Familiegegevens en opleiding
De familienaam wordt in diverse bronnen verschillend gespeld, i.c. KLASEN/KLAASEN/KLAASSENS. Dit lid van enkele zeemanscolleges is geïdentificeerd door combinatie van gegevens van o.a. de ouders.
Klaas Klasen werd geboren op 05 september 1817 te Nieuwe Pekela als zoon van de schipper Jan Klasen Aaltje Meilofs Pottjewijd.
Klaas Klaassens trouwde op 18 januari 1838 te Oude Pekela als schipper met Antje Arents Klaassens, geboren op 05 september 1816 te Appingedam als dochter van de rentenier Arent Klaassens en Trijntje Geerts Onstwedder
Vader Jan tekenden als Jan Klasen, bruidegom Klaas als K.Klaassens en bruid Antje als A.A.Klaassens. Antje overleed op 29 juni 1894 te Oude Pekela als Antje Klaassens met als relatie Klaas Klaassens, 76 jaar, weduwe.
Klaas Klasens overleed op 02 december 1884 te Oude Pekela, 67 jaar, zonder beroep.
In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt de combinatie Klaas Klaassens-Antje Klaassens vermeld als schipper in 1838, 1840, 1842, 1845, 1848, 1853, 1855 en zonder beroep/rentenier in 1876, 1884.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
K.J.Klasen was effectief lid van het naamloze zeemanscollege te PekelA met vlagnummer 82 in de periode 1840 t/m 1851.
K.J.Klasen was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela me vlagnummer 82 in de periode 1851 t/m 1863.
K.J.Klasen was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” in Oude Pekela met vlagnummer 9 in de periode 1851 t/m 1863112.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt K.J.Klaasen als gezagvoerder gedurende:
* 1847 t/m 1854 van de kof “Antje”, gebouwd in 1845 te Sappemeer, 94 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip is vernoemd naar de vrouw van de kapitein;
* 1854 t/m 1858 van de 2/msch “Antje”, gebouwd in 1851 te Hoogezand, 119 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip voer in 1859 voor Brack & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Hermine & Elise”;
* 1858 t/m 1862 van het ijzeren schroefstoomschip “Rotterdam”, gebouwd in 1856 te Dumbarton, 768 ton o.m., varend voor de Stoomb. Ver. de Maas, Dir. G.Schuurmans & Zn te Rotterdam.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
02 februari 1836, kof “ Vriendschap”, kapitein Jan Klaassens, stuurman Klaas Jans Klasen uit Nieuwe Pekela.
30 januari 1837, kof “ Vriendschap”, kapitein Klaas J.Klasen uit Nieuwe Pekela
1838, zonder datum, kof “ Vriendschap”, kapitein Klaas Jans Klasen
1841, zonder datum, kof “ Vriendschap”, kapitein Klaas Jan Klasens.
21 mei 1845, kof “ Antje”, kapitein Klaass Jans Klasen te Oude Pekela
17 januari 1850, schip “ Antje”, kapitein Klaas J.Klasen uit Oude Pekela.
19 februari 1852, schoener “ Antje”, schipper Klaas Jans Klasens, 35 jaar uit Oude Pekela.
Krantenberichten
NRC 01 november 1851114
Grimsby, 28 oktober. Het schip ANTJE, kapt. Klasen, van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) herwaarts gedestineerd, is gisteren bij Donna Nook op strand geraakt en zal waarschijnlijk moeten lossen om in vlot water te komen.
Provinciale Groninger Courant 02 januari 1852114
Groningen, 1 januari. Sedert onze laatste opgave zijn alhier weder twee nieuwe zeeschepen in de haven gebracht om opgetuigd te worden, en wel dinsdag de schoenerkof HINDERIKA MARGARETHA, groot ongeveer 70 last, kapt. J.J. Korte, van Nieuwe Pekela, gebouwd bij J.J. van der Werff, te Hoogezand, en gisteren de schoener ANTJE, groot 80 last, kapt. K.J. Klasen, van Oude Pekela, gebouwd bij I. Hooites, te Hoogezand.
