Inloggen
RAYMOND - ID 9579


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1828-01-16 / 1830-10-28 | Reden uitgevlagd: Afscheiding Zuidelijke Nederlanden K.B. 28.10.1830
Onder Nederlandse Vlag tussen:1832-11-06 / 1852-10-16 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1828
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Louis Lecarpentier, Antwerp, Netherlands
Date Laid Down: 1826-00-00
Launch Date: 1827-12-03
Delivery Date: 1828-01-03
Technical Data

Gross Tonnage: 315.00 lasts
 
Length 1: 36.88 Meters Registered
Beam: 10.32 Meters Registered
Depth: 5.98 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1828
Datum agenda: 1828-01-16
Register nr: 18280022
Scheepsnaam: RAYMOND
Type: Fregat
Lasten: 315
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Roelandts, J.
Plaats: Antwerpen
Kapitein op moment van verzoek: Broeck, G. van den
Opmerkingen: Eerste zeebrief
Tevens een Turksche pas naar Batavia

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1828-01-03 RAYMOND
Manager: Firma J. Roelandts & Co., Antwerp, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Antwerp, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Netherlands

Date/Name Ship 1832-11-06 GENERAAL CHASSÉ
Manager: Firma J. Roelandts & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma J. Roelandts & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Aankoopprijs 3/4 part NLG 27.000,-. Daarmee werd J. Roelandts alleen eigenaar.

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaren 1828:

J. Roelandts & Co voor 1/4e deel.
F. Biolley & Zoon te Verviers voor 2/4e deel.
Charles Loyaerts te Antwerpen voor 1/4e deel.

Ship Events Data

1831-00-00: Repaired
Van 20 oktober 1831 tot januari 1832 heeft het schip voor onderhoud en reparatie in het Grote Dok in Antwerpen gelegen. (A.D.)
1852-10-16: Final Fate: Condemned

Op 16 oktober 1852 heeft de GENERAAL CHASSÉ, kapt. J.M. de Winter, bij het verlaten van de haven te Cardiff de grond gestoten. Bij controle te Penarth bleek dat de schade te groot was en werd het fregat afgekeurd.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. van den Broeke was met vlagnummer 11 in de periode 1826-1830 lid van het zeemanscollege in Oostende.108.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt geen schip met de naam “Raymond”.

Van Sluijs013 vermeldt een kapitein G. v.d. Broeke in 1827 met de “Fortitudo”, in 1828 met de “Union” en in 1818 met de “Jeune Antoinette”. De “Union” werd gebouwd in 1815, mat 101 ton en had als gezagvoerder/reeder kapitein van Broecke uit Oostende.

 

Het Archief van de Waterschout (ingang 38) in het Stadsarchief van Amsterdam bevat een monsterrol van de “Jeanne Annette” op naam van kapitein Gaspard van den Broeke, die op 28 november 1817 werd opgesteld met een bemanning van 27 koppen, varend voor de boekhouder P.de Lecluse & Zn te Brugge onder Nederlandse vlag. Enkele bemanningsleden waren: opperstuurman Heronimus de Boo, uit Oostende; onderstuurman Josephus Poodts uit Oostende; derde waak Judocus van den Broeke, uit Oostende; ligtmatroos Carel H.Guzman uit Amsterdam en ligtmatroos Jan Brugman uit Amsterdam.

Le Carpentier, scheepsbouwmeester te Antwerpen, verklaart te Antwerpen op 18 december 1827, dat het fregat RAYMOND,  thans gevoerd door kapt. G. van den Broek, op zijn timmerwerf nabij het dok te Antwerpen is gebouwd voor rekening van J. Roelandts & Co (1/4e deel), F. Biolley & Zoon te Verviers voor 2/4e deel en Charles Loyaerts te Antwerpen voor 1/4e deel, en op 3 december 1827 is te water gelaten.

De RAYMOND maakte twee rondreizen naar Batavia en terug naar Antwerpen:

  • Vertrek 6 mei 1828 en 13 november 1829 terug. (A.D.)
  • Vertrek vanuit Antwerpen 22 oktober 1829, van Vlissingen 13 november 1829 met een troepentransport van 3 officieren en 164 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 26 februari 1830 na 105 dagen. (L.v.C.)

Op 18 juli 1830 was hij weer ‘thuis’. (A.D.)De RAYMOND bleef tot 5 november 1832 in Antwerpen, waarna het met een andere kapitein naar Rotterdam vertrok. (L.v.C.)

Van 20 oktober 1831 tot januari 1832 heeft het schip voor onderhoud en reparatie in het Grote Dok in Antwerpen gelegen. (A.D.)

Overige bijzonderheden

  1. van den Broeke verzorgde per 13 november 1829 vanuit Vlissingen met de “Raymond” een troepentransport van 3 officieren en 164 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 26 februari 1830 na 105 dagen065.

Luc van Coolput, Ninove, België meldde in een e-mail dd. 01 december 2001 het volgende:

“van den Broeke

Erg moelijk geval! Wat Belgische rederijen vanaf 1830 betreft: er was slechts één ´Van den Broecke” reder ter koopvaardij. De man bezat in Oostende sinds vóór 1830 de kof NIEUWE UNION, die op 25 februari 1831 naar Boom vertrok (waarschijnlijk om gesloopt te worden).

Wat kapiteins betreft: ik heb verscheidene “VandenBroeck(e)” en “Vanden Broucke” voor de jaren 1830 tot 1880. Een zekere “G.VandenBroeck” voerde sinds voor 1830 het bevel over het volschip RAYMOND. Met dit schip, gebouwd in Antw. in 1827, vertrok “Vanden Broecke” op 22 oktober 1829 naar Batavia en was terug op 18 juli 1830. Het schip bleef in Antwerpen liggen tot 5 november 1832, toen het, met een andere kapitein, uit Antw. vertrok en uitweek naar Nederland, alwaar het in GENERAAL CHASSE herdoopt werd.

De andere “Van den Broucke” waarover ik nota’s heb komen zeker niet in aanmerking voor Uw dossiers, aangezien ze later voeren en enkel onder Belgische vlag of een andere voornaam hadden ( Gaspard, Auguste, Edouard, Eugène, Jacobus).

Wel heb ik een nota uit de krant Feuille d’Ostende dd. 16 juni 1853: “Vanden Broeck, un des plus anciens capitains de la marine belge et depuis nombre d’années expert juré pour les assureurs, est mort le 13 au matin à Anvers, après une longue maladie. Il etait âgé de 72 ans”. Er is, denk ik, veel kans dat dit de man is die U zoekt.”

