Familiegegevens en opleiding
Jan Christiaan Radeloff woonde op de Geldersekade te Amsterdam.. Hij werd geboren op 01 september 1799 in Pruisen. Zijn religie was Evangelisch Luther.098.
Hij was getrouwd met Maria van der Wijde, geboren op 18 maart 1794 en overleden 02 maart 1862.
Jan Christiaan overleed begin 1854.118
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.C.Radeloff werd per 29 mei 1838 met vlagnummer 407 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.H.Seepe. Zijn schip was de “Sophia Cecilia”. Toegevoegd is “overleden” 002. Ten tijde van de inschrijving was de man 40 jaar en zijn vrouw 46 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 15/22 mei 1838 werd als effectief lid ingeschreven J.C.Radeloff (alleen initialen vermeld), oud 40 jaar, voerend de bark “Sophia Cecilia”, wonend aan de Korte Prinsengracht nr. 53 te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.H.Seepe. Hij kreeg vlagnummer 407023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 januari 1854 wordt aan de weduwe van kapitein J.C.Radeloff een uitkering toegekend ingaande 01 februari 1854.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 21 februari 1854 staat de vermelding dat aan de weduwe van kapitein J.C.Radeloff per 01 februari 1854 een uitkering is toegekend.023.
De schepen van de kapitein
lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
407 1839-1841 bark Sophia Cecilia G.C.Bosch Reitz
1842-1843 sch.kof De Hoop J.C.Londt
1844 geen opgave van schip en boekhouder
1845-1846 brik Pallas geen opgave
1848-1851 bark Hillegonda Catharina Helena J.D.Taunay
1852-1853 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.C.Radeloff als gezagvoerder gedurende:
* 1839 t/m 1842 van de barkentijn “Sophia Cecilia” ex Ipenrode, gebouwd in 1807, bouwlocatie niet vermeld, 310 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam;
* 1843 van de sch.kof “de Hoop” ex Margaretha (Koster), gebouwd in 1832, bouwlocatie niet vermeld, 142 ton o.m., varend voor J.C.Londt te Amsterdam;
* 1846 t/m 1848 van de brik “Pallas” ex Carolina Johanna, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 236 ton o.m., varend voor J.de Graaf te Amsterdam.
* 1849 t/m 1852 van de bark “Hillegonda Catharina Helena” ex Sophia Maria, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 310 ton o.m., varend voor J.D.Taunay te Amsterdam;
* 1854 van de 2/msch “Hollandia”, gebouwd in 1853 te Hoogezand, 142 ton o.m., varend voor J.Boubert te Amsterdam;
Overige bijzonderheden
Algemeen Handelsblad Verkregen via Douwe Keizer, e-mail 07 november 2004
Dingsdag 7 October 1851
Rotterdam, 5 Oct. Een particulier schrijven, d.d San Francisco 15 Aug. Deelt ons het volgende mede: Het schip Hillegonde Catharina Helena, kapt. Radeloff, heeft op 25 Maart een lek gestoten op Amanu (Marquetas Eilanden), welke die bodem, op reis van hier naar Callao, water te kort komende, aandeed. Volgens brieven van Oheite dd 20 Junij, bevond hij zich toen nog op dat eiland en was bezig te repareren, daar het schip bij expertise goed gekeurd en reparatie bevolen was. De kapitein meldt, dat het moeilijk was aldaar geld te bekomen.
Opmerking Douwe Keizer: Deze mededeling op zichzelf is niet voldoende om te mogen concluderen dat dit schip op de heenreis en later op de mogelijke terugreis ook werkelijk Kaap Hoorn heeft gerond. De heenreis zou via Ned Indië gelopen kunnen hebben.
De bark “Hillegonda Catharina Helena” onder kapitein J.C.Radelof vertrok uit Amsterdam op 24 mei 1850 en bereikte via Kaap Hoorn op 29 september Valparaiso. Het strandde op 25 maart 1851 te Tuamotu, oost can Tahiti in de Pacific.121