NRC 01 april 1860114
Advertentie. Stoomvaart-Vereniging De Maas. Het stoomschip ROTTERDAM, kapt. K.J. Klasen, vertrekt woensdag 11 april naar Marseille, Genua Livorno, Napels, Messina en Palermo. Adres Boutmy & Co. - Johs. Ooms Ez. & Co.
Noot.
Zou ook kapitein geweest kunnen zijn van de RHONE Id 8330 van dezelfde reder.
Familiegegevens en opleiding
Er zoud volgens Veldhuis (zie hierna) een overlijdensadvertentie in een krant hebben gestaan van kapitein J. Muntendam ondertekend door Muntendam-de Boer
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J Muntendam was met vlagnummer R200 in de periode 1844 t/m 1866 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar voor het lidmaatschap heeft bedankt058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.J.Muntendam met vlagnummer R200 als gezagvoerde in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de bark “Van der Palm” 272 last voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam
* 1851 van het fregat “Willem de Eerste” 474 last voor de Schiedamsche Scheepsreederij te Schiedam
* 1855 geen vermelding van schip en reeder
* 1858, 1859 van ss “Cornelia” 342 last voor Gerrit Schuurman & Zoon te Rotterdam
* 1862 t/m 1865 van ss “Rotterdam” 406 last voor Gerrit Schuurman & Zoon te Rotterdam
J.J.Muntendam was gezagvoerder op de P.C.Hooft als opvolger van Douwe Hendriks de Boer. Hij "was begonnen als kapitein op de kleine Maasnymph en had vervolgens de Van der Palm en, nadat Poppen ermee gestopt was, de Willem de Eerste gecommandeerd"039.
Bouma025 vermeldt J.J.Muntendam als gezagvoerder gedurende:
* 1845 t/m 1847 van de bark “Maasnymph”, gebouwd in 1841 te Vlaardingen, 257 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam;
* 1848 t/m 1850 van het 3/mschip “van der Palm”, gebouwd in 1847 te Schiedam, 496 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam. (Bouma geeft J.A. Muntendam, maar dat is onjuist);
* 1851 t/m 1852 van het 3/mschip “Willem den Eersten”(soms Willem I), gebouwd in 1838 te Schiedam, 876 ton o.m., varend voor Scheepsreederij J.Loopuyt te Schiedam;
* 1856 t/m 1857 van de bark “Cornelia Mathilda”, gebouwd in 1855 te Schiedam, 673 ton o.m., varend voor A.Prins & Co te Schiedam;
* 1858 t/m 1862 van het schroefstoomschip “Cornelia”, gebouwd in 1857 te Yarrow, 647 ton o.m., varend voor de Stoomboot Ver. de Maas. Dir. G.Schuurman & Zn te Rotterdam;
* 1863 t/m 1866 van het ijzeren schroefstoomschip “Rotterdam”, gebouwd in 1856 te Dumbarton, 768 ton o.m., varend voor de Stoomb. Ver. de Maas, Dir. G.Schuurmans & Zn te Rotterdam;
* 1872 van het ijzeren schroefstoomschip “Rembrandt”, gebouwd in 1857 aan de Clyde, 290 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
* 1873 van het schroefstoomschip “Cycloop”ex Bonita, gebouwd in 1861 te Dumbarton, 740 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
* 1875 t/m 1876 van het schroefstoomschip “Comeet” ex Vendsijssel, gebouwd in 1871 te Middlesbro, 796 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
* 1877 t/m 1879 van het schroefstoomschip “Pallas” ex Mont Cenis, gebouwd in 1872 te Middlesbro, 1900 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam. Het schip werd vermist en ging vermoedelijk op de Hollandse kust verloren.
Overige bijzonderheden
J.J.Muntendam verzorgde per 24 oktober 1851 vanuit Nieuwediep met de “Willem de Eerste” een troepentransport van 6 officieren en 180 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 06 februari 1852 na 105 dagen. Er wordt geen melding gemaakt hoeveel officieren en manschappen zijn aangekomen065.
Op 26 mei 1845 werd de “Maasnymph””, komend van Batavia en op weg naar Rotterdam, in de Noorder Atlantische Oceaan gepraaid door de bark “Jan Hendrik” onder kapitein H.W.Eickelberg. Dit schip zou op 29 mei vergaan op de St.Paulus rots. Een verslag van deze ramp stelt dat met dit praaien “de laatste groet aan het Vaderland en de tijding werd medegegeven, dat alles bij ons aan boord in goeden staat was.”
