Familiegegevens en Opleiding
Marinus Carel werd geboren op 07.03.1830 te Delft als z.v. Bartholomeus Braat (korenmolenaar) en Maria Broekhuizen/Broekhuijzen.
Marinus Carel (27) (kapitein koopvaardij) trouwde op 03.07.1857 te Zierikzee met Cornelia Johanna van der Weijde (24) – geb. 28.12.1832 te Zierikzee – d.v. Cornelise van der Weijde en Jacoba de Kruijff.
Cornelia Johanna van der Weijde overleed op 09.01.1871 te Rotterdam.
Marinus Carel (43) (gezondheidsofficier) hertrouwde op 09.05.1873 te Stevensweert met Paulientje Begemann (28) – geb. 26.06.1844 te Stevensweert – d.v. Christoph George Sigismund Begemann (predikant) en Emilie de Wijs.
Marinus Carel overleed op 19.05.1914 te Rijswijk (84).
Kinderen
- Christoph George Sigismund - 26.04.1875 te Delft
- Bartholomeus – geb. 27.07.1876 te Haarlem
- Marinus Carel – geb. 03.10.1877
Overige bijzonderheden
AH 17-10-1890
Een oud zeeman gehuldigd.
Een van de wakkerste Nederlandse zeelieden, de heer M.C. Braat, wal-kapitein aan de Koninklijke West-Indische Maildienst, vroeger gezagvoerder bij de Maatschappij Nederland, werd hedenmorgen een bijzondere hulde bereid. De waardige man, die op zoveel zeeën rusteloos heeft rondgezwalkt, gaat nu rusten en verlaat daardoor de dienst van de K.W.I.M. Maar, en de directie van de beide maatschappijen en zijn collega’s en zijn vroegere ondergeschikten gevoelen te veel waardering, vriendschap en eerbied voor hem, om dat heengaan zo maar stil te laten gebeuren. En daarom waren nu hedenmorgen de bestuurders der beide Maatschappijen en de collega's van de achtenswaardige man en enkele minderen in de loods van de K. W. I. Maildienst bijeengekomen om Braat nog eens de hand te drukken voor zijn heengaan en hem blijvende herinneringen te schenken aan dit ogenblik De heer G. A. baron Tindal, directeur den K. W. I. Maildienst, herinnerde aan de grote diensten door de heer Braat bij de organisatie en exploitatie van deze maildienst bewezen, evenals vroeger toen de Maatschappij Nederland de eerste maildienst op Indië opende. De Nederlandse maildiensten, vervolgde hij, hebben een zware kamp te strijden tegen gesubsidieerde lijnen en om die kamp met goed gevolg te kunnen volhouden, hebben zij de volle toewijding nodig allen, die zich aan hen verbinden. Van U hebben de beide Maatschappijen die toewijding ondervonden. Gij hebt de belangen van beide Maatschappijen krachtig bevorderd. Ontvang daarom van onze beide Maatschappijen hartelijke dank. De heer Tindal overhandigde daarna heer Braat een kostbare zilveren bokaal versierd met de zinnebeelden van de stoomvaart en met toepasselijk inschrift. De kapitein Prins, van de K. W. I. Maildienst, sprak de heer Braat enkele hartelijke woorden toe, getuigende van vriendschap en waardering en schonk hem, namen alle gezagvoerders, officieren en machinisten van de Maatschappij een rood marmeren uurwerk en kandelaars met echt brons versierd. Een opschrift op een gouden plaat vermeldt het feit van de schenking en een bijbehorend album de namen van alle deelnemers. De ladingmeester schonk de heer Braat een aardige klok waarop de uurcijfers door letters van de naam van de heer Braat zijn vervangen. Voor zovele blijken van warme vriendschap en waardering dankte de heer Braat op hartelijke toon. Een lange rustdag zij de waardige man na zijn moeilijke arbeid gegeven.
Onderstaande gegevens zijn van de heer S. Parma:
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.C.Braat werd met nr. 687 effectief lid van Zeemanshoop per 25 mei 1871 “op verzoek van J.M.Heybrock door P.Ruijs Jr” voorgedragen. Zijn schip was het stoomschip de “Prins van Oranje”002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 18/25 juli 1871 werd als effectief lid voor de vlag voorgedragen/benoemd M.C.Braat, geen leeftijd genoemd, voerend het stoomschip “Prins van Oranje”, voor rekening van de Stoomboot Maatschappij Nederland te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.Buys Jr. 023.
M.C.Braat was van 1883-1899 bestuurslid van het college Zeemanshoop019.