 

In een e-mail dd 20 april 2006 meldt André Delporte uit Luik het volgende:

FORTITUDO

Na vermelding van de vorige kapiteins Aggens en Lievens volgen gegevens van kapitein G. van de Broecke:

23 februari 1825 verlaat Antwerpen naar Batavia via Londe; 29 juli 1829 vertrokken van Engeland; 12 november 1825 te Batavia; 23 december 1825 van Batavia naar  Antwerpen.

  1. van de Broecke verlaat op 22 september 1826 Antwerpen naar Batavia. 28 januari 1827 te Batavia; 12 maart 1827 van Batavia naar Antwerpen. Na deze reis wordt van den Broecke vervangen door Derk Bulsing.

Volgende alinea’s zijn ontleend aan gegevens van Marhisdata

Op 6 november 1832 kocht in Antwerpen de firma J. Roelants & Co, kooplieden en scheepsreders te Rotterdam, per onderhandse akte 3/4e aandeel in de RAYMOND. Hiervoor werd een prijs betaald van in totaal NLG 27.000, waarmee de waarde van het gehele schip werd vastgesteld op NLG 36.000.

Dit eigendom werd op 2 maart 1833 te Rotterdam geregistreerd in deel 21, folio 103, recto, vak 2 en volgende.

Vermoedelijk werd het schip in maart 1833 verdoopt in GENERAAL CHASS?.

 

In de akte staat de naam Franciscus Biolley; hij tekent echter als François Biolley.

Le Carpentier, scheepsbouwmeester te Antwerpen, verklaart te Antwerpen op 18 december 1827, dat het fregat RAYMOND,  thans gevoerd door kapt. G. van den Broek, op zijn timmerwerf nabij het dok te Antwerpen is gebouwd voor rekening van J. Roelandts & Co (1/4e deel), F. Biolley & Zoon te Verviers voor 2/4e deel en Charles Loyaerts te Antwerpen voor 1/4e deel, en op 3 december 1827 is te water gelaten.

Mail Delporte, Luik, 07 november 2008

Over Van den Broeck moeten wij goed oppassen : zij zijn met heel een reeks !! Mijn bestand is nog niet klaar om op korte termijn een ganse historie te vertellen, maar over Gaspard Van den Broecke kan ik als volgd verbeteren : 1814-20 JEUNE ANNETTE en dus niet ANTOINETTE ! dan rond 1822-24 VROUW JANNETJE, 1825-27 FORTITUDO van Roelandts en 5/1828-30 op de RAYMOND.

 

Rotterdamsche Courant 24 januari 1818114

Amsterdam, 22 januari. Kaptein G. van den Broeke, voerende het schip la JEUNE ANNETTE (opm: de JONGE ANNETTE ?), van Amsterdam naar Batavia gedestineerd, meldt van West-Cowes, van den 11 januari, dat hij zijn reis, onder aanhoudend slecht weer, zo veel mogelijk vervorderd hebbende, zich den 7 dito, naar gissing 6 à 7 mijl van St. Albanshead bevond, toen hij des avonds ten 10 uren, voor de wind zeilende, met kracht een schip op hem zag aankomen, met dat gevolg, dat niettegenstaande hij het roer wendde, een lantaarn vertoonde en met zijn roeper waarschuwde, het gezegde schip met de boegspriet over het zijne tussen de grote en bezaanmast kwam te leggen, en toen tegen de bezaanmast aankwam, waar door deze met het want een vadem (opm: 6 voet, 1,83 m.) boven het dek afbrak en over boord viel; vervolgens raakte het even het achterschip en brak de kraanbalk van het hek, waardoor de sloepen van boven nedervielen, aan de lijkraanbalk bleven hangen en agteraan sleepten; van gemelde schip ontslagen zijnde, had kaptein Van den Broeke getracht het tuig, zeilen en sloepen te bergen, doch zulks door het zwaar slingeren ondoenlijk zijnde, dezelve ter voorkoming van verdere schade moeten kappen en laten drijven; met de dageraad Wight in het gezigt krijgende, besloot hij West-Cowes aan te doen, waar hij ook den 9 door een loods binnengebragt werd en zich het benodigde zo spoedig doenlijk zou aanschaffen.

 

Rotterdamsche Courant 31 oktober 1818114

Londen, 27 oktober. Den 18 juni is te Batavia gearriveerd het schip JEUNE ANNETTE, Van den Broecke, en den 20 het schip BATAVIA, De Gelder, van Amsterdam; het schip JAN EN CORNELIS, Duif, is den 12 dito vandaar naar Amsterdam gezeild.

 

Rotterdamsche Courant 15 mei 1819114

Amsterdam, 13 mei. Volgens een brief van Batavia, van den 15 december 1818, was den 26 november (opm: 1818) aldaar in goede staat gearriveerd het schip WILLEM DEN EERSTEN, J. Abes, van Amsterdam, laatst van Rio-Janeiro; de equipagie was in de beste welstand; behalve dit schip lagen den 15 december 1818 ter rede van Batavia de volgende Nederlandse schepen: ARINUS MARINUS, A. Langeveld; de ZEEMEEUW, P.F. Wegener; FRANKLIN, C. Swaan; JAVA, A. Jongheim; de VREDE VAN DORDRECHT, J. Slijk; CANTON, J. Schindehutte; la JEUNE ANNETTE, G. van den Broek; ANNA, C.R. Stolte; ELISABETH, …. (opm: niet ingevuld); CORNELIA, G. Havestein; de VRIENDSCHAP, …..; de HOOP, M.D. Ihuke; de GOEDE VOORNEMENS, ….; SIMON FREDRIK, ……; ANNA MARIA, ……; de JONGE CHRISTINA, …..; en CATHARINA DE TWEEDE, …….

 

 

Rotterdamsche Courant 14 september 1819114

Amsterdam, 12 september. Kapt. C. Swaan, voerende het schip FRANKLIN (opm: gekomen van Batavia), meldt van Sourabaija van den 8 maart, dat aldaar lagen de schepen la JEUNE ANNETTE, kapt. G. van den Broeke, naar Ostende, en FLORA, kapt. W. Tiedeman, naar Amsterdam gedestineerd; beiden waren bezig rijst te laden; alsmede het schip ARINUS MARINUS, kapt. A. Langeveld, door het Gouvernement bevracht naar Amboina (opm: hoofdplaats van Ambon).