Uit “De schipbreuk van het Nederlandsche Barkschip “JAN HENDRIK” in Bloeimaand 1845. Naar het dagverhaal van den Scheepsheelmeester J.HANOU Jz” als bijlage bij DE St PAULUS ROTS, dichtstuk van BERNARD ter HAAR Tweede Druk. Amsterdam. G.W.Tielkemeijer en W.Willems. 1847 Tweede Druk. Amsterdam. G.W.Tielkemeijer en W.Willems. 1847
Ook vermeld op p.6 van “De Schipbreuk Van het Barkschip Jan Hendrik op de St.Paulusrots”, Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders, 2005, 48 pp.
Op 15 november 1879 verging tijdens een hevige storm ter hoogte van Egmond het ss. “Pallas”. Het schip was op weg van St.Petersburg naar Rotterdam. De gehele bemanning van 20 koppen is omgekomen. Het ss. “Pallas” werd gebouwd in 1872 bij Beckhouse & Dixon te Middlesbro, mat 1900 Brt. en voer voor de KNSM te Amsterdam072.
In: Een onverwachte gebeurtenis met vreselijke gevolgen Jacob van der Ley en de Pallas in 1879” door Antonia Veldhuis in 11 en 30 NGV Afd. Friesland, Themanummer “Rampen” Mededelingenblad 73, Jg. 19 nr. 1, p.13-20, januari 2014
Een uitgebreid verslag van de ramp met de “Pallas” onder kapitein Muntendam.
Delen uit dit verslag zijn a.h.v.:
“Het stoomschip de Pallas komt vanaf Petersburg en is op weg naar Rotterdam. Na Kroonstad te hebben aangedaan vertrekken ze daar op 4 november 1879. Het is goed weer, op 9 november zijn ze bij Kopenhagen. Ze passeren de schoener Zaandam met kapitein A.Havinga. Ook de Etna is in de buurt, evenals de Urania. Ze zetten koers naar Nederland, waar ze – op 12 november – in de nabijheid van de Nederlandse kust in zwaar weer terecht komen. Er woedt een zware noordwesterstorm. Ze worden door de bemanning van een schip dat uit nood te Texel binnenloopt gesignaleerd.
Bij de Zuiderhaak biedt een loods van het Nieuwediep aan het stoomschip daar binnen te loodsen. Men had dit al met succes met de Etna (die had om een loods geseind) en de Urania gedaan. Kapitein Muntendam wilde echter te IJmuiden binnenvallen en weigert. Hij wenst een loods van die haven, die echter niet voorhanden is. Daarop laat de kapitein de vlag neerhalen en zet roekeloos koers naar IJmuiden, vol zee kiezend.
Dat is het laatste wat van het schip en zijn bemanning wordt vernomen…….
Op 18 november staat in de krant (bericht van 1de 16de ) dat de sleepboot Simson allerlei wrakhout heeft opgevist, zoals lijstwerk, deuren en luiken, met daarop in potlood: Holland.
Een beambte van de Kininklijke Nederlansche Stoombootmaatschappij (KNSM), de eigenaar van het schip, heeft deze voorwerpen herkend als zijnde afkomstig van het schip Pallas, waarvan de naam voorheen Holland was. Men vreest het ergste. Op 18 november wordt onder Heemskerk het journaal gevonden, het is bijgehouden tot 11 november. Ook een ladetafel met zeevaartkundige instrumenten, stukken beschot, een kussen van een leuningstoel en boeken spoelen aan.
De kranten melden dat het bijna geen twijfel meer lijdt dat de Pallas in de storm op de Hollandse kust is verongelukt.
Deze twijfel wordt omgezet in zekerheid ls men de 20e uit Egmond meldt dat een beschadigd schilderij, voorstellende een stoomschip onder stoom, is aangespoeld. Met witte letters staat hierop: SS Pallas capt. J.J.Muntendam”. In Zandvoort vindt men op 21 november een eikenhouten half deksel van een vat met daarop: “J.J.Muntendam, S.S.Pallas Amsterdam, 56 kilos.”
