Familiegegevens en opleiding
Klaas Ameriksz Zwanenburg werd geboren te Katwijk op 21 oktober 1792 als zoon van Amerik Zwanenburg en Klaasje Kuyt.
Hij trouwde te Katwijk in 1820 met Marijtje Dirksd. Kuyt en in 1830 met Dieuwertje Gijsd. van Duijn.054-196
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
K.Zwanenburg (adres Stuerman & Co) werd met vlagnummer 449 per 11 december 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op voordracht van kapitein J.H.Seepe. Als zijn schip is vermeld de “Onderneming”. Toegevoegd is “bedankt”002. Ten tijde van de inschrijving was kapitein Zwanenburg 45 jaar.002a
In de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop van 04/11 december 1838 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Klaass Zwanenburg, oud 45 jaar, voerend de schoenerkof “Onderneming”, afkomstig uit Katwijk, met als adres de heer F.Schaap te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.H.Seepe. Hij kreeg vlagnummer 449023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 juni 1846 staat een lijst van effectieve leden die hebben bedankt tussen mei 1845 en mei 1846. Daarbij is vermeld kapitein K.Zwanenburg met vlagnummer 449042.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam
vlag periode type scheepsnaam reder/boekhouder
449 1839-1845 sch.kof De Onderneming Stuerman & Co, Amsterdam
Bouma025 vermeldt K.Zwanenburg als gezagvoerder gedurende:
* 1834 t/m 1839 van de hoeker “Vrede”, gebouwd in 1816, bouwplaats niet vermeld, 100 ton o.m., varend voor W.Cannenburg te Zierikzee. Scheepshol is in 1839 verkocht. (Ik vraag me af of dit dezelfde K.Zwanenburg is als die hiervoor genoemd. Zie voor deze opgave ook de kapiteins Jan Cauw en v/d Musselen);
* 1838 t/m 1842 van de hoeker “Snelle Zeepost”, gebouwd in 1802, bouwlocatie niet vermeld, 70 ton o.m., varend voor Stuurman & Co te Amsterdam. Het schip is van Suriname naar Amsterdam, geladen met suiker op de Cobler’s rotsen (Barbados?) verongelukt, waarbij 8 man omkwamen;
Van Sluijs013 vermeldt kapitein Zwanenburg als gezagvoerder in 1837/1838, gevolgd in 1838/1839 door kapitein J.Bakker. Onder kapitein Zwanenburg zou het schip geregistreerd staan voor een reis van Amsterdam naar Venetié, en onder kapitein Bakker vanuit het Vlie naar Leith;
* 1840 t/m 1849 op de schoenerkof “Onderneming” ex Onderneming van Zwol, gebouwd in 1828 te Nieuwendam, 116 ton o.m., varend voor Stuerman & Co te Amsterdam;
* 1849 op hetzelfde schip maar nu varend voor J.Muysken te Amsterdam
* 1851 van de kof “Kaapstad” ex Mercurius, gebouwd in 1833 te Zwolle, 78 ton o.m., varend voor J.Muysken te Amsterdam. Het schip voer in 1852 voor de Gebr. Nieuwenkerk te Amsterdam en was herdoopt in “Onderneming”;
* 1852 t/m 1854 van de schoenerkof “Onderneming” ex Kaapstad, ex Mercurius, gebouwd in 1833 te Zwolle, 78 ton o.m., varend voor de Gebr. Nieuwenkerk te Amsterdam;
* 1855 t/m 1856 van de schoenerkof “Albina”, gebouwd in 1829 te Dordrecht, 148 ton o.m., varend voor Krenglinger & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1857 voor kapitein/eigenaar B.H.Schoe te Delfzijl en was herdoopt in “Amicitia”;
* 1857 op de brik “Maria Johanna”, gebouwd in 1856 te Groningen, 172 ton o.m., varend voor C.krenglinger te Amsterdam;
* 1858 op hetzelfde schip maar nu varend voor Schrijver & van Rossem te Amsterdam.
Er moet rekening worden gehouden met twee kapiteins Zwanenburg met initiaal K.