M.C.Braat was met vlagnummer R186 in de periode 1864 t/m 1869 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Hij voerde dus wèl de collegevlag, maar had geen recht op financiële tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 04 juli 1895 staat de mededeling door M.C.Braat dat hij naar Wageningen vertrekt en bedankt als commissaris.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
867 1871 stoomb. Prins van Oranje Stoomboot Maatschappij Nederland
1872-1873 stoomb. Koningin der Nederlanden idem
1874-1877 stoomb. Prins Hendrik idem
1878-1880 stoomb. Prins Hendrik Stoomvaart Maatschappij Nederland
1881-1883 stoomb. Prins Alexander idem
1884-1896 geen opgave van schip en boekhouder
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein M.C.Braat met vlagnummer R186 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
-
1864 t/m 1866 brik “Jan van Galen” 194 last varend voor C.Balguerie & Zoon te Rotterdam
-
1867 brik “Jan van Galen” 194 last varend voor E.&S.&C. St.Martin & Co te Rotterdam
Bouma025 vermeldt M.C.Braat als gezagvoerder gedurende:
-
1858 t/m 1864 van de schbrik “Willemina”, gebouwd in 1857 te Slikkerveer, 195 ton o.m., varend voor de Vletter & Co te Rotterdam;
-
1865 t/m 1866 van de brik “Jan van Galen”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 366 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;
-
1867 t/m 1868 van hetzelfde schip maar nu varend voor E.& S.& C.St.Martin & Co te Rotterdam
-
1869 t/m 1871 van het 3/m ijzeren schroefstoomschip “Ary Scheffer”, gebouwd in 1857 te Glasgow, 408 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;
-
1872 op het ijzeren schroefstoomschip “Prins van Oranje”, gebouwd in 1871 te Glasgow, 1829 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”(1870) te Amsterdam;
-
1873 t/m 1874 op het schroefstoomschip “Koning der Nederlanden”, gebouwd in 1872 te Glasgow, 3500 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland te Amsterdam;
-
1875 t/m 1881 op het schroefstoomschip “Prins Hendrik”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;
-
1882 t/m 1884 op het ijzeren stoomschroefschip “Prins Alexander”, gebouwd in 1881 te Glasgow, 3025 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
“Het was … de Prins van Oranje die op 10 september 1871 als eerste SNM-schip Batavia bereikte, na een reis van 40 dagen. Op de terugreis kreeg dit schip evenwel averij aan de schroef.”
Uit: p.13 in “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.
“Van 14-17 april (1875) sleepte de Prins Hendrik (II) in de Middellandse Zee, de Borneo, in charter van de Stoomvaart Maatschappij ‘Java”, over een afstand van 280 mijl naar La Valetta. De Borneo had ernstige machineschade; tijdens de sleep braken in stormweer ook nog de trossen.”
Uit: p.14 in “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.
“De Prinses Amalia kreeg op de vijfde uitreis, vier uur na het verlaten van Suez op 7 april 1876, een gebroken krukas. Het schip werd teruggesleept naar Suez door het stoomschip Mandalay, maar kon daar niet worden gerepareerd. De lading ging uiteindelijk met de gecharterde Larington door naar Batavia. Het voor Indië bestemde landmachtdetachement aan boord vervolgde de overtocht met het SNM-schip Prins Hendrik (II) en het marinedetachement met het oorlogsschip Prins Hendrik der Nederlanden; de overige passagiers gingen verder met de Drenthe, de Prins Hendrik en een Franse mailboot. De Engelse sleper Anglia bracht de Pinses Amalia naar de Elder-werf in Port Glasgow.”
Uit: p. 13 “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.
“De Prins Hendrik (II) nam op 8 oktober 1880 van het bij Socotra gestrande schip Asia de onbeschadigde lading over. Toen het niet lukte dit schip af te slepen werden 2 dagen later de 24 schipbreukelingen aan boord genomen en op 24 oktober overgedaan aan het Nederlandse marineschip Zr. Ms. Madura, dat ze vervolgens naar Point de Galle op Ceylon bracht.”
Uit: p. 14 “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.
M.C.Braat verzorgde vanuit Nieuwediep transporten van landmachtmilitairen naar Batavia met de “Koning der Nederlanden op de volgende reizen065*:
-
Vertrek 11 december 1872. Aankomst 20 januari 1873 na 40 dagen. 3 officieren en 60 manschappen.
-
Vertrek 27 september 1873. Aankomst 03 november 1873 na 37 dagen. 7 officieren en 300 manschappen.
Hij vervoerde detachementen vanuit Nieuwediep met de “Prind Hendrik” op de volgende reizen:
M.C.Braat transporteerde vanuit Nieuwediep met de “Prins Hendrik” een aantal detachementen van landmachtmilitairen naar Batavia tijdens de volgende reizen:065*
-
Vertrek 12 december 1874. Aankomst 20 januari 1875 na 39 dagen. 1 officier en 76 manschappen.
-
Vertrek 16 mei 1875. Aankomst 22 juni 1875 na 37 dagen. 2 officieren en 75 manschappen.
-
Vertrek 30 oktober 1875. Aankomst 11 december 1875 na 42 dagen. 6 officieren en 250 manschappen. In Port Said werden 3 deserteurs aan boord genomen.
-
Vertrek 15 april 1876. Aankomst 26 mei 1876 na 41 dagen. 7 officieren en 158 manschappen.
-
Vertrek 02 september 1876. Aankomst 19 oktober 1876 na 47 dagen. 6 officieren en 105 manschappen. Bij aankomst ontbreekt 1 officier zonder opgaaf van redenen.
-
Vertrek 24 februari 1877. Aankomst 06 april 1877 na 41 dagen. 4 officieren en 105 manschappen.
-
Vertrek 21 juli 1877. Aankomst 30 augustus 1877 na 40 dagen. 5 officieren en 160 manschappen.
-
Vertrek 24 november 1877. Aankomst 05 januari 1878 na 42 dagen. 9 officieren en 106 manschappen.
-
Vertrek 20 april 1878. Aankomst 30 mei 1878 na 40 dagen. 3 officieren en 106 manschappen.
-
Vertrek 14 september 1878. Aankomst 26 oktober 1878 na 42 dagen. 6 officieren en 106 manschappen.