Een Urker visser zag op 1 december op 2 mijl ten westen van Kijkduin een staande mast. Andere vissers hebben op die hoogte de laatste dagen met de kor enige kledingstukken opgevist. Hieronder een laken met daarop gestempeld “Stoombootmaatschappij”. Men vermoeddt dat alles van de Pallas afkomstig is. Zes december spoelen twee zijschotten van een roef met twee kijkgaten in koper gevat aan…..
In het Algemeen Handelsblad van 28 mei 1880 onder de kop Koninklijke Nederlandsche Stoombootmaatschappij, blikt de Maatschappij terug op het jaar 1879. Voor men winst en verlies bespreekt, wil men eerst de lotgevallen van hun schepen in herinnering brengen. “Een droevige taak, nu wij een verlies als van de Pallas met man en muis en een rijke lading graan, die een vracht van omstreeks f 20.000,- zou hebben opgeleverd, te vermelden hebben. Den 4den November van Croonstadtvertrokken, zette zij de reisonder goed weder voort, na de 9den November Kopenhagen te hebben aangedaan. In de nabijheid der Hollandsche kust ontmoette zijonstuimig weder, dat echter kapitein Muntendam geen voldoende reden scheen om te Nieuwendiep te vluchten (zooals onze Uranius deed, ook den 2den November van Kopenhagen vertrokken). Althans zij werd den dag van den 12de bij de Zuider-Haaks gezien, vol zee kiezende. In den nacht van 12 op 13 November is zij door den zwaren storm beloopen en vergaan. Heeft zij slagzijde gekregen, heeft een deel der machine het begeven, is het een of ander onklaar geraakt, heeft een stortzee de vuren gedoofd? Wij kunnen niets anders dan gissen; van de 27 opvarenden is niets vernomen, zelfs zijn hun lijken niet aangespoeld; alleen hebben eenoge stukkenhout van hutten en luikhoofden, onmiskenbaar van de Pallas, te IJmuiden aangespoeld, de akelige gissing bevestigd. Een droevig verlies van zoo vele edele menschenlevens, waaronder van trouwe dienaren onzer Maatschappij.
In een volgende alinea van het artikel van Veldhuis wordt gerefereerd aan een collecte ten behoeve van de nabestaanden en die f 1387,19½ opleverde. Voorts werd een toneeluitvoering georganiseerd waarvan de opbrengst werd toegevoegd aan de coleectegeld
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Geen
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 06 januari 1898 staat vermeld een brief van E.Gleichman, Consul Generaal der Nederlanden te Hamburg “verzoekende voor de weduwe van den Nederlandschen scheepskapitein Jacobus Johannes Schrijver eenige ondersteuning.” Het verzoek werd afgewezen.023.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.J.Schrijver as gezagvoerder gedurende:
- * 1867 t/m 1868 van het ijzeren schroefstoomschip “Rotterdam”, gebouwd in 1856 te Dumbarton, 768 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
- * 1872 van het schr.stoomschip “Anna Paulowna”, gebouwd in 1857 te Dumbarton, 441 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
- * 1873 t/m 1876 van het ijzeren schroefstoomschip “Etna”, gebouwd in 1871 te Greenock, 592 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
- * 1877 t/m 1880 van het schroefstoomschip “Comeet” ex Vendsijssel, gebouwd in 1871 te Middlesbro, 796 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Edo Hendrik Zuidema werd geboren op 07 mei 1828 te Meeden arrondissement Winschoten als zoon van de landbouwer Hinderk Lammerts Zuidema en Grietje Edes Timmer, wonende te Meeden.
Hij trouwde op 17 april 1858 te Amsterdam als koopvaardijkapitein met Aafje van den Berg, zonder beroep, geboren te Haren,Groningen ca 1829, jaar, dochter van Derk van den Berg en Aafje Havinga. Bij het huwelijk waren getuigen de koopvaardijkapiteins Jelle de Boer, 37 jaar uit Harlingen en Binse Stoffels, 32 jaar uit Leeuwarden. Aafje overleed te Amsterdam op 07 april 1896, 5 uur namiddags in de Linnaeustraat 71.
