Familiegegevens en opleiding
F.P.Vlieger was getrouwd met Geertruida Elisabeth Georgij, geboren 19 november 1779. Zij overleed op 04 juli 1858.118
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.Vlieger was lid van het Amsterdamse zeemanscollege "De Blaauwe Vlag en wel in 1827 t/m 1830 met vlagnummer 49 en van 1832 t/m 1834 met nummer 18008.
F.J.Vlieger werd met vlagnummer 113 per 29 maart 1825 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein P.J.Sturk. Toegevoegd is “overleden” 002.
In de notulen van de Algemene Ledenvergaderingen van Zeemanshoop van 22/29 maart 1825 is vermeld de voordracht/benoeming tot effectief lid van Foppe Juurt Vlieger, oud 48 jaar, wonende aan boord en met adres de heer J.Duyff op de hoek van de Heerengracht en de Rosmolensteeg. De voordracht was door kapitein P.J.Sturk en het vlagnummer was 113023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 december 1825 wordt gerefereerd aan het ongeluk van de “Harlingen” (zie bij Jan Meijer): een “rapport van ons Effectief mede Lid Kaptn F.J.Vlieger, die bij deze schipbreuk tegenwoordig is geweest … “042
In de Bestuursvergadering dd 23 februari 1826 is er een discussie of kapitein Vlieger van nummervlag mag wisselen en dan in plaats van nr 113 over mag gaan naar 22 of 46. Het Bestuur stelt zijn besluit uit.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 oktober 1835 staat een verzoek van de weduwe van kapitein F.J.Vlierger om een uitkering. Die wordt haar in de vergadering van 28 november 1835 toegekend ingaande 01 november 1835.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1836 staat een lijst van kapiteins die zijn overleden of die hebben bedankt voor het lidmaatschap. Jaartallen van overlijden of bedanken zijn niet vermeld. Overleden is F.J.Vlieger042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 05 augustus 1858 staat een bericht van de wed. F.J.Vlieger, geb. Georgij dat zij als legaat voor Zeemanshoop een bedrag van f 1.000,- in haar testament heeft opgenomen.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van 08 december 1835 werd gemeld dat het verzoek om een uitkering door mevr. G.E.Georgy weduwe van kapitein T.J.Vlieger is toegestaan. 023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 27 juli 1858 staat dat de weduwe van kapitein F.J.de Vlieger geb. Georgij “bij testamentaire beschikking aan het Collegie … (heeft) vermaakt een legaat van f 1000,-.”.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
113 1825 geen vermelding van schip en boekhouder
1826-1834 fregat Henriette en Henri P.J.N.Vereul
Bouma025 vermeldt .F.J.Vlieger als gezagvoerder gedurende:
* 1817 t/m 1819 van het fregat “Alida Hester”, bouwgegevens ontbreken, varend voor Schröder & Bakker, thuishaven niet vermeld;
* 1820 t/m 1821 van de brik “Wilhelmina Frederika, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar;
* 1827 t/m 1835 op het 3/m schip “Henriëtte en Henri”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 360 ton o.m., varend voor P.J.N.Vereul te Amsterdam.
In het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a zijn monsterrollen op naam van Foppe Juurts Vlieger (van Ameland) op de:
”Vriendsbeleid”, dd 06 oktober 1814; 02 oktober 1815
“Alida Hester”, dd 06 oktober 1817; 11 september 1818
“Willemina Frederika”, dd 23 juni 1820; 19 maart 1821
“Henriette & Henri”, dd 20 oktober 1826; 11 september 1827; 12 maart 1829; 19 juni 1830; 30 april 1831; 28 maart 1832; 27 augustus 1833; 01 september 1834.
Overige bijzonderheden
F.J.Vlieger verzorgde per 04 oktober 1827 vanuit Texel met de Henriëtte en Henry een troepentransport van 3 officieren en 100 manschappen. Het arriveerde te Batavia op 18 februari 1828 na 137 dagen. Onderweg was 1 militair overleden.
Op 27 maart 1829 vertrok hij wederom met de Henriette & Henri vanuit Texel met 120 manschappen en arriveerde te Batavia op 13 augustus 1829 na 139 dagen, waarbij onderweg 2 militairen waren overleden065.
