Inloggen
P. CALAND - ID 8298


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1878-07-00 / 1897-07-00 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1874
Categorie: Passenger-/cargo vessel
Voorstuwing: Steamship
Type: Vracht-/passagiersschip
Type Dek: Spar deck
Masten: Three masts
Dekken: 3
Construction Data

Scheepsbouwer: Robert Napier & Sons Ltd., Govan, Glasgow, Great Britain
Werfnummer: 328
Delivery Date: 1874-07-00
Technical Data

Engine Manufacturer: Robert Napier & Sons Ltd., Govan, Glasgow, Great Britain
Motor Type: Steam, Compound
Number of Cylinders: 2
Power: 2000
Power Unit: IHP (IPK)
Eng. additional info: 50 & 88-48.
Speed in knots: 11
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 2584.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 1867.00 Net tonnage
Deadweight: 2400.00 tons deadweight (1016 kg)
 
Length 1: 350.1 Feet (British) Registered
Beam: 38.1 Feet (British) Registered
Depth: 27.5 Feet (British) Registered
 
Passengers:
1st 2nd 3rd Steerage Deck Total
24 18 500 0 0 542
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1874
Datum agenda: 1874-03-24
Register nr: 0
Scheepsnaam: P. CALAND
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Ned.Amerik.Stoomv.Maats.
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Deddes, E.
Opmerkingen: voorlopig
fiat

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1874-07-00 P. CALAND
Manager: N.V. Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: NHPJ

Date/Name Ship 1897-07-00 RESSEL
Manager: Fratelli Cosulich, Trieste, Austro-Hungary
Eigenaar: Fratelli Cosulich, Trieste, Austro-Hungary
Shareholder:
Homeport / Flag: Trieste / Austro-Hungary

Date/Name Ship 1899-00-00 CARAMANIE
Manager: Compagnie de Navigation Marocaine & Arménienne, Marseille, France
Eigenaar: Compagnie de Navigation Marocaine & Arménienne, Marseille, France
Shareholder:
Homeport / Flag: Marseille / France

Ship Events Data

1876-01-30: Damaged
Plymouth, 30 januari 1876. Het Nederlandse stoomschip P. CALAND, kapt. P. Deddes, retourneerde alhier met schade aan de schroefaskoker.
1880-02-12: Damaged
Rotterdam, 1 maart. Het stoomschip P. CALAND is heden 1 maart ten 2 uur te Falmouth gearriveerd, volgens rapport werd het roer de 12de februari 1880 op 48˚ NB 36˚ WL & verloren.
1885-02-28: Damaged
Rotterdam, 12 maart. Aan boord van het in de Koningshaven aan de Nassaukade te Fijenoord liggende stoomschip P. CALAND, kapt. Bonjer, dat van New-York met zware schade arriveerde, is men druk bezig met repareren. De verwoesting te zien, veroorzaakt door de zware stortzee, die op de 28e februari 1885 op 45° NB 37°16’ WL (juist in dat gedeelte van de Oceaan waar de Golfstroom en de Poolstroom met elkander in aanraking komen) tijdens een hevige storm van achteren over het schip heen brak, geeft een denkbeeld van de vreselijke kracht van de zee, wanneer die door storm wordt opgezweept.
1887-04-24: Collision
Het stoomschip P. CALAND, kapt. Bonjer, van Rotterdam naar New York, is heden nacht nabij Dover in aanvaring geweest met het Duitse barkschip PRISCILLA
1888-02-02: Damaged
Londen, 3 februari 1888. Het stoomschip P. CALAND, kapt. Bonjer, te Plymouth binnen met schade aan de schroef enz. is gisteren nagezien en men heeft bevonden dat de schade groter is dan eerst gedacht werd, daar het raam der schroef zwaar beschadigd is.
1889-12-21: Collision
De Nederlandse composietbark 'Thorbecke VII' wordt op het Noordzeekanaal aangevaren door het ss. 'P. Calland', waarna de 'Thorbecke VII' onmiddellijk zinkt. Het schip kan op 29 december 1889 worden gelicht en voor reparatie naar de werf van A.H. Meursing in Nieuwendam worden gesleept.
1891-04-16: Collision
Volgens particulier bericht had het stoomschip P. CALAND tijdens de aanvaring met het stoomschip GLAMORGAN drie rode lichten boven elkaar brandende, volgens art. 5a van het reglement tot het voorkomen van aanvaringen, als teken dat de machine niet in staat was behoorlijk dienst te doen..
1893-07-00: Damaged
Rotterdam, 26 juli 1893. Volgens door ons ontvangen telegram is het stoomschip P. CALAND uit Queenstown vertrokken met gebroken as, gesleept wordende door de ZUID-HOLLAND.
1897-07-09: Sold to foreign country
Rotterdam, 9 juli 1897. Het stoomschip P. CALAND van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij is door tussenkomst van de heer Alfred Lotinga te Londen verkocht aan de firma Fratelli Consulich.
1910-03-00: Final Fate: Scrapped

De CARAMANIE werd in maart 1910 voor sloop verkocht aan een scheepssloperij te Marseille.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Evert werd geboren op 10 september 1836 te Veendam als zoon van de schipper Jan Hindriks Deddes en Alberdina Everts Kater

Evert trouwde op 19 januari 1865 te Rotterdam met Cornelia Schmid, geboren op 09 juli 1842 te Rotterdam als dochter van Johannes Christiaan Fredrik Schmidt en Aafke Wiertseman. Geen overlijdensakte gevonden van Cornelia.

Evert overleed op 02 februari 1920 te Rotterdam, 83 jaar, weduwnaar.

 

In Groningen zijn geen kinderen geboren, Wel kinderen geboren te Rotterdam, maar de gegevens op internet vermelden geen beroep van de vader.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

E.J.Deddes was met vlagnummer R69 in de periode 1870 t/m 1882 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.

In het Jaarverslag 1882 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar zijn vlaggelidmaatschap heeft opgezegd. Hij bleef wèl honorair lid058.

 

E.J. Deddes was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege met vlagnummer F resp. 6 in de periode 1859 t/m 1869.

 

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein E.J.Deddes met vlagnummer R69 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1874                       van het ss. “P.Caland”   1623 last                Ned.Amer.Stoomv.Mij te Rotterdam

*   1877                       van het ss. “P.Caland”   3070 ton o.m.       Ned.Amer.Stoomv.Mij te Rotterdam

*   1878, 1880, 1881 van het ss. “P.Caland”   2584 ton n.m.       Ned.Amer.Stoomv.Mij te Rotterdam

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

E.J.Deddes                  Alberdina                                             16 mei 1860                                         26 april 1861

 

Bouma025 vermeldt E.J.Deddes als gezagvoerder gedurende:

*   1859 t/m 1862 van de kof “Alberdina”, gebouwd in 1840 te Veendam, 136 ton o.m., varend voor J.H.Deddes te Veendam. Het schip voer in 1863 voor J.H.Wever te Pekela en was herdoopt in “Grietje de Weerd”;

*   1863 t/m 1865 van de 2-mastschoener “Poseidon”, gebouwd in 1862 te Hoogezand, 167 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;

*   1866 t/m 1868 van hetzelfde schip maar nu varend als kapitein/eigenaar vanuit Rotterdam. Het schip is in 1868 verongelukt in Mexico;

*   1869 t/m 1871 van het ijzeren schroefstoomschip “Triëst”, gebouwd in 1856 te Sunderland, 719 ton o.m., varend voor M.Reuchlin & Zn te Rotterdam;

*   1872 van het schroefstoomschip “Rotterdam”, gebouwd in 1872 te Elshout (onjuist. zie hierna), 2040 ton o.m., varend voor Plate, Reuchlin & Co te Rotterdam;

*   1873 van het schroefstoomschip “Maas”, gebouwd in 1872 te Renfrew bij Henderson, Coulbourn & Co,  2037 ton o.m., varend voor Plate, Reuchlin & Co te Rotterdam;

*   1874 van hetzelfde schip maar nu varend voor de Nederl.Amerik.Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam

*   1875 t/m 1882 van het schroefstoomschip “`P.Caland”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3070 ton o.m., varend voor de Ned Amerik. Stoomvaart Maatschappij.

