Inloggen
PRINSES AMALIA - ID 8320


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1874-06-00 / 1906-10-28 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1874
Categorie: Passenger-/cargo vessel
Voorstuwing: Steamship
Type: Vracht-/passagiersschip
Type Dek: Spar deck
Masten: Three masts
Rig: Several auxiliary sails.
Material Hull: Iron
Dekken: 3
Construction Data

Scheepsbouwer: John Elder & Co., Glasgow, Great Britain
Werfnummer: 166
Delivery Date: 1874-03-00
Technical Data

Engine Manufacturer: John Elder & Co., Glasgow, Great Britain
Motor Type: Steam, Compound
Number of Cylinders: 2
Power: 1600
Power Unit: IHP (IPK)
Eng. additional info: Boilers: 2 double ended scotch boilers, 6 furnaces each. Engine: Bunkers: 905 tons of coal / consumption 33 tons/day.
Speed in knots: 11
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 3480.00 Gross tonnage
Net Tonnage 2: 2638.00 Net tonnage
Deadweight: 3200.00 tons (oude meting)
Bale: 154280 Cubic Feet
 
Length 1: 371.50 Feet (British) Registered
Beam: 39.83 Feet (British) Breadth, moulded
Depth: 22.20 Feet (British) Depth to Main Deck
 
Passengers:
1st 2nd 3rd Steerage Deck Total
84 25 48 48 0 205
Configuration Changes

Datum 00-00-1874
Type: Additional Ship Data
Omschrijving: Ordered: 187?, Contract price: ƒ 1,282,000.-

Het naar prinses Amalia van Saksen-Weimar-Eisenach (1830 - 1872), echtgenote van Prins Hendrik, broer van Koning Willen III, vernoemde schip werd in maart 1874 opgeleverd na een geslaagde proefvaart.

Decks: tween deck, main deck, spar deck.
Depth to spar deck: 30,0'.

Rigging: 2x Fore topmast staysails,
Fore sail, lower- and upper fore topsail,
Main yard, lower- and upper main topsail yard,
Gaffsails and gaff topsails to all masts.

Crew: ??


Datum 00-00-1889
Type: Rebuilt
Omschrijving: Was the first ship in the fleet which was fitted with with electric light.


Datum 00-01-1892
Type: Propulsion/engine changed
Omschrijving: In januari 1892 werd de compound machine vervangen door een 3 cilinder triple-expansie machine met een vermogen van 1.900 ipk., zodat de snelheid kon toenemen tot 11,5 à 12 knoop.

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1874
Datum agenda: 1874-04-29
Register nr: 0
Scheepsnaam: PRINSES AMALIA
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Maats. Nederland, Stoomv.
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Fabritius, E.W.
Opmerkingen: voorlopig
fiat

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1874-06-00 PRINSES AMALIA
Manager: N.V. Stoomvaart Maatschappij 'Nederland', Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. Stoomvaart Maatschappij 'Nederland', Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PQND
Additional info: Sold for £ 8,000.-

Date/Name Ship 1906-10-28 PRINSES AMALIA
Manager: J.J. King & Sons, Liverpool, Great Britain
Eigenaar: J.J. King & Sons, Liverpool, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: Liverpool / Great Britain

Date/Name Ship 1906-11-00 AMALIA
Manager: L. Pittaluga, Italy
Eigenaar: L. Pittaluga, Italy
Shareholder:
Homeport / Flag: Onbekend / Italy
Additional info: Scrapped in January 1907.

Ship Events Data

1876-04-08: Damaged
Rotterdam, 10 april 1876. Volgens ontvangen telegram is het stoomschip PRINSES AMALIA in de avond van 8 april te Suez teruggekomen met schade aan de machine. Het werd gesleept door het stoomschip MANDALAY.
1880-10-25: Collision
IJmuiden, 25 oktober 1880, wordt ons gemeld, dat de PRINSES AMALIA gisteren bij het uitgaan uit het kanaal in aanvaring is gekomen met de sleepboot HERCULES, die passagiers aan boord had.
1881-04-00: Damaged
Amsterdam, 9 april 1881. Het stoomschip PRINSES AMALIA, kapt. Fabritius, kwam gisteren te Suez met gebroken schroefas, gesleept gedurende 91 uren door het stoomschip KAMSCHATKA.
1886-04-29: Grounded
Het stoomschip PRINSES AMALIA, gisteren (opm. 29 april 1886) te IJmuiden van Batavia binnengekomen, is in het Noordzeekanaal voor Westzaan vastgeraakt en was heden nog niet vlot.
1886-09-30: Collision
IJmuiden, 30 september 1886. Het Engelse stoomschip NELLIE WISE, van Amsterdam in ballast naar Newcastle, is bij Buitenhuizen in aanvaring geweest met het Nederlandse stoomschip PRINSES AMALIA
1887-04-11: Damaged
Ismaïla, 11 april 1887. Aan boord van het stoomschip PRINSES AMALIA, van Amsterdam naar Batavia, ontstond de 10e des avonds brand tussen de lading in het achterschip, toen het zich in het Suezkanaal bevond op de hoogte van North Lighthouse.
1889-00-00: History
In 1889 werd op het schip, als eerste van de van de S.M.N.-vloot, elektrische verlichting aangebracht.
1892-02-21: Damaged
Batavia, 23 februari 1892. Het Nederlandse stoomschip PRINSES AMALIA, de 13e februari van Amsterdam vertrokken, is de 21e dezer ten gevolge van onklare machine (opm: een defecte cylinder van de nieuwe machine) te Ferrol binnengelopen. De reparatiën zullen ongeveer vijf dagen vereisen.
1895-04-10: Collision
Londen, 10 april 1895. Het Nederlandse stoomschip PRINSES AMALIA, van Amsterdam naar Batavia via Genua, is volgens telegram uit Ouessant van 10 dezer in aanvaring geweest met het Engelse stoomschip ELMINA
1898-09-30: Damaged
Rotterdam, 30 september 1898. Volgens telegram van Lloyd´s is het Nederlandse stoomschip PRINSES AMALIA, van Batavia naar Amsterdam, met schade aan de stoomketels te Colombo aangekomen.
1906-10-27: History
Er werden 75 rondreizen gemaakt op het traject Amsterdam - Batavia vice versa.
1906-10-28: Sold to foreign country
Na ruim 30 jaar trouwe dienst werd het schip op 28 oktober 1906 voor £ 8000’- verkocht aan J.J. King & Sons te Liverpool, waarna het onmiddellijk werd doorverkocht aan Luigi Pittaluga te Genua.
1907-01-00: Final Fate: Scrapped

Herdoopt als Amalia komt het schip in januari 1907 onder de slopershamer.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Ernst Willem Fabritius werd geboren op 28 september 1832 te Alkmaar als zoon van de Nederlands Hervormde Ernst Willem Fabritius en Jacoba Merck. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Mauritsstraat Wijk 15 nr. 12 (nieuw nr. 67). Hij vertrok op 02 mei 1872 naar Den Helder en behaalde op 26 november /03 december 1859 het diploma voor 1e stuurman op de grote vaart, en had daarbij kennis van het stoomwerktuig en de besturing van een stoomschip.

Hij huwde op 13 juni 1866 te Rotterdam met Maria Philomena Elizabeth Quekel, geboren 08 september 1837 te ’s Hertogenbosch als dochter van de Rooms-Katholieke Andrea Quekel, schoenmaker, en Maria Elisabeth Rijswijk005

 

Er wordt gesproken over de resultaten aan de zeevaartschool in Rotterdam tussen 1860-1865. “De behaalde diploma’s in de stuurmanskunst hadden overigens vooral betrekking op de zeilvaart. De stoomvaart had nauwelijks belangstelling. Alleen de uit Alkmaar afkomstige kapitein Ernst Willem Fabritius had kennis van het stoomwerktuig en de besturing van een stoomschip”005.

 Op 20 nov. 1881 te Haarlem overleed op bijna 14-jarige leeftijd de oudste dochter Jacoba Maria Elisabeth, na een hevige ziekte.

Na zijn varend bestaan werd E.W. Fabritius bij Koninklijk Besluit van 28 maart 1884 per 1 april aangesteld als Commissaris van het Loodswezen te Terschelling en werd met ingang van 1 april 1886 in dezelfde functie aangenomen te Vlissingen. Hij heeft op deze standplaats slechts 6 maanden gewerkt, want hij overleed na een kortstondige ziekte op 29 oktober 1886 en werd begraven op de algemene begraafplaats te Vlissingen.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

E.W.Fabritius was met vlagnummer R138 van 1865 t/m 1870 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Hij voerde dus wèl de collegevlag, maar had geen recht op financiële tegemoetkomingen058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein E.W.Fabritius met vlagnummer R138 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1864 t/m 1867  van de bark “G.K. Graaf van Hogendorp”     399 last  voor  Hartog & Glazener te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt E.W.Fabritius als gezagvoerder gedurende:

*    1862 van de brik “St.George de la Mina”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 188 ton o.m., varend voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam;

*    1864 t/m 1871 van de bark “Gijsbert Karel van Hoogendorp”, gebouwd in 1864 te Lekkerkerk, 756 ton o.m., varend voor Hartog & Glazener te Rotterdam;

*    1873 van het ijzeren schroefstoomschip “Prins van Oranje”, gebouwd in 1871 te Glasgow, 1829 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”(1870) te Amsterdam;

*    1875 t/m 1881 op het schroefstoomschip “Prinses Amalia”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3495 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” (1870) te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

E.W.Fabritius vertrok per 05 oktober 1872 van Nieuwediep met de “Prins van Oranje” en een detachement van 3 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 12 november 1872 na een reis van 38 dagen.

Hij vertrok per 06 maart 1873 van Nieuwediep met de “Prins van Oranje” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 18 april 1873 na een reis van 43 dagen065.

Hij vertrok op 05 augustus 1873 van Nieuwediep met de “Prins van Oranje” en een detachement van 3 officieren en 300 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 september 1873 na een reis van 42 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden065*.

E.W.Fabritius transporteerde met de “Prinses Amalia” vanuit Nieuwediep de volgende militaire detachementen naar Batavia065*:

*    Vertrek 17 juni 1874. Aankomst 31 juli 1874 na 44 dagen. 5 officieren en 151 manschappen.

*    Vertrek 21 november 1874. Aankomst 10 januari 1875 na 50 dagen. 3 officieren en 150 manschappen. Onderweg werd 1 manschap vermist.

*    Vertrek 02 mei 1875. Aankomst 14 juni 1875 na 43 dagen. 5 officieren en 125 manschappen.

*    Vertrek 03 oktober 1875. Aankomst 19 november 1875 na 47 dagen. 8 officieren en 555 manschappen. In Port Said werden 3 deserteurs van de “Hampton” en 1 van de “Conrad” aan boord genomen. In Batavia ontbraken 10 manschappen zonder opgaaf van redenen.

*    Vertrek 18 maart 1876. Aankomst 26 mei 1876 na 69 dagen. 9 officieren en 158 manschappen.

*    Vertrek 18 oktober 1876. Aankomst 10 december 1876 na 43 dagen. Onderweg zijn 3 manschappen gedeserteerd.

