Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.Mispelblom Beijer werd per 01 januari 1853 met vlagnummer 37 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Lt Adm Stellingwerff", boekhouders Zeilmaker & Co. De contributie werd door hemzelf betaald. Hij was ongehuwd. Toegevoegd is dat hij honorair lid is geworden (geen datum)028-fol.037.
Hij was lid met vlagnummer 37 lid van het College in de periode 1853-1863034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
37 1852-1856 3/m bark Luitenant Admiraal Stellingwerf Zeilmaker & Co, Harlingen
van Semarang naar Singapore op een klip gelopen en gezonken
1857-1862 3/m Friesland Zeilmaker & Co, Harlingen
Bouma025 vermeldt M.C.E.Mispelblom Beyer als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1857 op de bark “Luitenant Admiraal Stellingwerf”, gebouwd in 1853 te Harlingen, 326 ton n.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip liep op het traject Semarang - Singapore ope een klip en zonk;
en M.Mispelblom Beyer gedurende:
* 1858 t/m 1863 op het 3/m schip “Friesland”, gebouwd in 1858 te Harlingen, 737 ton n.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen.
Overige bijzonderheden
M.C.Mispelblom Beyer verzorgde per 25 juni 1859 vanuit Nieuwediep met de “Friesland” een troepentransport van 4 officieren en 100 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 23 januari 1860 na een reis van 212 dagen065.
De Harlinger Courant dd 05 augustus 1857 meldt:
“Met leedwezen wordt vernomen, dat het alhier thuishoorende schip Lt.Adm.Stellingwerf, gevoerd door kapitein M.C.E.Mispelblom Beijer van Leeuwarden, op deszelfs terugreis van Java naar Sincapore, tusschen Banca en Rhio, op eene onaangwezen rots in de kaart gestooten heeft, en onmiddellijk met deszelfs lading Rijst en Specie is gezonken. Gelukkig echter zijn de Europesche en Javaansche equipagie benevens de Chineesche passagiers gered, en den 19 Junij te Sincapore aangekomen.”
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
.Sipkes werd per 12 februari 1861 met vlagnummer H68 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Constance”, boekhouders Zeilmaker & Co. Er zijn geen verdere bijzonderheden vermeld028-fol.091.
Hij was met vlagnummer H68 lid van het College in de periode 1861-1868. In 1861 werd in Sweijs T.Sipkes opgegeven met nummer 67 maar het Inschrijfregister noemt in dat jaar nummer 68034.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H68 1860 brik Constance (ex Cornelia) Zeilmaker & Co, Harlingen
1861 brik Constance (ex Cornelia) Zeilmaker & Co, Harlingen
1862 brik Constance (ex Cornelia) Zeilmaker & Co, Harlingen
1863-1868 3/m Friesland Zeilmaker & Co, Harlingen
volgens Bouma 025 voer de Friesland van 1863-1876 bij Zeilmaker & Co, Harlingen en in 1877 bij Canne & Balwé, Amsterdam. Gedurende deze gehele periode onder kapitein T.Sipkes.I
Bouma025 vermeldt T.Sipkes als gezagvoerder gedurende:
- * 1861 t/m 1863 van de brik “Constance” ex Cornelia, gebouwd in 1857 te Harlingen, 295 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen;
- * 1864 t/m 1878 van het 3/mschip “Friesland”, gebouwd in 1858 te Harlingen, 737 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen.
Vermelding van vertrek en aankomst in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
T.Sipkes Constance 13 maart 1861 14 januari 1862
Overige bijzonderheden
Algemeen Handelsblad 14 juni 1865114
Advertentie. Verkoping van scheepsaandelen. De Notaris A. Witholt, te Sexbierum, zal op last van zijn principalen, op woensdag 21 juni 1865, 's namiddags te 4 uur precies, provisioneel, en ‘s avonds te 8 uur finaal, ten huize van De Groot, in De Koornhuis te Harlingen, presenteren te verkopen:
- 18/40 Aandelen in het kopervaste en gekoperde snel zeilende brikschip, genaamd
- ADM. TJERK HIDDES, groot volgens Nederlandse meetbrief 143 lasten of 270 zeetonnen en dat met deszelfs complete inventaris van zeilen, touwwerk, ankers, kettingen, enz, zo als hetzelve laatst bevaren is door kapt. O.S. Parma en thans liggende aan de Werf Welgelegen, in de Zuiderhaven te Harlingen.