 

Overige bijzonderheden

http://www.rijnmond.nl/nieuws/106161/Evert-Deddes-onbekend-maar-niet-onbemind

Evert Deddes is één van de eerste gezagvoerders van de Holland Amerika Lijn. Hij heeft veel voor de Rotterdamse maritime wereld betekend.

Na zijn carrière bij de HAL wordt Deddes directeur van het Zeemanshuis in Rotterdam. Bij zijn afscheid (1916) wordt er een fonds met zijn naam opgericht. Het Evert Deddesfonds staat jonge mensen bij die een opleiding doen op scheepvaartgebied.

De naam Evert Deddes is in Rotterdam niet heel bekend. Toch heeft Evert Deddes in hoog aanzien gestaan in de maritieme wereld. De havenbronnen uit zijn tijd dragen bij aan het fonds.

Het Maritiem Museum in Rotterdam heeft stukken uit de nalatenschap van Deddes in de collectie. De originele oorkonde van de oprichting van het Evert Deddesfonds en een zilveren bokaal die Deddes heeft gekregen ter gelegenheid van zijn 25-jarig directeurschap van het Zeemanshuis

 

De Harlinger Courant dd 30 oktober 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:

Binnengekomen

Brouwershaven 28 Oct. P.Caland (s) Newyork n. Rotterdam.”

De Harlinger Courant dd 09 december 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:

Binnengekomen.

“Newyork 4 Dec. P.Caland (s) Rotterdam.”

 

  1. 29-30. De firma Plate, Reuchlin & Co tekende op 11 februari 1871 een contract met Henderson, Coulbours & Co te Renfrew voor de bouw van 2 schepen van ongeveer 1700 ton. “Helaas kwam er door staking vertraging in de afleverring van de bestelde schepen. In plaats van in februari vertrok het eerste schip, dat de naam ROTTERDAM ontving, op 15 oktober 1872 op zijn eerste reis met 10 kajuitpassagiers, 60 emigranten en 800 ton lading van Rotterdam naar New York. In Plymouth werd bijgebunkerd, waarna op 20 oktober de reis werd voortgezet. Het schip kwam op 5 november te New York aan”.

De eigenaars van de Rotterdam hebben nog in de rats gezeten, daar het schip iets langer was gebouwd dan was afgesproken. Daardoor was het de vraag of het zou passen in de sluis bij Helvoet. “Bij het binnenvaren van de sluis te Hellevoet stonden de timmerman op de bak en de bootsman op het achterdek … klaar met de grootste bijlen die ze hadden om, als dat nodig zou zijn, het lofwerk dat in die tijd de schepen nog sierde, radicaal in stukken te hakken. Men kan zich de opluchting van de beide reders voorstellen, toen bleek dat de sluisdeuren konden worden gesloten. Het was wel een “narrow escape”,want tussen achterdeur en sluisdeur paste nog net een kurkezak, terwijl de boeg juist de sluisdeur raakte.”

Uit:” Brug over den oceaan. Een eeuw geschiedenis van de Holland Amerika Lijn”, door A.D.Wentholt, 1973 Nijgh & Van Ditmar, Rotterdam/’s Gravenhage

 

 

Datum vanaf: 1874
Kapitein: Deddes, Evert Janz

Familiegegevens en opleiding

 

Frederik Hendrik werd geboren op 16.04.1856 op zee (12° NB en 23° WL) als z.v. Eduard Frederich Bonjer (1827- 1881) (scheepsgezagvoerder) en Geertrui Appel. ( Volgens Stadsarchief R’dam geboren op 16 apr. 1856)

Frederik (31) trouwde op 08.03.1887 te Rotterdam met Johanna Nicolasina Hubertina Fraikin – geb. 29.01.1864 – d.v. Joannes Nicolaus Hubertus Fraikin en Eugenie Louise Doulière. 

Johanna Nicolasina Hubertina Fraikin overleed op 09.11.1918 te Rotterdam (54).

Frederik Hendrik overleed op 26.02.1910 te Rotterdam. (54) 

 

Kinderen

Eduard Frederik  (1891 – 1961)

Johan Hubert (1896 – 1972)

 

Overige bijzonderheden

Scheepvaart 28.02.1910

F.H. Bonjer †. Nader meldt men ons: Zaterdag 26 februari jl. is te Rotterdam overleden kapitein F. H. Bonjer, die gedurende 35 jaren in dienst was van de Holland-Amerika lijn, In 1874 bij deze maatschappij in dienst getreden als 3e stuurman, zag hij zich reeds op 24-jarige leeftijd in 1879 het stoomschip MAAS als gezagvoerder toevertrouwd. Hij voerde daarop achtereenvolgens het bevel over de stoomschepen: P. Caland, Amsterdam, Veendam, Maasdam, Werkendam, Spaarndam, Rotterdam, Statendam, Potsdam, Rijndam, Noordam, Nieuw-Amsterdam en ten slotte het s.s. Rotterdam, tot hij in de loop van het vorige jaar wegens gezondheidsredenen genoodzaakt was de zee vaarwel te zeggen. Kapitein Bonjer, hoezeer pas 54 jaren oud, was reeds sedert jaren de commodore van de Holland-Amerika Lijn; hij stond in hoog aanzien bij Directie en personeel van die Maatschappij, zowel als bij de duizendtallen van passagiers, die hij veilig over voerde. In het geheel werden door hem volbracht 210 rondreizen als gezagvoerder. Toen in het jaar 1894 de Nederlandse Marine Reserve in het leven werd geroepen, was kapitein Bonjer de eerste gezagvoerder die benoemd werd tot buitengewoon luitenant ter zee 1ste klasse. Hij was ridder in de Orde van Oranje-Nassau, een welverdiende onderscheiding die hem door Hare Majesteit de Koningin werd toegekend. Een treurige ongesteldheid maakte te vroeg een einde aan de loopbaan van deze zoon uit een beproefd zeemansgeslacht, tevens een van de meest verdienstelijke gezagvoerders van onze handelsvloot.