Overige bijzonderheden
In de Probinciale Groninger Courant staat dd 22 juni 1847 in “Zeetijdingen”:
“Gearrriveerd: te Vlissingen den 18den Zwanenburg Onderneming van Stettin, …”
Familiegegevens en opleiding
Cornelis Klaasz Ouwehand werd geboren op 05 maart 1838 te Katwijk als zoon van Klaas Cornelisz Ouwehand en Maria Cornelisd. Haasnoot.
Hij trouwde te Katwijk in 1859 met Hilletje Jansd. Hakker.
Hij overleed te Katwijk op 26 Juli 1886.
Hij was gezagvoerder in 1861 op de Maria & Johanna, van 1869-1878 op de brik Cardena Packet, van 1880-1882 op de Suriname en van 1884-1888 op de Maria054-098.
Foto van de moeder van kapitein C.Ouwehand Dz i.c. Dirkje van de Berg (nr.52) beschikbaar047.
Van der Plas c.s.054 vermelden (onder nummer 242) ene C.Ouwehand zonder nader informatie betreffende geboorte en overlijden. Hij is vermoedelijk gehuwd op 17 januari 1841 met Jaapje van der Plas. Hij zou in 1849 kapitein geweest zijn van de Eduard,, “bij het overlijden van zijn stuurman C.Ouwehand op 12 november 1847 te Nickerie (Suriname)”. Er wordt vermeld dat deze kapitein het vlagnummer 771 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop heeft gevoerd.
In 1982 verscheen een privé-uitgave over de stamboom van het zeevaardersgeslacht Ouwehand onder de titel “The Oldhand and the Sea”, waarin tevens gegevens over de familie Spaanderman.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Ouwehand werd met vlagnummer 771 effectief lid van Zeemanshoop per 22 mei 1860 op voordracht van K.Ouwehand. Zijn schip was de “Maria en Johanna”. Toegevoegd is “bedankt”002. Ten tijde van de inschrijving was Ouwehand 22 jaar002a.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 15/22 mei 1860 staat vermeld dat als effectief lid is voorgedragen/benoemd Cornelis Ouwehand, oud 22 jaar, voerend de brik “Maria en Johanna”, voor rekening van Schrijver & van Rossem, wonend te Katwijk, op voordracht van kapitein K.Ouwehand.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 09 april 1861 staat de melding: “Brief van Kapt. C.Ouwehand opgevende het vuur vroeger staande op het eiland Lobos thans is geplaatst op de zuidelijke punt van Goreti en zulks in het belang van hen die de Plata Rivier bevaren.”023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 februari 1861 staat de melding door kapitein C.Ouwehand “wegens verplaatsing van vuur te Buenos Ayros”. 042.
De schepen van de kapitein
lid van het zeemanscollege “Zeemanshoop” te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
771 1860 brik Maria en Johanna Schrijver & van Rossum
1861-1865 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025vermeldt C.Ouwehand van 1847 t/m 1849 als kapitein op de 2/mschooner “Eduard”, gebouwd in 1846 te Alblasserdam, 127 ton o.m., varend voor Kuyper, van Dam & Smeer te Rotterdam
Er is bij mij verwarring omtrent deze verschillendpersonen onder de naam C.Ouwehand. Nader genealogisch onderzoek gewenst.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
C.Ouwehand Maria & Johanna 18 mei 1860 22 januari 1861
Bouma025 vermeldt C.Ouwehand als gezagvoerder gedurende:
* 1861 op de brik “Maria Johanna”, gebouwd in 1856 te Groningen, 172 ton o.m., varend voor Schrijver & van Rossem te Amsterdam. Het schip werd in 1862 verkocht aan F.R.P.Victor te Amsterdam en herdoopt in “Jeannette Marianne”.