- 2/60 Aandelen in het kopervaste en gekoperde, snel zeilende Nederlandse fregatschip, genaamd FRIESLAND, groot volgens Nederlandse meetbrief 378 lasten of 716 zeetonnen, en dit met deszelfs complete inventaris van zeilen, ankers, kettingen, enz, benevens de volgens boek bij kas zijnde gelden, sedert november 1864; zo als hetzelve thans op reis is naar Batavia, bevaren wordende door kapt. T. Sipkes, zijnde de bodem terug bevracht door de Nederlandsche Handel-Maatschappij.
Nadere informaties zijn te bekomen bij voornoemde notaris en de boekhouders Zeilmaker & Co te Harlingen.
Familiegegevens en opleiding
Bauke van Smeden werd geboren 30 juni 1840 te Harlingen als zoon van de grofsmid Minne Baukes van Smeden en en Neeltje Hoekers.
Hij trouwde op 31 december 1865 te Franeker met Hyke Plantinga, geboren c07 februari 1840 te Franeker als dochter van Klaas Jans Plantinga en Gatske Douwes Pot
Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”
Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp
In Appendix 5, p.323 staat een “Overview of Pupils of the Nautical College in Harlingen (1842-1864) en kennelijk degenen die aan de walvisvaart hebben deelgenomen waaronder:
Bauke van Smeden, geboren te Harlingen, ten tijde van zijn inschrijving in 1849 15 jaar. Per 27 december 1849 ingeschreven en uitgeschreven per 16 februari 1850. Maakte een reis naar Groenland. In zijn leerlingen register staat hij te boek voor gedrag als bescheiden en voor begrip als redelijk vatbaar , cijfer 3 op een schaal van 5. Voorts de aantekening “Calculates the spherical oblique-angled triangles.”
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.van Smeden werd in 1873 met vlagnummer H2 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Johannes Elizabeth”, boekhouder J.van ‘t Vliet te Harlingen. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Hieke Klaas Plantinga, geboren in 1840 te Harlingen. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 2 kinderen: een meisje van 4 jaar en een zoontje van 2½ jaar028-fol.137.
B.van Smeden was met vlagnummer H2 lid van het College in de periode 1873-1904034.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
B.van Smeden te Middelburg” kreeg op 26 januari 1889 en op 25 februari 1893 brieven van het College inzake contributiebetaling. Op 14 april 1894 verzond het College een brief aan Dr.Bolk te Middelburg waarin werd gevraagd: “... is het positief zeker dat de tegenwoordige ongesteldheid van v.S. een gevolg is van een ongeluk hem voor 4 jaren op zijn schip overkomen?”033. Op 21 februari 1898 wordt in de Algemene vergadering een brief vam kap.B.van Smeden behandeld “verzoekende eene jaarlijsche ondersteuning zonder dat dit later wordt afgetrokken. Op voorstel van de Directie wordt besloten om aan hem voor dit jaar 52,- te geven. Hij is 58 jaar en valt dus niet in de termen van Art,21”035-21 februari 1898..
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H2 1872-1873 3/m sch. Johanna Elisabeth (ex Lotus) J.van ‘t Vliet, Harlingen
bij Lemvig gestrand en wrak. Bemanning gered.