Rotterdamsche Courant 19 juni 1815114
Amsterdam, 18 juni. Het schip de DRIE VRIENDEN, kapt M. Charlan (vermoedelijk Charlau), in Texel binnengekomen, is de 23e april laatstleden van Suriname gezeild en breng bericht, dat het schip NICOLETTE JEANE, kapt. K. Duurhagen, bij het uitzeilen van Bramspunt, op de 21e te voren, op de Lijwal was geraakt en adsistentie bekomen had om weder in vlot water te komen (opm: zie ook RC 250715). De schepen SUSANNA MARIA, kapt J. de Vries, VROUWE JEANNE, kapt. B. Calgren, VRIENDSBELEID, T.J. Vlieger en de GOEDE HOOP, J. Dogger, zouden successievelijk acht of tien dagen na kaptein Charlan vertrekken.
Rotterdamsche Courant 24 oktober 1816114
Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoyman, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.E. Lublink, B. Oostrum de Waal, J. Boelen en H.J. Rietveld, makelaars, zullen op maandag den 28 oktober 1816, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordianor welbezeild Brikschip, genaamd VRIENDSBELEID, gevoerd door kapt. F.J. Vlieger, lang 97 voet, wijd 24 voet, hol 12 voet, het verdek 6 voet; breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars.
Rotterdamsche Courant 19 mei 1818114
Amsterdam, 17 mei. Volgens berigt van Surinamen, van den 31 maart, zou het schip ALIDA HESTER, F.J. Vlieger, den 10 april van daar de reis naar Amsterdam aannemen; nog zou in april van daar vertrekken het schip MARIANNE, kaptein J. Visser, mede naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 27 maart 1819114
Amsterdam, 25 maart. In het begin van februari zou van Surinamen vertrekken het schip MARIA FREDRIKA, kaptein Wigle Swart of Kerkhoven, en in de helft dier maand het schip ALIDA HESTER, kaptein P.J. Vlieger, beide naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 02 oktober 1821114
Amsterdam, 30 september. Volgens brief van Paramaribo, van den 15 augustus, was het schip (opm: brik) WILLEMINA FREDERIKA, kapt. F.J. Vlieger, die dag naar Amsterdam geëxpedieerd. Het vertrek van het schip MARGARETHA JOHANNA, kapt. K. Jansen, bleef op den 31 augustus bepaald.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt F.C.Naklop als gezagvoerder gedurende:
* 1820 t/m 1821 van het fregat “Alida Hester”, bouwgegevens en rederin ontbreken. Het schip was in 1821 te koop.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Fredrik Claus Nahlop als gezagvoerder van de±‘Alida Hester‘, dd 01 oktober 1819.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 27 mei 1820114
Amsterdam, 25 mei. Het schip (opm: fregat) ALIDA HESTER, kapt. F.C. Nahlop, van Amsterdam naar Surinamen, zou volgens brief van Tenerife, in dato 8 maart, in de helft dier maand van daar naar Caijenne en Surinamen vertrekken; gemelde kapitein had den 2 januari in een zware storm ter rede van Santa-Cruz twee ankers en touwen moeten kappen.
Rotterdamsche Courant 28 oktober 1820114
Amsterdam, 26 oktober. Kapt. F.C. Nahlop, voerende het schip (opm: fregat) ALIDA HESTER, van Surinamen in Texel binnen, heeft een zware reis gehad en is zonder loods binnengekomen; hij vreest voor schade aan de lading, alzo zijn schip een lek bekomen heeft, hetwelk hij niet heeft kunnen ontdekken.