* 1869 t/m 1879 van de 2/msch “Cardenas Packet” ex Cassandra, gebouwd in 1853 te Baltimore, 126 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam;
* 1880 t/m 1883 op de bark “Suriname” ex Vijf Vrienden, ex Graaf van Hoogendorp, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 332 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1883 verkocht voor de sloop;
* 1884-1887 op de 3/mSch. “Maria” ex Triëst, gebouwd in 1874 te Hoogezand, varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Everhardus van Ingen werd geboren 02 augustus 1833 te Nieuwe Schans als zoon van de winkelier Hendrik Willem Karel van Ingen en Martha Sissingh.
Everhardus trouwde op 21 september 1860 te Terschelling met Reintje Schol, geboren 29 oktober 1841 te Terschelling als dochter van Cornelis Alderts Schol en Trijntje Jacobus Nadort.Op 28 juli 1864 werd in Amsterdam een akte ingeschreven op grond van een missive van het Ministerie van Marine dd 21 juli 1864. Daarin wordt het overlijden gemeld op 24 juni 1864 van Rijntje Schol op reis van Buenos Ayres naar Londen op 49o44’NBr/6o00’WL om 11 uur ’s morgens aan boord van de brik Janette Marianne, 22 jaar 7 maanden en 26 dagen, echtgenote van de kapitein van het schip zijnde Everhardus van Ingen.
Everhardus hertrouwde op 01 maart 1867 te Terschelling met Grietje Rotgans, geboren 27 november 1845 te Terschelling als dochter van Gerrit Gerrits Rotgans en Grietje Jans Swart. Grietje overleed te Amsterdam, voormiddags 4 uur op de Amsteldijk 14 op 11 november 1894, 48 jaar, weduwe.
Everhardus overleed op 12 april 1885 op zee. ( http://home.kpn.nl/j-bakker/Terschelling/dna/pafg286.htm#8140).
Er zijn geen Burgerlijke Stand akten van Everhardus van Ingen gevonden in de provincie Groningen.
Hendrik Willem Karel van Ingen werd geboren te Amsterdam op 28 maart 1861 als zoon van scheepskapitein Everhardus van Ingen en Reintje Schol. Ten tijde van de geboorte was de vader afwezig en de aangifte werd gedaan door een vroedvrouw. Deze zoon werd dus vernoemd naar zijn grootvader van vaderszijde.
In het Bevolkingsregister van Amsterdam, Register 1864 worden in U231-576 vermeld, wonende in de Peperstraat U231:
Everhardus van Ingen, hoofd van het gezin, geboren 02 augustus 1833 te Nieuweschans, Nederlands Hervormd, zeevarend en op 07 maart 1867 vertrekkend naar Terschelling;
Reintje Schol, vrouw, geboren 29 oktober 1841 te Terschelling, doopsgezind, 07 maart 1867 vertrekkend naar Terschelling;
Hendrik Willem Karel van Ingen, geboren 28 mei 1861 te Amsterdam, Nederlands Hervormd, 07 maart 1867 vertrekkend naar Terschelling.
In O283 1607 wordt op Oude Schans O283 opgegeven dat zich op dit adres op 30 november 1869 gevestigd hebben:
Everhardus van Ingen
Grietje Gerrits Rotgans, geboren 27 november 1845 te Terschelling, doopsgezind;
Hendrik Willem Karel van Ingen
BR 1884
In 465-145 staan op een adres op de Stadhouderskade Everhardus en Grietje Rotgans. Van Everhardus geen berope vermeld en voorts 2 dochters en een zoon. Vertrokken in mei 1885
In BR 1891-1893 geen vermelding.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.van Ingen werd met nr.827 effectief lid van Zeemanshoop per 21 februari 1865 op voorspraak van F.C.Jaski. Zijn schip is de "Pauline Constance Eleonore"002.
In de Algemene Vergaderingen van 14/21 februari 1865 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen E. van Ingen, geen leeftijd vermeld, voerend de bark “Pauline Constance Eleonore, voor rekening van F.R.P.Victor, op voordracht van kapitein F.C.Jaski.023.
Hij voerde het vlagnummer 827 in de periode 1865 t/m 1879.