 

 

Datum vanaf: 1828
Kapitein: Broeke, Gaspard van den
College: Collegie - Oostende, Oostende
Vlagnummer: 11
Overige informatie: ook: Vanden Broeck of Van den Broecke Gaspard van den Broek: * circa 1781, † Antwerpen 13.06.1853 Uit de Feuille d’Ostende van 16 juni 1853: Vanden Broeck, een van de oudste zeekapiteins van België en sedert een aantal jaren beëdigd expert voor assu

Familiegegevens en opleiding

Martinus Harkema werd geboren te Groningen op 23 december 1800 en overleed in 1846.

Hij trouwde met Janna Petronella Bax, geboren te Amsterdam op 12 juni 1814. en overleden op 02 augustus 1881

In het Amsterdamse Stadsarchief zijn geen huwelijksgegevens gevonden in de tienjarentafels 1833-1852

Ten tijde van het overlijden van Martinus in 1846 wordt Rotterdam als woonplaats opgegeven.118

 

Martinus Harkema werd geboren op 23 december 1799 te Groningen. Hij overleed op 19 januari 1846 als gezagvoerder aan boord van de “Edouard”, zeilende in de Zuider-Atlantische Oceaan, 31o39’Zbr. en 12o28’OL, op reis van Batavia naar Rotterdam, na een langdurige hartziekte en bijkomende borstwaterzucht005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

M.Harkema (adres kapt. G.Drayer) werd met nr.366 effectief lid van Zeemanshoop per 02 juli 1833 op voorspraak van C.Koert. Zijn schip was de "Generaal Chassé"002.

In de Algemene Vergaderingen van 25 juni/02 juli 1833 van het College Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Martinus Harkema, oud 33 jaar, met als adres kapt. B. Drayer “op het water”, voerend het schip Generaal Chassé,op voordracht van kapitein C.Koert. Zijn vlagnummer werd 366023.

Hij was effectief lid van “Zeemanshoop”met vlagnummer 366 van 1833 t/m 1836 en met vlagnummer 253 van 1836 t/m 1846.

Hij werd deelnemer van Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 01 oktober 1835. "de kapitein voor een andere haven dan Amsterdam varende bet. ingeve. Art 35 dubbele contr. of voor Doni ¦30,-"003.

 

M.Harkema was met vlagnummer 68 in de periode 1828-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd”108.

In de Amsterdamsche Almanak van 1830 en 1831 staan ledenlijsten van het Antwerpse zeemanscollege waarin opgenomen een M.Harkema met vlagnummer 68.

 

M.Harkema was met vlagnummer R31 in de periode 1833 t/m 1846 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

M.Harkema was met vlagnummer 38 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” in de periode 1832 t/m 1846. In de notulen van de Bestuursvergadering dd 07 april 1832 van het College staat echter dat kapitein M.Harkema “zullende voeren voor no vlag 6”. In de notulen dd 27 juli 1832 wordt gemeld dat het lid kapitein J.van Driesten vlag D6 zal voeren “welke door kapitein Harkema te zijnen behoeve wordt afgestaan.”. Kapitein Harkema voerde daarna nummer 38.64a

 

Martinus Harkema zou dus van 4 zeemanscolleges effectief lid zijn geweest. Hoe zou hij dat met zijn vlagvoering aan boord hebben gedaan?

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 april 1846 staat een aanvrage om een uitkering van de weduwe van kapitein M.Harkema, geb. J.Bax. Dezee wordt haar in de vergadering van 28 mei 1846 voor haar en 2 kinderen toegekend met ingang van 01 februari 1846.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 oktober 1873 vraagt G.Monkhorst “inlichtingen verzoekende omtrent de achterstallige uitkeering van de Wed. M.Harkem geb. Bax.”042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 02 juni 1846 staat de aanvrage van de weduwe van kapitein M.Harkema om een uitkering welke per 01 februari 1846 wordt toegestaan voor haar en twee kinderen.023.

 

In de Jaarverslagen 1849 en 1851 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf vermeld dat de weduwe M.Harkema uitkeringen krijgt van f 203,- resp. f 205,60 voor onderstand en schoolgeld van haar en haar 2 kinderen. In 1855 was de uitkering f 195,20 voor haar en twee kinderen incl. schoolgeld; in 1858 f 190,- voor haar en twee kinderen zonder schoolgeld en in 1859 f 177,50 voor haar en twee kinderen, waarvan één voor 4½ maand058.

 

In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat per 01 maart 1846 de uitgave van f 100,-,- aan de weduwe Harkema.064b

 

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat M.Harkema als gezagvoerder064:

* 1837                          fregat “Generaal Chassé”                              boekhouder Roelands & Co te Rotterdam

*1842 t/m 1846          fregat “Eduard                                                boekhouder Roelands & Co te Rotterdam

 

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

        366                       1833-1835     fregat               de Generaal Chassé           J.Roelands te Rotterdam

        253                       1836-1838     fregat               de Generaal Chassé           idem

                                      1839-1845     fregat               Edouard                              J.Roelands & Co te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt M.Harkema als gezagvoerder gedurende:

*    1834 t/m 1839 op het 3/m schip “Generaal Chassé”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 612 ton o.m., varend voor J.Roelants & Co te Rotterdam;

*    1840 t/m 1846 op het 3/m schip “Edouard”, gebouwd in 1841 te Schiedam, 706 ton o.m., varend voor J.Roelants & Co te Rotterdam.

 

Op 6 november 1832 kocht in Antwerpen de firma J. Roelants & Co, kooplieden en scheepsreders te Rotterdam, per onderhandse akte 3/4e aandeel in de RAYMOND. Hiervoor werd een prijs betaald van in totaal NLG 27.000, waarmee de waarde van het gehele schip werd vastgesteld op NLG 36.000.

Dit eigendom werd op 2 maart 1833 te Rotterdam geregistreerd in deel 21, folio 103, recto, vak 2 en volgende.

Vermoedelijk werd het schip in maart 1833 verdoopt in GENERAAL CHASS?.

In de akte staat de naam Franciscus Biolley; hij tekent echter als François Boilley.marhisdata

 

Overige bijzonderheden

Jan Andries Knaap werd vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op de "Generaal Chassé" onder kapitein Harkema op twee reizen vanuit Rotterdam naar Batavia en wel op 19 juli 1833 (terug 01 juni 1834) en 19 augustus 1834 (terug 03 september 1835)004-532/1686.