 

NRC 01.03.1910

F.H. Bonjer †. Hedennamiddag is op de Algemeene Begraafplaats Crooswijk, alhier, ter aarde besteld het stoffelijk overschot van kapitein F. H. Bonjer, die gedurende 35 jaren in dienst was van de Holland Amerika Lijn. Sedert jaren was hij de commodore van deze lijn. Op de begraafplaats waren velen bijeen gekomen om een laatste hulde aan de overleden gezagvoerder te brengen. Daar waren in de eerste plaats directeuren, officieren, oud-officieren, hoofden van afdelingen en verdere beambten van de Holland Amerika Lijn; voorts merkte men er op de heren A. Plate Roosing, P.R. Mees, L.A.E. Suermondt en anderen. Onder bloemstukken bedolven werd de lijkbaar grafwaarts gedragen. Dadelijk daarachter sloten zlch allen, die om uiting van hun deelneming te geven op de begraafplaats verschenen, aan. Aan de geopende groeve sprak de heer J.V. Wiersma een kort woord:

„Wij staan hier aan het graf van een merkwaardig man", zo zei hij. „Geboren op zee, trad kapt. Bonjer op 19-jarige leeftijd in dienst by de N.A.S.M. Achtereenvolgens heeft kapt. Bonjer gedurende 35 jaren alle schepen der maatschappij gecommandeerd. Hij heeft dit gedaan op een wijze boven mijn lof verheven. Wat het hem gekost heeft de dienst te verlaten weten wij alleen. Kapitein Bonjer was een kind van de zee, die hij liefhad. Hij had twee sympathieën in zijn leven: zijn gezin en zijn schip. De navigatie was hem een genot en gunst kan ik zeggen: beter navigateur als kapitein Bonjer heb ik niet gekend. Hij heeft meer dan 100.000 mensen veilig over zee gebracht en geland. Dat wij hem hoog gesteld hebben, behoeft geen betoog. Ook de regering waardeerde zijn verdiensten, door zijn benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. En toen de Ned. Marine Reserve in het leven geroepen werd, was kapitein Bonjer de eerste gezagvoerder, die benoemd werd tot buitengewoon luitenant ter zee 1e klasse. De vlag van die reserve hield hij hoog. Maar er was nog een vlag die hij hoog hield. Dit was de vlag van de Holland Amerlka Lijn. Die groen-wit-groene vlag hield hij zeer hoog. Kapitein Bonjer ruste in vrede, met een welverdiend leven achter zich, te vroeg afgebroken loopbaan zal voor ons steeds een smartelijk aandenken blijven", besloot spreker diepgeroerd. Een van de aanwezigen zeide dank voor de deelneming aan dit graf betoond.

 

 

DE HEER S. PARMA ggeft de volgende gegevens: 

Familiegegevens en opleiding

Geen

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.H.Bonjer was met vlagnummer R20 in de periode 1879 t/m 1910 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar géén aanspraak kon maken op financiële tegemoetkomingen058.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” dd 07 januari 1897 staat de uitslag van een wedstrijd voor de best bijgehouden kompasjournalen in 1894/1895 waarbij is toegekend de gouden medaille aan kapitein F.H.Bonjer, de zilveren medaille aan kapitein G.Stenger en bronzen medailles aan S.Turfboer en J.G.Wiebenga.042.

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein F.H.Bonjer met vlagnummer R20 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1880, 1881 van het ss. “Maas”  1735 ton n.n.  de Ned.Amerik.Stoomv.Mij. te R’dam
  • 1882, 1883, 1885, 1886:

van het ss. “P.Caland” 2584 ton  de Ned.Amerik.Stoomv.Mij. te R’dam

  • 1887 van het ss. “Amsterdam”  3629 ton  de Ned.Amerik.Stoomv.Mij. te R’dam
  • 1888 van het ss. “Veendam”   4036 ton  de Ned.Amerik.Stoomv.Mij. te R’dam
  • 1890 t/m 1895 van het ss. “Spaarndam”  3244 ton net   de Ned.Amerik.Stoomv.Mij. te R’dam
  • 1896, 1897 van het ss. “Rotterdam”  6000 ton net   de Holland-Amerikalijn te R’dam
  • 1898, 1899 van het ss. “Statendam”  8648 ton net   de Holland-Amerikalijn te R’dam
  • 1900 van het ss. “Potsdam”   9479 ton net   de Holland-Amerikalijn te R’dam
  • 1901 van het ss. “Rijndam”   9479 ton net   de Holland-Amerikalijn te R’dam
  • 1902 van het ss. ´Noordam”   7978 ton net   de Holland-Amerikalijn te R’dam

 

Bouma025 vermeldt F.H.Bonjer als gezagvoerder gedurende:

  • 1880 t/m 1882 van het schroefstoomschip “Maas”, gebouwd in 1872 te Renfrew, 2037 ton o.m., varend voor de Nederl.Amerik Stoomvaart maatschappij te Rotterdam;
  • 1883 t/m 1887 van het schroefstoomschip “‘P.Caland”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3070 ton o.m., varend voor de Ned Amerik. Stoomvaart Maatschappij;
  • 1888 van het schroefstoomschip “Amsterdam”, gebouwd in 1880 te Dumbarton op de werf van Mc Millan & Son, 3629 ton n.m., varend voor de Nederl. Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam;
  • 1889 van het schroefstoomschip “Veendam” ex Baltic, gebouwd in 1871 te Belfast, 4036 ton o.m., varend voor de Nederl. Amerik Stoomv. Mij. te Rotterdam;
  • 1890 t/m 1896 van het stalen schroefstoomschip “Spaarndam”, gebouwd in 1881 te Belfast, 4368 ton n.m., varend voor de Nederl. Amerik. Stoomvaart Mij. te Rotterdam;
  • 1897 t/m 1898 van het D.S. stoomschip “Rotterdam”, gebouwd in 1896 te Belfast, 8302 ton n.m., varend voor de Holland Amerika lijn te Rotterdam;
  • 1899 van het DS stoomschip “Statendam”, gebouwd in 1898 te Belfast, 10475 ton n.m., varend voor de Holland-Amerika Lijn te Rotterdam;
  • 1900 en later van het DSS “Potsdam”, gebouwd in 1900 te Hamburg, 12500 ton n.m., varend voor de Holland Amerikalijn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd  04 maart 1897 staat een verslag van de uitreiking van medailles in de wedstrijd 1894/95 voor de beste kompasjournalen. Er waren 27 deelnemers, die in totaal 50 journalen inzonden. De gouden medaille is verworven door F.H.Bonjer, gezagvoerder van het ss “Spaarndam, het zilver ging naar G.Stenger van het ss “Amsterdam en het brons naar S.Turfboer, gezagvoerder van de “Prinses Wilhelmina. Een buitengewone bronzen medaille werd toegekend aan de thans buitengaats zijnde kapitein J.G.Wiebenga van het fregat “De Ruyter”.023.

In het tijdschrift De Zee, Jg.1899 staat op p. 514-517 een “Verslag van de Commissie ter beoordeeling van Kompasjournalen uitgegeven door het College “Zeemanshoop” van den wedstrijd 1896/1897”. Hierin worden dekapiteins F.H.Bonjer en H.C. van der Zee, beiden van het ss. Spaarndam” “met ere genoemd”.

In het tijdschrift De Zee,Jg.1897,p.71-75 staat een “Verslag der Commissie ter beoordeeling van Kompasjournalen uitgegeven door het Collegie Zeemanshoop van deze wedstrijd waarbij kapitein F.H.Bonjer van de “Spaarndam” de gouden medaille werd toegekend.

In  Jg. 1902 over het jaar 1898-1899” viel kapitein F.H.Bonjer van het ss “Statendam” niet in de prijzen, maar werd wel “met ere” genoemd.