Everhardus van Ingen wonend te Terschelling was in de periode 09 mei 1867 t/m zijn royement in 1877 met vlagnummer 8 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”.111
E.van Ingen was met vlagnummer 135 in de periode 1857 t/m 1874 effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela.112.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 07 december 1882 staat een opsomming van geroyeerde leden waaronder:
“ vlag 8 E. van Ingen. Naar O.I. vertrokken. Niet betaald sedert 1873/1874. Geroyeerd 1877”064a
De schepen van de kapitein
lidmaaschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
827 1865-1866 bark Pauline Constance Eleonora F.R.P.Victor
1867-1873 fregat Nederland Klerk & Voogd te Dordrecht
1874-1879 geen opgave van schip en boekhouder
Het Register van Schepen in het Oosterdok te Amsterdam045 geeft o.a. de volgende gegevens:
Brik Jeannette Marianne onder kapitein E.van Ingen
bron aankomst vertrek reisdoel
GAA-502/290 16 mei 1861 16 mei 1861(?) Buenos Aires
idem 24 september 1863 17 oktober 1863 Buenos Aires
Bark Pauline Constance Eleonora (ex Biliton) onder kapitein E.van Ingen
idem 08 november 1864 29 april 1864 Padang
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
-
van Ingen Nederland 04 juni 1867 geen melding
Nederland 12 juni 1868 geen melding
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat E. van Ingen als gezagvoerder064:
* 1874 stoomboot “Java” boekhouder J.C.Schol te Amsterdam
Bouma025 vermeldt E.van Ingen als gezagvoerder gedurende:
* 1858 t/m 1860 van de 2/m sch. “Hendrik Willem Carel”, gebouwd in 1857 te Nw. Beerta, 175 ton o.m., varend voor G.H.Addens te Winschoterzijl. Het schip is in februari 1860 gezonken bij Montevideo;
* 1862 t/m 1864 van de brik “Jeannette Marianne” ex Maria Johanna, gebouwd in 1856 te Groningen, 172 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam;
* 1866 t/m 1867 van de bark “Paulina Constance Eleonore” ex Biliton, gebouwd in 1855 te Lekkerkerk, 579 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam;
* 1868 t/m 1873 van het 3/m schip “Nederland”, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 706 ton o.m., varend voor Klerk & Voogd te Dordrecht;
* 1874 van het schroefstoomschip “Java”, gebouwd in 1873 te Middlesbro, 1551 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Java” dir. T.C.Schol te Amsterdam.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
11 februari 1851, schip “Jantina”, kapitein Geert W. Stratingh, lichtmatroos Everhardus van Ingen uit Nieuweschans.
25 februari 1852, schip “Elsje”, kapitein Jacob P. Scherpbier, matroos Everhardus van Ingen uit Oude Pekela.
Overige bijzonderheden
E.van Ingen vertrok per 01 juni 1873 van Nieuwediep met de “Java” een troepentransport van 3 officieren en 170 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 01 augustus 1873 na een reis van 61 dagen065.
Hij vertrok per 05 augustus 1874 vanuit Nieuwediep met de “Java” en arriveerde te Batavia op 26 september 1874 na 52 dagen. Hij vervoerde een detachement van 5 officieren en 75 manschappen065*
NRC 09 juli 1859114
Montevideo, 31 mei. Alhier heerst heden een hevige storm. De Nederlandse schepen COMPACT GOEDE TROUW, kapt. De Vries, en HENDRIK WILLEM KAREL, kapt. Van Ingen, die op de rede zijn liggende, hebben daarvan veel te verduren.
NRC 14 maart 1860114
Amsterdam, 12 maart. Het schip (opm: brik) HENDRIK WILLEM KAREL, kapt. E. van Ingen, van Cadiz naar Montevideo, is volgens bericht van Winschoten van de 10e maart, de 30e december bij Montevideo gezonken.
NRC 24 oktober 1862114
Shields, 20 oktober. De Nederlandse schoener JEANNETTE MARIANNE, kapt. Van Ingen, alhier voor Cadix ladende, heeft door aandrijving de boegspriet verloren.