Hierna is de vertrekplaats Amsterdam
-
Vertrek 06 december 1879. Aankomst 18 januari 1880 na 43 dagen. 4 officieren en 65 manschappen.
-
Vertrek 24 april 1880. Aankomst 03 juni 1880 na 40 dagen. 3 officieren en 54 manschappen.
-
Vertrek 11 september 1880. Aankomst 25 oktober 1880 na 44 dagen. 2 officieren en 54 manschappen.
-
Vertrek 29 januari 1881. Aankomst 15 maart 1881 na 45 dagen. 3 officieren en 106 manschappen.
Hij vervoerde vanuit Amsterdam transporten met de “Prins Alexander tijden de volgende reizen:
-
Vertrek 11 maart 1882. Aankomst 20 april 1882 na 40 dagen. 4 officieren en 108 manschappen.
-
Vertrek 22 juli 1882. Aankomst 29 augustus 1882 na 41 dagen. 2 officieren en 43 manschappen.
-
Vertrek 25 november 1882. Aankomst 06 januari 1883 na 42 dagen. 3 officieren en 33 manschappen.
Vanuit Rotterdam op:
-
Vertrek 21 april 1883. Aankomst 29 juni 1883 na 69 dagen. 2 officieren en 32 manschappen.
Weer vanuit Amsterdam:
-
Vertrek 14 juni 1884. Aankomst 26 juli 1884 na 42 dagen. 2 offcieren en 63 manschappen.
-
Vertrek 29 oktober 1884. Aankomst 07 december 1884 na 39 dagen. 3 officieren en 33 manschappen.
Familiegegevens en opleiding
Ernst Willem Fabritius werd geboren op 28 september 1832 te Alkmaar als zoon van de Nederlands Hervormde Ernst Willem Fabritius en Jacoba Merck. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Mauritsstraat Wijk 15 nr. 12 (nieuw nr. 67). Hij vertrok op 02 mei 1872 naar Den Helder en behaalde op 26 november /03 december 1859 het diploma voor 1e stuurman op de grote vaart, en had daarbij kennis van het stoomwerktuig en de besturing van een stoomschip.
Hij huwde op 13 juni 1866 te Rotterdam met Maria Philomena Elizabeth Quekel, geboren 08 september 1837 te ’s Hertogenbosch als dochter van de Rooms-Katholieke Andrea Quekel, schoenmaker, en Maria Elisabeth Rijswijk005
Er wordt gesproken over de resultaten aan de zeevaartschool in Rotterdam tussen 1860-1865. “De behaalde diploma’s in de stuurmanskunst hadden overigens vooral betrekking op de zeilvaart. De stoomvaart had nauwelijks belangstelling. Alleen de uit Alkmaar afkomstige kapitein Ernst Willem Fabritius had kennis van het stoomwerktuig en de besturing van een stoomschip”005.
Op 20 nov. 1881 te Haarlem overleed op bijna 14-jarige leeftijd de oudste dochter Jacoba Maria Elisabeth, na een hevige ziekte.
Na zijn varend bestaan werd E.W. Fabritius bij Koninklijk Besluit van 28 maart 1884 per 1 april aangesteld als Commissaris van het Loodswezen te Terschelling en werd met ingang van 1 april 1886 in dezelfde functie aangenomen te Vlissingen. Hij heeft op deze standplaats slechts 6 maanden gewerkt, want hij overleed na een kortstondige ziekte op 29 oktober 1886 en werd begraven op de algemene begraafplaats te Vlissingen.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.W.Fabritius was met vlagnummer R138 van 1865 t/m 1870 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Hij voerde dus wèl de collegevlag, maar had geen recht op financiële tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein E.W.Fabritius met vlagnummer R138 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1864 t/m 1867 van de bark “G.K. Graaf van Hogendorp” 399 last voor Hartog & Glazener te Rotterdam
Bouma025 vermeldt E.W.Fabritius als gezagvoerder gedurende:
* 1862 van de brik “St.George de la Mina”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 188 ton o.m., varend voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam;
* 1864 t/m 1871 van de bark “Gijsbert Karel van Hoogendorp”, gebouwd in 1864 te Lekkerkerk, 756 ton o.m., varend voor Hartog & Glazener te Rotterdam;
* 1873 van het ijzeren schroefstoomschip “Prins van Oranje”, gebouwd in 1871 te Glasgow, 1829 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”(1870) te Amsterdam;
* 1875 t/m 1881 op het schroefstoomschip “Prinses Amalia”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3495 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” (1870) te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
E.W.Fabritius vertrok per 05 oktober 1872 van Nieuwediep met de “Prins van Oranje” en een detachement van 3 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 12 november 1872 na een reis van 38 dagen.
Hij vertrok per 06 maart 1873 van Nieuwediep met de “Prins van Oranje” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 18 april 1873 na een reis van 43 dagen065.
Hij vertrok op 05 augustus 1873 van Nieuwediep met de “Prins van Oranje” en een detachement van 3 officieren en 300 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 september 1873 na een reis van 42 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden065*.
E.W.Fabritius transporteerde met de “Prinses Amalia” vanuit Nieuwediep de volgende militaire detachementen naar Batavia065*:
* Vertrek 17 juni 1874. Aankomst 31 juli 1874 na 44 dagen. 5 officieren en 151 manschappen.
* Vertrek 21 november 1874. Aankomst 10 januari 1875 na 50 dagen. 3 officieren en 150 manschappen. Onderweg werd 1 manschap vermist.