 

M.Harkema verzorgde per 04 mei 1838 vanuit Hellevoetsluis met de “Generaal Chassé” een troepentransport van 3 officieren en 8 manschappen. Hij arriveerde op 09 augustus 1838 na 97 dagen te Batavia065.

 

‘ELIZA’ (brik, 149 ton/ ook wel 160 ton)

182                         6gebouwd in Antwerpen

                                15/11 , kapt. Jacometti, in Antwerpen uit Havana met o.a.lading voor NHM.

1827                      22/3                  -“-                  -“-                  -“-

1828                      28/11 survey in Antwerpen, kapt. Loyarts, kopergeklonken, komt van Batavia

1830 5/03             M.Harkema, in Antwerpen uit Valparaiso (doch niet vermeld in Valparaiso)

1831                      jan. Liggend in Antwerpen

Het is weer een brik die al meer reizen op Zuid-Amerika gemaakt heeft en nu de Westkust eens gaat proberen. Uit de bronnenopgave van de Universidad Maritima, komt mij voor dat het register van scheepsbewegingen in Valparaiso e.a. havens van 1829 ontbreekt. Dit kan de oorzaak zijn dat enkele schepen, zoals de ‘Eliza’, in Antwerpen vermeld worden als binnenkomend uit Valparaiso maar in Valparaiso niet vermeld staan.

De naam Harkema hebben we eerder gezien bij de ‘Lima Packet’, doch met B.G. als voorletters. Is er in Antwerpen een kapiteinscollege geweest waarvan de ledenlijsten misschien nog te raadplegen zijn?100

 

Brik ELIZA, kapitein M.Harkema, op 5 maart 1830 in Antwerpen uit Valparaiso, in welke plaats echter geen registratie van aankomst of vertrek***. Zullen twee rondingen zijn geweest, resp. O-W en W-O.

*** Het nog aanwezige deel van het havenregister in Valparaiso begint in oktober 1827 en het jaar 1829 ontbreekt. 100a

Zie ook referente 121

 

NAVOLGENDE KRANTENBERICHTEN NAAR MARHISDATA

Algemeen Handelsblad mei 1833

Te Rotterdam in lading naar Batavia het Nederlandse gekoperd Fregatschip GENERAAL CHASS?, kapt. Martinus Harkema, Boekhouder J. Roelandts, Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 07 januari 1837112

Rotterdam, 6 januari. Den 9 september 1836 lagen te Batavia ter rede:

Nederlandse schepen RESOLUTIE, APOLLO, MARIA, JOEDEL BARIE, MEDORA, BOEROONG, WIJNHANDEL, SCHOON VERBOND, PEKALONGAN, GENERAAL CHASS?.

(opm: sterk bekort)

 

Rotterdansche Courant 04 februari 1837

Rotterdam, 3 februari. De Javasche Couranten tot den 8 oktober behelzen o.a het volgende:

Te Batavia lagen ter rede de Nederlandse schepen ZAANSTROOM, NEÊRLANDS KONINGIN, RHOON EN PENDRECHT, MERCURY, GENERAAL CHASS?.

(opm: sterk bekort)

 

Rotterdamsche Courant 14 februari 1837

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:

Batavia, met zeer goede inrichtingen voor passagiers:

Het Fregatschip GENERAAL CHASS?, kapt. M. Harkema, om 28 maart te vertrekken.

(opm: sterk bekort)

 

Rotterdamsche Courant 14 maart 1837

Rotterdam, 13 maart. In de Javasche Couranten tot den 16 november 1836 vindt men:

Ter rede van Sourabaya lagen den 9 november de Nederlandse schepen SINGAPOERA, PETRUS, NEÊRLANDS KONINGIN en GENERAAL CHASS?. (opm: sterk bekort)

 

Rotterdamsche Courant 25 april 1837

Rotterdam, 24 april. In de Javasche Courant tot den 7 december 1836 vindt men het volgende:

Te Sourabaya lagen ter rede de Nederlandse schepen SINGAPOERA, GENERAAL CHASS?. (opm: sterk bekort)

 

 

Datum vanaf: 1832
Kapitein: Harkema, Martinus
College: Tot Nut van Handel en Zeevaart, Dordrecht
Vlagnummer: 38
Overige informatie: Martinus Harkema * Groningen 23.12.1799, † 19.01.1846 a/b EDOUARD. M. Harkema was met vlagnummer 68 in de periode 1828-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege Tot Nut der Zeevaerd. M. Harkema (adres kapt. G. Drayer) werd met nr. 366 effectief lid

Familiegegevens en opleiding

Johannis Michel de Winter werd gedoopt te Amsterdam op 07 november 1807 als zoon van Michael de Winter en Wilhelmina Jacoba Raket.

Hij was getrouwd met Antonetta Jacoba van der Koppel, gehuwd te ’s Gravendeel op 05 augustus 1814. Zij overleed op 15 februari 1892.118

Hij overleed op 19 mei 1857 te Rotterdam aan deWesterstraat Wijk 15 nr. 773003.

Hij werd met nr. 222 op 01 december 1839 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge “La Flamboyante”.064 en 003

 

Joannes Michael de Winter uit Amsterdam werd per 24 september 1824 “ingenomen” als leerling van de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart. Hij was toen bijna 14 jaar, 1 el/42 duim lang ,gevaccineerd en beleed het Roomse geloof. Volgens doopcedule 1454 werd hij gedoopt op 07 november 1807 als zoon van Michael de Winter uit Diets en Rooms Katholiek, en Wilhelmina Jacoba Raket, gereformeerd. Ten tijde van de inschrijving waren beide ouders in leven en wonende in de Weteringdwarsstraat te Amsterdam. De vader was chirurgijn.

