Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jacob van Vollenhoven was met vlagnummer R259 in de periode 1849 t/m 1855 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein Jb. van Vollenhoven met vlagnummer R259 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van de brik “Karel August” 135 last varend voor van Overzee & Co te Rotterdam
* 1855 van de bark “Vesta” 228 last varend voor van Overzee & Co te Rotterdam
Bouma025 vermeldt J. van Vollenhoven als gezagvoerder gedurende:
* 1850 t/m 1852 van de brik “Karel August”, gebouwd in 1849, 257 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1853 t/m 1855 van de bark “Julie” gebouwd in 1853 te Alblasserdam, 417 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1856 van de bark “Vesta”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 437 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Petrus Frerichs Rijken werd geboren op 20 november 1818 te Larrelt in Hanover als zoon van de Nederlands Hervormde Pieter Frerichs Rijken en Sophia Sassen. Hij woonde te Alblasserdam en vestigde zich daarna te Rotterdam waar hij o.a. woonde aan het Vasteland Wijk 3 nr. 408.
Hij huwde op 13 juli 1853 te Rotterdam met Maria Schipper, geboren op 05 oktober 1826 te Rotterdam, dochter van de Nederlands Hervormde Arnoldus Schipper, boekhouder, en Cornelis La Combe. Na zijn loopbaan op zee werd hij zeilmaker.
Hij overleed op 08 december 1892 te Rotterdam (in het Park)005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.F.Rijken was met vlagnummer R75 in de periode 1847/48 t/m 1892 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1883 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat dat “Kapitein P.F.Rijken, ten behoeve van het Fonds, afstand heeft gedaan van zijn recht op de vastgestelde uitkeering, … “. Deze mededeling werd herhaald in de Jaarverslagen van 1885 t/m 1888058
In het Jaarverslag 1892 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden058.
P.F.Rijken was van 1853-1854, 1862 en 1875-1883 afwisselend commissaris en van 1872-1873 permanent commissaris van de Maatschappij058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein P.F.Rijken met vlagnummer R75 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 bark “Elshout” 316 last varend voor J. van Vollenhoven te Rotterdam
* 1855 bark “Julie” 220 last varend voor van Overzee & Co te Rotterdam
* 1858, 1859 bark “Maarten van Rossum 381 last varend voor van Overzee & Co te Rotterdam
* 1862 t/m 1867, 1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1883,
1885 t/m 1888, 1890, 1891 geen schip en boekhouder vermeld.
Bouma025 vermeldt kapitein Rijken (zonder intitialen) als gezagvoerder gedurende:
* 1845 op de bark “den Elshout”, gebouwd in 1844 op de werf van de Gebr. Pot aan de Elshout, 629 ton o.m., varend voor J.van Vollenhoven te Rotterdam;
en kapitein P.F.Rijken van/in:
* 1847 t/m 1848 op de bark “Catharina Maria”, gebouwd in 1846 te Elshout, 659 ton o.m., varend voor J.van Vollenhoven te Rotterdam;
* 1848 t/m 1853 op de bark “den Elshout” (zie hiervoor);
* 1856 t/m 1857 van de bark “Julie” gebouwd in 1853 te Alblasserdam, 417 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1857 op de bark “Vesta”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 437 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam
* 1858 t/m 1859 op de bark “Maarten van Rossem, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 723 ton o.m., varend voor Van Overzee & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
P.F.Rijken was gezagvoerder op de “Maarten van Rossum” en voer op 04 augustus 1858 om half vijf op 35o28’NBr. en 15o14’WL (Bron: Gemeentearchief van Rotterdam, Burgerlijke Stand Overlijden Rotterdam 1857 Deel A, folio 42, akte nr. 160).
Hij was ook gezagvoerder op de bark “Vesta”. Op 28 oktober 1856 voormiddag 10 uur voer hij op 12o24’NBr en 27o59’WL (Bron: Gemeentearchief Rotterdam, Burgerlijke Stand Overlijden Rotterdam 1857, Deel A folio 42 aktenr. 160)062a
P.F.Rijken vervoerde per 29 maart 1852 vanuit Hellevoetsluis met “de Elshout” 1 officier naar Indië. Hij arriveerde te Batavia op 10 juli 1852 na 103 dagen.
Op 04 maart 1862 vertrok hij vanuit Brouwershaven met de “Maarten van Rossum” en een contingent van 7 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 27 juni 1862 na 115 dagen065.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jacob van Vollenhoven was met vlagnummer R259 in de periode 1849 t/m 1855 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein Jb. van Vollenhoven met vlagnummer R259 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van de brik “Karel August” 135 last varend voor van Overzee & Co te Rotterdam
* 1855 van de bark “Vesta” 228 last varend voor van Overzee & Co te Rotterdam
Bouma025 vermeldt J. van Vollenhoven als gezagvoerder gedurende:
* 1850 t/m 1852 van de brik “Karel August”, gebouwd in 1849, 257 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1853 t/m 1855 van de bark “Julie” gebouwd in 1853 te Alblasserdam, 417 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1856 van de bark “Vesta”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 437 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt R.Brem als gezagvoerder gedurende:
- 1858 t/m 1864 op de bark “Julie”, gebouwd in 1853 te Alblasserdam, 417 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Op 28 maart 1860 werd Louis Willem Binkhorst als jongen geplaatst op de Julie onder kapitein Brom(sic) met bestemming Padang. Hij keerde terug op 12 februari 1861004(533/2414)(zie ook bij Binkhorst).
R.Brem vervoerde per 14 april 1858 vanuit Nieuwediep 1 landmachtofficier met de “Julie” naar Nederlands Oost Indië. Hij arriveerde te Batavia op 08 augustus 1858 na 116 dagen065.
Zierikzeesche Courant 23 maart 1864
Op 18 maart 1864 is te Brouwershaven uitgezeild de “Julie”, kapt. R.Brem, met bestemming Batavia.
Datum vanaf: |
1858 |
Kapitein: |
Brem, R. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Bloem als gezagvoerder gedurende:
* 1865 van de bark “Julie” gebouwd in 1853 te Alblasserdam, 417 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen.
Datum vanaf: |
1865 |
Kapitein: |
Bloem, J. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt F.J.Cherpion als gezagvoerder gedurende:
* 1866 t/m 1871 van de bark “Julie” gebouwd in 1853 te Alblasserdam, 417 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1873 t/m 1875 van de bark “Julie” gebouwd in 1853 te Alblasserdam, 417 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1875 verkocht naar het buitenland;
* 1876 t/m 1877 van de bark “Ada”, ex Zeemanshoop, ex Jan Schouten, gebouwd in 1853 te Dordrecht, 721 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1877 verkocht naar Duitsland;
* 1877/1878 ook als gezagvoerder op de bark “Maarten van Rossem”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 723 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam (zie hierna bij de Scheepvaartberichten);
* 1879 t/m 1883 van het 3/mschip “Jan van Haaften”, gebouwd in 1875 te Alblasserdam, 1521 ton n.m., varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam;
* 1884 t/m 1885 van het 3/mschip “Prins Hendrik” ex ’s Gravenhage, gebouwd in 1866 te Bolnes, 1998 ton o.m., varend voor Voorhoeve & Jelier te Rotterdam.
Harlinger Courant dd 07 maart 1878, Scheepvaartberichten096
Ingekomen:
“Bij Dungeness 2 Maart. Maarten v. Rossem F.J.Cherpion. Batavia n.Rotterdam.”
Overige bijzonderheden
Rotterdam, 19 juli 1864
Kapitein F.J. Cherpion van het barkschip Joan, van hier naar Padang te Bahia aangekomen, deelt het volgende mede: In den morgen van 15 juni waren wij in goede staat zeilende op 2º30' W.L. toen wij een in brand staand schip in het oog kregen. Wij brasten onmiddellijk tegen om het schip af te wachten en om de nodige assistentie te kunnen verlenen. Het schip genaderd zijnde, bleek het de Nieuw Holland te zijn, kapitein B. Witting, van Amsterdam naar Batavia bestemd, bemand met 24 koppen, 2 passagiers en een Javaanse vrouw. Wij streken onmiddellijk de boot om de passagiers en een gedeelte van de equipage af te halen, terwijl de kapitein en het overige gedeelte pogingen aanwenden om een en ander te redden. Te 2 u. verlieten de achtergeblevenen het schip en nauwelijks was de boot afgestoken of de grote mast viel overboord en de vlammen verbreidden zich over het gehele schip, hetwelk spoedig geheel wrak was. Uit hoofden van het grote aantal manschappen die wij aan boord hadden, waren wij verplicht naar Bahia koers te zetten en kwamen op 25 juni gelukkig aldaar aan. Door de consul is alles geassisteerd, hebben wij de equipage hier achtergelaten, terwijl de passagiers en Javaanse vrouw bij ons aan boord zijn gebleven om de reis naar Padang mede te maken, die wij eerst op de 28ste kunnen vervolgen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt G.Volkertz als gezagvoerder gedurende:
* 1872 van de bark “Julie” gebouwd in 1853 te Alblasserdam, 417 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1877 van het 3/mschip “Sunda” ex Royal Arch, gebouwd in 1865 te Miramichi (Nw. Brunswick) 1701 ton o.m., varend voor J.R.Veder & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1877 verkocht naar Engeland.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1872 |
Kapitein: |
Volkertz, G. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt F.J.Cherpion als gezagvoerder gedurende:
* 1866 t/m 1871 van de bark “Julie” gebouwd in 1853 te Alblasserdam, 417 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1873 t/m 1875 van de bark “Julie” gebouwd in 1853 te Alblasserdam, 417 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1875 verkocht naar het buitenland;
* 1876 t/m 1877 van de bark “Ada”, ex Zeemanshoop, ex Jan Schouten, gebouwd in 1853 te Dordrecht, 721 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1877 verkocht naar Duitsland;
* 1877/1878 ook als gezagvoerder op de bark “Maarten van Rossem”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 723 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam (zie hierna bij de Scheepvaartberichten);
* 1879 t/m 1883 van het 3/mschip “Jan van Haaften”, gebouwd in 1875 te Alblasserdam, 1521 ton n.m., varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam;
* 1884 t/m 1885 van het 3/mschip “Prins Hendrik” ex ’s Gravenhage, gebouwd in 1866 te Bolnes, 1998 ton o.m., varend voor Voorhoeve & Jelier te Rotterdam.
Harlinger Courant dd 07 maart 1878, Scheepvaartberichten096
Ingekomen:
“Bij Dungeness 2 Maart. Maarten v. Rossem F.J.Cherpion. Batavia n.Rotterdam.”
Overige bijzonderheden
Rotterdam, 19 juli 1864
Kapitein F.J. Cherpion van het barkschip Joan, van hier naar Padang te Bahia aangekomen, deelt het volgende mede: In den morgen van 15 juni waren wij in goede staat zeilende op 2º30' W.L. toen wij een in brand staand schip in het oog kregen. Wij brasten onmiddellijk tegen om het schip af te wachten en om de nodige assistentie te kunnen verlenen. Het schip genaderd zijnde, bleek het de Nieuw Holland te zijn, kapitein B. Witting, van Amsterdam naar Batavia bestemd, bemand met 24 koppen, 2 passagiers en een Javaanse vrouw. Wij streken onmiddellijk de boot om de passagiers en een gedeelte van de equipage af te halen, terwijl de kapitein en het overige gedeelte pogingen aanwenden om een en ander te redden. Te 2 u. verlieten de achtergeblevenen het schip en nauwelijks was de boot afgestoken of de grote mast viel overboord en de vlammen verbreidden zich over het gehele schip, hetwelk spoedig geheel wrak was. Uit hoofden van het grote aantal manschappen die wij aan boord hadden, waren wij verplicht naar Bahia koers te zetten en kwamen op 25 juni gelukkig aldaar aan. Door de consul is alles geassisteerd, hebben wij de equipage hier achtergelaten, terwijl de passagiers en Javaanse vrouw bij ons aan boord zijn gebleven om de reis naar Padang mede te maken, die wij eerst op de 28ste kunnen vervolgen
|