* Vertrek 02 mei 1875. Aankomst 14 juni 1875 na 43 dagen. 5 officieren en 125 manschappen.
* Vertrek 03 oktober 1875. Aankomst 19 november 1875 na 47 dagen. 8 officieren en 555 manschappen. In Port Said werden 3 deserteurs van de “Hampton” en 1 van de “Conrad” aan boord genomen. In Batavia ontbraken 10 manschappen zonder opgaaf van redenen.
* Vertrek 18 maart 1876. Aankomst 26 mei 1876 na 69 dagen. 9 officieren en 158 manschappen.
* Vertrek 18 oktober 1876. Aankomst 10 december 1876 na 43 dagen. Onderweg zijn 3 manschappen gedeserteerd.
(Bossenbroek065 vermeldt op p. 70/71
“Uit het inschepingsregister en de litteratuur zijn mij veertien meer of minder ernstige gevallen van muiterij of pogingen daartoe bekend, die zich in deze periode tijdens het vervoer van koloniale soldaten naar Indië hebben voorgedaan. Ze vonden plaats aan boord van de …Prinses Amalia …”. De muiterij vond plaats in het Suez-kanaal. In een “… vechtpartij met den sabel” waren de muiters … er niet malsch afgekomen; sabelhouwen op het hoofd, en een twee ribben stuk” waren het resultaat”. … “Voor de muiterij op de Prinses Amalia werden ‘speciaal Franschen en Belgen’ verantwoordelijk gesteld065)
* Vertrek 07 april 1877. Aanlomst 19 mei 1877 na 42 dagen. 5 officieren en 260 manschappen. Onderweg was 1 manschap overleden.
* Vertrek 01 september 1877. Aankomst 15 oktober 1877 na 44 dagen.
* Vertrek 26 januari 1878. Aankomst 10 maart 1878 na 43 dagen. Onderweg ontbrak 1 manschap zonder opgaaf van reden.
Hierna waren de vertrekdata vanaf Amsterdam.
* Vertrek 30 augustus 1879. Aankomst 09 oktober 1879 na 40 dagen. 5 officieren en 60 manschappen.
* Vertrek 18 januari 1880. Aankomst 04 maart 1880 na 46 dagen. 3 officieren en 63 manschappen.
* Vertrek 05 juni 1880. Aankomst 19 juli 1880 na 44 dagen. 3 officieren en 54 manschappen.
* Vertrek 23 oktober 1880. Aankomst 08 december 1880 na 46 dagen. 2 officieren en 54 manschappen.
* Vertrek 12 maart 1881. Aankomst 08 mei 1881 na 57 dagen. 3 officieren en 50 manschappen. In het Suez-kanaal is het detachement overgegaan aan boord van de “Prinses Marie”.
In de Harlinger Courant dd 13 december 1874 staat het volgende bericht096:
“Het stoomschip Prinses Amalia, kapt. Fabritius, van Nieuwediep naar Batavia, is den 9 dezer des ochtends te Port-Saïd aangekomen.”
“De Prinses Amalia kreeg op de vijfde uitreis, vier uur na het verlaten van Suez op 7 april 1876, een gebroken krukas. Het schip werd teruggesleept naar Suez door het stoomschip Mandalay, maar kon daar niet worden gerepareerd. De lading ging uiteindelijk met de gecharterde Larington door naar Batavia. Het voor Indië bestemde landmachtdetachement aan boord vervolgde de overtocht met het SNM-schip Prins Hendrik (II) en het marinedetachement met het oorlogsschip Prins Hendrik der Nederlanden; de overige passagiers gingen verder met de Drenthe, de Prins Hendrik en een Franse mailboot. De Engelse sleper Anglia bracht de Pinses Amalia naar de Elder-werf in Port Glasgow.”
Uit: p.13 “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.
“Op 28 juni 1880 deed de Prinses Amalia een poging de Venetia van P&O vlot te trekken, die aan de grond was gelopen bij het eiland Jebel Zukar in dce Rode Zee. Nadat de trossen verscheidene malen waren gebroken, nam het SMN-schip ten slotte de pasagiers en mails over en bracht die naar Aden.”
Uit: p.14 “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.
“De Prinses Amalia kwam in maart 1881 tijdens haar zeventiende uitreis, opnieuw na het vertrek uit Suez, in aanvaring met drijvend wrakhout, waardoor de schroefas en de roersteven werden beschadigd. Het schip werd door het stoomschip Kamtschatka teruggesleept naar Suez.”
Uit: p.13 “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.
of T.J. Aukes?
Familiegegevens en opleiding
Op het Stadsarchief te Amsterdam geen huwelijk gevonden in de periode 1863-1882.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt F.J.Aukes als gezagvoerder gedurende:
* 1874 t/m 1877 van het ijzeren schroefstoomschip “Prins van Oranje”, gebouwd in 1871 te Glasgow, 1829 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”(1870) te Amsterdam
* 1878 t/m 1881 van het ijzeren schroefstoomschip “Voorwaarts”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;
* 1882 t/m 1883 van het schroefstoomschip “C.Fellinger” ex Mercedes, gebouwd in 1879 te Sunderland, 2013 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Insulinde”, Meyer & Insinger te Amsterdam;
* 1884 van het schroefstoomschip “Nederland en Oranje”, gebouwd in 1883 te Amsterdam, 2205 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Insulinde” te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
F.J.Aukes vertrok vanuit Nieuwediep met de “Prins van Oranje” en een detachement landmachtmilitairen naar Batavia op de volgende reizen065*:
* Vertrek 17 januari 1874. Aankomst 06 maart 1874 na 48 dagen. 3 officieren en 125 manschappen.