      (Bossenbroek065 vermeldt op p. 70/71

      “Uit het inschepingsregister en de litteratuur zijn mij veertien meer of minder ernstige gevallen van muiterij of pogingen daartoe bekend, die zich in deze periode tijdens het vervoer van koloniale soldaten naar Indië hebben voorgedaan. Ze vonden plaats aan boord van de …Prinses Amalia …”. De muiterij vond plaats in het Suez-kanaal. In een “… vechtpartij met den sabel” waren de muiters … er niet malsch afgekomen; sabelhouwen op het hoofd, en een twee ribben stuk” waren het resultaat”. … “Voor de muiterij op de Prinses Amalia werden ‘speciaal Franschen en Belgen’ verantwoordelijk gesteld065)

*    Vertrek 07 april 1877. Aanlomst 19 mei 1877 na 42 dagen. 5 officieren en 260 manschappen. Onderweg was 1 manschap overleden.

*    Vertrek 01 september 1877. Aankomst 15 oktober 1877 na 44 dagen.

*    Vertrek 26 januari 1878. Aankomst 10 maart 1878 na 43 dagen. Onderweg ontbrak 1 manschap zonder opgaaf van reden.

      Hierna waren de vertrekdata vanaf Amsterdam.

*    Vertrek 30 augustus 1879. Aankomst 09 oktober 1879 na 40 dagen. 5 officieren en 60 manschappen.

*    Vertrek 18 januari 1880. Aankomst 04 maart 1880 na 46 dagen. 3 officieren en 63 manschappen.

*    Vertrek 05 juni 1880. Aankomst 19 juli 1880 na 44 dagen. 3 officieren en 54 manschappen.

*    Vertrek 23 oktober 1880. Aankomst 08 december 1880 na 46 dagen. 2 officieren en 54 manschappen.

*    Vertrek 12 maart 1881. Aankomst 08 mei 1881 na 57 dagen. 3 officieren en 50 manschappen. In het Suez-kanaal is het detachement overgegaan aan boord van de “Prinses Marie”.

 

In de Harlinger Courant dd 13 december 1874 staat het volgende bericht096:

“Het stoomschip Prinses Amalia, kapt. Fabritius, van Nieuwediep naar Batavia, is den 9 dezer des ochtends te Port-Saïd aangekomen.”

 

“De Prinses Amalia kreeg op de vijfde uitreis, vier uur na het verlaten van Suez op 7 april 1876, een gebroken krukas. Het schip werd teruggesleept naar Suez door het stoomschip Mandalay, maar kon daar niet worden gerepareerd. De lading ging uiteindelijk met de gecharterde Larington door naar Batavia. Het voor Indië bestemde landmachtdetachement aan boord vervolgde de overtocht met het SNM-schip Prins Hendrik (II) en het marinedetachement met het oorlogsschip Prins Hendrik  der Nederlanden; de overige passagiers gingen verder met de Drenthe, de Prins Hendrik en een Franse mailboot. De Engelse sleper Anglia bracht de Pinses Amalia naar de Elder-werf in Port Glasgow.”

Uit: p.13 “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.

“Op 28 juni 1880 deed de Prinses Amalia een poging de Venetia van P&O vlot te trekken, die aan de grond was gelopen bij het eiland Jebel Zukar in dce Rode Zee. Nadat de trossen verscheidene malen waren gebroken, nam het SMN-schip ten slotte de pasagiers en mails over en bracht die naar Aden.”

Uit: p.14 “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.

“De Prinses Amalia kwam in maart 1881 tijdens haar zeventiende uitreis, opnieuw na het vertrek uit Suez, in aanvaring met drijvend wrakhout, waardoor de schroefas en de roersteven werden beschadigd. Het schip werd door het stoomschip Kamtschatka teruggesleept naar Suez.”

Uit: p.13 “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.

 

 

Datum vanaf: 1874
Kapitein: Fabritius, Ernst Willem

Familiegegevens en opleiding

Willem Adriani werd geboren te Zuidbroek op 14 september 1841 als zoon van Johan Marcus Busch Adriani, arts, en Angenita Anna van Houten.

Hij trouwde op 08 oktober 1877 als scheepsgezagvoerder te Groningen met Jeltje Catharina Ranneft, geboren te Frederiksoord op 22 oktober 1848 als dochter van Everhard Ranneft, arts, en Jantje Drijber. Zij overleed op 14 juni 1926, op dezelfde dag als haar man.

Willem overleed op 14 juni 1926.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt W.Adriani als gezagvoerder gedurende:

*    1881 t/m 1882 op het schroefstoomschip “Madura”, gebouwd in 1873 te Stockton, 2400 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschaapij “Java” ,dir. J.H.Schröder Jr;

*    1883 van het ijzeren schroefstoomschip “Voorwaarts”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;

*    1884 t/m 1890 op het schroefstoomschip “Conrad”, gebouwd in 1872 te Glasgow, 2270 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;

*    1891 t/m 1895 op het ijzeren stoomschroefschip “Prins Alexander”, gebouwd in 1881 te Glasgow, 3025 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

W.Adriani transporteerde met de “Madura” vanuit Amsterdam transporten van landmachtmilitairen naar Batavia op de volgende reizen:065*

*    Vertrek 13 augustus 1881. Aankomstdatum niet vermeld. 2 officieren en 55 manschappen.

*    Vertrek 18 december 1881. Aankomst 02 februari 1882 na 46 dage. 2 officieren en 110 manschappen.

Hij transporteerde met de “Voorwaarts” vanuit Amsterdam transporten op de volgende reizen:

*    Vertrek 12 mei 1883. Aankomst 03 juli 1883 na 52 dagen. 2 officieren en 38 manschappen.

*    Vertrek 17 oktober 1883. Aankomst 08 december 1883 na 42 dagen. 2 officieren en 27 manschappen.

Hij verzorgde vanuit Amsterdam transporten met de “Conrad” op de volgende reizen:

*    Vertrek 25 april 1885. Aankomst 05 juni 1885 na 41 dagen. 2 officieren en 33 manschappen.

*    Vertrek 13 februari 1886. Aankomst 28 maart 1886 na 43 dagen. 3 officieren en 33 manschappen.

*    Vertrek 24 november 1886. Aankomst 06 januari 1887 na 43 dagen. 2 officieren en 50.manschappen.

*    Vertrek 16 april 1887. Aankomst 25 mei 1887 na 42 dagen. 2 officieren en 32 manschappen. Bij aankomst ontbreekt 1 officier zonder opgaaf van reden.

*    Vertrek 03 september 1887. Aankomst 16 oktober 1887 na 43 dagen. 2 officieren en 46 manschappen.

*    Vertrek 09 juni 1888. Aankomst 24 juli 1888 na 45 dagen. 2 officieren en 74 manschappen.

*    Vertrek 27 oktober 1888. Aankomst 10 december 1888 na 44 dagen. 2 officieren en 44 manschappen.

*    Vertrek 21 december 1889. Aankomst 31 januari 1890 na 41 dagen. 4 officieren en 43 manschappen.

*    Vertrek 10 mei 1890. Aankomst 19 juni 1890 na 40 dagen. 3 officieren en 42 manschappen.

Hij verzorgde vanuit Amsterdam transporten met de “Prins Alexander” op de volgende reizen:

*    Vertrek 25 april 1891. Aankomst 06 juni 1891 na 42 dagen. 2 officieren en 44 manschappen.

*    Vertrek 16 januari 1892. Aankomst 25 februari 1892 na 40 dagen. 2 officieren en 33 manschappen.

*    Vertrek 04 juni 1892. Aankomst 13 juli 1892 na 39 dagen. 2 officieren en 44 manschappen.

*    Vertrek 08 oktober 1892. Aankomst 18 november 1892 na 41 dagen. 2 officieren en 39 manschappen.

*    Vertrek 11 februari 1893. Aankomst 25 maart 1893 na 42 dagen. 1 officier en 54 manschappen.

*    Vertrek 21 oktober 1893. Aankomst 30 november 1893 na 40 dagen. 3 officieren en 54 manschappen.

*    Vertrek 24 februari 1894. Aankomst 05 april 1894 na 40 dagen. 3 officieren en 63 manschappen.

*    Vertrek 30 juni 1894. Aankomst 05 augustus 1894 na 36 dagen. 2 officieren en 53 manschappen.

*    Vertrek 03 november 1894. Aankomst 13 december 1894 na 40 dagen. 4 officieren en 195 manschappen.

In de volgende opgaven zijn aakomstdatum en reisduur niet meer vermeld:

*    Vertrek 09 maart 1895. 2 officieren en 42 manschappen.

*    Vertrek 13 juli 1895. 1 officier en 33 manschappen.

*    Vertrek 16 november 1895. 3 officieren en 32 maschappen.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 12 september 1882 wordt vermeld de heer van Hasselt, directeur der filiaalinrichting van het Kon.Ned. Meteor. Inst. te Utrecht: “Als nu reikte hij uit aan de Heeren W.P.Harten, H.Hissink en H. de Jonge getuigschriften voor uitmuntende journalen; aan de Heeren R.J.Weber, C.Jaski, A.G. Mörser Bruijns, W.Adriani, R.Berckelbach v.d Sprenkel, J.F. Graad van Roggen, A..J.Herckenrath, J.H.Bart, H.C.Haacke, H.W.Prins en A.F. de Vrije voor zeer goede journalen.” 023

 

 

 

 

Datum vanaf: 1880
Kapitein: Adriani, Willem

Familiegegevens en opleiding

Ernst Willem Fabritius werd geboren op 28 september 1832 te Alkmaar als zoon van de Nederlands Hervormde Ernst Willem Fabritius en Jacoba Merck. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Mauritsstraat Wijk 15 nr. 12 (nieuw nr. 67). Hij vertrok op 02 mei 1872 naar Den Helder en behaalde op 26 november /03 december 1859 het diploma voor 1e stuurman op de grote vaart, en had daarbij kennis van het stoomwerktuig en de besturing van een stoomschip.

Hij huwde op 13 juni 1866 te Rotterdam met Maria Philomena Elizabeth Quekel, geboren 08 september 1837 te ’s Hertogenbosch als dochter van de Rooms-Katholieke Andrea Quekel, schoenmaker, en Maria Elisabeth Rijswijk005

 

Er wordt gesproken over de resultaten aan de zeevaartschool in Rotterdam tussen 1860-1865. “De behaalde diploma’s in de stuurmanskunst hadden overigens vooral betrekking op de zeilvaart. De stoomvaart had nauwelijks belangstelling. Alleen de uit Alkmaar afkomstige kapitein Ernst Willem Fabritius had kennis van het stoomwerktuig en de besturing van een stoomschip”005.

 Op 20 nov. 1881 te Haarlem overleed op bijna 14-jarige leeftijd de oudste dochter Jacoba Maria Elisabeth, na een hevige ziekte.

Na zijn varend bestaan werd E.W. Fabritius bij Koninklijk Besluit van 28 maart 1884 per 1 april aangesteld als Commissaris van het Loodswezen te Terschelling en werd met ingang van 1 april 1886 in dezelfde functie aangenomen te Vlissingen. Hij heeft op deze standplaats slechts 6 maanden gewerkt, want hij overleed na een kortstondige ziekte op 29 oktober 1886 en werd begraven op de algemene begraafplaats te Vlissingen.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

E.W.Fabritius was met vlagnummer R138 van 1865 t/m 1870 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Hij voerde dus wèl de collegevlag, maar had geen recht op financiële tegemoetkomingen058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein E.W.Fabritius met vlagnummer R138 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1864 t/m 1867  van de bark “G.K. Graaf van Hogendorp”     399 last  voor  Hartog & Glazener te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt E.W.Fabritius als gezagvoerder gedurende:

*    1862 van de brik “St.George de la Mina”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 188 ton o.m., varend voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam;

*    1864 t/m 1871 van de bark “Gijsbert Karel van Hoogendorp”, gebouwd in 1864 te Lekkerkerk, 756 ton o.m., varend voor Hartog & Glazener te Rotterdam;

*    1873 van het ijzeren schroefstoomschip “Prins van Oranje”, gebouwd in 1871 te Glasgow, 1829 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”(1870) te Amsterdam;

*    1875 t/m 1881 op het schroefstoomschip “Prinses Amalia”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3495 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” (1870) te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

E.W.Fabritius vertrok per 05 oktober 1872 van Nieuwediep met de “Prins van Oranje” en een detachement van 3 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 12 november 1872 na een reis van 38 dagen.