1878-1886 3/m bark Friesland Canne & Balwé, Amsterdam
Bouma025 veermeldt B.van Smeden als gezagvoerder gedurende:
-
* 1872 t/m 1874 van de 3/msch “Johanna Elisabeth” ex Lotus, gebouwd in 1859, bouwlocatie niet vermeld, 173 ton o.m., varend voor J. van ’t Vliet te Harlingen;
-
* 1876 van de sch.brik “August Marie”, ex Albrecht Frederik, ex Bernardus, gebouwd in 1850 te Zierikzee, 153 ton o.m., varend voor A.M.E.Tromp te Amsterdam;
-
* 1877 op hetzelfde schip en reederij maar nu vanuit Hilversum. Het schip strandde op de baar van Newburgh en geraakte wrak;
-
* 1879 t/m 1888 van het 3/mschip “Friesland”, gebouwd in 1858 te Harlingen, 737 ton o.m., varend voor Canne & Balwé te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
De Harlinger Courant dd 24 oktober 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:
“Harlingen 23 Oct. Volgens heden alhier ontvangen telegram is het schip Johanna Elisabeth, kapt. B. van Smeden, bij Lemvig, Jutland, gestrand, het schip wrak, doch het volk gered, men dacht de lading te kunnen bergen.”
Familiegegevens en opleiding
Cornelis Dirks Swart werd geboren op 09 oktober 1853 te Oost-Terschelling. Hij trouwde op 21 juli 1875 met Maamke Pals, geboren 16 februari 1852 te Midsland, Terschelling en aldaar overleden op 20 november 1939. Cornelis was de broer van Rijnder Dirks en zij beiden waren de zoon van Dirk Cornelis Swart, allen koopvaardijkapiteins (zie aldaar). Cornelis Dirks Swart overleed op 26 mei 1909 te Midsland.
Hij was kapitein op de volgende schepen:
“ ? -1881 “Friesland”, barkschip, 631 ton, gebouwd in 1858 voor de rederij Canne en Balwé te Amsterdam (Zijn broer Rijnder Swart was in die tijd bootsman).
1881-1886 “President van Rijckevorsel”, barkschip, gebouwd in 1856, 716 ton, reder F.R.P.Victor te Amsterdam (Hij nam dit schip over van kapitein J.V.Grol, gezagvoerder in 1880).
1886-1890 “J.P.A.”, fregat, gebouwd in 1867, 1173 ton, ex “Maasnymph”, ex “Pladda”. In 1867 gebouwd voor de reder Hendrik Veder te Rotterdam. In 1886 te Rotterdam geveild en ... gekocht door de rederij Fa.Mauritz Hz. te Dordrecht, toen hernoemd “J.P.A.” (In 1891 is het schip op klip gelopen en totaal verloren). (Kapitein Swart noemde dit schip de “Jan pak ‘an”).
Cornelis Dirks Swart stond bij zijn mensen bekend als een zeer streng gezagvoerder. De zeelieden, bij hem aan boord geplaatst, hadden het lang niet gemakkelijk. Zijn manier van opleiden en bijbrengen van nautische kennis was verre van mals. Ook met zijn broer Rijnder, eerst als bootsman en later als stuurman bij hem geplaatst, op de barken “Friesland” en “President van Rijckevorsel”, boterde het vaak niet al te best (zie bij Rijnder Dirks Swart). Veelvuldige wisselingen en vaak ook het weglopen van bemanningsleden waren het gevolg van zijn optreden. Hij was zeer gesteld op orde, tucht en stiptheid.
In 1890/’91 moest Cornelis Dirks zijn ontslag nemen. Zijn ogen, kennelijk aangetast door het zeewater, waren ziek. Nadien, volslagen blind, sleet deze kapitein de laatste negentien jaren van zijn leven op Terschelling.”010-p.114/115.
Het artikel bevat een portret van Cornelis Dirks Swart en zijn vrouw Maamke Pals.
Een grafsteen met de namen van Cornelis D.Swart en Maamke Pals is op de begraafplaats van Midsland (juni 2009). Aan de bovenzijde van de steen is de afbeelding van een schip, vol onder zeil. Bij de naam van Cornelis staat “in leven Oudgezagvoerder”. Onderaan is vermeld Gez. 182 vs 1.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.D.Swart als gezagvoerder gedurende:
-
* 1881 t/m 1886 van het 3/mschip “President van Rijckevorsel”, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de IJssel, 851 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam;
-
* 1887 t/m 1891 van de bark “J.P.A.” ex Maasnymph, ex Pladda, gebouwd in 1867 te Quebec, 1173 ton o.m., varend voor G.Mauritz Hz te Dordrecht.
Overige bijzonderheden
Melding van het overlijden op10 februari 1891 van een matroos van de bark “J.P.A.”, kapitein Cornelis Dirk Swart, zeilende op 04o NB/ 46o ?.115
Familiegegevens en opleiding
Bauke van Smeden werd geboren 30 juni 1840 te Harlingen als zoon van de grofsmid Minne Baukes van Smeden en en Neeltje Hoekers.
Hij trouwde op 31 december 1865 te Franeker met Hyke Plantinga, geboren c07 februari 1840 te Franeker als dochter van Klaas Jans Plantinga en Gatske Douwes Pot
Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”
Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp
In Appendix 5, p.323 staat een “Overview of Pupils of the Nautical College in Harlingen (1842-1864) en kennelijk degenen die aan de walvisvaart hebben deelgenomen waaronder:
Bauke van Smeden, geboren te Harlingen, ten tijde van zijn inschrijving in 1849 15 jaar. Per 27 december 1849 ingeschreven en uitgeschreven per 16 februari 1850. Maakte een reis naar Groenland. In zijn leerlingen register staat hij te boek voor gedrag als bescheiden en voor begrip als redelijk vatbaar , cijfer 3 op een schaal van 5. Voorts de aantekening “Calculates the spherical oblique-angled triangles.”
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.van Smeden werd in 1873 met vlagnummer H2 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Johannes Elizabeth”, boekhouder J.van ‘t Vliet te Harlingen. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Hieke Klaas Plantinga, geboren in 1840 te Harlingen. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 2 kinderen: een meisje van 4 jaar en een zoontje van 2½ jaar028-fol.137.
B.van Smeden was met vlagnummer H2 lid van het College in de periode 1873-1904034.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
B.van Smeden te Middelburg” kreeg op 26 januari 1889 en op 25 februari 1893 brieven van het College inzake contributiebetaling. Op 14 april 1894 verzond het College een brief aan Dr.Bolk te Middelburg waarin werd gevraagd: “... is het positief zeker dat de tegenwoordige ongesteldheid van v.S. een gevolg is van een ongeluk hem voor 4 jaren op zijn schip overkomen?”033. Op 21 februari 1898 wordt in de Algemene vergadering een brief vam kap.B.van Smeden behandeld “verzoekende eene jaarlijsche ondersteuning zonder dat dit later wordt afgetrokken. Op voorstel van de Directie wordt besloten om aan hem voor dit jaar 52,- te geven. Hij is 58 jaar en valt dus niet in de termen van Art,21”035-21 februari 1898..
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H2 1872-1873 3/m sch. Johanna Elisabeth (ex Lotus) J.van ‘t Vliet, Harlingen
bij Lemvig gestrand en wrak. Bemanning gered.
1878-1886 3/m bark Friesland Canne & Balwé, Amsterdam
Bouma025 veermeldt B.van Smeden als gezagvoerder gedurende:
-
* 1872 t/m 1874 van de 3/msch “Johanna Elisabeth” ex Lotus, gebouwd in 1859, bouwlocatie niet vermeld, 173 ton o.m., varend voor J. van ’t Vliet te Harlingen;
-
* 1876 van de sch.brik “August Marie”, ex Albrecht Frederik, ex Bernardus, gebouwd in 1850 te Zierikzee, 153 ton o.m., varend voor A.M.E.Tromp te Amsterdam;
-
* 1877 op hetzelfde schip en reederij maar nu vanuit Hilversum. Het schip strandde op de baar van Newburgh en geraakte wrak;
-
* 1879 t/m 1888 van het 3/mschip “Friesland”, gebouwd in 1858 te Harlingen, 737 ton o.m., varend voor Canne & Balwé te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
De Harlinger Courant dd 24 oktober 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:
“Harlingen 23 Oct. Volgens heden alhier ontvangen telegram is het schip Johanna Elisabeth, kapt. B. van Smeden, bij Lemvig, Jutland, gestrand, het schip wrak, doch het volk gered, men dacht de lading te kunnen bergen.”
Familiegegevens en opleiding
Christiaan Herman Rapp werd geboren te Amsterdam op de Elandsgracht 22 op 20 augustus 1841 als zoon van Christiaan Rapp en Hermina Klahn. De aangifte geschiedde door de vroedmeester Abraham Kappelhoff, vermoedelijk wegens de afwezigheid van de vader, die scheepsdokter was.
Hij trouwde op 22 maart 1866 te Amsterdam op de leeftijd van 24 jaar als zeeman met Geertruida Veldman, zonder beroep, geboren/gedoopt te Emden in Hannover op 07/20 september 1835, oud 34 jaar, dochter van Geert Tidden Veldman, timmerman, en Martje Claassen, beiden uit Emden.
In de Bijlagen bij het huwelijk bevindt zich een notariële akte van notaris Thomas Anne Klinkhamer uit Soerabaya, waarin vader Christiaan Rapp toestemming geeft tot het huwelijk van zijn zoon. Er wordt vermeld dat hij scheepsdokter is aan boord van het fregat “Amsterdam”.
In de huwelijksakte staat dat zij erkennen als kind Annetta Martha Margaretha Veldman, geboren 10 september 1865 te Amsterdam. Getuige bij het huwelijk was de 53-jarige scheepsgezagvoerder George Coenraad Visser.
Geertruida overleed te Amsterdam om half 5 ’s middags op de Ceintuurbaan op 18 deccember 1902.
Christiaan Herman overleed op 21 januari 1890 om 03.00 uur ’s middags op de Nieuwendijk 32 te Amsterdam. Hij staat aangeduid als scheepsgezagvoerder en als echtgenoot van Geertruida Veldman.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.H.Rapp was met vlagnummer 44 in de periode 1875 t/m 1883 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.H.Rapp als gezagvoerder gedurende:
* 1874 t/m 1876 van de galjoot “Gebroeders”, gebouwd in 1856 te Veendam, 131 ton, varend als kapitein/eigenaar vanuit Amsterdam. Zeetijdingen 15 november 1876: “Te Hogland (Wyborgh) gestr. en wr.” (Sweys).
“Handelsblad 23 maart 1874. Harlingen 21 maart 1874. Het Nederlandsche schip “GEBROEDERS”, kapitein Rapp, is hier heden met averij binnengekomen, zijnde op de reede van Vlieland in aanzeiling geweest met het schip “MARNIX”, kapitein Tap.”(Hoedemaker);
* 1878 t/m 1881 van de 2-mastschoener “Gruno” ex Wendelina, gebouwd in 1865 bij K.Bakker te Sappemeer, 155 ton, varend als kapitein/eigenaar vanuit Amsterdam. Zeetijdingen 3 augustus 1881: “Zwaar lek in Aracaju binnen en aldaar afgekeurd.” (Sweys).
Amsterdam 23 maart 1882: “Het Nederlandsche schip “GRUNO”, kapitein Rap, met schade te Aracaty (sic) binnen is aldaar afgekeurd en verkocht.” (Hoedemaker);
* 1883 t/m 1888 van de bark “Drie Gezusters”, gebouwd in 1856 op de werf “IJhoek” bij Abbema & van Cleef te Amsterdam, 523 ton, varend als kapitein/eigenaar vanuit Amsterdam. Het schip voer in 1889 voor K.& J. Wilkens te Veendam en was herdoopt in “Ida” (Bouma);
* 1889 t/m 1890 van het 3-mastschip “Friesland”, gebouwd in 1858 bij D.& L.Alta te Harlingen, 737 ton, varend voor E.J.Blok & Zn te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Hendrik Douwe Teensma werd geboren te Schiermonnikoog op 20 maart 1851 als zoon van Jeppe Teens Teensma en Janke Eltjes Vil.
Hij trouwde te Schiermonnikoog als kapitein op 10 februari 1876 met Trijntje Pieters de Boer, geboren te Schiermonnikoog op 08 februari 1853 als dochter van Pieter Cornelis de Boer en Gezina Remts Danhof. Zij overleed te Den Helder op 12 januari 1879.
Hij hertrouwde op Schiermonnikoog op 24 november 1881 met Grietje Tomas Faber, geboren te Schiermonnikoog op 17 augustus 1854 als dochter van Thomas Klazen Faber en Geertje Gerrits Konter, Zij overleed te Rotterdam op 21 maart 1917.
Henrik Douwe overleed te Rotterdam op 26 januar 1924.
In: “Een leven op zee” Brochure geschreven door P.J.Teensma Jr, Zomer 2013, 84 pp.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt T.Teensma als gezagvoerder gedurende:
* 1891 t/m 1897 van het 3/mschip “Friesland”, gebouwd in 1858 te Harlingen, 737 ton o.m., varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1897 gesloopt in Zijpe.
Een portret van het fregat “Amstelstroom” staat op p. 119 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp. Op het portret wordt als gezagvoerder vemeld H.Teensma en in het bovenvermeld boek staat dat deze Hendrik Douwes Teensma als gezagvoerder heeft gevaren van 1888-1890. Dit gegeven klopt niet met Bouma025 die het schip dan toeschrijft aan Pieter Teunis Teensma
Overige bijzonderheden
Op 29 oktober 1896 was het Noorse barkschip "Magda" in nood bij Schiermonnikoog. De reddingsboot van Schiermonnikoog onder schipper D.T.Visser (zie aldaar) deed een (geslaagde) reddingspoging de bemanning te redden. "De stranding werd ook opgemerkt door de loods van het 900 ton grote barkschip "Friesland", met hout onderweg van de Finse golf naar Emden. Gezagvoerder was H.D.Teensma, een Schiermonnikoger". Er werd besloten hulp te verlenen en een sloep met vier man deed een poging. "Een dikke regenbui valt in en spoedig raakt men aan boord van de "Friesland" de sloep uit het oog. Zij heeft de "Magda" nimmer bereikt. Een brokje achtersteven van de versplinterde boot werd enkele dagen later door een Schiermonnikoger strandjutter gevonden. Op de spiegel stond in witte letters "Friesland", daaronder Amsterdam ...".
Pagina 145/146 uit: Louise Mellema - "Schiermonnikoog Lytje pole". Uitgave Fryske Akademy nr.438. 1973. 280pp.
“Ingekomen Stukken Oude Pekela – 1896
Brief van J.Stratingh & Comp. scheepsmakelaars te Delfzijl van 3 november 1896 aan de burgemeester van Oude Pekela inhoudende: “Mijnheer. Gepasseerde vrijdag begaven zich vier man van de Nederlandse bark “Friesland”, kapitein Teensma voor de Eems in een boot om te trachten schipbreukelingen te redden van het op Schiermonnikoog gestrandde Noorse barkschip “Magda”.
Tot op heden heeft men, niettegenstaande de vele aangewende moeiten om inlichting te ontvangen van die vier mannen, niets daarvan vernomen. Aangenomen mag dus worden dat die vier personen bij hun edel pogen om te redden, zelf zijn verongelukt..