* Vertrek 07 augustus 1875. Aankomst 19 september 1875 na 43 dagen. 4 officieren en 275 manschappen.
* Vertrek 25 december 1875. Aankomst 05 februari 1876 na 42 dagen. 10 officieren en 210 manschappen. Onderweg was 1 manschap overleden en waren 2 gedeserteerd.
* Vertrek 10 juni 1876. Aankomst 23 juli 1876 na 43 dagen. 5 officieren en 212 manschappen. 6 Italiaanse en 1 Zuid-Amerikaans manschap waren in Port Said gedeserteerd.
* Vertrek 25 november 1876. Aankomst 10 januari 1877 na 46 dagen. 6 officieren en 183 manschappen.
* Vertrek 28 april 1877. Aankomst 08 juni 1877 na 41 dagen. 5 officieren en 158 manschappen.
* Vertrek 22 september 1877. Aankomst 03 november 1877 na 42 dagen. 8 officieren en 133 manschappen.
F.J.Aukes vertrok vanuit Nieuwediep met de “Voorwaarts” en een detachement landmachtmilitairen naar Batavia op de volgende reizen065*.:
* Vertrek 09 maart 1878. Aankomst 21 april 1878 na 43 dagen. 3 officieren en 158 manschappen.
Hierna was de vertrekhaven steeds Amsterdam
* Vertrek 21 juni 1879. Aankomst 01 augustus 1879 na 40 dagen. 4 officieren en 80 manschappen.
* Vertrek 08 november 1879. Aankomst 20 december 1879 na 42 dagen. 5 officieren en 90 manschappen.
* Vertrek 13 maart 1880. Aankomst 26 april 1880 na 44 dagen. 4 officieren en 63 manschappen.
* Vertrek 18 december 1880. Aankomst 31 januari 1881 na 44 dagen. 2 officieren en 64 manschappen.
* Vertrek 07 mei 1881. Aankomst 10 juni 1881 na 34 dagen. 3 officieren en 44 manschappen.
* Vertrek 13 september 1881. Aankomst 22 oktober 1881 na 39 dagen. 2 officieren en 55 manschappen.
NRC-Handelsblad 30 mie 2003, ingezonden brief door Joop Kooiman te Harderwijk:
“ … Dichter/deserteur Rimbaus (d.i. Arthur Rimbaud) verbleef van 18 mei tot 10 juni 1876 in Harderwijk voor een opleiding in het Koloniaal Werfdepot. Hij werd op 10 juni in Den Helder ingescheept voor een reis naar de Oost. …
Blijkens Bossenbroek 065* voer hij dus met het stoomschip “Prins van Oranje” onder kapitein F.J.Aukes.
“De Voorwaarts werd tijdens de uitreis op 23 mei 1878 bij Penang aangevaren door de Khedive van P&O, waarbij aan bakboord een scheur tot onder de waterlijn ontstond. Al pompend zette de kapitein het schip na een uur aan de wal en konden de passagiers debarkeren. Het gat werd voorlopig gedicht, het schip vlotgetrokken en gerepareerd in het droogdok van Singapore.”
Uit: “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.
In het tijdschrift “De Zee”, Jg.1, 1879 p.165-1869 en 419-428 staat de behandeling van een vonnis door het Engels hooggerechtshof, Admiraliteitszaken omtrent de aanvaring op de hoogte van Moeka Head, eiland Penang, tussen het schroefstoomschip de “Voorwaarts” en het engelse schip de “Khedive”. De “Voorwaarts” had aan boord 83 bemanningsleden en 150 passagiers. Bij de aanvaring werd het schip zo sterk beschadigd dat het op het strand werd gezet om niet te zinken. Bij de getuigenverklaringen kwamen aan het woord de 1e officier Rademaker, de 2e officier Eversdijk en de 3e officier Perk.
Het hof kwam tot de uitspraak dat beide schepen “berispelijk”(both to blame) waren, vanwege onvoldoende uitkijk. Bovendien hadden ze beiden voldoende tijd gehad om vaart te minderen en te stoppen.
In de Scheepstijdingen van de Harlinger Courant dd 28 mei 1878 staat het volgende bericht096:
“Amsterdam 24 Mei. Volgens telegram van heden uit Penang, is het Nedl. stoomschip Voorwaarts nabij die plaats in aanvaring geweest met het stoomschip Khedive waardoor de Voorwaarts tot de waterlijn werd ingeloopen en op strand moest worden gezet. Passagiers en mail zijn gered, doch het schip zal waarschijnlijk verloren zijn.”