Rotterdamsche Courant 27 maart 1821114
Advertentie. J.H. de Witt, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.E. Lublink, J. Luijt Pietersz, J. Boelen, G.W. Sesink Clee en J. Altena, makelaars, zullen, op maandag den 2 april 1821, des avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Fregatschip, genaamd ALIDA HESTER, gevoerd geweest door kapt. F.C. Nahlop, lang 24 ellen 6 palmen 3 duimen, wijd 7 ellen 2 palmen 5 duimen, hol 3 ellen 9 palmen 1 duim, alles Nederlandse maat (opm: 24,63 x 7,25 x 3,91 m.) (zijnde Amsterdamse maat, lang 87 voeten, wijd 25 voeten 7 duimen, hol 13 voeten 9 duimen); breeder bij de inventaris. Zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop; te bevragen bij bovengenoemde makelaars en bij Coopman en de Witt en Lenaertz.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt R.Witsen als gezagvoerder gedurende:
* 1821 t/m 1823 van het 3/mschip “Françoise Henriëtte”, geen bouwgegevens vermeld, varend voor Hackman & Asschenberg te Amsterdam. De kapitein overleed in 1823. Het schip werd in dat jaar geveild.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat de volgende monsterrollen:
38-95 13 april 1815, pink “Prins van Oranje”, kapitein R.Witsen, bestemming Berbice, boekhouder Olivier Darnaud & Co, 12 bemanningsleden i.c. stuurman, timmerman, kok, bottelier, 7 matrozen en een kajuitwachter.
38-98 01 december 1815, pink “Prins van Orange”, kapitein Roelof Wietsen, bestemming Berbice, correspondent Soeverijn & Hozebroek, 12 bemanningsleden i.s. stuurman, onderstuurman/bootsman, timmerman, kok, 7 matrozen en een jongen.
38-100 16 juli 1816, pink “Vrouwe Agatha”, kapitein Roelof Witsen, bestemming Batavia, correspondent Schumacher uit de Doelstraat, 36 bemanningsleden i.c. opperstuurman, 2e stuurman, 3e stuurman, 4e stuurman, dokter, oppertimmerman, bootsman, kok, ondertimmerman, kuiper, bootsmansmaat, 15 matrozen, 5 ligtmatrozen, hofmeester, koksmaat en 3 kajuitwachters.
38-118 04 augustus 1821, fregat “Francoise Henriëtte, kapitein Roelof Witsen, bestemming Suriname, correspondent Hackman & Asschenberg, 14 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman, bootsman, timmerman, kok, 5 matrozen, 3 ligtmatrozen en een kajuitwachter.
38-118 03 mei 1822, fregat “Francoise Henriëtta”, kapitein Roelof Witsen, bestemming Genua/Livorno, boekhouder Holkman & Asschenberg, 14 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman, bootsman, timmerman, kok/jongen, 6 matrozen, 2 ligtmatrozen en een jongen
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van Roelof Witsen van de:
“Prins van Oranje”, dd 13 april 1815 en 01 december 1815;
“Vrouwe Agatha”, dd 16 juli 1816
“Francoise Henrietta”, dd 04 augustus 1821 en 03 mei 1822.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 07 maart 1815114
Advertentie. Jan Tentye, makelaar te Amsterdam, zal op maandag 8 mei 1815 des avonds te 6 uur te Amsterdam in het Nieuwezyds Heeren Logement op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extra ordinair welbezeild Kaagschip, genaamd de VROUW JACOBA, laatst gevoerd door Roelof Witsen, lang over Steven 70 voeten, wijd 18 voeten 3 duimen, hol 8 voeten 3 duimen, alles Amsterdamse maat; nadere onderrigting bij bovenstaande makelaar en bij Van Heynen en Tentye.
Rotterdamsche Courant 31 augustus 1816114
Advertentie. Ten gerieve der Belanghebbenden wordt geadverteerd, dat de brievenzak voor het schip VROUW AGATHA, kaptein Roelof Witzen, gedestineerd naar Batavia, volladen in het Nieuwe Diep liggende, uiterlijk zaterdag den 7 september aanstaande, zal gesloten worden; brieven en paketten, daarmede te verzenden, zullen tot die dag (mits van buiten komende gefrankeerd) worden aangenomen ten kantore van Zurmuhler (opm: Zurmuhlen) en Swanenburg, cargadoors, op de Raamgragt en hoek van de Groenenburgwal, No. 6, te Amsterdam.
Batavische Courant 14 december 1816114
Volgens de Amsterdamsche Courant van den 29 juni (1816) liggen aldaar in lading naar Batavia de navolgende schepen:
- het gekoperd fregatschip, genaamd CORNELIA, kapt. G. Havestein.
- het fregat ELIZABETH, kapt. Cornelis Pakes.