Van de schoolvorderingen werden 3-maandelijkse rapporten bijgehouden in de periode 01 oktober 1821 t/m 01 oktober 1825. Voorts zijn de volgende bijzonderheden vermeld:

05 augustus 1824     “heeft met de kwekelingen Rolman, Moes en Stokvliet naar de prijs gedongen in ’t scheepswerk en is dezelve bij loting aan Stokvliet ten deel gevallen”;

13 oktober 1824       “bekomt eenen prijs in het scheepswerk rijk handleiding tot de scheepsbouw”;

23 oktober 1824       “geplaatst als ligtmatroos op ’t schip Willem de Eerste kapt. J.Johanssen naar Suriname”;

18 juni 1825              “terug van de reis met ’t schip Anna & Maria kapt. Rinses zijnde het schip Willem de Eerste te Suriname verbrand”;

15 oktober 1825       “geplaatst als ligtmatroos op ’t schip de Amazone kapt. J.van der Zwiep (moet zijn J.Y.van der Zweep) naar Lima voor Antwerpen à ƒ15,- ’s maands”;

30 mei 1827              “terug van de reis zonder attestatie doch is gebleken uit de missive van den Heer N.J.de Cock te Antwerpen dat de rede daarvan meerendeels aan de Captn te wijten was”;

06 juni 1827              “honorabel ontslagen met attestatie en Certificaat vrijstelling voor de Nation.Militie” 004-532/1454.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.M.de Winter (adres P.de Bruijn te Amsterdam) werd met vlagnummer 429 per 21 augustus 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein B.J.Smeengh. Als zijn schip wordt genoemd de “Sumatra”.Toegevoegd is “overleden” 002. Ten tijde van de inschrijving was de man 30 en de vrouw 24 jaar. Vermeld staan een zoon, geboren in 1840, en twee dochters, geboren in 1838 en 1842002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 21/28 augustus 1838 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Johannes Michael de Winter, geen leeftijd vermeld, voerend het schip “Sumatra”, wonend te Rotterdam en met als adres de heer J.Bondix te Amsterdam, op voordracht van kapitein B.J.Smeeng. Hij kreeg vlagnummer 429023.

Hij was effectief lid van “Zeemanshoop” met vlagnummer 429 in de periode 1838-1854 en met vlagnummer 162 in de periode 1854-1857

Hij werd op 14 januari 1845 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop 003.

 

J.M. de Winter was met vlagnummer R163 in de periode 1838 t/m 1857 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

J.M.de Winter was afwisselend commissaris in 1846 en 1855 en vice president van de Maatschappij in 1849058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 juni 1857 verzoekt de weduwe J.M. de Winter geb. van de Koppel om een uitkering voor haar en 1 kind, die haar in de vergadering dd 30 juli 1857 wordt toegekend ingaande 01 augustus 1857.042.

 

In de notulen van 18 augustus 1857 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat de melding van een uitkering in de 1e klasse per 01 augustus 1857 aan de weduwe van J.M. de Winter geb. van de Koppel.023.

 

In de Jaarverslagen 1858 en 1859 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart  (Maritiem Instituut, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe van kapitein de Winter een jaarlijkse uitkering kreeg van f 170,- voor haar en haar kind058.

 

In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” (datum vergeten te noteren) wordt als honorair lid benoemd kapitein J.M. de Winter uit Rotterdam 064a

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                        naam reder/boekhouder

      429                          1838          fregat              Sumatra                                 geen opgave

                                     1839-1846    fregat              Generaal Chassé                  J.Roelandts & Co te Rotterdam

                                     1848-1853    fregat              Edouard                                 idem

      162                       1854-1855    fregat              Edouard                                 idem

                                        1856          stoomsch.      Bordeaux                              geen opgave

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat kapitein J.M. de Winter met vlagnummer R163 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1849, 1851           van het fregat “Edouard”     371 last               varend voor J.Roelants & Co te Rotterdam

*   1855                      geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt J.M.de Winter als gezagvoerder gedurende:

*   1838 t/m 1840 van het 3/m schip “Sumatra” ex Fortitudo, gebouwd in 1819, bouwplaats onbekend, 506 ton o.m., varend voor J.Roelants te Rotterdam;

*   1840 t/m 1852 van het 3/m schip “Generaal Chassé”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 612 ton o.m., varend voor J.Roelants & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1852 afgekeurd na stoten in de haven van Cardiff met een ijzerlading.

            Er is sprake van een tweede J.M. de Winter, die met vlagnummer 749/370 effectief lid was van Zeemanshoop. Deze heeft van 1848-1852 als gezagvoerder op de “Generaal Chassé” gevaren. Bouma heeft deze twee kapiteins kennelijk samengevoegd.

*   1847 t/m 1855 van het 3/m schip “Edouard”, gebouwd in 1841 te Schiedam, 706 ton o.m., varend voor J.Roelants & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1856 verkocht aan A.T.Ebeling & Co te Amsterdam en herdoopt in “Hollandia”;

*   1857 van het ijzeren schroefstoomschip “Bordeaux”, gebouwd in 1851 te Glasgow, 516 ton o.m., varend voor J.P. van Hoeij Smith te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

"De Drie Gebroeders" op de rede van Batavia057:

26 januari 1839        "... ontvingen van het schip Sumatra kaptijn Winter 5 manden aardappelen ...".

 

Op 26 juni 1840 werd een monsterrol (nr.1003) opgesteld (Gemeentearchief van Dordrecht) waarbij wordt vermeld dat hij als gezagvoerder met de “Generaal Chasse” vertrekt naar Batavia. Hij is dan 21 jaar en woonde te Amsterdam.064.

 

Le Precuseur 17 juli11840

Helvoet. Uitgezeild (opm: na een aanzienlijke reparatie) GENERAAL CHASSÉ, De Winter, naar Batavia.

 

 

Datum vanaf: 1840
Kapitein: Winter, Johannis Mich(a)el de
Overige informatie: 0

Algemene informatie

1828

Op 16 januari 1828 werd de eerste zeebrief alsmede een Turkse Pas verstrekt voor de RAYMOND, aangevraagd door J. Roelandts, Antwerpen, voor G. van de Broeck als kapitein.
De Turkse Pas werd door de gouverneur te Antwerpen op 1 augustus 1829 naar Den Haag geretourneerd waarna op 8 augustus royement volgde.

LCO 160528
Zeetijding. De schepen HENRIETTA CLASINA, kapt. L.F. Heyde, en RAYMOND (opm: eerste reis van dit Zuid-Nederlandse fregat), kapt. G. van den Broecke, van Antwerpen, beide naar Batavia, waren den …. mei op de hoogte van Plymouth.
JC 090928
Batavia, 5 september. Heden arriveerde alhier het schip RAYMOND, kapt. G. van den Broecke, de 1e mei vertrokken van Antwerpen.

1829

RC 210729
Rotterdam, 20 juli. Te Antwerpen zijn gearriveerd SOPHIA MARIA, kapt. Schoenmacher, van Norrköping; RAYMOND, kapt. Van den Broek, van Canton, Manilla en Batavia en GEZINA, kapt. Mulder, van Stralsund.
RC 250729
Rotterdam, 24 juli. Met het schip RAYMOND, kapt. G. van den Broeke, van Batavia te Antwerpen gearriveerd, zijn ter rede van Vlissingen verscheiden passagiers van rang aangekomen, waaronder een oosterse prins.