Provinciale Groninger Courant 25 oktober 1862114
Shields, 20 oktober. Het schip GRONINGEN, kapt. Looze, naar Groningen bestemd, heeft hier ter rede de boegspriet en de grote mast verloren en meer schade bekomen en heeft de schoener JEANNETTE MARIANNE, kapt. Van Ingen, voor Cadiz ladende, door aandrijving de boegspriet verloren.
NRC 27 december 1866114
St. Helena, 27 november. Het Nederlandse schip PAULINE CONSTANCE ELEONORE, kapt. Van Ingen, 22 november alhier van Batavia gearriveerd, heeft gedurende de reis nogal veel water gemaakt, doch alhier op de rede was het nagenoeg dicht. De kapitein geloofde dat het lek boven de waterlijn zat en heeft het laten dicht breeuwen.
NRC 31 januari 1867114
Texel, 29 januari. Het alhier van Java gearriveerde schip PAULINE CONSTANCE ELEONORE, kapt. Van Ingen, heeft op de reis een orkaan doorgestaan en daarin bramsteng, zeilen en rondhout verloren, en meer andere zeeschade bekomen.
Provinciale Groninger Courant 09 februari 1871114
Amsterdam, 7 januari. Volgens brief van kapt. Van Ingen, voerende het fregatschip NEDERLAND, d.d. 28 december l.l., was hij te Batavia, na een reis van 90 dagen, aangekomen. De passagiers waren allen in de beste welstand de volgende dag aan land gegaan en men was bereids bezig de lading te lossen, zijnde weder vracht aangenomen naar Amsterdam.
NRC 19 oktober 1872114
Rotterdam, 18 oktober. Door de Nederlandsche Handelmaatschappij zijn bevracht:….
….Voor Schiedam: NEDERLAND, kapt. E. van Ingen, geheel gemeten 373 lasten, vracht NLG 85.
NRC 07 februari 1874114
Soerabaija, 12 december. De stoomboot JAVA, gezagvoerder Van Ingen, kwam 25 november van Atchin terug op de rede van Padang. Dat schip is aan een groot gevaar ontsnapt. Op de avond van de 24e ontdekte men een sterke gaslucht, welke bij onderzoek bleek uit kolen, die in het achterschip geladen waren, te komen. Om de regen waren de luiken gesloten; deze liet de gezagvoerder dadelijk openen, om het gas te laten ontsnappen, doch de damp en de brandlucht vermeerderden, waarop de luiken gesloten werden, om een uitbarsting van de brand te voorkomen. Die nacht werd in grote spanning doorgebracht, onder het in acht nemen van alle voorzorgen, zoals: alle lichten uit, wacht bij de luiken, de brandspuiten gereed enz. De volgende morgen om zes uur had een gasontploffing plaats; de luiken werden losgeslagen, en een grote vlam steeg op uit het ruim, die de zonnetent, welke boven de luiken gespannen was, in brand zette; twee schepelingen, die beneden waren, ontvingen zware brandwonden; een hunner wordt in het hospitaal verpleegd. Onmiddellijk werden de brandspuiten aan het werk gesteld, met het gunstige gevolg dat het onheil geen verdere gevolgen had. Tegen zeven uur kwam de stoomboot op de rede. (opm: de JAVA is van de Stoomvaart-Maatschappij Java te Amsterdam).
Familiegegevens en opleiding
Gerardus Hendricus Timmerman werd door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als leerling "ingenomen" per 29 augustus 1846. Hij werd geboren te Amsterdam op 30 april 1834 en was Rooms-Katholiek. Zijn ouders waren Jan Timmerman, kuipersknecht, en Jeanne Maria Ruwenhorst. Het gezin woonde in de Schipperstraat boven nr.5 te Amsterdam. Van de vorderingen werd een drie-maandelijkse rapportage bijgehouden van 1847-1849 in zeevaartkunde, schoolonderwijs (nederlands, engels en frans), scheepswerk en tekenen. Voorts is vermeld:
" 30 Julij 1847 bekomt den laagsten Prijs in het Schoolonderwijs zijnde de Jonge Leven van de beide Evertsen