Thans is bericht ingekomen dat op de Boschplaat een lijk is aangedreven. Dit lijk is vervoerd naar Noordpolderzijl en vandaar gekist gezonden naar Warffum. Aangezien onder die personen zich ook bevindt Hermannus Nieboer, van Pekela, verzoeken wij u beleefdelijk namens kapitein Teensma hiervan de familie kennis te geven. Inmiddels hoogachtend, w.g. P.Stratingh & Comp.”115
Provinciale Groninger Courant 06 november 1896
Delfzijl, 3 november. Het Nederlandse barkschip FRIESLAND, kapt. Teensma, naar Papenburg bestemd, dat sedert zondag (opm: 1 november) bij de Knock (opm: aan de Eems) ligt, heeft een diepgang van 53 dm. zodat het minstens de halve lading zal moeten lossen alvorens de reis voort te zetten. Dit lichten evenwel kan, door de sterke stroom, niet zonder gevaar voor het schip en lichters plaatshebben. Mocht de oostelijke wind aanhouden en dus weinig water komen, dan bestaat de kans dat de FRIESLAND daar de gehele lading zal moeten lossen. (opm: zie ook volgend bericht)
Provinciale Groninger Courant 07 november 1896
BERICHT. HELPT.
Diepdroevig is de oorzaak die het eiland Schiermonnikoog zich doet richten tot geheel Nederland.Een der onzen Ambrosius Visser, eerste stuurman van de FRIESLAND, kapt. Hendrik Teensma op reis naar Papenburg is in deze wateren omgekomen en met hem nog 3 anderen van dezelfde bodem. Met name Hermanus Nieboer van Pekela, Marc Brouwer van Nes op Ameland en de Duitser Robert Buren, bij hunne edele poging om de schipbreukelingen van de MAGDA, die door onze reddingboot later behouden aan wal zijn gebracht, te redden.
De boot van de FRIESLAND, met 4 man uitgezet moet in de branding zijn omgeslagen zijnde de schipbreukelingen van de MAGDA zonder volk en vol water voorbij gedreven. Ambrosius Visser die voor anderen gestorven is, laat een weduwe na met 3 kinderen, waarvan de oudste 3 jaar is,terwijl het jongste heden (2 november) geboren werd. Met hem is voor vrouw en kinderen alles weg. Hij heeft gehandeld in de geest van zijn bejaarde vader, die reeds 20 mensen meehielp te redden en onder al zijn smart de schone woorden sprak: "het is zo aantrekkelijk mensenlevens te redden".
Schiermonnikoog, trots op de nagedachtenis van Ambrosius Visser, vraagt voor zijn dierbare hulp. En aangezien de commissie nog onbekend is met de nagelaten betrekkingen der 3 andere verongelukten neemt ze zich voor de in te komen gelden naar de evenredigheid van de behoeften onder de achtergeblevenen te verdelen. Van een en ander zal te zijner tijd in dit blad melding gemaakt worden. Al de commissieleden verklaren zich gaarne bereid giften in ontvangst te nemen.
De commissie van bijstand:
-
Bruins Slot, burgemeester
Dr L. Bahler, predikant
-
Dijk, directeur zeevaartschool
-
Oostlievense, leraar
P.J.L.Teensma, gewezen gezagvoerder
-
Fokkes
De redactie der Provinciale Groninger Courant verklaart zich gaarne bereid giften voor dit doel in ontvangst te nemen.
Dagblad Scheepvaart 07 december 1896
Delfzijl, 5 december. De Nederlandse schepen HILLECHIENA HELENA, E.P. Brouwer, FRIESLAND, Teensma en CONCORDIA, Kuiper, liggende te Emden, zijn aldaar in winterlaag opgelegd.
Provinciale Groninger Courant 14 januari 1897
Emden, 7 januari. De volgende Nederlandse schepen liggen hier in winterlaag: ANNA, kapitein Roberts, CONCORDIA, kapitein Kuiper, FRIESLAND, kapitein Teensma, GRATITUDE, kapitein Koops, HILLECHIENA, kapitein Brouwer, IPEUS, kapitein Schansker en MARIA, kapitein Mulder.
|