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Simon Berkelbach van der Sprenkel werd met nr.932 effectief lid van Zeemanshoop per 26 juli 1853 op voorspraak van H.P.Cruijs. Als zijn schip is opgegeven de “Wildeman”002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 10/29 juli 1853 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Simon Berkelbach van den Sprenkel, leeftijd niet genoemd, ‘zullende voeren het in aanbouw zijnde Brikschip Prinses Amelia voor rekening van den Heer M.C.Lapidoth.”, op voordracht van kapitein H.P.Cruijs. Hij kreeg vlagnummer 932023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
932 1853 brik Wildeman M.C.Lapidoth
538 1854-1855 brik Wildeman idem
1856-1860 fregat Dionysia Catharina P.C.de Gijselaar
Bouma025 vermeldt S.Berkelbach van der Sprenkel als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1856 op de brik “Wildeman”, op 18 augustus 1853 op de werf Hollandia van Blok & Matthijsen te Amsterdam van stapel gelopen023, , 325 ton o.m., varend voor M.C.Lapidoth te Amsterdam;
* 1857 t/m 1863 op het fregat “Dionysia Catharina”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 824 ton o.m., varend voor P.C.de Gijselaar & A.Hulsen te Amsterdam;
* Bij de “Prinses Amelie” (gebouwd in 1854 te Amsterdam, 320 ton o.m., varend voor M.C.Lapidoth te Amsterdam) vermeldt Bouma als eerste kapitein W.Groeneveld.
Vertrek en aankomst van schepen in Amsterdam093
Naam Kapitein Naam van het Schip Vertrek Aankomst
J.W.Berkelbach van der Sprenkel Dionysia Catharin 06 maart 1860 23 mei 1861
Dionysia Catharina 27 november 1861 geen vermelding
Dionysia Catharina 11 oktober 1864 11 januari 1866
Dionysia Catharina 18 mei 1866 31 januari 1868
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Lodewijk werd geboren op 24.10.1842 te Bennebroek als z.v. Willem Wouter Wakker en Cornelia Rijfkogel.
Lodewijk overleed op 09.11.1885 te Padang (West Sumatra) en was toen gezagvoerder van het s.s. SUMATRA van de S.M.N.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 22/29 juni 1884 wordt als honorair lid voorgesteld/benoemd L.Wakker, kapitein van de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”, wonende te Heemstede, op voordracht van A.T.Wolters.023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt L.Wakker als gezagvoerder gedurende:
* 1883 op het ijzeren schroefstoomschip “Prins van Oranje”, gebouwd in 1871 te Glasgow, 1829 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland te Amsterdam;
* 1885 op het ijzeren schroefstoomschip “Sumatra”, gebouwd in 1882 te Glasgow, 2610 ton .m., varend voor de Stoomboot Maatschappij “Nederland” te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
L.Wakker verzorgde een troepentransport van Landmachtmilitairen vanuit Amsterdam naar Batavia met de “Sumatra” van 09 september 1885 t/m 25 oktober 1885 in 46 dage. het betrof 2 officieren en 27 manschappen065*. (ik houd er rekening mee dat niet L.Wakker maar P.F.Heemskerk de gezagvoerder was.)??
Familiegegevens en opleiding
Gerrit van der Woude werd geboren te Haarlem op 20 november 1844.
Hij huwde met Johanna Henriëtte Catharina Meijer.
Hij overleed op 18 februari 1893 op 43o8’NB/09o40’WL als gezagvoerder van het ss “Prins Alexander”. (Gemeentearchief te Amsterdam)
Gegevens van Ir. H.R. van der Woude te Zuidlaren, 2006.
Porvinciale Groninger Courant 27 februari 1893
Kaap Carveiro, 19 februari. Van boord van het stoomschip PRINS ALEXANDER werd geseind, dat de gezagvoerder overleden was en dat het lijk werd meegenomen naar Genua.
Provinciale Groninger Courant 27 februari 1893
Genua, 25 februari. Het lijk van de heer Van der Woude, in leven gezagvoerder van de PRINS ALEXANDER van de Stoomvaart Maatschappij Nederland, die in de Golf van Biscaye is overleden, werd door de gehele bemanning en de passagiers plechtig begraven.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.A.van der Woude werd met vlagnummer 923 per 02 september 1884 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop002a.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop dd 26 augustus/02 september 1884 staat vermeld dat is voorgedragen/benoemd als lid voor de vlag G.A. van der Woude, kommandant van het stoomschip “Prins van Oranje”, wonende in de Commelinstraat 33 te Amsterdam, op voordracht van kapitein M.C.Braat.023.
G.A.van der Woude was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1884 t/m 1893 met vlagnummer 923.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 02 maart 1893 wordt het overlijden gemeld van kapitein G.A. van der Woude.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 07 maart 1895 worden medailles toegekend inzake ingeleverde kompasjournalen uit 1892/93 en wel een gouden medaille voor kapitein J.Vernes van het ss. “Koningin Wilhelmina”, de zilveren medaille voor kapitein A.Roggeveen van het ss “Rotterdam” en de bronzen medaille voor kapitein G.A. van der Woude van het ss “Prins van Oranje”.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 04 april 1895 bedankt de wed. G.A. van der Woude voor de toegekende medaille.042
In de Bijlagen van de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 april 1890 worden de beoordelingen bekendgemaakt van de scheepsjournalen uit 1888/89. De gouden medaille is toegekend aan kapitein C.Drooglever Fortuijn van het ss “Sumatra”, de zilveren medaille aan kapitein W.P.Harten van het ss “Prinses Amalia” en de bronzen medaille aan kapitein D.H.Hinlopen van het ss “Pollux”. Voorts wordt in het rapport opgemerkt dat er is overwogen het aantal medailles uit te breiden, maar dat daarvan is afgezien omdat daardoor de waarde van de medailletoekenning zou afnemen. Toch wordt opgemerkt dat er sprake was van uitmuntende verslagen van kapitein C.Koning van het ss “Voorwaarts” en H.Sluiter van het ss “Prins Maurits” en van zeer goede verslagen van H.H.Bart van de bark “Ardjoeno”, A.G.Mörzer Bruijns van het ss “Burgemeester den Tex” en G.A. van der Woude van het ss “Prins van Oranje” 042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 06 april 1893 staat de mededeling door de weduwe G.A. van der Woude inzake het overlijden van haar echtgenoot.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 13 juni 1895 wordt verslag gedaan van de uitreiking van de medailles voor gehouden kompasjournalen in de periode 1892/1893. Er is goud voor kapitein J.Vernes, zilver voor de (uitlandige) kapitein A.Roggeveen en brons voor de (inmiddels overleden) kapitein G.A. van der Woude. In de notulen dd 04 juli 1895 wordt een bedankbrief van de weduwe vermeld.023.