4 Augs 1848 bekomt den middelsten Prijs in het schoolonderwijs zijnde Martin Ceylon, Malakka, enz.
3 Augs 1849 bekomt den 1sten Prijs in het Schoolonderwijs zijnde Kaiser de Sterrenhemel 2 deelen
3 Augs 1849 geplaatst als Jongen op het schip Elisabeth Antonia Capt.Veenstra naar Batavia voor Amsterdam. Gagie ¦6,-
30 mei 1850 terug van de reis met goed attest
6 Augs 1850 gepl als ligtm. op het Schip Cornelia & Henriette Capt Gollards naar Batavia voor Amst. ...
4 Junij 1851 terug van de reis met goed attest
11 Junij 1851 eervol ontslagen"004(533/2112).
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.H.Timmerman (adres F.R.P.Victor te Amsterdam) werd met vlagnummer 890 per 28 december 1875 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.P.Mink. Als zijn schip werd genoemd de “Prinses Amalia” 002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 21/28 december 1875 wordt als effectief lid voor de vlag voorgedragen/benoemd G.H.Timmerman, geen leeftijd genoemd, voerend het schip “Prinses Amalia”, op voordracht van kapitein P.J.Mink.023.
G.H.Timmermans was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1875 t/m 1880 met vlagnummer 890.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1881 wordt gemeld dat kapitein G.H.Timmermans weigert zijn contributie te betalen. Op 25 augustus 1881 staat vermeld dat hij zijn achterstallige contributie inmiddels heeft voldaan.042.
De schepen van de kapitein
Vermeling in de Asterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
890 1875 fregat Princes Amalia geen opgave
1876-1878 fregat Princes Amalia F.R.P.Victor
1879-1880 fregat Admiraal de Ruiter idem
Bouma025 vermeldt G.H.Timmerman als gezagvoerder gedurende:
* 1865 t/m 1866 van de brik “Jeannette Marianne” ex Maria Johanna, gebouwd in 1856 te Groningen, 172 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam;
* 1867 t/m 1871 van het 3/mschip “Stad Dokkum”, fregat “Stad Dokkum”, van stapel in 1855, afbouw in 1856 op de werf “Koning William” te Amsterdam, gebouwd onder scheepsbouwmeester A. v/d Hoogte Amsterdam, sinds 1867 als bark getuigd, , 390 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam;
* 1872 t/m 1881 van het fregat “Prinses Amalia”, gebouwd in 1855 te Rotterdam, 842 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam;
* 1880 t/m 1881 van het 3/m schip “Admiraal de Ruyter” ex Kearsage, gebouwd in 1864 te Newbury, 988 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam. Het schip werd verkocht naar Brake aan de Weser. (volgens navolgend verslag in “De Zee” voor f 39.000,- aan een reeder in Bremen)
Overige bijzonderheden
G.H.Timmerman vertrok per 28 februari 1867 van Nieuwediep met de “Stad Dockum” en 2 landmachtsoldaten. Hij arriveerde te Batavia op 25 juni 1867 na een reis van 117 dagen065.
In het tijdschrift “De Zee”, jg.1881, p.201-216 en 281-330 staat een uitvoerige briefwisseling tussen de reederij Brantjes te Purmerend resp. Permanente Commissie uit de Amsterdamsche Reederijen met de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren. De laatste verstrekt certificaten van zeewaardigheid die voor het Ministerie van Koloniën redenen zijn om schepen al of niet een bevrachtingsopdracht naar NOI te verstrekken. De correspondentie van reeder Brantjes vindt zijn aanleiding in het eisenpakket voor reparatie van de assurantiemaatschappij voor het schip “Zwerver” onder kapitein T.L.Jaarsma. Brantjes vindt deze eisen absurd en wijt dit mede aan de onoordeelkundigheid van de inspecteurs van de assuradeur.