In een serie artikelen in het tijdschrift “Het Zeilend schoolschip” tussen 1947-1962 beschrijft Piet van Os onder het pseudoniem Pietos zijn zeilvaartherinneringen. In nr.28 april 1956 beschrijft hij een reisje in juni 1895 met het viermast ss “Rotterdam”, onder commando van kapitein Bonjer met als 1ste officier Schuring.

“Naar ik (aldus Pietos) verneem was de “Rotterdam” ’t eerste koopvaardijschip, dat door het Noord-Oostzee-kanaal van de Oostzee naar de Noordzee voer.”

In het tijdschrift “De Zee” Jg.1892, p.144-146 staat een verslag van kapitein F.H.Bonjer van het ss. “Spaarndam” met als titel “De Submarine Sentry”. De kapitein testte op een van Rotterdam naar New York (vertrokken 19 december 1891) een nieuw soort dieptemeter. De kapitein was over de resultaten zeer tevreden. “Deze proeven bewijzen m.i. de deugdelijkheid van de “Submarine Sentry” als instrument om bij mist het bestek te controleeren, maar vooral maakt het hem tot een veiligheidstoestel bij de navigatie langs of naar de kust.”

In het tijdschrift “De Zee”, jg 1893, p.498-499 staat een artikel onder de titel: “Kapitein F.H.Bonjer (24 November 1893)

“Den 16den April 1855 op 12oNBr. en 36o W.L. geboren van geslacht op geslacht door lief en leed aan de zee verbonden – trad FREDERIK HENDRIK BONJER , na eerst vier rezien te hebben gedaan op een zeilschip, den 30ste Juni 1875, dus op twintigjarigen leeftijd in dienst bij de Nederlandsch-Amerikaanse Stoomvaart-Maatschappij, als Derde Stuurman aan boord van het Stoomschip “Maas”.

Na welgeslaagde examens voor hoogeren rang, achtereenvolgens bevorderd tot Tweeden en daarna tot Eersten Stuurman, werd BONJER in 1879 aangesteld tot Kapitein van hetzelfde Stoomschip “Maas”, waarmede hij onafgebroken bleef varen tot 1882, in welk jaar het bevel over het S.S. “P.Caland”hem werd opgedragen. In 1888, dus na een zesjarig commando over de “P.Caland”, werd hem den viermaster “Amsterdam” toevertrouwd, om, bij de toenmalige uitbreiding der N.A.S.M., dit bevel ettelijke ,aanden later te verwisselen tegen dat van de “Veendam”.In het volgend jaar 1889 met het toezicht in Engeland belast op de verbouwing van het S.S. “Maasdam”, werd hem in Maart 1890, het bevel over het Stoomschip “Spaarndam” opgedragen, het grootste Stoomschip der Maatschappij, tevens den grootsten Mailstomer onder Nederlandsche vlag.

In deze 18½ jaren werden door BONJER volbracht dertig reizen naar Amerika en terug als Stuurman, en honderd als Gezagvoerder, en waren in deze laatste kwaliteit, ruim zestig duizend menschenlevens aan zijn zeemanszorgen toevertrouwd.

Het kan geen verwondering wekken dat de Directie der N.A.S.M. er prijs op stelde het volbrengen dezer honderste reis als Gezagvoerder, voor Kapitein BONJER niet onopgemerkt voorbij te laten gaan. Het aanvankelijke plan om de “Spaarndam” bij aankomst aan de Wilhelminakade te Rotterdam op te wachten en den jubilaris aldaar onmiddellijk te verwelkomen, moest worden opgegeven omdat het stoomschip met het nachtgetijde binnenviel. In den voormiddag daarop zag men evenwel het Etablissement der N.A.S.M., zoomede de daar aanwezige stoomschepen “Werkendam”, “Amsterdam”en natuurlijk ook de “Spaarndam”, alle met vlaggen getooid, en verzamelden zich aan boord van laatstgenoemde bodem, het Bestuur en de Hoofd-Beambten, zoomede alle aanwezige Kapiteins en beschikbare Officieren der Maatschappij.

Omringd door zijne naaste familieleden werd Kapitein BONJER daarop door een der Directeuren  toegesproken en hem een zijden vlag als “Commodore Standaard” aangeboden, met eene daarbij behoorende oirkonde, het recht tot het voeren dier vlag boekstavende. De Standaard werd daarop op de “Spaarndam” geheschen, onder daverend instemming van alle aanwezigen en onder het lossen van een saluut van zeven schoten.

De vlag bestaat uit de Maatschappijvlag (groen, wit, groen, met de letters N.A.S.M. in het wit), doch uitgeneden als Standaard en met gouden ster in den bovenhoek.

Over verdere feestelijkheden en geschenken van meer intiem karakter, is uuit den aard der zaak minder de plaats hier te spreken. Wij bepalen ons daarom, - en wij zijn zeker dat allen, die den nog geen veertig-jarigen Commodore der N.A.S.M. kenne, daarmede van harte zullen instemmen, - met ons aan te sluiten bij den slotwensch door de Directie aan Kapitein BONJER toegevoegd: “dat het hem en de N.A.S.M. gegeven moge zijn, die vlag nog tal van jaren van top van een der stoomschepen te zien waaien.”.

p.84-87. In memoires van Albert van der Laan, een vroegere employé van de Nederlandsch/Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij staat een herinnering over het ss ‘Spaarndam‘ onder kapitein Bonjer over in en uitgaande schepen te Rotterdam:

“Maar niet altijd stoomde een schip “naar buiten”. Dat was met de beroemde en beruchte reis van de SPAARNDAM, die met een volle lading tabak bij Maassluis vastliep. De rechten zouden in Amerika op een bepaalde datum sterk omhoog gaan en het was dus zaak dat de SPAARNDAM vóór die datum in New York zou zijn. Anders zou het de Nederlandse tabakshandel kapitalen kosten. De consternatie die dat vastlopen op kantoor veroorzaakte, is niet te beschrijven. Fantastische vrachtpenningen had de redderij ontvangen en nu kwam juist die modderbank. Er werd onmiddellijk lading op stroom gelost om het schip vlot te krijgen. Die lading werd weer direct ingenomen en na veel tijdverlies vervolgde commodore Bonjer zijn reis. Het was: haalt hij het of haalt hij het nier. Er was toen dagen lang met niemand op het kantoor te leven. Bonjer haalde het met behulp van de Amerikaanse autoriteiten die het Custom House te New York tot na de uren openhielden zodat hij nog net op tijd kon inklaren.”

Uit:” Brug over den oceaan. Een eeuw geschiedenis van de Holland Amerika Lijn”, door A.D.Wentholt, 1973 Nijgh & Van Ditmar, Rotterdam/’s Gravenhage

Knipselcollectie Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag

“Eenige PASSAGIERS van het Stoomschip P.Caland der N.A.S.M., den 27en Januari ll van Rotterdam vertrokken, gevoelen zich verplicht aan den Kapitein, den WelEdelen Heer T.H.BONJER, de Heeren Officieren en Manschappen hunnen oprechten hartelijken dank te betuigen voor de voortreffelijke leiding van het Stoomschip onder de denklijk ongunstigsten weer gesteldheid, onder anderen bij den vreeselijken storm den 11en Februari en den orkaan den 18en Februari ll.

Niet alleen de leiding , maar ook de verpleging en behandeling waren van dien aard, dat wij gerust kunnen betuigen , dat zulks niet beter had kunnen zijn.