G.A.v.d.Woude was van 1886-1893 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
923 1884-1892 stoomsch. Prins van Oranje Stoomv.Maatsch.Nederland
G.A.van der Woude was in 1883 kapitein van het ijzeren schroefstoomschip en als barkentijn getuigde “Prins Frederik”, gebouwd in 1882, 3041 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam25 en 052.
Bouma025 vermeldt G.A. van der Woude als gezagvoerder gedurende:
* 1884 t/m 1885 van het ijzeren schroefstoomschip “Prins van Oranje”, gebouwd in 1871 te Glasgow, 1829 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”(1870) te Amsterdam.
* een commando over de “Prins Alexander” (schroefstoomschip van ijzer, Glasgow 1881 bij J.Elder & Co, 3025) wordt niet door Bouma genoemd.
Overige bijzonderheden
In het tijdschrift “De Zee” Jg.1895, p.185 wordt het Verslag van de Commissie ter Beoordeling van Kompasjournalen” vermeld waarin wordt gemeld dat de bronzen medaille is toegekend aan G.A. van der Woude, gezagvoerder van het ss. “Prins van Oranje”, “die, helaas! door den dood plotseling uit zijn nuttigen werkkring werd weggenomen.”
G.A.van der Woude vervoerde met de “Prins van Oranje” detachementen met landmachtofficieren vanuit Rotterdam/Amsterdam naar Batavia op de volgende reizen065*:
Vanuit Rotterdam op:
* Vertrek 17 november 1883. Aankomst 20 december 1883 na 43 dagen. 3 officieren en 32 manschappen.
En vanuit Amsterdam op:
* Vertrek 12 april 1884. Aankomst 27 mei 1884 na 45 dagen. 2 officieren en 79 manschappen
* Vertrek 06 september 1884. Aankomst 17 oktober 1884 na 41 dagen. 2 officieren en 48 manschappen.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
H.Klein was van 1886-1898 kapitein van het ijzeren schroefstoomschip, barkentijn getuigd, “Prins van Oranje”, gebouwd in 1871 bij John Elder & Co te Glasgow, 3019 brt, varend voor Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam052.
Bouma025 vermeldt H.Klein als gezagvoerder gedurende:
* 1886 t/m 1898 van het ijzeren schroefstoomschip “Prins van Oranje”, gebouwd in 1871 te Glasgow, 1829 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”(1870) te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
H.Klein verzorgde vanuit Amsterdam transporten van landmachtmilitairen naar Batavia met de “Prins van Oranje” tijdens de volgende reizen:
* Vertrek 28 april 1884. Aankomst 11 juni 1886 na 44 dagen. 3 officieren en 74 manschappen.
* Vertrek 22 september 1886. Aankomst 04 november 1886 na 43 dagen. 3 officieren en 100 manschappen.
* Vertrek 05 februari 1887. Aankomst 19 maart 1887 na 42 dagen. 2 officieren en 32 manschappen.
* Vertrek 14 april 1888. Aankomst 27 mei 1888 na 43 dagen. 2 officieren en 38 manschappen. Bij aankomst zijn er 2 man méér aan boord zonder vermelding van herkomst.
* Vertrek 29 maart 1890. Aankomst 09 mei 1890 na 41 dagen. 3 officieren en 74 manschappen.
* Vertrek 05 december 1891. Aankomst 18 januari 1892 na 44 dagen. 2 officieren en 32 manschappen. Bij aankomst ontbreekt 1 officier zonder opgave van redenen.
* Vertrek 07 mei 1892. Aankomst 14 juni 1892 na 38 dagen. 2 officieren en 54 manschappen.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 en de Staat der Nederlandscche Zeemacht en Koopvaardij vermeldt G.Visser als gezagvoerder gedurende:
* 1899 van het ijzeren schroefstoomschip, barkentijn getuigd, “Prins van Oranje”, gebouwd in 1871 bij John Elder & Co te Glasgow, 3019 brt, varend voor de Stoomvaartmaatschappij “Nederland” te Amsterdam; zie ook 052
* 1900 en later van het schroefstoomschip “Bali”, gebouwd in 1899 te Greenock, 3389 ton n.m., varend voor de Stoomvaartmaatschappij “Nederland” te Amsterdam;
* 1906-1907 van het stalen stoomschip “Koninging Regentes”, gebouwd in 1894 bij Caird & Co te Greenock, 3673 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”;
* 1908 t/m 1911 van het stalen stoomschip “Vondel”, gebouwd in 1907, bruto/netto 5847/3713 ton, varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Hendrik Jan is geboren op 21 nov. 1860 te Sappemeer als z.v. Berend Potjer (koopvaardijschipper) en Anna Maria Benes.
Hendrik Jan (32) (zeeman) trouwde op 23 aug. 1893 te Veendam met Engelina Hinderika Venema (28) – geb. te Veendam – d.v. Pieter Venema (bakker) en Harmanna Hut.
Hendrik Jan overleed op 13 jan. 1940 te ’s-Gravenhage (79).
E.H. Venema overleed op 15.01.1956 te Haarlem (91).
De schepen van de kapitein
* 1897 – 19.. van het s.s. PRINS HENDRIK
* 1900 – 1900 van het s.s. PRINS VAN ORANJE
* 07/1900 – 1902 van het s.s. PRINSES AMALIA
* 1902 – 19.. van het s.s. KONINGIN REGENTES
Overige bijzonderheden
Gezagvoerder bij de S.M.N
NNO 02-06-1900
Zoals men zich zal herinneren heeft in 't midden van Januari ongerustheid geheerst omtrent het lot van het stoomschip „Prins van Oranje," van de Stoomvaart Mij. „Nederland," dat niet op de bepaalde tijd te Padang was aangekomen. Later dat het schip op 1 Januari de schroefas had gebroken en 14 dagen hopeloos ronddreef, in welke staat het schip door de „Prinses Sophie," van dezelfde maatschappij, werd gevonden en te Padang binnengesleept. Den 4e januari hadden zich vrijwilligers aangeboden om in een goed bemande sloep naar Padang te gaan, of naar een sneller te bereiken gelegenheid, om hulp te halen. Wel is waar had de poging van de sloepbemanning geen succes, doch de kloeke daad verdiende zeker hogelijk bewondering en waardering. De directie van de Maatschappij had, nu 't stoomschip weer behouden in Amsterdam is teruggekeerd, gisterenochtend die met de kapitein van de „Prins van Oranje," de heer L. Potjer, genodigd samen te komen op het achterschip. De bemanning had bestaan uit de 2e-officier H. Smitt, de 3e-ofücier H. Harms, de 2e machinist T. Zuidema, de 3e-machinist J. Ages, de bootsman C.G.H. Kelpin, de matrozen C. Kort en A.W. Reekers. Toen zij allen daar stonden in tegenwoordigheid van de directeuren der Maatschappij, de heren J. Boissevain, J.P. Tegelberg en L.P.D. Op ten Noort, enige ambtenaren, van de Maatschappij en de bemanning van het schip, sprak de heer Boissevain als volgt: „Kapitein Potjer, heren officieren en manschappen van de „Prins van Oranje, ik heet u van harte welkom in het vaderland, na een reis, die niet zonder gevaren is afgelegd. Niet alleen wij, doch ook uw familiebetrekkingen verheugen zich dat gij allen behouden tot ons zijt teruggekeerd. Nooit vergeten wij de dag toen een onzer directeuren met beproefde zeelui op de kaart nagingen, waar de „Prins van Oranje," nadat de tijding gekomen was dat het schip werd vermist, zou zijn te vinden en het telegram werd verzonden om het schip te zoeken. God zij dank, gij zijt gevonden en behouden! Maar wat is er ondertussen aan boord gebeurd? Ook daar gingen dezelfde gevoelens om als bij ons en werd besproken wat gedaan moest worden om hulp te zoeken. Daartoe moest men vrijwilligers hebben, want kapitein Potjer begreep terecht, dat een zo hachelijke taak, zelfs in een zeewaardige boot, alleen aan vrijwilligers mocht worden toevertrouwd. Velen boden zich aan, meer dan nodig waren. Gij werd aangewezen tot de eervolle taak, Smitt, Harms, Zuidema, Ages, Kelpin, Kort en Reekers. Wij hebben uw daad zeer gewaardeerd; gij hebt daarmee weer het bewijs geleverd, dat in tijd van gevaar jong Nederland op zijn post weet te zijn. (Luide hoera's). Het is daarom dat wij de sloepbemanning een herinnering wensen aan te bieden aan haar kloeke daad." Namens de directie bood spreker aan de genoemde leden van de bemanning aan een fraaie oorkonde, waarbij voor de vier eerstgenoemden was gevoegd een gouden horloge met inscriptie, voor de laatste drie een enveloppe, waarvan zij de inhoud naar welgevallen zouden kunnen besteden. Namens de bemanning dankte de heer Smitt. „Namens de sloepbemanning," zeide hij, „dank ik de directie zeer. Het is ons een voorrecht te mogen dienen onder een directie, die zo zeer een goede daad weet te waarderen en te belonen, ook al is onze poging zonder resultaat gebleven. Weest overtuigd, dat wij alles zullen doen om in de verdere dienst uw tevredenheid te blijven verdienen." (Daverende hoera’s.)
Onderstaande gegevens zijn van de heer S. Parma.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Geen
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 maart 1904 staat de uitslag van de wedstrijd beste kompasjournalen dd 1900/1901 met als uitslag: de gouden medaille voor S.Fenenga van het ss “Soembawa”, de zilveren medaille voor W. van der Schoon de Boer van het ss “Zeeburg” en de bronzen medaille door H.J.Potjer van het ss “Prinses Amalia”. Het betreft hier de laatste wedstrijd over kompasjournalen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.J.Potjer als gezagvoerder gedurende:
* 1900 van het ijzeren schroefstoomschip “Prins van Oranje”, gebouwd in 1871 bij John Elder & Co te Glasgow, 1829 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”(1870) te Amsterdam. Het schip werd in 1900 verkocht naar Genua en herdoopt in “Maria”.
Overige bijzonderheden
Geen
|