Op 6 oktober 1829 werd een Turkse pas verstrekt voor de RAYMOND, aangevraagd door J. Roelandts & Co., Antwerpen, voor G. van de Broeck als kapitein. Deze werd op 20 juli 1830, vrijwel onmiddellijk na aankomst uit Batavia, door de gouverneur te Antwerpen naar Den Haag geretourneerd waarna op 27 juli royement volgde.

1830

JC 270230
Batavia, 25 februari. Heden arriveerde alhier het schip RAYMOND, kapt. G. van den Broeke, met Zr.Ms. troepen (opm: 3 officieren en 164 manschappen), de 13e november vertrokken van Antwerpen.
Op 18 juli 1830 arriveerde de RAYMOND in Antwerpen, om weldra verzeild te geraken in de opstand van de Belgen tegen de Noord-Nederlanders, hetgeen zou resulteren in de Afscheiding en het ontstaan van België. Hierop decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de 196 schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoorden de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken. Dit sloeg dus ook op de RAYMOND onder kapt. G. van den Broeck, wiens zeebrief al was ingenomen..

1831

In 1831 was het niet mogelijk het fregat naar zee te krijgen doordat de Noord-Nederlanders de Schelde controleerden en verhinderden dat Belgische schepen van deze waterweg gebruik konden maken.
Van 20 oktober 1831 tot januari 1832 heeft het schip voor onderhoud en reparatie in het Grote Dok in Antwerpen gelegen, waarna het werd opgelegd.
Er was de rederij veel aan gelegen om mee te mogen varen in de Pool van schepen die gebruik mochten maken van de door de Nederlandsche Handel-Maatschappij te vergeven vrachten van Oost-Indië naar Nederland. Dit was onmogelijk zolang niet-Nederlanders financiële belangen in het schip hadden, waardoor een Nederlandse zeebrief niet tot de mogelijkheden behoorde.

1832

De oplossing kwam in de herfst van 1832, toen Roelandts haar zetel naar Rotterdam verplaatste. Daarop verkochten de Belgische mede-aandeelhouders Franciscus  Biolley & Zoon, fabrikeur te Verviers (50%) en Carolus Loyaerts, koopman te Antwerpen (25%) op 6 november 1832 hun aandelen, waardoor J. Roelandts & Co volledig eigenaar van het fregat werd. Nu lag de weg open om een Nederlandse zeebrief aan te vragen. Nadat de RAYMOND met een voorlopige zeebrief naar Vlissingen was gevaren om daar door de Nederlandse autoriteiten te worden gekeurd kon men naar Rotterdam doorzeilen om daar de definitieve zeebrief aan te vragen. De nieuwe scheepsnaam werd GENERAAL CHASSÉ.

MCO 131132
Vlissingen, 10 november. Den 9 dezer zijn alhier ter rede gekomen de VROUW AALTJE, kapt. J.G. Ommen, van IJzens, met ijzer en zink, naar Brussel; en RAYMOND, kapt. M. Harkema, van Antwerpen naar Rotterdam gedestineerd.
DC 151132
Den 8 dezer was van Antwerpen vertrokken het schoon Belgische koopvaardijschip RAYMOND, toebehorende aan de heren Roelands en Kien, en de volgende dag is het te Vlissingen aangekomen, reeds voorzien van een Hollandse vlag om voortaan daar onder te varen; het wordt gevoerd door kapt. Harkema, en moest zich naar Rotterdam begeven.

1833

AH 000533
Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia het Nederlandse gekoperd Fregatschip GENERAAL CHASSẾ, kapt. Martinus Harkema, Boekhouder J. Roelandts, Rotterdam.

Op 4 juni 1833 werd nieuwe zeebrief alsmede een Turkse Pas verstrekt voor de RAYMOND, aangevraagd door J. Roelandts, Rotterdam, kapitein niet vermeld. Deze werd in advies genomen: nadere eludatie (opheldering) vragen. Kennelijk was men vergeten de vereiste formaliteiten te vervullen en de nieuwe scheepsnaam door te geven.
Op 8 juni 1833 werd eerste zeebrief alsmede een Turkse Pas verstrekt voor de GENERAAL CHASSÉ, na overlegging eigendomsbewijs, aangevraagd door J. Roelandts & Co., Rotterdam, voor M. Harkema als kapitein.

RC 110633
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading:
Naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip GENERAAL CHASSÉ, kapt. Martinus Harkema, hebbende zeer goede inrichtingen voor passagiers, om in de loop der maand te vertrekken.
RC 130833
Rotterdam, 12 augustus. De 10e dezer, des morgens, zeilden van Helvoetsluis NEÉRLANDS KONINGIN, kapt. W. Verloop. KONINGIN DER NEDERLANDEN, kapt. P. Sipkes, GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, ZUIDHOLLAND, kapt. P.S. Schuil en ANTHONY, kapt. B. van der Tak, naar Batavia;
JC 111233
Batavia, 6 december. Heden zijn alhier aangekomen het schip GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, de 14e augustus vertrokken van Rotterdam, en de brik AMSTERDAM, kapt. C.R. de Jong, met vijf passagiers, de 8e juli vertrokken van Amsterdam.