- het gekoperd fregatschip SOURABAYA, kapt. Willem Lane.
Adres bij Coopman, de Witt en Lenaertz, van Olivier, d’Arripe & Co, Hoyman & Schuurman, en De Vries & Co.
- het nieuw gekoperd pinkschip VROUWE AGATHA, kapt. Roelof Witsen.
Adres bij Zurmuhlen, Swanenburg.
Rotterdamsche Courant 06 september 1817114
Amsterdam, 4 september. Volgens een brief van kapt Roelof Witsen, voerende het schip de VROUW AGATHA, van Amsterdam naar Batavia gedestineerd, geschreven in Straat Sunda, beoosten Bantam, den 14 april, was hij sedert den vorigen dag aldaar wegens contrarie wind geankerd en hoopte de volgende dag de rede van Batavia te bereiken; het schip was in de beste staat en de equipagie en passagiers gezond.
Rotterdamsche Courant 25 juni 1818114
Amsterdam, 23 juni. Den 14 februari lagen te Batavia de schepen de VROUW AGATHA, kaptein Roelof Witsen, naar Macassar; CANTON, kaptein J. Schinderhutte, naar Sourabaija; AURORA, kaptein Nannings, naar Amboina (opm: Ambon), en ANTONETTA JACOBA, kaptein F. Baas, naar Amsterdam gedestineerd.
Rotterdamsche Courant 10 september 1818114
Amsterdam, 8 september. Met brieven van Batavia, van den 6 april, heeft men tijding, dat aldaar destijds lagen de Hollandse schepen van de kapteins K. Sipkes, A. Smit en J. Duyf van Amsterdam, P.J. Pietersen, H. Wehmhoff en T.S. Waters van Rotterdam, M.D. Ihnke en P. Douwes van Dordrecht.
Het Amsterdamse schip van kaptein R. Witsen en het Rotterdamse van H. Nannings waren van Batavia vertrokken, het eerste naar Maccassar, en het laatste naar de Molukse eilanden.
En in een brief van den 27 april wordt gemeld, dat kaptein A. Smit den 15 mei de terugreis naar Amsterdam zoude aannemen. De kapiteins K. Sipkes, P.J. Pieters, H. Wehmhoff en M.D. Ihnke, hier boven gemeld, hadden nog geen bestemming, doch hadden de twee laatsten op de Japanse reis ingeschreven.
Rotterdamsche Courant 26 januari 1819 114
Amsterdam, 24 januari. Volgens brieven van de Kaap de Goede Hoop, tot den 21 november, was het Hollands schip JOHANNA EN ELISABETH, kaptein P. Green, van daar naar Mauritius vertrokken; den 24 dito zou het galjasschip JOHANNIS GERRARDUS, kaptein S.K. Sipkes, met levendig vee van daar naar Demerarij zeilen; drie weken na het aan de Kaap gearriveerde schip ELISA, kaptein F. Hunt, zou van Batavia vertrekken het Hollands schip VROUW AGATHA, kaptein R. Witsen, zijnde destijds bezig te Samarang koffij en rijst in te nemen; het op den 17 november in de Tafelbaai aangekomen schip de DOLPHIJN, kaptein L. de Koning, van Batavia, had 54 dagen reis; was geladen met koffij, suiker en tamarinde (opm: dadels, dan wel het hout van de gelijknamige boom), en zou den 24 november de reis naar Rotterdam vervolgen; drie weken na hetzelve zou van Batavia zeilen het schip JOHANNA, kaptein C.J. Jonker, naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 04 mei 1819114
Londen, 27 april. Het schip de VROUW AGATHA, Witsen, van Batavia naar Amsterdam, is den 20 december (opm: 1818) Mauritius binnengelopen. (opm: zie RC 030619)
Rotterdamsche Courant 15 mei 1819114
Amsterdam, 13 mei. Volgens een brief van Mauritius, van den 12 januari, was het aldaar binnengelopen schip de VROUW AGATHA, R. Witsen, van Batavia naar Amsterdam gedestineerd, lek en had zware averij.