Hij vertrok per 06 maart 1873 van Nieuwediep met de “Prins van Oranje” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 18 april 1873 na een reis van 43 dagen065.

Hij vertrok op 05 augustus 1873 van Nieuwediep met de “Prins van Oranje” en een detachement van 3 officieren en 300 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 september 1873 na een reis van 42 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden065*.

E.W.Fabritius transporteerde met de “Prinses Amalia” vanuit Nieuwediep de volgende militaire detachementen naar Batavia065*:

*    Vertrek 17 juni 1874. Aankomst 31 juli 1874 na 44 dagen. 5 officieren en 151 manschappen.

*    Vertrek 21 november 1874. Aankomst 10 januari 1875 na 50 dagen. 3 officieren en 150 manschappen. Onderweg werd 1 manschap vermist.

*    Vertrek 02 mei 1875. Aankomst 14 juni 1875 na 43 dagen. 5 officieren en 125 manschappen.

*    Vertrek 03 oktober 1875. Aankomst 19 november 1875 na 47 dagen. 8 officieren en 555 manschappen. In Port Said werden 3 deserteurs van de “Hampton” en 1 van de “Conrad” aan boord genomen. In Batavia ontbraken 10 manschappen zonder opgaaf van redenen.

*    Vertrek 18 maart 1876. Aankomst 26 mei 1876 na 69 dagen. 9 officieren en 158 manschappen.

*    Vertrek 18 oktober 1876. Aankomst 10 december 1876 na 43 dagen. Onderweg zijn 3 manschappen gedeserteerd.

      (Bossenbroek065 vermeldt op p. 70/71

      “Uit het inschepingsregister en de litteratuur zijn mij veertien meer of minder ernstige gevallen van muiterij of pogingen daartoe bekend, die zich in deze periode tijdens het vervoer van koloniale soldaten naar Indië hebben voorgedaan. Ze vonden plaats aan boord van de …Prinses Amalia …”. De muiterij vond plaats in het Suez-kanaal. In een “… vechtpartij met den sabel” waren de muiters … er niet malsch afgekomen; sabelhouwen op het hoofd, en een twee ribben stuk” waren het resultaat”. … “Voor de muiterij op de Prinses Amalia werden ‘speciaal Franschen en Belgen’ verantwoordelijk gesteld065)

*    Vertrek 07 april 1877. Aanlomst 19 mei 1877 na 42 dagen. 5 officieren en 260 manschappen. Onderweg was 1 manschap overleden.

*    Vertrek 01 september 1877. Aankomst 15 oktober 1877 na 44 dagen.

*    Vertrek 26 januari 1878. Aankomst 10 maart 1878 na 43 dagen. Onderweg ontbrak 1 manschap zonder opgaaf van reden.

      Hierna waren de vertrekdata vanaf Amsterdam.

*    Vertrek 30 augustus 1879. Aankomst 09 oktober 1879 na 40 dagen. 5 officieren en 60 manschappen.

*    Vertrek 18 januari 1880. Aankomst 04 maart 1880 na 46 dagen. 3 officieren en 63 manschappen.

*    Vertrek 05 juni 1880. Aankomst 19 juli 1880 na 44 dagen. 3 officieren en 54 manschappen.

*    Vertrek 23 oktober 1880. Aankomst 08 december 1880 na 46 dagen. 2 officieren en 54 manschappen.

*    Vertrek 12 maart 1881. Aankomst 08 mei 1881 na 57 dagen. 3 officieren en 50 manschappen. In het Suez-kanaal is het detachement overgegaan aan boord van de “Prinses Marie”.

 

In de Harlinger Courant dd 13 december 1874 staat het volgende bericht096:

“Het stoomschip Prinses Amalia, kapt. Fabritius, van Nieuwediep naar Batavia, is den 9 dezer des ochtends te Port-Saïd aangekomen.”

 

“De Prinses Amalia kreeg op de vijfde uitreis, vier uur na het verlaten van Suez op 7 april 1876, een gebroken krukas. Het schip werd teruggesleept naar Suez door het stoomschip Mandalay, maar kon daar niet worden gerepareerd. De lading ging uiteindelijk met de gecharterde Larington door naar Batavia. Het voor Indië bestemde landmachtdetachement aan boord vervolgde de overtocht met het SNM-schip Prins Hendrik (II) en het marinedetachement met het oorlogsschip Prins Hendrik  der Nederlanden; de overige passagiers gingen verder met de Drenthe, de Prins Hendrik en een Franse mailboot. De Engelse sleper Anglia bracht de Pinses Amalia naar de Elder-werf in Port Glasgow.”

Uit: p.13 “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.

“Op 28 juni 1880 deed de Prinses Amalia een poging de Venetia van P&O vlot te trekken, die aan de grond was gelopen bij het eiland Jebel Zukar in dce Rode Zee. Nadat de trossen verscheidene malen waren gebroken, nam het SMN-schip ten slotte de pasagiers en mails over en bracht die naar Aden.”

Uit: p.14 “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.

“De Prinses Amalia kwam in maart 1881 tijdens haar zeventiende uitreis, opnieuw na het vertrek uit Suez, in aanvaring met drijvend wrakhout, waardoor de schroefas en de roersteven werden beschadigd. Het schip werd door het stoomschip Kamtschatka teruggesleept naar Suez.”

Uit: p.13 “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.

 

 

Datum vanaf: 1881
Kapitein: Fabritius, Ernst Willem

Familiegegevens en opleiding

Hendrik Hissink werd geboren ca. 1848 te Amsterdam als zoon van Hendrik Hissink en Anne Maria Jeanne Kosterman.

Hij trouwde te Zwolle op 29 mei 1878 met Petronella Elisabeth Doijer, geboren te Amsterdam c. 1853 als dochter van Assuerus Doijer en Catharine Marguerite Madelaine Lamaison.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Hissink werd met vlagnummer 954 per 07 januari 1909 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop002a.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 07 januari 1909 wordt als effectief lid voorgedragen en benoemd H.Hissink, oud-gezagvoerder op de grote vaart, wonend in de Jan Luykenstraat 96 te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.C.Haacke. 023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 31 augustus 1882 (Stadsarchief Amsterdam 491-38) bevindt zich een brief dd 19 juli 1882 van de Filiaal-inrichting van het Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut te Amsterdam waarin melding wordt gemaakt van getuigschriften  voor “gezagvoerders die een uitmuntend of wel een zeer goed Extract Journaal hebben gehouden en wel een uitmuntend getuigschrift voor …”  H.Hissink als gexzagvoerder van de “Prinses Amalia”.042+

 

In de notulen van de Algemene vergadering van Zeemanshoop dd 12 september 1882 staat vermeld: “De Heer van Ketwich bericht dat de Nederlandse Maatschappij tot bevordering van Nijverheid heeft bekroond met de … gouden medaille … kapt. H.Hissink … “ (betreft een goed bijgehouden scheepsjournaal).023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 12 september 1882 wordt vermeld de heer van Hasselt, directeur der filiaalinrichting van het Kon.Ned. Meteor. Inst. te Utrecht: “Als nu reikte hij uit aan de Heeren W.P.Harten, H.Hissink en H. de Jonge getuigschriften voor uitmuntende journalen; aan de Heeren R.J.Weber, C.Jaski, A.G. Mörser Bruijns, W.Adriani, R.Berckelbach v.d Sprenkel, J.F. Graad van Roggen, A..J.Herckenrath, J.H.Bart, H.C.Haacke, H.W.Prins en A.F. de Vrije voor zeer goede journalen.” 023

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 07 mei 1884 staat: “De Voorzitter … geeft het woord aan den Heer van Hasselt om de bekrooningen aan Scheepsgezagvoerders uittereiken aan kapitein W.P.Harten, H.C.Haacke en R.J.Weber een brief van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, waarbij aan hen namens den Koning, de Zilveren Medaille wegens uitmuntende Scheepsjournalen wordt toegekend en Getuigschriften van het Kon.Ned.Metereol.Instituut te Utrecht aan de gezagvoerders W.P.Hansen, R.J.Weber, H.Hissink, G.R. van der Woude en H. de Jonge … 023.

 

H.Hissink was van 1909-1928 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        954                       1909-1919     geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt H.Hissink als gezagvoerder gedurende:

*    1882 t/m 1883 op het schroefstoomschip “Prinses Amalia”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3495 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” (1870) te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

H.Hissink vervoerde vanuit Amsterdam met de “”Prinses Amalia” troepentransporten van landmachtmilitairen naar Batavia op de volgende reizen:

*                                                                                                                                     Vertrek 28 januari 1882. Aankomst 15 maart 1882 na 46 dagen. 2 officieren en 43 manschappen. Onderweg was 1 manschap overleden.

*    Vertrek 14 oktober 1882. Aankomst 30 november 1882 na 47 dagen. 3 officieren en 76 manschappen. Bij aankomst ontbrak 1 manschap om onbekende reden.

*    Vertrek 28 februari 1883. Aankomst 14 april 1883 na 45 dagen. 2 officieren en 33 manschappen.

*                                                                                                                                     Vertrek 25 juli 1883. Aankomst 06 september 1883 na 43 dagen. 1 officier en 32 manschappen.

 

 

Datum vanaf: 1882
Kapitein: Hissink, Hendrik

Familiegegevens

 

Wouter Pieter werd geboren op 13.02.1851 te Rotterdam als z.v. Hendrik Weijer Franken Harten (schoolmeester) en Neeltje van der Horden.  

Wouter Pieter (25) (stuurman) trouwde op 23.02.1876 te Den Helder met Wilhelmina Frederika Kissing (21) – geb. 16.11.1854 te Den Helder – d.v. Willem Fredrik Kissing en Albertdina Kikkert.

 

Wouter Pieter overleed op 27.05.1912 te Amsterdam (61).  

 

 

Kinderen

-        Wouter Pieter – geb. 17.05.1878 te Den Helder

-        W.F.

-        Nellij – geb. 12.081883 te Haarlem

 

Opleiding

Wouter Pieter werd op 27.08.1864 ingeschreven bij de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam.

Na de 4-jarige opleiding werd hij op 27.08.1868 geplaatst als jongen a/b van het schip ROTTERDAM, kapt. Jansen, naar Java. Kwam op 26.06.11869 terug van de reis met goed attest.

Hij werd op 31.07.1869 gemonsterd als 3e stuurman op het schip ROTTERDAM, kapt. Jansen, naar Java.

Was op 21.07.1870 terug van de reis met goed attest. 

 

De schepen van de kapitein

 

*   1882 van het s.s. VOORWAARTS

*   1888 van het s.s. PRINSES AMALIA

 

Overige bijzonderheden

Gezagvoerder bij de S.M.N.