1834

DC 120434
Dordrecht, 11 april. Van de 46 Belgische koopvaardijschepen, die, vanaf de uitbarsting der Belgische revolutie tot op heden, de stad Antwerpen voorgoed hebben verlaten, en thans de Nederlandse vlag voeren, varen deze 14 naar Amsterdam: de FELICITAS, de DILIGENCE, de ROSALIE, de SURINAME, de EUGENIE, de MATHILDE, de AUGUSTIN, de JOSEPH, de PRESIDENT SCHIMMELPENNINCK, de DIANA, de GRAAF BAILLET, de NATALIE, de JONGE PIETER, de STAD BRUGGE.
En de navolgende 32 naar Rotterdam: de INDIAAN, de JAVA, de PRINS VAN ORANJE, de DE COCK, de ELISA, de VASCO DE GAMA, de EMANUEL, de BATAVIER, de ERASMUS, de MARIA, de MARGARETHA, de MALEYR, de BATAVIER, de PRINS FREDERIK, de MARIA THERESIA, de ANNA HELENA, de STAD ’s-GRAVENHAGE, de GENERAAL CHASSÉ, de SUMATRA, de BELLONA, de ANJER, de RIBBLE, de KOOPHANDEL, de SCHELDE, de APOLLO, de AVENTURE, de JULIANA, de VIJF GEBROEDERS, de PHENOMENE, de MACASSAR, de VAN DER WERVE, de ORTELIUS.
RC 290434
Rotterdam, 28 april. Te Middelburg is aangekomen J.J. ter Hofstede van Batavia. Gemelde kapitein bericht in een brief van 26e dezer, liggende onder het fort Den Haak (Walcheren), dat hij de 16e december laatstleden in Straat Sunda gezien heeft het schip PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer en dat hij de volgende morgen te Anjer gesproken heeft de heer Nolthenius, passagier, welke hem rapporteerde, dat aan boord alles wel was. Het schip ’S GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, moest 10 dagen na hem zeilen; GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, de 13e december naar Soerabaya; de brik WILLEM, kapt. A. Plug, is de 4e december te Samarang gearriveerd; het schip DE JONGE JAN, kapt. J.J. Bonn, lag ter rede van Batavia en zou de 26e december vertrekken; DE IJSTROOM, kapt. O.F. Oosterloo, de 10e en SURINAME, kapt. W. Landzaat jr., de 8e dito; de schepen DILIGENCE, kapt. J.H. Bos, DE NEDERLANDEN, kapt. A.J. Struyk, gepraaid op 5º NB 28º ?L; de 17e december in Straat Sunda gezien ANNA CATHARINA, kapt. S.H. Veer en naar Pedang vertrokken LOUISA PRINSES DER NEDERLANDEN, kapt. J. Keyser; ook heeft hij aan de Linie gezien de brik DE EENDRAGT, kapt. J. Seepe.
RC 060534
Rotterdam, 5 mei. Te Batavia aangekomen het schip DE PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Rotterdam. Van Batavia zijn vertrokken de schepen DE STAD EMDEN, kapt. R., de Weerdt, naar Amsterdam; GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, naar Samarang;
AH 130534
Binnengekomen: Batavia, 21 januari. GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema en PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, beide van Samarang.
DC 200534
Hellevoetsluis, 18 mei. Van de morgen arriveerden uit zee: PRINS FREDERIK, kapt. G. Hart, van London; GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, van Batavia.
RC 220534
Rotterdam 21 mei. De 10e april is, op 2º55’ NB 22º50’ WL, door kapt. M. Harkema, voerende het schip GENERAAL CHASSÉ, in goede staat gepraaid het Deense schip DIANA, kapt. M. Matzen.
RC 280834
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, mede voor passagiers, het Nederlands fregatschip GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, om de 15e september te zeilen.
Adres ten kantoren van Hudig & Blokhuyzen en Kuyper, Van Dam & Smeer.
DC 250934
Hellevoetsluis, 22 september. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: GOEDE VERWACHTING, kapt. J.J. Schuring, van St. Davids; HARMONIE, kapt. P. Permien, van Arendsburg; en zeilde naar zee: GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, naar Batavia.

1835

JC 240135
Te Batavia zijn aangekomen de 20e januari: het Nederlandse schip LOUISA PRINCES DER NEDERLANDEN, kapt. J. Keijser, van Dordrecht de 16e september; dito schip GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, met een passagier, van Rotterdam;
JC 010735
Te Batavia ter rede liggende schepen:
Zr.Ms. korvet HELDIN, Zr.Ms. fregat DIANA, Zr.Ms. schoener ARGO, de Nederlandse koopvaardijschepen GENERAAL CHASSÉ, FATAL GHAIR, ATIJE TORACHMAN, GEZUSTERS, PEKALONGAN en GRACE, de barken NEDERLANDER, SHEVA, ELEONORA, TAN GOANSING en JONGE WILHELMINA, de brik INDRAMAIJOE, de schoeners GOANHIEN, THOMAS HATOON, ZEE DUIVEL, CATHARINA CORNELIA, en acht buitenlandse schepen.
DC 280735
Dordrecht, 27 juli. Van Batavia waren gezeild de schepen GENERAAL CHASSÉ en de JONGE ADRIANA naar Rotterdam, PRESIDENT SCHIMMELPENNINCK naar Amsterdam en IMMAGONDA SARA CLASINA naar Padang, zijnde het laatste den 22 maart Straat Sunda gepasseerd.
AH 040835
Binnengekomen:
St. Helena, 10 juni. AURORA, kapt. J.A. de Haas, van Batavia, dezelve is de volgende dag naar Amsterdam vertrokken; DE PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Batavia, dezelve heeft de volgende dag de reis naar Rotterdam voortgezet. 11 juni. MINERVA, kapt. G.H. Ahlers, van Batavia. 12 juni. GENERAAL CHASSE, kapt. M. Harkema, van Batavia.
RC 220835
Rotterdam, 21 augustus. Volgens rapport zijn voor de wal met loodsen aan boord PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer en GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, van Batavia.
RC 250835
Rotterdam, 24 augustus. De 22e, des morgens, HERCULES, kapt. F. Kamps, van Antwerpen en PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Batavia, laatst van Texel; GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, van Batavia
PGC 250835
Het schip GENERAAL CHASSÉ, kapt. Martinus Harkema, van Batavia naar Amsterdam, was den 12e, en het schip CHARLES FERDINAND, kapt. Martin Klencke, van Havana, den 13e augustus op de hoogte van Salcombe.

1836

Op 7 januari 1836 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de GENERAAL CHASSÉ, aangevraagd door J. Roelandts & Co., Rotterdam, voor M. Harkema als kapitein.