Rotterdamsche Courant 03 juni 1819114
Amsterdam, 1 juni. In een brief van Port-Louis, op Mauritius, van den 30 januari, wordt gemeld, dat den 25 dito aldaar een hevige storm gewoed had, waardoor veel schade aan schepen veroorzaakt was; onder anderen was de VROUW AGATHA, kaptein R. Witsen, van Batavia naar Amsterdam, te Point au Forge gestrand.
Rotterdamsche Courant 02 maart 1820114
Advertentie. D.W. van Vloten Abrahamsz, R. Hoijman, T. Zurmuhlen, T. van Olivier, J. Wesseling, H. Wesseling, G.J. Roland Holst, G.J. van der Laan, G.W. Seesink Clee en J.C. Bing, makelaars, zullen, op maandag den 13 maart 1820, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Pinkschip, genaamd VROUWE AGATHA, gevoerd door kapt. R. Witsen, lang 127 voet, wijd 29 voet, hol 15 en 1 vierde voet, het verdek hoog 6 voet 2 duim, alles Amsterdamse maat; gemonteerd met 4 ijzeren gotelingen (opm: gietijzeren lichte kanonnen), 6 karonnades en andere ammunitie van oorlog naar advenant; breder bij de inventaris. Berigt bij de makelaars.
Rotterdamsche Courant 21 juni 18211114
Advertentie. Thomas Zur-Mühlen, Johannes Wesseling, Hendrik Wesseling en Gerard Jacob Roland Holst, makelaars, zullen op maandag den 25 juli 1821, des avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het voormalig Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Pinkschip, met koperen huid, genaamd VROUWE AGATHA (opm: VROUW AGATHA), laatst gevoerd bij kapt. Roelof Witsen, lang 36 ellen 2 palmen 4 duimen, wijd 8 ellen 7 palmen 8 duimen, hol 4 ellen 1 palm 6 duimen, het Verdek 1 el 8 palmen 4 duimen (opm: 36,24 x 8,78 x 4,16 x 1,84 m.), alles Nederlandse maat (zijnde Amsterdamse maat lang 128 voeten, wijd 31 voeten, hol 14½ voeten, het Verdek 6½ voeten). Breder bij de inventaris en bericht bij de makelaars, bij wie het gemelde schip, inmiddels uit de hand te koop zijnde, nader te bevragen is.
Datum vanaf: |
1821 |
Kapitein: |
Witsen, Roelof |
Overige informatie: |
1821-08-02 |
Familiegegevens en opleiding
J.Cremer werd geboren te Amsterdam op 17 februari 1779 en overleed in 1857.
Hij huwde met Sophia Margaretha van der Hout, geboren te Amsterdam op 09 februari 1787 en overleden 14 oktober 1878.
J.Cremer wordt aangeduid als “Havenmeester van het Groot N.H.Kanaal aan het Nieuwe Diep”.084
Hij overleed in 1858 en bij zijn overlijden is als woonplaats Amsterdam opgegeven.118
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Cremer werd met nr.2 effectief lid van Zeemanshoop. Geen opgave van verdere bijzonderheden002.
J.Cremer was effectief lid/oprichter en van 1822-1823 bestuurslid van het College Zeemanshoop. Hij wordt als lid vermeld in de eerste algemene ledenvergadering van het College op 24 mei 1822. In de vergadering van 27 september 1822 wordt hij tot vice-president verkozen019 en 023.
Hij werd per 12 augustus 1825 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop en "is in Maart 1825 van beroep veranderd"003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 maart 1826 staat de melding van het effectief lid J.Cremer, dat hij is benoemd tot havenmeester van het Groot Noord Hollandsch Kanaal. Hij is dan geen zeeman meer , maar met toestemming van het Bestuur “verbindt (hij) zich tevens te voeldoen aan Art.58 der wet, teneinde zijne deelgeregtigheid niet te verliezen.”042 Dit wetsartikel regelt de contributiebetaling, nl de verhoging van de bijdrage met de helft van de gewone contributie.
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 januari 1830 wordt besloten een aantal leden aan te schrijven met het verzoek de verschuldigde financiën te voldoen, waaronder J.Cremer.042.