 

 

ONDERSTAANDE GEGEVENS ZIJN VAN DE HEER S. PARMA:

Familiegegevens en opleiding

De lijst van van den Hoek Ostende vermeldt HARTSEN. Moet zijn HARTEN!

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

W.P.Harten werd met vlagnummer 926 per 15 maart 1887 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop002a.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 08/15 maart 1887 staat vermeld dat als effectief lid is voorgedragen/benoemd W.P.Harten, voerend het ss “Prinses Amalia”, wonend te Haarlem, op voordracht van kapitein M.C.Braat.023.

W.P.Harten was van 1890-1912 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 mei 1887 staat vermeld dat in de wedstrijd inzake kompasjournalen 1884/1885 de gouden medaille is toegekend aan kapitein W.P.Harten, de zilveren medaille aan kapitein J.H.Meijer en de bronzen medaille aan kapitein C.Koning.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 april 1890 worden de beoordelingen bekendgemaakt van de scheepsjournalen uit 1888/89. De gouden medaille is toegekend aan kapitein C.Drooglever Fortuijn van het ss “Sumatra”, de zilveren medaille aan kapitein W.P.Harten van het ss “Prinses Amalia” en de bronzen medaille aan kapitein D.H.Hinlopen van het ss “Pollux”.042.

 

In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 31 augustus 1882 (Stadsarchief Amsterdam 491-38) bevindt zich een brief dd 19 juli 1882 van de Filiaal-inrichting van het Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut te Amsterdam waarin melding wordt gemaakt van getuigschriften  voor “gezagvoerders die een uitmuntend of wel een zeer goed Extract Journaal hebben gehouden en wel een uitmuntend getuigschrift voor …”  W.P.Harten als gezagvoerder van de “Voorwaarts”.042

In de Bijlagen van de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 april 1890 Stadsarchief Amsterdam, 491 42) worden de beoordelingen bekendgemaakt van de scheepsjournalen uit 1888/89. De gouden medaille is toegekend aan kapitein C.Drooglever Fortuijn van het ss “Sumatra”, de zilveren medaille aan kapitein W.P.Harten van het ss “Prinses Amalia” en de bronzen medaille aan kapitein D.H.Hinlopen van het ss “Pollux”. Voorts wordt in het rapport opgemerkt dat de tweede plaats van kapitein Harten niet betekent dat de kwaliteit van zijn journaal minder is dan toen hij de gouden medaille won.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 12 september 1882 wordt vermeld de heer van Hasselt, directeur der filiaalinrichting van het Kon.Ned. Meteor. Inst. te Utrecht: “Als nu reikte hij uit aan de Heeren W.P.Harten, H.Hissink en H. de Jonge getuigschriften voor uitmuntende journalen; aan de Heeren R.J.Weber, C.Jaski, A.G. Mörser Bruijns, W.Adriani, R.Berckelbach v.d Sprenkel, J.F. Graad van Roggen, A..J.Herckenrath, J.H.Bart, H.C.Haacke, H.W.Prins en A.F. de Vrije voor zeer goede journalen.” 023

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 07 mei 1884 staat: “De Voorzitter … geeft het woord aan den Heer van Hasselt om de bekrooningen aan Scheepsgezagvoerders uittereiken aan kapitein W.P.Harten, H.C.Haacke en R.J.Weber een brief van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, waarbij aan hen namens den Koning, de Zilveren Medaille wegens uitmuntende Scheepsjournalen wordt toegekend en Getuigschriften van het Kon.Ned.Metereol.Instituut te Utrecht aan de gezagvoerders W.P.Hansen, R.J.Weber, H.Hissink, G.R. van der Woude en H. de Jonge … 023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 12 oktober 1886 staat vermeld: “Aan de orde is de uitreiking der gouden medeille aan den Heer W.P.Harten ingevolge de bekrooning van het door dezen gehouden kompasjournaal. J.H.Meijer en C.Koning die respectievelijk met de zilveren en bronzen medaille bekroond zijn waren niet in het land en dus niet aanwezig.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 18 november 1890 wordt verslag gedaan van de uitreiking van de medailles aan de bekroonden voor de wedstrijd voor gehouden kompasjournalen 1888/89 door de voorzitter W.van Hasselt. De gouden medaille gaat naar C.Droogleever Fortuyn, gezagvoerder van het ss “Sumatra”, de zilveren medaille naar W.P.Harten, gezagvoerder van het ss “Prinses Amalia” en de bronzen medaille naar D.H.Hinlopen, gezagvoerder van het ss “Pollux” (niet aanwezig).023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       926                        1887-1891     stooms.            Prinses Amalia                                     Stoomv.Mij.Nederland

                                      1892-1911     geen vermelding van schip en boekhouder

W.P.Harten was van 1884-1892 kapitein van het ijzeren schroefstoomschip, bark getuigde “Prinses Amalia”, gebouwd bij John Elder & Co te Glasgow, 3200 ton, varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”052.

 

Bouma025 vermeldt W.P.Harten als gezagvoerder gedurende:

*    1882 van het ijzeren schroefstoomschip “Voorwaarts”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;

*    1882 van het schroefstoomschip “Soenda” ex Celebes ex Columbian, gebouwd in 1866 te Hartlepool, 2321 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Java” te Amsterdam;

*    1884 t/m 1892 op het schroefstoomschip “Prinses Amalia”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3495 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” (1870) te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

In het tijdschrift “De Zee” jg 8, 1886, p.344-348 wordt verslag gedaan van de beoordeling door een Commissie van de bij Zeemanshoop ingekomen kompasjournalen. De gouden medaille is toegekend aan de gezagvoerder W.P.Harten van de stoomschepen “Prinses Amalia” en “Prins Alexander”. In het verslag wordt o.a. het volgende gemeld: Ter beoordeling waren ingebracht 30 journalen, waarvan 7 niet tot de beoordeling zijn toegelaten omdat men niet voldeed aan de gestelde eisen. Alle journalen zijn afkomstig van stoomschepen. Zeilschipjournalen zijn niet ingebracht “hetgeen een gereede verklaring vindt in het feit dat het meerendeel der zeilschepen nog niet huiswaarts is gekeerd.” De beoordeling geschiedde in de vorm van rubrieken, die ieder apart met een kwalificatie (slecht tot uitmuntend) werden gehonoreerd.

In de Jg 10, 1888, van “De Zee” wordt wederom verslag gedaan door de “Commissie van Beoordeeling der kompasjournalen, uitgegeven door het Collegie ‘Zeemanshoop’ “ Er waren ingebracht 33 journalen gehouden door 18 gezagvoerders. De beoordeling was gelijk aan die in 1886. “Het is de Commissie zeer aangenaam te mogen verklaren, dat verreweg het meerendeel der beoordeelde journalen zeer goed is bijgehouden.” … “De Commissie constateert met genoegen, dat de Heer W.P.Harten, die de vorige maand met goud werd bekroond en wiens journalen ditmaal buiten beoordeeling bleven, omdat het hem niet geoorloofd was thans wegens deze hoogste bekroning mede te dingen, geregeld journaal heeft gehouden en ingeleverd.”

 

In het tijdschrift “De Zee, 1894, p. 75 staat vermeld dat W.P.Harten, “oud-gezagvoerder in de groote vaart, directeur van het Zeemanshuis te Amsterdam” is benoemd als lid van de examencommissie voor stuurlieden  bij de koopvaardij. Idem in 1895 (“De Zee”, 1895, p.78). In 1897, De Zee, 1897, p.76 staat hij vermeld als plaatsvervangend lid van de examencommissie voor stuurlieden.

 

W.P.Harten vervoerde vanuit Amsterdam met de “Soenda” transporten van landmachtmilitairen naar Batavia op de volgende reizen065*:

*    Vertrek 10 maart 1883. Aankomst 27 april 1883 na 48 dagen. 2 officieren en 33 manschappen..

*    Vertrek 29 december 1883. Aankomst 14 februari 1884 na 47 dagen. 4 officieren en 154 manschappen.

Hij maakte vanuit Amsterdam met de “Prinses Amalia” de volgende reizen:

*    Vertrek 14 mei 1884. Aankomst 20 juni 1884 na 37 dagen. 3 officieren en 73 manschappen.

*    Vertrek 03 januari 1886. Aankomst 13 februari 1886 na 42 dagen. 3 officieren en 53 manschappen.

*    Vertrek 23 oktober 1886. Aankomst 06 december 1886 na 44 dagen. 3 officieren en 125 manschappen.

*    Vertrek 29 oktober 1887. Aankomst 11 december 1887 na 43 dagen. 2 officieren en 45 manschappen.

*    Vertrek 04 augustus 1888. Aankomst 18 september 1888 na 45 dagen. 2 officieren en 54 manschappen.

*    Vertrek 25 mei 1889. Aankomst 02 juli 1889 na 38 dagen. 2 officieren en 53 manschappen.

*    Vertrek 19 juli 1890. Aankomst 30 augustus 1890 na 42 dagen. 2 officieren en 54 manschappen

*    Vertrek 06 december 1890. Aankomst 18 januari 1891 na 43 dagen. 3 officieren en 43 manschappen. Bij aankomst ontbraken 6 manschappen zonder opgaaf van reden.

*    Vertrek 13 februari 1892. Aankomst 12 april 1892 na 59 dagen. 2 officieren en 53 manschappen

 

In het artikel “Krakatau in 1883” door de mijningenieur R.D.M.Verbeek in het tijdschrift “De Zee” werd de uitbarsting van deze vulkaan beschreven. Daarin de volgende passage:

“Dr.D.Sulzer van het S.S.”Soenda”, welk stoomschip 22 Mei van Batavia vertrok en dat ’s avonds tusschen 8 en 10 uur bij Krakatau was, constateert dat de magneetnaalden volkomen rustig bleven, hetgeen dus geheel in tegenspraak is met wat op de “Zeeland” (doch 2 etmalen vroeger) werd waargenomen. (zie bij kapitein G.Mackenzie). Zeven Eng.mijlen voorbij Krakatau viel een dichte aschregen gedurende een half uur. Zelfs 30 mijlen voorbij Krakatau ontmoette de “Soenda” zooveel puimsteen, dat eene puts er geheel mee gevuld was. “

(De grote eruptie vond plaats van 26-28 augustus 1883 en de beschreven verschijnselen gingen dus hieraan vooraf.)

 

 

Datum vanaf: 1884
Kapitein: Harten, Wouter Pieter

Familiegegevens en opleiding

Klaas Visman werd geboren 25 juni 1845 te Texel als zoon van Christiaan Visman en Trijntje van der Sterre.

Hij trouwde op 19 september 1872 te Texel als stuurman ter koopvaardij met Cornelisje Lap, geboren 18 augustus 1849 te Texel als dochter van Cornelis Lap en Marijtje Kalf

Op 12 maart 1884 werd te Beverwijk een zoon geboren

 

In het Bevolkingsregister Akteplaats:Den Helder Collectie: Bron: boek, Deel: 2, Periode: 1880-1917 Boek:

Gezinsbladen, letter V, folio 1-181 wordt vermeld dat Klaas Visman, stuurman, en Cornelisje Visman op 29 maart 1889 zijn vertrokken vanuit Den Helder naar Amsterdam.

 

Bij het overlijden van zoon Nicolaas Christiaan Cornelis op 30 maart 1901 te Heiloo, 19 jaar, wordt vermeld dat vader Klaas Visman is overrleden en de moeder Cornelia Lap, wonende te Alkmaar nog in leven is.