EENIGE PASSSAGIERS”

 

Datum vanaf: 1883
Kapitein: Bonjer, Frederik Hendrik

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.Bakker was met vlagnummer R81 in de periode 1882 t/m 1893 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1893 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1893 is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein G.Bakker met vlagnummer R81 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

1882      van het ss. “Maas”                             1735 ton varend voor de Ned.Amerik.Stoomv.Mij te R’dam

1883       van het ss. “Maasdam”                     1735 ton varend voor de Ned.Amerik.Stoomv.Mij te R’dam

1885      van het ss. “Schiedam”                      2745 ton varend voor de Ned.Amerik.Stoomv.Mij te R’dam

1886      van het ss. “W.A.Scholten”               2589 ton varend voor de Ned.Amerik.Stoomv.Mij te R’dam

1887      van het ss. “P.Caland”                       2584 ton varend voor de Ned.Amerik.Stoomv.Mij te R’dam

1888      geen vermelding van schip en boekhouder

1890, 1891           van het ss. “Obdam”          2695 ton varend voor de Ned.Amerik.Stoomv.Mij te R’dam

1892      geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt G.Bakker als gezagvoerder gedurende:

*    1883 t/m 1884 op hert schroefstoomschip “Maas”, gebouwd in 1872 te Renfrew, 2037 ton o.m., varend voor de Nederl. Amerik. Stoomv Mij te Rotterdam;

*    1884 van het schroefstoomschip “Maasdam” ex Maas, gebouwd in 1872 te Renfrew, 1735 ton n.m., varend voor de Nederl. Amerik. Stoomv. Mij. te Rotterdam. Het schip verbrandde op 49o NB/27o WL;

*    1886 van het ijzeren schroefstoomschip “Schiedam” ex San Marcos, gebouwd in 1874 te Dumbarton, 2850 ton o.m., varend voor de Ned. Amerik. Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam;

*    1887 van het schroefstoomschip “W.A.Scholten”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3070 o.m., varend voor de Ned. Amerik. Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam;

*    1888 van het schroefstoomschip “‘P.Caland”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3070 ton o.m., varend voor de Ned Amerik. Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam

*    1890 t/m 1892 van het stalen schroefstoomschip “Obdam”, gebouwd in 1880 te Belfast, 3657 n.m., varend voor de Ned. Amerik. Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam.

 

Op 24 oktober 1884 brak er brand uit op het ss. “Maasdam” op reis van Rotterdam naar New York. Het schip ging verloren op 44o NB/27oWL. De passagiers en de bemanning werden gered.

Het ss. “Maasdam” werd gebouwd in 1872 bij Henderson, Coulborn & Co te Renfrew, mat 1735 ton o.m. en voer voor de Holland Amerika Lijn te Rotterdam072.

 

Overige bijzonderheden

In het , Jg.13, p.196-198, 1891 staat een vonnis van de Raad van Tucht voor de Koopvaardij. Het behandelt de aanvaring van het ss. “Obdam” onder kapitein Geert Bakker uit Rotterdam in de nacht van 25 op 26 juli 1890 op 40o7’NB/50o8’WL (bij de New Founlandse Banken) met de Franse vissersbark “Christophe Colombe” onder kapitein J.L.Rubatto uit Cette. Er was sprake van dichte mist en volgens getuigenverklaringen waren op de “Obdam” de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen getroffen.  Het schip was op weg van Rotterdam naar New-York. Bij de aanvaring verdronken vier bemanningsleden van het Franse zeilschip. De Raad concludeerde “dat den gezagvoerder Geert Bakker van het Nederlandsche stoomschip “Obdam” ter zake van de op 27 Juli 1890 plaats gehad hebbende aanvaring van dat schip met het Fransche visschersvaartuig “Christophe Bolombe” geen blaam kan treffen.” Hij werd derhalve van schuld vrijgesproken.

p.45. Het decennium 1880-1890 was voor de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam  een zeer moeilijke periode vanwege verliezen van schepen.

In oktober 1884  ging het stoomschip MAASDAM, van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam verloren. “Vermoedelijk door onvoorzichtigheid van het machinepersoneel raakte in de ochten van 24 oktober 1884 een ijzeren petroleumkachel in brand. Het vuur greep snel om zich heen. Hoewel het met man en macht werd bestreden, moest de gezagvoerder ’s middags om 4 uur tot de conclusie komen dat zijn schip niet meer te redden was. In alle orde werden de sloepen gestreken. Zij bleven in de nabijheid van de MAASDAM die, brandend als een fakkel tot in de verre omtrek de aandacht van passerende schepen zou kunnen trekken. Deze taktiek had na zes uur succes. Het stoomschip RHEIN van de Norddeutscher Lloyd verscheen op de plaats van het ongeluk en nam alle schipbreukelingen aan boord.”

Uit:” Brug over den oceaan. Een eeuw geschiedenis van de Holland Amerika Lijn”, door A.D.Wentholt, 1973 Nijgh & Van Ditmar, Rotterdam/’s Gravenhage

 

Datum vanaf: 1888
Kapitein: Bakker, Geert

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt G.Lutz als gezagvoerder gedurende:

*    1889 van het schroefstoomschip “`P.Caland”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3070 ton o.m., varend voor de Ned Amerik. Stoomvaart Maatschappij;

*    1890 van het schroefstoomschip “Zaandam”, gebouwd in 1882 te Rotterdam, 3063, varend voor de Nederl. Amerik. Stoomv. Maatsch. te Rotterdam;

*    1895 t/m 1898 van het stalen schroefstoomschip “Leonora”, gebouwd in 1895 te Stockton, 2627 ton n.m., varend voor Jos de Poorter te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

In de Harlinger Courant in de rubriek Scheepstijdingen dd 29 januari 1890 staat het bericht:

Amsterdam 27 Januari. Het Ned. stoomschip Zaandam, van de Plata Rivier herwaarts, vertrok 25 dezer van Las Palmas.”

De kapitein zou G.Lutz resp. W.Ponsen geweest kunnen zijn. - Parma

 

“Na een voorspoedige reis van Batavia, reisduur ongeveer 90 dagen, nam in de vroege morgen van 21 december 1889 de ‘Thorbecke VII’ de loods aan boord voor IJmuiden. Het schip werd door de Noordersluis geschut en om 1 uur ’s middags begon onder loodsaanwijzing de reis door het Noordzeekanaal naar Amsterdam.” Kapitein was J.F.Höper. Het schip werd gesleept. Bij het passeren van een tegenkomer , het ss “Caland” ontstond een aanvaring en de “Thorbecke” werd midscheeps geramd. het schip begon te zinken en en verdween in het midden van het kanaal naar de bodem. Een deel van de balen rijst kwam ook te water. Het schip werd later gelicht en gerepareerd.

De Raad van Tucht voor de koopvaardij oordeelde in de uitspraak dd 30 maart 1890 dat de kapitein van de “Thorbecke VII” geen enkele blaam trof. 104.

 

 

Datum vanaf: 1889
Kapitein: Lutz, G.

Familiegegevens en opleiding

Wibrandus werd geboren op 09 apr.1862 te Oude Pekela als z.v. Derk Duit en Frouwina Prange

Wibrandus (25) (zeeman) trouwde op 01 mrt. 1888 te Oude Pekela met Trijntje Sterrenberg (19) geb. op 11 apr. 1868 te Oude Pekela – d.v. Sarenus Sterrenberg (kastelein) en Zwaantje Duit.