Omdat een dergelijk geval zich ook heeft voorgedaan bij een beoordeling van het schip “Admiraal de Ruiter” van reeder F.R.P.Victor (kapitein G.H.Timmerman) veralgemeniseert de Permanente Commissie de discussie tot de werkwijze van de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren. met af en toe referentie naar de strijdpunten omtrent de “Zwerver” en de “Admiraal de Ruiter”. De correspondentie is af en toe behoorlijk fel en verzandt, vooral door de opstelling van de Assuradeuren, (mening van Parma) tot een wellis-nietes discussie, zonder dat er een compromis wordt bereikt.
Wat betreft de “Admiraal de Ruiter” staat op p.304 dat door de Inspecteur van de Assuradeuren een certificaat is geweigerd, naar volgens reeder Victor een vrij oppervlakkig ondezoek. Het schip werd niet geschikt geacht voor het vervoeren van zware ladingen.
Familiegegevens
Hendricus Alexander werd geboren op 11.02.1844 te Amsterdam als z.v. Hendricus Alexander Schram (sluiswachter) en Maria Elizabeth Bakels.
Hendricus Alexander trouwde op 03.12.1868 te Emden (Dld) met Antoinette Magdalene Catharine Dreesman – geb. 13.11. 1841 te Emden (Dld) – d.v. Hendrik Dreesmann (scheepsgezagvoerder) en Juliana Muske.
Hendricus Alexander overleed op ?? juni 1878 te Carlsbad, San Diego Country, U.S.A. (34).
Kinderen
- Hendricus Alexander – geb. ca. 1870 te Porto Alegro (Braz.) / overl. 1942 te R’dam.
Opleiding
Hendricus Alexander werd op 29.08.1857 ingeschreven bij de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam.
Na het volgen van de 3-jarige opleiding werd hij op 31.03.1860 geplaatst als jongen a/b van het schip WALVISCH, kapt. Schut, naar Batavia. Op 22.05.1861 geplaatst als lichtmatroos a/ van het schip DE ZWAAN, kapt. Van Hemert, naar Java. Kwam op 08.04.1862 terug van de reis met goed attest.
De schepen van de kapitein
* 1875 – 18.. van het rader ss “Stad Vlissingen” ex Northern, gebouwd in 1865 te Liverpool
(zie verder bij de heer Parma)
ONDERSTAANDE GEGEVENS ZIJN VAN DE HEER S. PARMA :
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.A.Schram als gezagvoerder gedurende:
-
* 1867 t/m 1871 van de brik “Jeannette Marianne” ex Maria Johanna, gebouwd in 1856 te Groningen, 172 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam;
-
* 1874 van het schroefstoomschip “Urania”, gebouwd in 1857 te Hull, 275 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
-
* 1875 van het schroefstoomschip “Astrea”, gebouwd in 1867 te Stockton, 560 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
* 1876 van het rader ss “Stad Vlissingen” ex Northern, gebouwd in 1865 te Liverpool, 1816 ton o.m., varend voor de Stoomv. Mij. Zeeland (KNSM) te Amsterdam;
* 1877 van het ijzeren schroefstoomschip “Sirius”, gebouwd in 1871 te Greenock, 800 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
* 1878 van het ijzeren schroefstoomschip “Stella”, gebouwd in 1871 te Amsterdam, 1600 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Bremer094 vermeldt de stranding van het stoomschip “Sirius” op 18 juni 1877 op de Noorderhaaks, geladen met graan. Geen kapitein genoemd.
Familiegegevens en opleiding
Provinciale Groninger Courant 31 december 1872114
Londen, 26 december. Van het Amsterdammer brikschip ....... MARIANNE, kapitein Verzijl, 1 juni l.l. van Lagos naar Queentown vertrokken heeft men sedert niet meer vernomen.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 januari 1873 verzoekt de vermoedelijke weduwe J.J.Verzijl geb. IJs, eerder de weduwe F.Jansen om herstel van uitkering. Deze wordt haar in de vergadering van 27 februari 1873 toegestaan met het beding van teruggaven als haar man blijkt nog in leven te zijn.042.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.J.Verzijl als gezagvoerder gedurende:
* 1872 van de brik “Jeannette Marianne” ex Maria Johanna, gebouwd in 1856 te Groningen, 172 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
|