In de Bestuursvergadering dd 26 mei 1831 staat vermeld dat het verhoogd voortdurend recht niet is toegestaan aan kapitein J.Cremer, daar hij reeds 52 jaar is. Hij moet worden beschouwd als “deelnemer in de Eerste Klasse zonder verhooging.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 maart 1856 staat een brief van J.Cremer “oprigter en oudste Effectief Lid, over zijne contributie handeldende”. In de vergadering van 24 april 1856 wordt zijn verzoek om aanpassing van de contributie om reglementaire redenen afgewezen. In de vergadering dd 31 juli 1856 doet kapitein Cremer een herhaald verzoek, maar het Bestuur blijft bij het eerder genomen besluit.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 07 januari 1858 verzoekt de wed. J.Cremer geb. van der Hout om een uitkering die haar in de vergadering van 25 februari 1858 wordt toegekend ingaande 01 februari 1858.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 januari 1859 vraagt A.E.Cremer, geb. Werdt om een tegemoetkoming voor haar zoon, i.c. de kleinzoon van de oprichter van het College. Dit wordt afgewezen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dde 30 augustus 1860 staat de klacht van de wed. J.Cremer geb. van der Hout dat haar uitkering over juni en juli niet is ontvangen. Het Bestuur meldt dat de bedragen “aan de bode ter uitbetaling ter hand (zijn) gesteld.”042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat vermeld dat per 01 februari 1858 een uitkering werd toegekend in de 1e klasse aan de weduwe van J.Cremer, geb. van der Hout.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 01 februari 1859 staat vermeld een: “Brief van de Wed. A.E.Cremer geb. Werdt verzoekende onderstand voor haren zoon, als kleinzoon van een oprigter van het Collegie, het verzoek gewezen van de hand.”023 (ik neem an dat het hier gaat om een dochter van kapitein J.Cremer.)
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
2 1825-1828 geen opgave van schip en boekhouder
J.Cremer was in 1824 gezagvoerder op het Amsterdamse fregat de "Vriendschap" 120 lasten, gebouwd in Amerika). De boekhouders waren Westerman de Nijs & Co te Batavia. "1824 gebleven bij Vlieland"012.
Op 03 november 1820 zeilde de Catharina Anna Helena onder gezag van kapitein J.Cremer van Texel uit naar Suriname. Het schip kwam weer te Texel terug op 26 mei 1821 (berichten in de Amsterdamsche Courant013.). Geen melding in Archief van de Waterschout011.
Bouma025 vermeldt J.Cremer als gezagvoerder gedurende:
* 1820 van de 3/m pink “Catharina Anna Helena”, gebouwd in 1814 te Amsterdam (?), 300 ton o.m., varend voor P/v/d Broecke te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Op 28 september 1820 werd Willem Bek als kajuitwachter geplaatst op de "Anna Helena" met kapitein J.Cremer voor een reis naar Suriname004(531-1353)(zie ook bij Willem Bek).
Rotterdamsche Courant 12 maart 1822114
Amsterdam, 10 maart. In de storm van 7 en 8 maart zijn op de Zuidwal van Texel aan de grond geraakt (opm: buitenlandse schepen niet opgenomen)
-
Cremer naar Batavia, op de Rug bij de Balg; heeft ligters aangenomen om te lossen;
-
Olferts, naar Port-au-Prince, met verlies van fokke- en bezaanmasten;
-
Riesen naar St. Thomas, dezelve is echter spoedig weder in vlot water gebragt;
J.C. Visser (opm: VERHILDERSUM), naar Lissabon; heeft een schuit tot adsistentie.
Deze schepen hebben allen, behalve andere schade, ankers en touwen verloren.
Van de bovenstaande schepen kan men nog het volgende melden:
-
Cremer naar Batavia is sedert in de grond gestoten, zo dat het schip denkelijk weg zal zijn; van de lading en tuigagie als anderszins is men bezig te bergen. (opm: mogelijk fregat CATHARINA ANNA HELENA, dat gespaard bleef)
De staat van het schip van R. Hancock (opm: naar Baltimore) is mede zodanig, dat men aan deszelfs behoud twijfelt.
-
Riesen van (opm: eerder schrijft men naar, dat is waarschijnlijker) St. Thomas is sedert, met verlies van ankers en touwen, lekkagie en andere zeeschaden, door behulp van een loodsschuit in de haven van Texel gebragt; zal lossen om te repareren.
|