Wibrandus overleed op 01 okt. 1912 te Rotterdam (50). 

Kinderen

- Derk                             – geb. 20.07.1887 te Oude Pekela = getr. met Hendrika Geertruida Kok op 29.12.1921

- Zwaantje                     – geb. 04.12.1888 te Oude Pekela = getrouwd met Lambertus Rijnink op 22.09.1910

- Frouwina Hendrika – geb. 10.11.1891 te Rotterdam. = getrouwd met Aldert André Potjer op 04.11.1915

- Sarenia Pietronella  – geb.  18.03.1894 te Rotterdam = getrouwd met Willem Meulkens op 16.03.1916

 

De gegevens van de heer PARMA:

De schepen van de kapitein

W.Duit wordt vermeldt als gezagvoerder door Bouma gedurende:

*    febr. 1890 tot 29.03.1890 als gezagvoerder van de P. CALAND voor 1 reis wegens ziekte van capt. Ponsen. 

*    1891 t/m jan. 1895 van het schroefstoomschip “Zaandam”, gebouwd in 1882 te Rotterdam, 3063, varend voor de Nederl. Amerik. Stoomv. Maatsch. te Rotterdam;

*     1896 gezagvoerder voor 1 reis van het s.s. VEENDAM.

*    1896 van het ijzeren schroefstoomschip “Schiedam” ex San Marcos, gebouwd in 1874 te Dumbarton, 2850 ton o.m., varend voor de Ned. Amerik. Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam. Het schip werd in dat jaar verkocht naar Triëst;

*     nov. 1897 van het s.s. VEENDAM, varend voor de Ned. Amerik. Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam. tot eind 1897.

*     Op 20 april 1898 ontslag bij de Ned. Amerik. Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam.

*    1900 en later van het schroefstoomschip “Heelsum”, gebouwd in 1899 te Amsterdam, 1379 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Oostzee” te Amsterdam.

*    In 1912 nog vermeldt als kapitein van het s.s. FARMSUM. 

Overige bijzonderheden

Zie ook: https://www.captainalbert.com/captains-from-the-past/duit-n/

 

 

Datum vanaf: 1890
Kapitein: Duit, Wibrandus

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

W.Ponsen was met vlagnummer R14 in de periode 1896 t/m 1897 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1897 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1897 voor het lidmaatschap heeft bedankt058

 

De schepen van de kapitein

In het Jaarverslag 1896 van de Maatschappij staat kapitein W.Ponsen met vlagnummer R14 in de ledenlijst als gezagvoerder van het ss. “Werkendam”, 2608 ton netto, varend voor de Holland-Amerikalijn te Rotterdam058.

 

Bouma025 vermeldt W.Ponsen als gezagvoerder gedurende:

*    1888 van het ijzeren schroefstoomschip “Schiedam” ex San Marcos, gebouwd in 1874 te Dumbarton, 2850 ton o.m., varend voor de Ned. Amerik. Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam;

*    1889 van het schroefstoomschip “Zaandam”, gebouwd in 1882 te Rotterdam, 3063, varend voor de Nederl. Amerik. Stoomv. Maatsch. te Rotterdam;

*    1890 van het schroefstoomschip “`P.Caland”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3070 ton o.m., varend voor de Ned Amerik. Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam;

*    1892 van het stalen schroefstoomschip “Didam” gebouwd in 1891 te Feyenoord, 2751 ton n.m., varend voor de Ned.Amer.Stoomv. Maatsch. te Rotterdam;

*    1893 t/m 1896 van het stalen schroefstoomschip “Obdam”, gebouwd in 1880 te Belfast, 3657 n.m., varend voor de Ned. Amerik. Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam;

*    1897 t/m 1899 van het schroefstoomschip “Ellewoutsdijk”, ex Tunisië, gebouwd in 1883 te Sunderland, 1656 ton n.m., varend voor Solleveld, v/d Meer & van Hattum te Rotterdam;

*    1900 en later van het stalen schroefstoomschip “Moerdijk” ex Baron Clyde, gebouwd in 1883 te Whitby, 1719 ton n.m., varend voor Solleveld, v/d Meer & van Hattum te Rotterdam;

 

Overige bijzonderheden

In de Harlinger Courant in de rubriek Scheepstijdingen dd 29 januari 1890 staat het bericht:

Amsterdam 27 Januari. Het Ned. stoomschip Zaandam, van de Plata Rivier herwaarts, vertrok 25 dezer van Las Palmas.”

De kapitein zou G.Lutz resp. W.Ponsen geweest kunnen zijn. – Parma.

 

 

Datum vanaf: 1890
Kapitein: Ponsen, W.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Schottee de Vries werd met vlagnummer 966 per 07 december 1911 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop002a.

 

J.Schottee de Vries was van 1912-1932 bestuurslid van het college Zeemanshoop019.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam              naam reder/boekhouder

      966                          1911          stoomsch.      Hollandia                    Koninkl.Hollandsche Lloyd

                                     1912-1918    geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt J.Schottee de Vries als gezagvoerder gedurende:

*   1891 van het schroefstoomschip “‘P.Caland”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3070 ton o.m., varend voor de Ned Amerik. Stoomvaart Maatschappij;

  • * 1895 van het stalen schroefstoomschip “Didam” gebouwd in 1891 te Feyenoord, 2751 ton n.m., varend voor de Ned.Amer.Stoomv. Maatsch. te Rotterdam. Het schip werd verkocht naar Engeland;
  • * 1896 van het ijzeren schroefstoomschip “Schiedam” ex San Marcos, gebouwd in 1874 te Dumbarton, 2850 ton o.m., varend voor de Ned. Amerik. Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam;
  • *1897 van het schroefstoomschip “Zaandam”, gebouwd in 1882 te Rotterdam, 3063, varend voor de Nederl. Amerik. Stoomv. Maatsch. te Rotterdam. Het schip werd in 1897 verkocht naar Glasgow;1899 van het stalen schroefsoomschip “Werkendam”, gebouwd in 1881(?) te Belfast, 3657 ton n.m., varend voor de Holland Amerika-Lijn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

De Raad van Tucht voor de Koopvaardij deed op 21 december 1908 uitspraak inzake een ongeval aan boord van zijn schip de “Amstelland” tijdens en reis van Buenos Ayres naar Amsterdam. “Uit het onderzoek bleek dat op 31 juli 1908 aan boord van het s.s. ‘Amstelland’ plotseling brand was uitgebroken in een tussendek op het voorschip. … De brsand woedde het hevigst daar waar een aantal overtollige bedden op balen wol waren gestuwd. Later werd op deze plaats ook het half verkoolde lijk van een neger aangetroffen, van wie men niet wist dat hij aan boord was. … Aan boord waren ecchter ook 300 passagiers … “ Bij pogingen van deze passagiers om in een reddingsboot van boord te vluchten kwamen een aantal door verdrinking om het leven.

“Tijdens de brand was het Engelse stoomschip ‘Imogen’ in de nabijheid gekomen en had de reddingboot met daarin een aantal angstige passagiers opgepikt en deze op sleeptouw genomen en naar de ‘Amstelland’ teruggebracht. Daarna vervolgde de ‘Amstelland’ haar reis naar Amsterdam.”