 

In het tijdschrift “De Zee, Jg 1900, pp.114-115 staat een herdenkingsartikel bij het overlijden van kapitein Visman: (zie hierna).Hij zal dus in 1900 zijn overleden, vermoedelijk te Amsterdam

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

K.Visman werd met vlagnummer 927 per 18 december 1888 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop002a.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 11/18 december 1888 staat vermeld dat als effectief lid is voorgedragen/benoemd K.Visman, voerend het ss Prinses Wilhelmina, wonend Villa Cotta Radja, overveenscheweg bij Haarlem, op voordracht van kapitein M.C.Braat.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 03 februari 1898 en de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 03 februari 1898 staat het bericht van K.Visman, dat hij zijn functie als commissaris neerlegt “wegens verandering van woonplaats”.  042 en 023.

In een Bijlage bij de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 02 december 1897 is een brief dd Alkmaar 28 november 1897 van K.Visman, waarin hij meedeelt niet meer voor de functie van Commissaris in aanmerking wil komen, wegens verblijf buitenlands.042

 

K.Visman was van 1891-1898 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

      927                          1888          geen vermelding van schip en boekhouder

                                        1889          schr.ss.            Prins Frederik                                      Stoomv.Maatsch.Nederland

                                        1890          geen vermelding van schip en boekhouder

                                        1891          schr.ss.            Soenda                                                 Stoomv.Maatsch.Nederland

                                     1892-1897    schr.ss.            Prinses Amalia                                    idem

                                     1898-1899    schr.ss.            Koning Willem I                                 idem

 

K.Visman was in 1890 kapitein van het ijzeren schroefstoomschip en als barkentijn getuigde “Prins Frederik”, gebouwd in 1882, 3041 ton, varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam. Het schip zonk na een aanvaring in de Golf van Biskaje025 en 052.

Hij was van 1892-1897 kapitein van het ijzeren schroefstoomschip, bark getuigde “Prinses Amalia”, gebouwd bij John Elder & Co te Glasgow, 3200 ton, varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”052.

 

Het ss “Prins Frederik” zonk op 25 juni 1890 tijdens een dikke mist na aanvaring met het Britse ss MARPESSA in de Golf van Biscaje. Zeven mensen kwamen om het leven. Het schip was onderweg van Batavia naar Amsterdam.

Het ss “Prins Frederik” werd gebouwd in 1882 bij John Elder & Co te Glasgow, mat 3070 ton n.m., en voer voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam072.

 

Bouma025 vermeldt K.Visman als gezagvoerder gedurende:

*   1883 op het schroefstoomschip “Madura”, gebouwd in 1873 te Stockton, 2400 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Java”, dir. J.H.Schröder Jr;

*   1884 t/m 1889 op het ijzeren schroefstoomschip “Prinses Wilhelmina” 400 pk, gebouwd in 1882, 2610 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;

*   1892 op het schroefstoomschip “Soenda” ex Celebes ex Columbian, gebouwd in 1866 te Hartlepool, 2321 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;

*   1893 t/m 1897 op het schroefstoomschip “Prinses Amalia”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3495 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” (1870) te Amsterdam

*   1899 op het stalen schroefstoomschip “Koningin Regentes”, gebouwd in 1894 te Greenock, 3673 ton .m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

In het tijdschrift “De Zee” jg. 12, 1890, pp. 416-431 staat “ De rechterlijke uitspraak in zake de aanvaring van de ‘Prins Frederik’ en de ‘Marpessa’ “

De “Prins Frederik” vertrok op 21 juni 1890 vanuit Amsterdam met mails, passagiers, een detachement militairen groot 75 man en stukgoederen, en arriveerde de volgende namiddag in Southampton. Vandaar vertrok het weer op de 24ste met bestemming Java. Er was afwisselend mist en opklarend weer en op de 25ste werd ’s morgens ongeveer 70 mijl ZW.tW van Ouessant, het geluid van een stoomfluit van een ander schip gehoord. Inmiddels was de mist weer vrij dik. Er werden een reeks van nautische handelingen verricht om het tegemoetkomende schip te ontwijken, maar er ontstond een aanvaring met het Engelse stoomschip de “Marpessa”, die uit Londen kwam. Het Nederlandse schip werd vol in de flank geramd en zonk al 8 minuten later waarbij een officier en 6 soldaten verdronken.. 93 passagiers en de 83 equipageleden vonden een plaats in de reddingsboten.

De Raad van Tucht voor de Koopvaardij deed op 03 oktober 1890 uitspraak en kwam tot de conclusie dat “den gezagvoerder Klaas Visman, van het Nederlandsche stoomschip ‘Prins Frederik’ de blaam niet kan treffen van door eene daad of door nalatigheid zijnerzijds de op 25 Juni 1890 plaats gehad hebbende aanvaring tusschen dit schip en het Engelsche stoomschip ‘Marpessa’ en het dien tengevolge verongelukken vaan eerstgenoemd stoomschip te hebben veroorzaakt. Spreekt hem mitsdien ter dier zake vrij..”

In hetzelfde artikel staat een uitspraak over dit ongeluk van de “High Court of Justice”, een Engelse juridische instantie. Deze verklaart de Nederlandse kapitein schuldig op grond van nautische fouten. Er is een commentaar op deze uitspraak van de redactie van “De Zee” die de Engelse uitspraak in hoge mate onjuist acht.

 

In het tijdschrift “De Zee”Jg 10, 1888, pp. 110-117 staat een artikel van ene Visman: “Iets over het aandoen van Afrik’s N.O.hoek en het passeeren van Kaap Guardefui tijdens het heerschen van den Z.W.mousson in den Indischen Oceaan.”

 

In het tijdschrift “De Zee, Jg 1900, pp.114-115 staat een herdenkingsartikel bij het overlijden van kapitein Visman:

“Een uitmuntend gezagvoerder is de Stoomv.Mij.”Nederland” en onze koopvaardijvloot ontvallen. Kapitein K.Visman is, slechts enkele dagen na terugkomst in het vaderland met het stoomschip “Koning Willem I”, waarover hij het bevel voerde, overleden.

Zijn loopbaan begonnen bij de groote zeilvaart, ging hij later over bij de stoomvaart en trad in 1876 in dienst bij de Stoomv.Mij.”Nederland”. Na eerst eenige reizen als 1e Officier gedaan te hebben, werd hij als gezagvoerder aangesteld en volbracht als zoodanig 47 reizen naar Indië en terug.

De woorden van waardeering aan zijn groeve door een der Directeuren van de “Nederland” gesproken, doen uitkomen hoe Visman bij de Directie dier Maatschappij stond aangeschreven.

En geen wonder! Visman was zooals men zich de Nederlandsche gezagvoerder gaarne voorstelt. Zijn forsche, stoere gestalte, zijn open blik en rustige oogopslag waren in overeenstemming met zijn karakter. Zonder veel woordenvertoon ging hij gaarne recht op ’t doel af.

Zelfs een oppervlakkige kennismaking moest dien gunstigen indruk vestigen; althans zoo was het met ons ’t geval, toen wij jaren geleden (Visman was toen 1e Officier op het S.S. “Conrad”) met hem een reis maakten.

Dat hij daarbij een uitmuntend zeeman was, heeft hij herhaaldelijk bewezen. Wij herinneren hier slecht aan de kranige wijze, waarop onder zijn leiding nagenoeg alle opvarenden van het S.S.”Prins Frederik” gered werden, toen dit in de mist door de “Marpessa” werd aangevaren.

Van de liefde voor het vak gaf Visman ook blijk in dit tijdschrift, waarin men in de vroegere jaargangen menige bijdrage van zijn hand kan aantreffen.

Een woord van hulde aan de nagedachtenis van deze kloeken zeeman is hier zeker op zijn plaats.”

 

K.Visman transporteerde vanuit Amsterdam met de “Madura” transporten van landmachtmilitairen naar Batavia tijdens de volgende reizen065*:

*   Vertrek 17 februari 1883. Aankomst 06 april 1883 na 48 dagen. 2 officieren en 38 manschappen.

*   Vertrek 04 juli 1883. Aankomst 15 augustus 1883 na 42 dagen. 1 officier en 32 manschappen.

*   Vertrek 18 december 1883. Aankomst 21 januari 1884 na 44 dagen. 3 officieren en 68 manschappen.

Hij transporteerde vanuit Amsterdam met de “Prins Frederik” transporten tijdens de volgende reizen:

*   Vertrek 21 juni 1890. Aankomstdatum niet genoemd. 3 officieren en 79 manschappen. Na een aanvaring in de Golf van Biskaje werden 1 officier en 6 manschappen vermist. De rest van het detachement werd overgenomen door de “Sumatra”.

Hij transporteerde vanuit Amsterdam met de “Prinses Wilhelmina”transporten tijdens de volgende reizen:

*   Vertrek 17 september 1884. Aankomst 29 oktober 1884 na 41 dagen. 4 officieren en 99 manschappen.

*   Vertrek 11 februari 1885. Aankomst 26 maart 1885 na 43 dagen. 3 officieren en 83 manschappen.

*   Vertrek 21 november 1885. Aankomst 02 januari 1886 na 42 dagen. 3 officieren en 63 manschappen. Bij aankomst ontbreekt 1 officier zonder opgave van reden.

*   Vertrek 26 januari 1887. Aankomst 07 maart 1887 na 40 dagen. 3 officieren en 48 manschappen.

*   Vertrek 11 juni 1887. Aankomst 18 juli 1887 na 37 dagen. 2 officieren en 53 manschappen.

*   Vertrek 15 oktober 1887. Aankomst 15 november 1887 na 41 dagen. 2 officieren en 40 manschappen.

*   Vertrek 03 maart 1888. Aankomst 14 april 1887 na 42 dagen. 3 officieren en 124 manschappen.

*   Vertrek 8 december 1888. Aankomst 19 januari 1889 na 42 dagen. 2 officieren en 40 manschappen.

*   Vertrek 31 augustus 1889. Aankomst 17 oktober 1889 na 37 dagen. 3 officieren en 54 manschappen.

Hij transporteerde vanuit Amsterdam met de “Prinses Amalia” detachementen tijdens de volgende reizen065*:

*   Vertrek 11 maart 1893. Aankomst 17 april 1893 na 37 dagen. 2 officieren en 44 manschappen.

*   Vertrek 18 november 1893. Aankomst 25 december 1893 na 37 dagen. 3 officieren en 54 manschappen.

*   Vertrek 24 maart 1894. Aankomst 29 april 1894 na 36 dagen. 2 officieren en 53 manschappen.

*   Vertrek 28 juli 1894. Aankomst 04 september 1894 na 38 dagen. 1 officier en 33 manschappen.

*   Vertrek 01 december 1894. Aankomst 10 januari 1895 na 40 dagen. 3 officieren en 75 manschappen.

*   Vertrek 06 april 1895. Aankomst niet gemeld. 2 officieren en 38 manschappen.

*   Vertrek 18 april 1896. Aankomst niet gemeld. 4 officieren en 84 manschappen.

*   Vertrek 05 september 1896. Aankomst niet gemeld. 2 officieren en 44 manschappen.

*   Vertrek 01 mei 1897. Aankomst niet gemeld. 2 officieren en 53 manschappen.

*   Vertrek 11 december 1897. Aankomst niet gemeld. 3 officieren en 84 manschappen.