Edo overleed te Amsterdam op 10 december 1887, voormiddags 5 uur op de Binnenkant 50, zonder beroep, 59 jaar
Per 09 februari 1858 trad hij met nr. 416 toe tot de Dordtse vrijmetselaarsloge “La Flamboyante”.064
Edo Hendrik Zuidema was op 19 juli 1872 getuige bij het huwelijk van kapitein Klaas Lubberink en Rieka Pinksterboer te Amsterdam. Hij wass toen 44 jaar. (Stadsarchief, Amsterdam)
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.H.Zuidema werd met vlagnummer 697 per 16 december 1856 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”op voordracht van kapitein J.B.Wijgers. Als zijn schip wordt vermeldt de “Bacchus”. Toegevoegd is “bedankt”.
In de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop dd 09/16 december 1856 werd als lid voor de vlag voorgesteld/aangenomen Edo Hendrik Zuidema, oud 28 jaart, voerend de schooner “Bacchus”, voor rekening van J. van Oldenborgh & Zn te Dordreccht, adres bij H.J. de Vries, op voordracht van kapitein J.B.Wijgers.023.
E.H.Zuidema, wonend te Amsterdam, was in de periode 29 juni 1855 t/m zijn royement in 1879 met vlagnummer 94 lid van het Dordtse zeeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de brigantijn “Eensgezindheid”, varend voor J. van Oldenborgh & Zonen.064a.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
On de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 april 1858 vraagt kapitein E.H.Zuidema om deelnemer te mogen worden in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop “als gehuwd zijnde”. Dit wordt afgewezen met verwijzing naar art.8 van het Reglement.042 (Art.8 verbiedt deelnemerschap voor leden ouder dan 40 jaar en gehuwd zijnde)
In het kasboek van het Dordtsee zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat op 01 december 1855 de storting door kapitein Zuidema van f15,- als entreegeld voor lidmaatschap van het College.064b
In de notulen dd 07 december 1882 van het Dordtse College staat een opsomming van geroyeerde leden waaronder:
Vlag 94 Edo H.Zuidema. Verblijf onbekend. Niet betaald sedert 1874/75. Geroyeerd 1879”.064a
De schepen van de kapitein
In de ledenlijsten van de Dordtse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat Edo H.Zuidema als gezagvoerder064a:
1856 brigantijn “Eensgezindheid” boekhouderrs J. van Oldenborg & Zn, Dordrecht
1857-1859 schoenerbrik “Baccchus” idem
1861 geen vermelding van schip
1874 ss. “Rotterdam” KNSM, Amsterdam
lidmaatschap van “Zeemanshoop” te Amsterdam:001
vlag jaren type sccheepsnaam reder/boekhouder
697 1856-1858 schoner Bacchus J. van Oldenborg & Zn, Dordrecht
Bouma025 vermeldt E.H.Zuidema als gezagvoerder gedurende:
* 1857 t/m 1860 van de schoenerbrik “Bacchus” ex Anna Elisabeth, gebouwd in 1847 te Muiden, 183 ton o.m., varend voor J. van Oldenborg & Zn te Dordrecht. Het schip voer in 1861 voor K.Moerman & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Sara Hendrika”;
* 1865 t/m 1867 van de schroefstoomboot “Rubbens”, ex Georg V, gebouwd in 1854 te Newcastle, 207 ton o.m., varend voor de KNSM, C.A. van Hemert & M.H.Insinger te Amsterdam;
* 1868 van het ijzeren schroefstoomschip “Vesta”, ex Pauline, gebouwd in 1857 te Hartlepool, 305 ton o.m., varend voor de KNSM, C.A. van Hemert & M.H.Insinger te Amsterdam;
* 1869 t/m 1873 van het ijzeren schroefstoomschip “Rotterdam”, gebouwd in 1856 te Dumbarton, 768 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.
In 1855 zou E.H.Zuidema gezagvoerder zijn geweest op de brigantijn “Eensgezindheid”, reder Joan van Oldenborgh & Zn te Dordrecht (niet in Bouma)
E.H.Zuidema vertrok met de “Rubbens” op 05 maart 1864 uit Amsterdam. Zijn terugkomst is niet vermeld.093
Overige bijzonderheden
Geen
|