“De Raad oordeelde dat niet was gebleken dat het verlies van mensenlevens, tijdens de brand, zou zijn veroorzaakt door een daad van nalatigheid van de gezagvoerder of zijn officieren. Hiervoor kon dan ook geen straf worden opgelegd.” De Raad was echter ook van oordeel dat er niet voor gezorgd was dat zich onmiddellijk geschikt personeel onder de passagiers hadden begeven om de orde te handhaven. De Raad oordeelde daarom dat de gezagvoerder gedurende deze reis in zijn plichten tekort was geschoten.

De verstekeling was waarschijnlijk de veroorzaker van de brand omdat hij ter plaatse gerookt zou hebben. 104.

 

 

Datum vanaf: 1891
Kapitein: Schottee De Vries, J.

Familiegegevens en opleiding

Geen

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt B.G.Bruinsma als gezagvoerder gedurende:

  • 1892 t/m 1895 op het schroefstoomschip “Edam”, gebouwd in 1883 te Feijenoord, 3000 ton n.m., varend voor de Ned. Amerik. Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam. Bij Eddystone aangevaren en gezonken;
  • 1897 van het ijzeren schroefstoomschip “Edam” ex Rotterdam, ex British Empire, gebouwd in 1878 te Belfast, 3329 ton n.m., varend voor de Holland-Amerika-Lijn te Rotterdam. Het schip werd in 1899 verkocht naar Genua.

 

Bouma025 vermeldt B.G.Bruinsma als gezagvoerder gedurende:

  • 1891 van het ijzeren schroefstoomschip “Schiedam” ex San Marcos, gebouwd in 1874 te Dumbarton, 2850 ton o.m., varend voor de Ned. Amerik. Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam;
  • 1896 van het schroefstoomschip “‘P.Caland”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3070 ton o.m., varend voor de Ned Amerik. Stoomvaart Maatschappij;
  • 1900 van het stalen schroefsoomschip “Werkendam”, gebouwd in 1881(?) te Belfast, 3657 ton n.m., varend voor de Holland Amerika-Lijn te Rotterdam. Het schip werd in 1900 verkocht naar Rusland als “Harbin”.

Zijn dit dezelfde personen ondanks de overlap in vaartijden?

Het ss “Edam” zonk op 19 september 1895 op 50 mijl ZO van Start Point tijdens een dikke mist, na aanvaring met het Britse ss TURKISTAN, op weg van New York naar Rotterdam. Alle opvarenden werden gered door de Britse trawler VOLTURE.

Het ss “Edam” werd gebouwd in 1883 bij de Nederl. Stoomboot Maatschappij te Rotterdam, mat 3130 Brt en voer voor de Holland Amerika Lijn te Rotterdam072.

Overige bijzonderheden

In een serie artikelen tussen 1847-1862 in het blad : Het Zeilend Schoolschip” beschrijft kapitein Piet van Os onder het pseudoniem Pietos zijn zeilvaartherinneringen. In nr.31 van oktober 1958 vertelt hij over zijn eerste reis naar New York. Hij monsterde op 5 juli 1895 te Amsterdam aan als scheepsjongen op het stoomschip “Edam” van de NASM onder gezag van kapitein Bruinsma.

“Een plaat van het stoomschip “Edam” hangt in het Hist.Scheepv.Museum te Amsterdam, (voorstellend de overgang van zeil- naar stoomvaart). De “Edam” was in 1883 te Fijenoord gebouwd en als brik getuigd. … Toen ik (i.c. Piet van Os) er op voer was zij nog als 2-mastschoener getuigd. …

… Op de “Edam hadden wij van Amsterdam naar New York, de beide uitrezien het tussendek van voor tot achteruit vol met landverhuizers, zogenaamde tussendekspassagiers, meest mensen uit het oosten van Europa.” Er volg een beschrijving van de toestand waaronder deze passagiers werden vervoerd en op welke wijze er door de bemanning tegen aan werd gekeken.

“Op de tweede thuisreis, in de nacht van 18 op 19 september, werd de “Edam” door het Engelse S.S.”Turkestan”, Capt. Wald, tijdens dikke mist in het Engelse Kanaal, nabij Eddystone aan bakboordzijde bij ruim II aangevaren. … De “Edam” zonk in 36 vadem water en ging verloren, de 40 man equipage en 53 passagiers, zijn allen gered in eigen reddingssloepen.” Er volgt dan een gedetaileerde beschrijving van de reddingswerkzaamheden door de bemanningsleden. “Kapitein Bruinsma was het allerlaatste van boord afgegaan. … In de nieuwsbladen heeft in september 1895 vermeld gestaan, dat er op de “Edam” geen paniek was geweest en alles kalm en ordelijk was toegegaan bij het verlaten van het schip.”

 

Datum vanaf: 1896
Kapitein: Bruinsma, B.G.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Geen

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 02 februari 1905 staat vermeld een: “Brief van den heer W. van der Schoor de Boer, bedankende voor de toegekend zilveren medaille voor gehouden kompasjournalen. “023. Dit betreft de wedstrijd voor de periode 1900/1901 uitgeschreven door de Commissie voor de Wetenschappelijke Zeevaart.

In de Bijlagen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 02 juni 1904 is een brief, gedateerd Rotterdam 02 mei 1904 van W. van der Schoor de Boer met een bedankje voor de zilveren medaille inzake de kompasjournalen uit de periode 1900-1901. De kop van het briefpapier vermeldt “ss Voorburg” van de Stoomvaart Maatschappij Amsterdam.042-

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt W.v/d Schoor de Boer als gezagvoerder van/in:

  • * 1897 van het schroefstoomschip “‘P.Caland”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3070 ton o.m., varend voor de Ned Amerik. Stoomvaart Maatschappij. Het schip werd in 1897 verkocht naar Triëst;
  • * 1897 t/m 1898 van het stalen schroefsoomschip “Werkendam”, gebouwd in 1881(?) te Belfast, 3657 ton n.m., varend voor de Holland Amerika-Lijn te Rotterdam;

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

SCHONEVELD/SCHÖNEFELD, JOANNES ALBERTUS

 

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

l’Eclair

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 29 november 1821114

Rotterdam, 28 november. Van Vlissingen wordt van den 24 gemeld:

Sedert onze laatste zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de schepen KAREL DE XIV, J.J. Lindberg, van Gothenburg; de BROEDERLIEFDE, H.J. Carst, van Christiaansand; l’ACTIF, P.J. Spilliard, van Dartmouth; de VENUS, J. Bartels, en l’ECLAIR, J.A. Schoneveld, van Lissabon, en de JONGE JAN, P. Friesema, van Nantes.

 

Rotterdamsche Courant 01 deccember 1821114

Rotterdam, 30 november. Van Vlissingen wordt van den 27 gemeld:

….De alhier ter rede gekomen schepen de VENUS, J. Bartels, en l’ECLAIR, J.A. Schooneveld, beiden van Lissabon, moeten quarantaine houden, en het schip de DRIE GEBROEDERS, C.L. Mentsel, mede van Lissabon, is van hetzelve ontslagen.

 

Rotterdamsche Courant 15 december 1821114

Rotterdam, 14 december. Van Vlissingen wordt van den 11 gemeld: ….

....De schepen de VENUS, J. Bartels, en l’ECLAIR, J.A. Schooneveld, beiden onlangs van Lissabon alhier binnen, zijn van hun quarantaine ontslagen en naar Antwerpen vertrokken…..