*   Vertrek 09 januari 1897. Aankomst niet gemeld. 3 officieren en 55 manschappen.

Hij transporteerde vanuit Amsterdam met de “Koningin Regentes” detachementen tijdens de volgende reizen:

*   Vertrek 07 januari 1899. Aankomst niet gemeld. 3 officieren en 42 manschappen.

*   Vertrek 29 april 1899. Aankomst niet gemeld. 2 officieren en 37 manschappen.

*   Vertrek 09 december 1899. Aankomst niet gemeld. 1 officier.

Vermoedelijk heeft kapitein Visman hierna nog meer detachementen vervoerd met hetzelfde of een ander schip, maar die heb ik niet meer genoteerd

 

NRC 20 augustus 1884114

Amsterdam, 19 augustus. Het deze nacht binnen gekomen en te 6 uur van IJmuiden opgevaren stoomschip PRINSES WILHELMINA, kapt. Visman, is bij het kanaal bij Zaandam aan de grond geraakt.

 

Provinciale Groninger Courant 04 maart 1886114

Amsterdam, 2 maart. Naar wij vernemen, zullen de passagiers van het stoomschip PRINSES WILHELMINA, kapt. Visman, dat enige dagen oponthoud zal hebben te Suez, hun reis met het stoomschip PRINS VAN ORANJE, kapt. Van der Woude, kunnen vervolgen.

 

NRC 26 juni 1886114

Batavia, 18 mei. De gezagvoerder Visman, wiens stomer van de Nederlandsch-Indische Stoomvaart Maatschappij dezer dagen te Tegal vastraakte, is, naar wij vernemen, in zijn betrekking geschorst. Bedriegen wij ons niet, dan is dat binnen korte tijd de vierde gezagvoerder van genoemde maatschappij.

 

Provinciale Groninger Courant 11 mei 1887114

Door het stoomschip PRINSES WILHELMINA, kapt. Visman, de 9e dezer van Batavia te IJmuiden binnengekomen, is in de Noordzee gepraaid het schip NEREUS, kapt. Seinstra, van Java naar Amsterdam. Dit schip heeft thans 96 dagen reis van Ascension.

 

NRC 21 maart 1889114

Genua, 18 maart. Kapt. Visman, gezagvoerder van het stoomschip PRINSES WILHELMINA, van Batavia hier aangekomen, rapporteert veel ruw weder gehad te hebben tussen Candia en Genua, storm van het noordwesten door het noorden tot noordoosten met hoge, wilde zee, vooral op 15, 16 en 17 maart.

 

Het Nieuws van de Dag 28 juni 1890114

Blijkens een heden ontvangen Reuter telegram uit Falmouth is aldaar binnengekomen het stoomschip MARPESSA, uit Taganrog, met de kapitein, de bemanning en 93 passagiers van het Nederlandse stoomschip PRINS FREDERIK, hetwelk op de reis van Southampton naar Java tijdens een zware mist met genoemde MARPESSA in aanvaring is gekomen en gezonken. Een luitenant en vijf soldaten zijn bij deze ramp verdronken. De overige opvarenden zijn gered. Gelijk men weet, was de PRINS FREDERIK verleden zaterdag 21 dezer uit Amsterdam vertrokken. De lijst van passagiers bevat de volgende namen: A. Voorsluijs van Elk en Mej. M. Voorsluijs van Elk, H. van Wijk, H.A. Kooy en echtg., C.W. Gelderman, Mevr. L.M. Steevert, geb. Klaarwater, en dochter, Mej. C.W. Langerberg, A.J. Dozij, H.W.A. Versnel, D. van der Paardt, Mej. E. Niemeijer, benevens Zr.Ms. troepen, zijnde De familiën Groothoff, Enderle, Bär, Salomonson, Stibbe, Van Oijen, Keyman en Van Stockum zouden zich eerst te Genua inschepen. Van de directie der maatschappij ontvangen wij nader de volgende mededeling: Bij de Stoomvaart Maatschappij Nederland is telegrafisch bericht ontvangen van kapitein Visman uit Falmouth, dat haar stoomschip PRINS FREDERIK de 25e juni 's avonds 10 uur bij mist door aanvaring met de MARPESSA, van London, in de Golf van Biscaye gezonken is.

 

NRC 29 juni 1890114

Rotterdam, 27 juni. Volgens berichten van kapt. Visman uit Falmouth van hedenmiddag, zijn alle ontscheepten van de PRINS FREDERIK welvarend, de militairen opgenomen in de kazerne, het scheepsvolk in het zeemanshuis. De bij de ramp verdronken officier is de 2e luitenant van de infanterie H. van Wijk. De namen van de zes omgekomen manschappen – een korporaal en vijf minderen- zijn aan het ministerie van koloniën opgegeven. Het plan bestond om de militairen en de passagiers hun reis te doen voortzetten met het stoomschip SUMATRA, kapt. Drooglever Fortuin, dat de 5e juli van Amsterdam naar Batavia vertrekt. Tengevolge van het spoedige zinken van de PRINS FREDERIK is er geen gelegenheid geweest voor de opvarenden om iets te redden. Het stoomschip MARPESSA, dat met het stoomschip PRINS FREDERIK in aanvaring was, is een geheel nieuwe stalen boot, ongeveer 2500 ton groot en in 1889 gebouwd te Newcastle bij de firma Palmer & Co. Aan boord van de PRINS FREDERIK bevonden zich de volgende passagiers: de heren E.W. Gelderman, A. Voorsluis van Elk, majoor van de infanterie van verlof terug, detachement commandant H. van Wijk, 2e luitenant infanterie, medegeleider van het detachement, H.A. Kooi, idem, idem, en echtgenote, mevrouw L.M. Steevert, geboren Klaarwater en dochter, mejuffrouw C.W. Langenberd, mej. M. Voorsluijs van Elk, A.J. Dozy, H.W.A. Versnel, D. van der Paardt, mejuffrouw E. Niemeijer benevens Zr.Ms. troepen, 4 onderofficieren en 75 koloniale soldaten.

 

NRC 01 juli 1890114

Rotterdam, 30 juli. Betreffende het verongelukken van het stoomschip PRINS FREDERIK in de Golf van Biscaye door de aanvaring met het stoomschip MARPESSA, ontlenen wij aan een der Engelse bladen nog het volgende:

Ten tijde der aanvaring was het stoomschip zachtjesaan stomende (easy) en bevond, terwijl het mistig was, kapitein Visman, benevens de opper- en derde stuurman, zich op de brug. Een stoomfluit werd gehoord op de stuurboordboeg, welke ogenblikkelijk gevolgd werd door het geluid ener stoomfluit recht vooruit, dat men vermoedde van een ander stoomschip afkomstig te zijn.

De gezagvoerder gaf order om het roer aan bakboord te leggen ten einde ruimte te geven, toen op eens de PRINS FREDERIK met een vreselijk geweld in de midscheeps werd aangevaren, waardoor het tot in de helft van het dek werd doorgesneden. Er werd geen licht gezien, als juist een paar seconden voordat de aanvaring plaats vond. De zee stroomde door de vreselijke grote opening, door de aanvaring veroorzaakt, de machinekamer en het achterruim binnen. Bij het peilen der pompen ontdekte men onmiddellijk, dat het stoomschip reddeloos verloren was. De helft der manschappen bevond zich op het dek, en de passagiers en militairen onder dek en in de hutten. Onmiddellijk stroomden deze op dek, doch er was geen paniek en de gegeven bevelen werden onmiddellijk gehoorzaamd.

De boten werden snel en met de grootste orde te water gelaten, waarin zich, naar men meende, al de opvarenden begaven, doch zoals later bleek werden de tweede luitenant van Wijk en zes militairen vermist (reeds door ons vermeld). Ook de gezagvoerder van de MARPESSA, kapt. Geary, had zijn stoomschip, dat zwaar beschadigd werd door de aanvaring, in de boten verlaten, terwijl hij bevreesd was dat het zou zinken. Toen men echter bevond dat het drijvende bleef, begaven zij zich weder aan boord, waarna de schipbreukelingen van de PRINS FREDERIK op de MARPESSA werden opgenomen.

Nadat allen aan boord waren, werden van de MARPESSA nog twee boten afgezonden om naar de vermisten te zoeken, doch deze keerden terug zonder iets van hen te hebben kunnen ontdekken.

Twee boten van de PRINS FREDERIK werden vermoedelijk door de aanvaring verbrijzeld, en zes boten van de PRINS FREDERIK werden tot veiligheid voor het groot aantal schipbreukelingen door de MARPESSA op sleeptouw meegenomen en liggen nu te Falmouth in de haven.

De dames werden onder dek gehuisvest, terwijl de overige schipbreukelingen zo goed mogelijk op dek werden geborgen. De MARPESSA, waarvan, zoals reeds vermeld werd, veel lading werd overboord geworpen, had gelukkig behalve enige uren regen over het algeheel op de reis tot Falmouth fraai weer. De gezagvoerder en de officieren en passagiers zijn gelogeerd in het Royal hotel, de overige manschappen in het Voss Marine hotel, en de soldaten werden in het Pendennis kasteel ingekwartierd.

 

NRC 23 april 1891114

De resultaten van het boekjaar 1890, zegt de directie van de Stoomvaart Maatschappij Nederland in haar verslag, waaruit wij in ons blad van gisteren reeds de hoofdcijfers van de winst- en verliesrekening hebben mede gedeeld, zijn iets minder dan die van het vorige, doch zij geven stof tot tevredenheid, als men in aanmerking neemt, dat wij het verlies te betreuren hadden van een onzer nieuwste en snelste stoomschepen, en dat de zeer geringe tabaks- en koffieoogsten op Java ons nadeel toebrachten in de thuisvrachten. Wij hadden gelukkig volle schepen op de uitreizen; een toenemende rijstuitvoer van Java stelde ons enigszins schadeloos voor hetgeen wij bij de hierboven genoemde producten moesten derven; het passagiersvervoer bleef op ongeveer dezelfde hoogte.

In 1890 werden voltooid: 25 uitreizen en 26 thuisreizen van de veertiendaagse maildienst, benevens: 5 extra reizen met eigen schepen, terwijl 2 stoomschepen van de Stoomvaartmaatschappij Phoenix en 5 van de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij voor de uitreis naar Indië op onze lijn werden beladen.

Ons stoomschip PRINS FREDERIK verongelukte op de 25e juni 1890 in de Golf van Biscaye, tengevolge van aanvaring door het stoomschip MARPESSA bij mistig weer. De gezagvoerder, kapt. Visman, wiens kloekheid bij het onheil algemeen werd genoemd, is door de Raad van Tucht vrijgesproken van door enige daad of nalatigheid de aanvaring te hebben veroorzaakt. De uitslag van het proces tegen de MARPESSA in Engeland is bekend en in vakbladen uitvoerig besproken. Wij laten het oordeel over die uitspraak aan onpartijdigen over.

De duur van de reizen was als volgt: gemiddelde uitreis: 36 dagen 6 uur stoomdagen en 41 dagen 21 uur reisdagen (tegen 36 dagen 8 uur stoomdagen en 42 dagen 11 uur reisdagen in 1889); kortste uitreis 33 dagen 15 uur stoomdagen en 39 dagen 17 uur reisdagen (tegen 32 dagen 16 uur stoomdagen en 38 dagen 19 uur reisdagen); gemiddelde thuisreis 38 dagen 12 uur stoom- en 40 dagen 7 uur reisdagen (tegen 37 dagen 22 uur stoom- en 40 dagen 90 uur reisdagen); en kortste thuisreis34 dagen 3 uur stoom- en 35 dagen 21 uur reisdagen (tegen 33 dagen 23 uur stoom- en 35 dagen 13 uur reisdagen). Op het mailtraject is op de uitreis van Genua naar Batavia de contractuele reisduur 30 dagen, terwijl besteed werd: gemiddelde uitreis 29 dagen 9 uur reisdagen, tegen 30 dagen in 1889; en kortste uitreis 27 dagen 11 uur reisdagen, tegen 28 dagen 1 uur in 1889.

Op de thuisreis van Batavia naar Genua bepaalt het contract 32 dagen. De gemiddelde thuisreis in 1890 was 30 dagen 10 uur reisdagen, tegen 30 dagen 2 uur in 1889, en de kortste thuisreis 27 dagen reisdagen, tegen 27 dagen 1 uur.

De veertiendaagse dienst via Genua, zegt het verslag verder, werd binnen de bepaalde tijd volbracht.

In mei 1890 werd met de Nederlandse regering een contract gesloten, waarbij een verkorte reisduur werd bepaald, terwijl voor verdere besparingen van tijd in de overvoer van de brieven een premie werd toegezegd. Het was voor het eerst sedert 1875, toen ons eerste postcontract werd gesloten, dat wij zulk een ernstige medewerking van de regering ondervonden om een postdienst met Nederlands-Indië te vestigen, die, rekening houdende met hetgeen thans te verkrijgen is, de gelegenheid gaf tot ontwikkeling. In verband met het gelijktijdig gesloten contract met de Rotterdamsche Lloyd, was het de definitieve invoering van de wekelijkse maildienst, en de voorbode van een postgemeenschap, die in alle opzichten met hoog gesubsidieerde mails had kunnen wedijveren. Door verschillende omstandigheden, niet in het minst door het overlijden van Zijne Majesteit de Koning, werd het wetsontwerp eerst op de 6e februari l.l. door de tweede kamer van de Staten Generaal behandeld. Tot veler verwondering, tot onze grievende teleurstelling, werd het met 40 tegen 38 stemmen verworpen. Hierdoor is nu weer een grote vertraging ontstaan in de pogingen tot verbetering van onze postgemeenschap met Indië, waarvoor wij sedert jaren werkzaam zijn. Wij zullen ons niet laten ontmoedigen, overtuigd als wij zijn, dat degenen, die zich niet door de buitenlandse naburen wensen te doen overvleugelen in het verkeer met de eigen koloniën, ten slotte de publieke opinie op hun hand zullen krijgen. In afwachting, naar wij vertrouwen, van een nieuwe regeling, die aan sommige geopperde bezwaren kan tegemoet komen, is het bestaande contract bestendigd.

De beide nieuwe stoomschepen PRINSES SOPHIE en PRINS HENDRIK werden door de firma Caird & Co te Greenock op tijd en in goede orde afgeleverd. Zij aanvaardden de eerste reis respectievelijk op 27 september en 8 november 1890. De afrekening daarvan behoort tot het thans lopende dienstjaar, doch reeds nu kan worden verklaard, dat deze mailschepen door snelle reizen, grote ladingcapaciteit en bijzonder gezochte passagiersinrichting, een grote aanwinst voor de vloot van de maatschappij zijn.

In 1880 werd betaald de totale schade van het stoomschip PRINS FREDERIK, waarop de risico van de maatschappij beliep NLG 240.000; voorts andere kleine schaden ad NLG 216, te samen NLG 240.216. Aan premie werd gemaakt NLG 204.552,81, zodat het nadelig saldo bedroeg NLG 35.663,19, dat door de assurantie-reserverekening werd gedragen.

In 1890 werden 204 obligaties van 1872 geruild tegen aandelen. Op ultimo december bedroeg het kapitaal NLG 5.189.000 (NLG 7 miljoen na aftrek van NLG 1.811.000 ongeplaatste aandelen). Van de 5 pcts. obligaties van 1872 staat nog uit NLG 518.000 en van de 4 pct. van 1881 nog NLG 1.584.000, totaal NLG 2.102.500.

Het reservefonds is van NLG 185.817,56 op 1 januari 1890, gestegen tot NLG 232.332,91. Het ondersteuningsfonds voor het personeel is vermeerderd met NLG 25.958,03; voor onderstand aan nagelaten betrekkingen van personeel; aan invaliden en werkvolk werd betaald NLG 7.005,46, zodat het fonds op ultimo december j.l. NLG 107.587,19 beliep.

De 13 stoomschepen van de maatschappij staan in de balans te boek voor NLG 6.053.014,75; de inventarissen voor NLG 202.598,67.

 

Provinciale Groninger Courant 23 april 1895114

Amsterdam, 20 april. Volgens rapport uit Genua, d.d. 17 april van kapitein Visman, had de reeds vermelde aanvaring van het stoomschip PRINSES AMALIA op de reis van Southampton naar Genua plaats nabij Ouessant op de 10e april des voormiddags ten ongeveer 9 uur. Het was flauwe koelte, westelijke deining met zware mistvlagen, soms dik. Sedert 5 uur ‘s morgens stoomde men met verminderde vaart en liet de stoomfluit horen. Ten 8 u. 45 min. hoorde men het geluid van een stoomfluit aan bakboordzijde. De machines werden gestopt, de fluit gaande gehouden. Daar het andere stoomschip, op het geluid te oordeelen, bleef naderen, werd met volle kracht achteruit gestoomd, zodat de PRINSES AMALIA op het ogenblik der aanvaring achteruit ging. Het andere stoomschip trof de PRINSES AMALIA aan bakboord nabij de fokkemast, terwijl het veel schade aanrichtte aan buitenromp en verschansing en een der sloepen nagenoeg verbrijzelde. Bij inspectie bleek, dat huidplaten waren ingedeukt en gescheurd, zodat er water naar binnen drong. De sloepen werden uitgezet, gestreken tot aan de reling; passagiers en opvarenden ontvingen order om gereed te zijn, ieder bij zijn sloep, te einde, zo nodig, het schip te verlaten. Kapt Visman zond een sloep naar het andere stoomschip, hetwelk bleek te zijn de ELMINA, bestemd naar Havre, welk schip in de nabijheid bleef, ten einde, zo nodig, assistentie te verlenen. Na het verwerken van de lading bij het lek gekomen, bevond men dat weliswaar water naar binnendrong, maar dat er geen gevaar bestond, daar de stoompomp het schip gemakkelijk lens kon houden. Het lek werd zo goed mogelijk gestopt en na gehouden scheepsraad werd besloten de reis te vervolgen en te Genua de schade te herstellen. Behalve de sloep, die verbrijzeld werd, ging nog een andere sloep verloren; dit is vermoedelijk de sloep, die door het stoomschip CORRIENTES op zee gepasseerd is. Er blijft nog voldoende sloepenruimte over voor al de opvarenden op de uitreis. Bij expertise te Genua werd bepaald, dat de schade voldoende kon worden gerepareerd, na lossing van een gedeelte der lading in lichters om het lek boven water te brengen. Het schip zal dan de lading weder innemen en de reis aanstaande maandag worden voortgezet.

 

 

Datum vanaf: 1893
Kapitein: Visman, Klaas

Familiegegevens

 

Simon werd geboren op 09.12.1844 te Scheveningen als z.v. Jan Turfboer en Johanna Blok.

 

Simon (29) (stuurman) trouwde op 20.05.1874 te Den Haag met Jacoba Gerarda van der Harst (24) – geb. 22.10.1849 te Scheveningen – d.v. Willem van der Harst en Cornelia Johanna van Duijne. 

Jacoba Gerarda van der Harst overleed op 19.08.1896 te Den Haag (46).

Simon (53) hertrouwde op 10.02.1898 te Schiedam met Elisabeth de Croes (42) – geb. te Oud- en Nieuw Mathenesse – d.v. Wouter de Croes en Elisabeth Horsman.

Elizabeth de Kroes overleed op 25.10.1917 te Rijswijk (62).

(opmerking: In de trouwacte wordt de naam vermeld als Elisabeth de Croes / in de overlijdensacte als Elizabeth de Kroes)

Simon overleed op 24.10.1916 te Rijswijk (71). 

 

Kinderen

-    Johanna – geb. 06.03.1875 te Den Haag

-    Cornelia Johanna – geb. 06.01.1877 te Den Haag

-    Johannes Willem – geb. 05.04.1878 te Den Haag

-    Maria Elisabeth – geb. 12.06.1879 te Den Haag

-    Lambertus Jacobus – geb. 13.11.1882 te A’dam.

-    Petronella Jacoba – geb. 06.06.1884 te Den Haag

-    Willem – geb. 05.09.1885 te Den Haag – in 1900 naar Kweekschool v.d. Zeevaart

-    Simon Jacobus – geb. 28.05.1888 te Den Haag

 

De schepen van de kapitein

 

*   1884 van het s.s. PRINS HENDRIK

*   1888 van het s.s. VOORWAARTS

*   1889 van het s.s. SOENDA

*   1890 van het s.s. PRINSES WILHELMINA

*   1897 van het s.s. PRINS ALEXANDER

*   1898 van het s.s. PRINSES AMALIA

*   1900 van het s.s. PRINS HENDRIK

*   1903 van het s.s. KONING WILLEM II

 

Na juli 1905 waarschijnlijk met pensioen gegaan.

 

Overige bijzonderheden

 

Gezagvoerder bij de S.M.N.

 

 

ONDERSTAANDE GEGEVENS ZIJN VAN DE HEER S. PARMA:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Geen

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” dd 07 januari 1897 staat de uitslag van een wedstrijd voor de best bijgehouden kompasjournalen in 1894/1895 waarbij is toegekend de gouden medaille aan kapitein F.H.Bonjer, de zilveren medaille aan kapitein G.Stenger en bronzen medailles aan S.Turfboer en J.G.Wiebenga.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 04 maart 1897 staat een verslag van de uitreiking van medailles in de wedstrijd 1894/95 voor de beste kompasjournalen. Er waren 27 deelnemers, die in totaal 50 journalen inzonden. De gouden medaille is verworven door F.H.Bonjer, gezagvoerder van het ss “Spaarndam, het zilver ging naar G.Stenger van het ss “Amsterdam en het brons naar S.Turfboer, gezagvoerder van de “Prinses Wilhelmina. Een buitengewone bronzen medaille werd toegekend aan de thans buitengaats zijnde kapitein J.G.Wiebenga van het fregat “De Ruyter”.023.

 

De schepen van de kapitein

S.Turfboer was in 1898 kapitein van het ijzeren schroefstoomschip, bark getuigde “Prinses Amalia”, gebouwd bij John Elder & Co te Glasgow, 3200 ton, varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”052.

 

Bouma025 vermeldt S.Turfboer als gezagvoerder van/in:

*   1884 t/m 1886 op het schroefstoomschip “Prins Hendrik”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam

*   1888 van het ijzeren schroefstoomschip “Voorwaarts”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;

*   1889 op het schroefstoomschip “Soenda” ex Celebes ex Columbian, in 1866 gebouwd te Hartlepool, 2321 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Java” te Amsterdam;

*   1890 t/m 1895 op het ijzeren schroefstoomschip “Prinses Wilhelmina” 400 pk, gebouwd in 1882, 2610 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;

*   1897 t/m 1898 op het ijzeren stoomschroefschip “Prins Alexander”, gebouwd in 1881 te Glasgow, 3025 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland te Amsterdam;

*   1898 t/m ? van het schroefstoomschip “Prinses Amalia”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3495 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

S.Turfboer vervoerde vanuit Amsterdam met de “Prins Hendrik” transporten van landmachtmilitairen naar Batavia tijdens de volgende jaren065*:

*   Vertrek 13 maart 1884. Aankomst 24 april 1884 na 43 dagen. 3 officieren en 75 manschappen.

*   Vertrek 16 mei 1885. Aankomst 28 juni 1885 na 43 dagen. 2 officieren en 75 manschappen.

*   Vertrek 10 oktober 1885. Aankomst 16 november 1885 na 47 dagen. 3 officieren en 63 manschappen.

*   Vertrek 31 juli 1886. Aankomst 10 september 1886 na 41 dagen. 2 officieren en 53 manschappen.

Hij vervoerde vanuit Amsterdam met de “Prinses Wilhelmina” transporten tijdens de volgende reizen:

*   Vertrek 25 oktober 1890. Aankomst 07 december 1890 na 43 dagen. 4 officieren en 44 dagen.

*   Vertrek 09 april 1892. Aankomst 20 mei 1892 na 41 dagen. 2 officieren en 53 dagen.

*   Vertrek 13 augustus 1892. Aankomst 22 september 1892 na 40 dagen. 2 officieren en 74 manschappen.

*   Vertrek 22 april 1893. Aankomst 01 juni 1893 na 40 dagen. 3 officieren en 73 manschappen.

*   Vertrek 30 december 1893. Aankomst 08 februari 1894 na 40 dagen. 3 officieren en 79 manschappen.

*   Vertrek 05 mei 1894. Aankomst 11 juni 1894 na 37 dagen. 2 officieren en 43 manschappen.

*   Vertrek 12 januari 1895. Aankomstdatum niet vermeld. 2 officieren en 42 manschappen.

*   Vertrek 18 mei 1895. Aankomstdatum niet vermeld. 2 officieren en 42 manschappen.

*   Vertrek 21 september 1895. Aankomstdatum niet vermeld. 3 officieren en 53 manschappen.

*   Vertrek 30 mei 1896. Aankomstdatum niet vermeld. 3 officieren en 106 manschappen.

Hij transporteerde detachementen vanuit Amsterdam met de “Prins Alexander” tijdens de volgende reizen:

*   Vertrek 10 oktober 1897. Aankomstdatum niet vermeld. 3 officieren en 53 manschappen.

*   Vertrek 19 februari 1898. Aankomstdatum niet vermeld. 3 officieren en 32 manschappen

*   Vertrek 11 juni 1898. Aankomstdatum niet vermeld. 3 officieren.

*   Vertrek 01 oktober 1898. Aankomstdatum niet vermeld. 3 officieren en 43 manschappen.

Hij transporteerde detachementen vanuit Amsterdam met de “Prinses Amelia” op de volgende reizen:

*   Vertrek 02 april 1898. Aankomst niet gemeld. 2 officieren en 53 manschappen.

*   Vertrek 23 juli 1898. Aankomst niet gemeld. 1 manschap.

*   Vertrek 04 maart 1899. Aankomst niet gemeld. 3 officieren en 52 manschappen.

*   Vertrek 24 juni 1899. Aankomst niet gemeld. 1 officier en 2 manschappen.

Een deel van de opgaven omtrent de “Prins Alexander” en de “Prinses Amelia” zijn overlappend en kloppen dus niet. Dit komt omdat Bouma025 overlappende vaarperioden voor deze kapitein heeft gegeven. Nader onderzoek is dus nodig.

Overigens is het waarschijnlijk dat kapitein Turfboer ook in de twintigste eeuw nog troepentransporten heeft verzorgd. maar deze zijn door mij niet verder uitgezocht.

 

“Een andere ramp met grote materiële schade vond plaats op 1 november 1886 met de Prins Hendrik (II), toen deze op de rede van Aden werd aangevaren door het stoomschip Hubbuck en korte tijd daarna zonk. “De passagiers vervolgden de reis met de  Voorwaarts; de mail werd onmiddellijk doorgezonden. Met behulp van duikers en stoompompen kwam de Prins Hendrik (II) op de 26ste november weer vlot, maar door het zwellen van de lading bleek het schip ontzet en moest het nadien verkocht worden.

Uit: “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.

 

In het tijdschrift “De Zee” Jg.1895, p.185 wordt het Verslag van de Commissie ter Beoordeling van Kompasjournalen” vermeld waarin wordt gemeld dat, hoewel buiten de prijzen vallend, als zeer goed journaal kan worden genoemd dat van kapitein S.Turfboer, gezagvoerder van het ss. “Prinses Wilhelmina”.

In “De Zee”, Jg.1897, p.71-75 wordt aan kapitein S.Turfboer van het ss “Prinses Wilhelmina” de bronzen medaille toegekend.

 

 

Datum vanaf: 1898
Kapitein: Turfboer, Simon

Familiegegevens en opleiding

Hendrik Jan is geboren op 21 nov. 1860 te Sappemeer als z.v. Berend Potjer (koopvaardijschipper) en Anna Maria Benes. 

Hendrik Jan (32) (zeeman) trouwde op 23 aug. 1893 te Veendam met Engelina Hinderika Venema (28) – geb. te Veendam – d.v. Pieter Venema (bakker) en Harmanna Hut.

Hendrik Jan overleed op 13 jan. 1940 te ’s-Gravenhage (79).  

E.H. Venema overleed op 15.01.1956 te Haarlem (91).

De schepen van de kapitein

*   1897 – 19..  van het s.s. PRINS HENDRIK

*   1900 – 1900  van het s.s. PRINS VAN ORANJE

*   07/1900 – 1902 van het s.s. PRINSES AMALIA

*   1902 – 19..  van het s.s. KONINGIN REGENTES

Overige bijzonderheden

Gezagvoerder bij de S.M.N

NNO 02-06-1900

Zoals men zich zal herinneren heeft in 't midden van Januari ongerustheid geheerst omtrent het lot van het stoomschip „Prins van Oranje," van de Stoomvaart Mij. „Nederland," dat niet op de bepaalde tijd te Padang was aangekomen. Later dat het schip op 1 Januari de schroefas had gebroken en 14 dagen hopeloos ronddreef, in welke staat het schip door de „Prinses Sophie," van dezelfde maatschappij, werd gevonden en te Padang binnengesleept. Den 4e januari hadden zich vrijwilligers aangeboden om in een goed bemande sloep naar Padang te gaan, of naar een sneller te bereiken gelegenheid, om hulp te halen. Wel is waar had de poging van de sloepbemanning geen succes, doch de kloeke daad verdiende zeker hogelijk bewondering en waardering. De directie van de Maatschappij had, nu 't stoomschip weer behouden in Amsterdam is teruggekeerd, gisterenochtend die met de kapitein van de „Prins van Oranje," de heer L. Potjer, genodigd samen te komen op het achterschip. De bemanning had bestaan uit de 2e-officier H. Smitt, de 3e-ofücier H. Harms, de 2e machinist T. Zuidema, de 3e-machinist J. Ages, de bootsman C.G.H. Kelpin, de matrozen C. Kort en A.W. Reekers. Toen zij allen daar stonden in tegenwoordigheid van de directeuren der Maatschappij, de heren J. Boissevain, J.P. Tegelberg en L.P.D. Op ten Noort, enige ambtenaren, van de Maatschappij en de bemanning van het schip, sprak de heer Boissevain als volgt: „Kapitein Potjer, heren officieren en manschappen van de „Prins van Oranje, ik heet u van harte welkom in het vaderland, na een reis, die niet zonder gevaren is afgelegd. Niet alleen wij, doch ook uw familiebetrekkingen verheugen zich dat gij allen behouden tot ons zijt teruggekeerd. Nooit vergeten wij de dag toen een onzer directeuren met beproefde zeelui op de kaart nagingen, waar de „Prins van Oranje," nadat de tijding gekomen was dat het schip werd vermist, zou zijn te vinden en het telegram werd verzonden om het schip te zoeken. God zij dank, gij zijt gevonden en behouden! Maar wat is er ondertussen aan boord gebeurd? Ook daar gingen dezelfde gevoelens om als bij ons en werd besproken wat gedaan moest worden om hulp te zoeken. Daartoe moest men vrijwilligers hebben, want kapitein Potjer begreep terecht, dat een zo hachelijke taak, zelfs in een zeewaardige boot, alleen aan vrijwilligers mocht worden toevertrouwd. Velen boden zich aan, meer dan nodig waren. Gij werd aangewezen tot de eervolle taak, Smitt, Harms, Zuidema, Ages, Kelpin, Kort en Reekers. Wij hebben uw daad zeer gewaardeerd; gij hebt daarmee weer het bewijs geleverd, dat in tijd van gevaar jong Nederland op zijn post weet te zijn. (Luide hoera's). Het is daarom dat wij de sloepbemanning een herinnering wensen aan te bieden aan haar kloeke daad." Namens de directie bood spreker aan de genoemde leden van de bemanning aan een fraaie oorkonde, waarbij voor de vier eerstgenoemden was gevoegd een gouden horloge met inscriptie, voor de laatste drie een enveloppe, waarvan zij de inhoud naar welgevallen zouden kunnen besteden. Namens de bemanning dankte de heer Smitt. „Namens de sloepbemanning," zeide hij, „dank ik de directie zeer. Het is ons een voorrecht te mogen dienen onder een directie, die zo zeer een goede daad weet te waarderen en te belonen, ook al is onze poging zonder resultaat gebleven. Weest overtuigd, dat wij alles zullen doen om in de verdere dienst uw tevredenheid te blijven verdienen." (Daverende hoera’s.)

 

Onderstaande gegevens zijn van de heer S. Parma.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Geen

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 maart 1904 staat de uitslag van de wedstrijd beste kompasjournalen dd 1900/1901 met als uitslag: de gouden medaille voor S.Fenenga van het ss “Soembawa”, de zilveren medaille voor W. van der Schoon de Boer van het ss “Zeeburg” en de bronzen medaille door H.J.Potjer van het ss “Prinses Amalia”. Het betreft hier de laatste wedstrijd over kompasjournalen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt H.J.Potjer als gezagvoerder gedurende:

*    1900 van het ijzeren schroefstoomschip “Prins van Oranje”, gebouwd in 1871 bij John Elder & Co te Glasgow, 1829 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”(1870) te Amsterdam. Het schip werd in 1900 verkocht naar Genua en herdoopt in “Maria”.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1902
Kapitein: Potjer, Hendrik Jacob
Overige informatie: 0

Afbeeldingen


Omschrijving:
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: PRINSES AMALIA
Collectie: Stadsarchief Amsterdam
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving:
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Bronnen

Jaar: 2003
Bron: Book
Omschrijving: De Eeuw van de Nederland, door A.J.J. Mulder, H.J. Legemaate, J. Nierop, D. Pilkes, Asia Maior te Zierikzee, ISBN 90 74861 21 0.

Jaar: 1944
Bron: Documentation of Shipowner
Omschrijving: Vlootoverzicht, gemaakt bij de SMN te Amsterdam, afdeling dislocatie, in mei 1944.

Jaar: 1983
Bron: Personal Documentation
Omschrijving: Notes of mr. F.G.E. Moll (1898-1983).