Inloggen
Gezagvoerder

Timmermans, J.

Naam: Timmermans, J.
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 4
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
MAAS 1827 Fregat Sailing Vessel 10095 Bekijk schip
OLIVIER VAN NOORD 1850 Bark Sailing Vessel 14371 Bekijk schip
LEVANT 1846 General Cargo schip Steamship 8242 Bekijk schip
LEVANT 1846 General Cargo schip Steamship 8242 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Timmermans was met vlagnummer R239 in de periode 1848/49 t/m 1874 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1859 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een schadevergoeding heeft gekregen van f 100,- kennelijk vanwege een ongeluk met zijn schip. (dit moet de “Olivier van Noort” geweest zijn, zie hierna) 058.

In het Jaarverslag 1874 van de Maatschappij staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden 058.

 

In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij wordt in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf melding gemaakt van de opbrengst van “opgevischt Tin, uit het wrak “Olivier van Noort”.”

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.Timmermans met vlagnummer R239 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1849                        van de bark “Maas”                    145 last       voor C.Balguerie & Zoon te Rotterdam

*   1851, 1855             van het fregat “Jan de Wit”        289 last       voor C.Balguerie & Zoon te Rotterdam

*   1858                        geen vermelding van schip en reder

*   1859, 1862, 1863  van het ss “Admiraal Verhuel”  145 last       voor G.Balguerie & Zoon te Rotterdam

*   1864 t/m 1867       van het ss “Levant”                     219 last       voor G.Balguerie & Zoon te Rotterdam

 

Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden J.Timmermans in de periode 1848/49 - 1851/52 als gezagvoerder van het fregat “De Maas”, op 14 september 1825 op stapel gezet op de werf “Het Land van Belofte” van P.van Swijndrecht te Rotterdam en op 13 oktober 1826 te water gelaten, 286 ton o.m., varend voor de rederij C.Balguerie & Zn te Rotterdam. De Nederlandsche Hermes012b vermeldt dat het schip op 13 oktober 1826 van stapel liep met als bouwmeesters P.van Swijndregt en Wed.Visser, groot 292 ton, 154 last.

 

Bouma025 vermeldt J.Timmermans als gezagvoerder gedurende:

*   1849 t/m 1852 van het 3-mastschip “Maas”, gebouwd in 1827 op de werf Het Land van Belofte van P. van Swijndregt en de Wed. Visser te Rotterdam, 286 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;

*   1852 t/m 1856 van de bark “Jan de Wit”`ex Anthony, gebouwd in 1826 te Rotterdam, 550 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam. Het schip voer in 1857 voor N.Brantjes te Purmerend en was herdoopt in “Vrede”;

*   1858 van de bark “Olivier van Noort”, gebouwd in 1850 te Rotterdam, 610 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam. Het schip verging in 1858 in de Torresstraat op weg van Sydney naar Java. De bemanning werd gered;

*   1865 t/m 1869 van het schroefstoomschip “Levant”, gebouwd in 1848 te Londen, 308 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;

*   1873 t/m 1875 van het schroefstoomschip “Levant”, gebouwd in 1848 te Londen, 308 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

In de Harlinger Courant dd 09 september 1858 staat in de rubriek BINNENLANDSCHE BERIGTEN het volgende096:

“HARLINGEN, den 8 September.

De Shipping en Mercantile Gazette van 4 Sept. deelt een omstandig verhaal mede van het gelijktijdig vergaan der te Rotterdam te huis behoorende bark Olivier van Noord kapitein Timmermans en van het engelsche schip Rodney kapt. Bisset. Beide schepen hielden denzelfden koers op eene reis van Australië naar Indiën. Den 7 Junij bevonden zij zich in de Torrestraat op 21o Z.B. en 159o O.L. met nog twee andere engelsche schepen, namelijk de Northumbrian en de Sea Park. De Rodney geraakte spoedig op het Kenn’s Rif aan de grond en bleef daar zitten. De gezagvoerder liet ter waarschuwing voor de andere schepen blaauw licht in de mast brengen, en vuurpijlen afsteken. De nederlandsche bark schijnt die seinen niet te hebben begrepen en geraakte insgelijks op het rif. De bemanning der Rodney redde zich in de booten. De Olivier van Noord verloor al de booten bij het uitzetten, doch het volk werd door het kloekmoedig en overschrokken gedrag der bemanning van de Northumbrian niettegenstaande de hevige branding met de reddingsboot van boord gehaald. De Northumbrian nam het nederlandsche volk aan boord en de Sea Park dat der Rodney. Eenige uren later zijn beide gestrande schepen op zijde gevallen en totaal wrak geworden.”

 

De bark “Jan de Witt” onder kapitein J.Timmermans werd vermeld te Londen, op 17 mei 1854 te Kaap Hoorn en via Payta en de Chincha eilanden (guano) op 28 oktober 1854 te Callao. Via de Pacific arriveerde her schip op 24 maart 1855 te Batavia en de terugreis naar Europa zal via Kaap de Goede Hoop zijn gegaan.121

Een tweede melding “crossed Pacific W-E in 1855 and rounded Horn in ’53. In ’57 Sydney-Gravesend (26/10) probably”121 data verwarrend