 

Rotterdamsche Courant 09 maart 1822114

Rotterdam, 8 maart. Van Vlissingen wordt van den 5 gemeld:

Sedert onze laatste zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen de VROUW MARIA, A. Schipman (opm: galjoot, thuishaven Antwerpen, kapt. A. Schepman), naar Gibraltar; la VIERGE MARIE (opm: brik, thuishaven Kortrijk), J. de Meire, naar Messina; de MORGENSTAR, H.F. Veen, naar Liverpool; de JONGE JUFVROUW ELISABETH (opm: kof, thuishaven Antwerpen), J.F. Witteveen, naar Rio-Janeiro; l’ÉCLAIR, J.H. Schoneveld (opm: schoener, thuishaven Antwerpen, kapt. Joannes Albertus Schönefeld), naar Lissabon; NATALIA, J.C. Maglietz, naar Maidhead; MAGNANIME, J. Zietzes (opm: driemaster, na verkoop thuishaven Antwerpen, kapt. Jean Sietzes), naar Rio-Janeiro; la JEUNE COLLETTE, C. van Dijcke, naar Malaga; MARIA JOSINA (opm: kof), A. Muntendam, naar Marseille; WILHELMINA, H. Lootz en de VROUW LUPPINA, E.H. Mulder, naar Londen; de VROUW ANNA, J.G. Sap, naar Engeland; de VROUW GEZINA, H. Laarman, naar Rouaan; MERCURIUS, K. Folkers (opm: ook: Folkerts), naar Zante; FREDERIK, J. Brand, naar Rio-Janeiro; de VRIENDSCHAP, N. Heeren, naar Londen; de VROUW LUMEGINA, J.B. Goosens, naar Engeland; ROSALIA, H.J. Zeeven, naar Maidhead; JETZKA CORNELIA (opm: kof JETSKA CORNELIA), L.K. de Boer, naar Hamburg; de VROUW ALIDA, T.E. Bart, en AURORA, S.J. Brouwer, naar Liverpool; de VROUW MARGARETHA, O.K. ten Hove, en BELLE ALLIANCE (opm: pleit, thuishaven Brussel), O.A. Wilman, naar Londen.

 

Rotterdamsche Courant 24 augustus 1822114

Rotterdam, 23 augustus. Van Vlissingen meldt men van den 20 augustus:

Sedert onze laatste zijn van de rede naar zee gezeild de schepen de VIJF GEBROEDERS, B. Bosschers, van Amsterdam, en de LIEFDE, S. Koorn, van Rotterdam, beiden naar Duinkerken gedestineerd; van Antwerpen l’ÉCLAIR, J.A. Schoneveld, naar Marseille, LEONTINE, M.F. le Lasseur, naar de Havana; RUBENS, Th. Versluijs, en DELPHINA, J. Boelen, naar Batavia; ISABELLE LOUISE, P.J. Eggers, naar Villa-Nova; le CHARLES, O.H. Arends, naar Liverpool; de VROUW ANNA, K.A. Bos, naar Glasgow; de VROUW ANNEGINA, H.J. Potjer, en ROSALIA, R.R. de Haan, naar Liverpool; de VROUW HENDRIKA, .J. Schuring, naar Londen; de TWEE GEBROEDERS, W.R. Lukens, naar North Shields; de OOSTERSTAR, J. Moller, naar Bergen; CONFIANCE, P. Tupper, naar Messina; la VIERGE MARIE, J. de Meire, naar Liverpool.

Op de rede zijn aangekomen la BELLE ALLIANCE, P. Collas, van Rio-Janeiro; de VROUW GEZINA, E.J. Dik, van Liverpool en la LÉGÈRE, J.M. Bled van Trinidad, naar Antwerpen bestemd.

 

Rotterdamsche Courant 21 december 1822114

Rotterdam, 20 december. Van Vlissingen wordt den 17 gemeld:

Sedert onze vorige zijn van deze rede naar zee gezeild de schepen JULIA, Z.H. Schut, naar Nantes; OTTO, J.E. Carst, naar Londen; la DAME EUGÉNIE (opm: kof DAME EUGÉNIA), L. Cornelis, naar Liverpool; de OOSTERSTAR, J. Moller, naar Londen; de VROUW ANNEGINA, H.J. Potjer, naar Liverpool; de VROUW GEZINA, H. Laarman, en de VROUW MARGARETHA, H.J Veen, naar Londen; l’ÉCLAIR d’ANVERS, J. Schoneveld (opm: schoener ÉCLAIR, thuishaven Antwerpen, kapt. Joannes Albertus Schönefeld), naar Palermo; de VROUW ELISABETH, F. van der Steen, naar Londen; de GOEDE WELVAART J.J. Vos (opm: kof, kapt. Israel Jans Vos), naar Hull; l’ÉLISA, P. Gauthier, naar Nantes; l’AIMABLE HENRIETTE, P. Gravaille, naar Chenoux; FREDERIKA, J.J. Seegers, naar Bordeaux; de JONGE HILKE TROMP (opm: kof JONGE HYLKE TROMP), W. Willems, naar de Middellandse Zee; de VROUW MARGINA, J.B. Bakker, naar Ipswich; de VRIENDSCHAP, B.H. Smit, naar Guernsey; JOHANNA HENRIETTA, A.L. Ehler, naar Bordeaux; ALIDA, C. Lohse, naar Rouaan; MARIA BARBARA, J.J. Koller, naar Londen, allen van Antwerpen,….

 

 

Datum vanaf: 1897
Kapitein: Schoor De Boer, W. van der

Externe informatie - Overig
Vereniging 'De Lijn' - Holland-Amerika Lijn: P.CALAND (1874-1897)
Afbeeldingen


Omschrijving: P. CALAND
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: P. CALAND
Collectie: -
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: dekaanzicht

Omschrijving: P. CALAND
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: P. CALAND New York
Collectie: Nierop, J.G.
Vervaardiger: Unknown
Algemene informatie

NRC 290682
Brouwershaven, 27 juni. Het stoomschip P. CALAND, is gisteravond met het rondzwaaien op de rede, tegen Dwars in de Weg aan de grond gekomen, is bezig met lichten, en heeft sleepboten ter assistentie. Volgens later bericht is genoemd stoomschip vlot en naar Helvoet gestoomd.

NRC 090882
New York, 24 juli. Het Noorse schip CZAR, kapt. Berentzen, van Pensacola naar Liverpool, vroeger vermeld als verlaten, werd 12 juli op 46º NB en 30º WL opgenomen door de stoomboot P. CALAND, kapt. Bonjer, van Rotterdam, die gisteren hier arriveerde. Toen de equipage de CZAR verliet, stond er 10 voet water in het ruim.

PGC 081182
Vlissingen, 7 november. Het stoomschip P. CALAND, van New York hier binnenkomende, is met hoog water op de Oosthavendam gelopen. Er was dadelijk hulp van sleepboten bij, doch het schip is blijven zitten en is begonnen te lossen. Het schip zit tamelijk goed. 

PGC 101182
Vlissingen, 8 november. Het stoomschip P. CALAND, kapt. Bonjer, van New York naar Rotterdam, met hoog water op de Oosthavendam gelopen, is na gelost te hebben, vlot gesleept.  Het schip heeft geen schade geleden.  

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten