterdam, adres bij A.van Hoboken & Zn te Rotterdam, op voordracht van kapitein P.S.Matzen.023.
H.P oort was met vlagnummer R41 in de periode 1841 t/m 1885 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
H. Poort was in 1850 vice president en van 1865-1870 permanent commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 04 augustus 1864 vragen de heren van Hoboken & Zn toepassing van art. 58 van het regelement voor kapitein H.Poort Het Bestuur vraagt het bewijs van gebrekkingheid van de kapitein.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 09 augustus 1864 is vermeld een: “Brief van de Heeren A. van Hoboken & Zn voor Kaptn H.Poort verzoekende toepassing van art. 58 alinea 2 van het reglement welk verzoek is toegestaan mits kaptn H.Poort zijn gebrekkigheid bewijze.”023.
In het Jaarverslag 1885 van de Maatschappi tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
581 1841-1845 brik Johanna A.van Hoboken & Zn te Rotterdam
1846 fregat Anthony idem
1848-1849 fregat Rhoon en Pendrecht idem
1850 geen vermelding van schip en boekhouder
1851-1852 fregat Batavia A.van Hoboken & Zn te Rotterdam
1853 bark Amboina idem
250 1854-1857 fregat Europa idem
1858 fregat Rotterdam idem
1858-1862 fregat Europa idem
1862-1863 fregat Rotterdam idem
1864-1867 geen vermelding van schip en boekhouder
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein H.Poort met vlagnummer als gezagvoerder in de ledenlijsten van:
* 1849 fregat “Rhoon en Pendrecht” 448 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1851 bark “Batavia” 373 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1855 fregat “Europa” 587 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1858, 1859, 1862 fregat “Rotterdam” 621 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1863 t/m 1867, 1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1883 geen schip vermeld
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
H.Poort Rotterdam 09 maart 1861 02 april 1862
H.Poort Rotterdam 16 augustus 1862 02 september 1863
Op 04 januari 1858 vertrok uit Brouwershaven het fregat de "Rotterdam" van rederij A.van Hoboken & Zn te Rotterdam onder kapitein H.Poort en arriveerde te Batavia op 12 april 1858 na 97 dagen reis026(38/162).
Bouma025 vermeldt H.Poort als gezagvoerder gedurende:
* 1842 t/m 1847 van de brik “Johanna”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 180 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;
Een portret door J.Spin uit 1841 van de “Johanna” met het kapiteinsnummer 41 van Zeemanshoop bevindt zich in het Maritiem Museum Prins Hendrik te Rotterdam.
* 1846 t/m 1847 van het fregat “Anthony”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 470 ton o.m., varend voor A.van Hoboken te Rotterdam. Het schip voer in 1848 voor C.Balguerie & Zn te Amsterdam en was herdoopt in “Jan de Witt;
* 1849 t/m 1851 van het fregat “Rhoon en Pendrecht”, gebouwd in 1834 te Rotterdam, 825 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam.
Lloyd’s vermeldt087: “21 Feb. 1850 RHOON EN PENDRECHT been on shore.”
* 1852 van het fregat “Batavia”, gebouwd in 1829 te Rotterdam, 710 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
* 1853 t/m 1854 van het fregat “Amboina”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 722 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam
* 1855 t/m 1857 van het 3/m schip “Europa”, gebouwd in 1840 te Maassluis”, 1154 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
* 1858 t/m 1863 van het 3/mschip “Rotterdam”, gebouwd in 1841 te Maassluis, 1173 ton o.m., varend voor A. van Hoboken te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
H.Poort vervoerde per 10 augustus 1856 vanuit Brouwershaven met de “Europa” 1 landmachtsoldaat naar Indië. De aankomstdatum te Batavia is niet vermeld.
Op 15 november 1857 vertrok hij met de “Europa” vanuit Brouwershaven en een contingent van 4 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 18 februari 1858 na een reis van 95 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden065.(deze opgave klopt niet met die in de alinea hiervóór).
Op 24 maart 1861 vertrok hij uit Brouwershaven met de “Rotterdam” en een contingent van 12 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 juli 1861 na 114 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden.
Op 16 augustus 1862 vertrok hij uit Brouwershaven met de “Rotterdam” en 1 landmachtofficier. De aankomstdatum werd niet vermeld.
Op 26 november 1863 vertrok hij vanuit Brouwershaven met de “Rotterdam” en een contingent van 17 officieren en 4 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 22 maart 1864 na 117 dagen065.
In particulier bezit van J.H. van Hoboken in Assel is een aquarel door J.Spin uit 1856 van het fregat “Batavia”, voor Rotterdam ter hoogte van het gebouw van de Koninklijke Nederlandsche Yachtclub. Een afbeelding staat in referentie 069 - p.215.
Eveneens in particulier bezit van van Hoboken in Asselt is een aquarel van J.Spin uit 1856 van de “Amboina” met in top de vlag R41 en den de rederijvlag van van Hoboken. Afbeelding in zwart-wit in referentie 069 p 217.
“Twee dagen voordat Van Hoboken overleed (op 14 januari 1850), verscheen de Rhoon en Pendrecht met gezagvoerder Hermannis Poort vanuit Batavia voor de wal in Helvoirt. Deze Poort was een vijftien jaar jongere broer van Cornelis, die in 1818 reeds als gezagvoerder voor Van Hoboken voer. Hermannis Poort – hij was 43 jaar oud – kwam uit een Rotterdams gezin waarvan de vader eveneens kapitein was geweest. Waarschijnlijk heeft Cornelis Poort zijn jeugdiger broer bij Van Hoboken geëintroduceerd. Hermannis begon zijn zeemansloopbaan als kajuitsjongen en beëindigde deze als gezagvoerder. In de loop der jaren was hij kapitein op de brik Johanna (in 1842 was dit zijn eerste commando), op de barekn Batavia en Amboina en op de fregatten Anthony., Rhoon en Pendrecht, Europa en Rotterdam. “069 – p.267.
Familiegegevens en opleiding
Johannes Gerardus Tromp werd geboren op 05 maart 1824 te Den Haag. Hij vestigde zich op 22 juni 1854 te Rotterdam en woonde aldaar o.a. aan het Slagveld Wijk 14 nr. 365. Hij vertrok op 15 november 1859 naar Batavia.
Hij was getrouwd met Francoise Marie Adrienne (Grevicoeur), geboren 09 december 1825 te Heeren in België005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Hij was met vlagnummer R404 in de periode 1854 t/m 1866 en in 1868 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1859 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een schadevergoeding kreeg van f. 50,- kennelijk vanwege een ongeluk met zijn schip058.
In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij staat vermeld dat hij in 1866 is uitgeschreven wegens het niet voldoen aan zijn financiële verplichtingen. Het Reglement gaf de mogelijkheid om die uitschrijving ongedaan te maken als binnen een bepaalde periode alsnog de schuld werd voldaan. Wellicht dat hij daarom in 1868 wederom in de ledenlijst van Sweijs021 wordt vermeld058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.G.Tromp met vlagnummer R404 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855 van de bark “Amboina” 386 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1858, 1859 van het fregat “Europa” 610 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
1862 t/m 1865 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.G.Tromp als gezagvoerder gedurende:
* 1855 van het 3/m schip “Neerlands Koning”, gebouwd in 1825 te Rotterdam, 630 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam
* 1856/1857 op de bark (eerder 3/mast schip) “Amboina”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 722 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;
* 1858 t/m 1859 van het 3/m schip “Europa”, gebouwd in 1840 te Maassluis, 1154 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam. Het schip is in 1859 op reis van Batavia naar Rotterdam verongelukt bij de Wester Eilanden.
Overige bijzonderheden
J.G.Tromp vervoerde per 07 september 1854 vanuit Hellevoetsluis 1 landmachtofficier met de “Neerlands Koning”. Een aankomstdatum wordt niet vermeld.
Hij vertrok op 06 januari 1857 vanuit Brouwershaven met de “Amboina” met een troepentransport van 4 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 20 april 1857 na 104 dagen065.
|