RC 210136
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Batavia, het Nederlands fregatschip GENERAAL CHASSÉ, kapt. Martinus Harkema, hebbende uitmuntende inrichtingen voor passagiers; vertrekt de 27e dezer. Adres ten kantore van Hudig en Blokhuyzen en Kuyper, Van Dam en Smeer.
DC 230236
Vlissingen, 17 februari. Hellevoetsluis, 20 februari. Gisteren namiddag zeilden naar zee: PRINS VAN ORANJE, kapt. S. de Boer, en GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, beiden naar Batavia, welke bij de Goereesche haven ten anker zijn gekomen.
Den 21 dito. Gisteren namiddag zeilden in zee: GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, en ADRIANUS JACOBUS, kapt. A. Plokker, beiden naar Batavia;
DC 270236
Hellevoetsluis, 24 februari. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: ALKMAAR, kapt. J. Heath, van London; FELIX, kapt. J.J. Cramer, en VROUW MARGARETHA, kapt. B.R. Berg, beiden van Bordeaux. Heden morgen zeilden naar zee: CECILIA, kapt. O. Beckman, naar Gothenburg. kapt. Harkema, voerende het schip GENERAAL CHASSÉ, is terug uit zee en onder de Goereesche haven ten anker gekomen.
DC 010336
Hellevoetsluis, 26 februari. Heden morgen zeilden naar zee: PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, en ORTELIUS, kapt. D.G. Nissen, allen naar Batavia;
PGC 180336
Het schip GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, van Rotterdam naar Batavia, is de 10e maart te Cowes binnengelopen.
RC 140436
Rotterdam, 13 april.Het schip GENERAAL CHASSÉ, kapt., M. Harkema, van Rotterdam naar Batavia, te Cowes binnen, heeft de 5e dezer de reis vervolgd.
AH 150636
Gepraaid de 2e mei, de GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, bestemd naar Batavia, op 1º30′ NB 22º30′ WL, hebbende 27 dagen reis van Cowes, door kapt. D.J. Bulsing, voerende het schip ’S GRAVENHAGE, van Batavia te Rotterdam gearriveerd.
JC 230736
Batavia, 21 juli. Heden zijn alhier aangekomen het Nederlandse schip AURORA, kapt. J.A. de Haas, met een passagier, de 4e april vertrokken van Amsterdam, en het dito schip GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, met een passagier, de 26e februari vertrokken van Rotterdam.
DC 221136
Hellevoetsluis, 20 november. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: PAULINE, kapt. S.T. de Boer, van Baltimore; de KLEINKINDEREN, kapt. W. Schep, van Zante; ONDERNEMING, kapt. G.B. Flik, van Newcastle. Heden morgen zeilden naar zee: ZEEMEEUW, kapt. D.M. Noordhoek; KLAZINA EN DIRKJE, kapt. A. Schilperoord, en de VROUW ANNA, kapt. W. de Zeeuw Baggus, allen naar Lissabon; ANNETTA, kapt. J. van den Oever, en MARGARETHA, kapt. T.K. Mulder, beiden naar Liverpool; BELUS, kapt. J.J. Schuring, SCHEEPSBOUWLUST, kapt. G. Goedenraad, allen naar Duinkerken; MARIA, kapt. F. Parlevliet, en NOOIT GEDACHT, kapt. M. Lovius, naar Nantes; KINDERDIJK, kapt. J.A. Bangma, naar New York; AVONTUUR, kapt. J. Lams, naar Havanna; de JONGE MARIA, kapt. G.J. Meeuw, naar Smirna; de JONGE ADRIANA, kapt. C.F. Hempel, en MADURA, kapt. B.C. ten Ham, beiden naar Batavia; MADISON, kapt. C.D. Wood, naar New York, en de loodsboot no. 8. Kapt. J. van Nassau rapporteert op 19 juli ll. in Straat Sunda gepraaid te hebben de schepen BATAVIA, kapt. Scharper, den 20 dito GENRAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema; AURORA, kapt. J.A. de Haas, allen bestemd naar Batavia, en alles wel aan boord van gemelde schepen.
DC 271236
Hellevoetsluis, 23 december. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, en ORTHELIUS, kapt. D.G. Nissen, beiden van Batavia; HELENA, kapt. J. Mengurs, van Drammen, en HELENA GEERTRUIDA, kapt. C. Roskamp, van Riga, als bijlegger naar Antwerpen.
PGC 271236
Het schip GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, van Sourabaija en Batavia naar Rotterdam, is, volgens particulier bericht, den 22 december te Helvoet binnengelopen.

1837

RC 140237
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:
Batavia, met zeer goede inrichtingen voor passagiers:
Idem: het Fregatschip GENERAAL CHASSẾ, kapt. M. Harkema, om 28 maart te vertrekken.
Idem: het Fregatschip DE SCHELDE, kapt. D. Steur, om den 29 maart te vertrekken.
Al deze schepen hebben zeer goede inrigtingen voor passagiers.
Adres ten Kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer en Hudig en Blokhuyzen.
RC 171037
Rotterdam, 16 oktober. Kapt. F. Rietmeyer, voerende het schip CATHARINA, den 4 juli van Batavia vertrokken naar Rotterdam, berigt van St. Helena den 1 september, dat te Batavia, onder anderen, waren aangekomen, den 30 juni MARIA, D. Keus, en JACOBUS, J. Lourens; den 1 juli HET VERTGROUWEN, W.B. Bakker, en DILIGENCE, H. Bos, en den 3 dito de BROEDERTROUW, J.H. Hazewinkel; in Straat Sunda ontmoet, den 4 juli, RHOON EN PENDRECHT, A. Schaap, GENERAAL CHASS, M. Harkema, BATAVIER, J.F. Scharper, en DE SCHELDE, C.M. Van Dijcke; den 5den de KONINGIN DER NEDERLANDEN, een schip met standaard waarin de letters A.S. en een schip met blaauwe vlag waarin W.d.B.
PGC 241037
Kapt. F. Rietmeijer, op 4 juli van Batavia naar Rotterdam vertrokken en op 1 september te St. Helena aangekomen, rapporteert op 4 juli in de Straat Sunda gepraaid te hebben de schepen GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, van Rotterdam naar Batavia, en op 5 juli de KONINGIN DER NEDERLANDEN, kapt. P. Sipkes, van Dordrecht naar Batavia.
PGC 071137
Te Helvoetsluis is op 31 oktober van Batavia binnengekomen het schip (opm: bark) MARIA, kapt. D. Keus, hetwelk op 5 april j.l van Hellevoetsluis derwaarts uitgezeild was en dus uit en thuisreize in 6 maanden en 26 dagen of 209 dagen afgelegd heeft. Men meent dat dit de kortst bekende reis is die immer door een Nederlands schip is gedaan. Nog worden als ongemeen voorspoedige reizen naar Oost-Indië aangehaald, die van de schepen SCHELDE, kapt. C.M. van Dijcke, GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema en RHOON EN PENDRECHT, kapt. A. Schaap, welke gelijktijdig op 12 april j.l van de Maas uitgezeild zijnde, op 5 juli j.l, dus in 84 dagen, wederom gelijktijdig te Batavia zijn aangekomen.
RC 051237
Rotterdam, 4 december. Volgens rapport van de zeeloodsen zijn met loodsen aan boord voor de wal de schepen GENERAAL CHASSÉ, M. Harkema, en WELTEVREDEN, C.F. Lupcke, beide van Batavia komende.
RC 071237
Rotterdam, 6 december. Den 6 dezer zeilden JONGE IDA ES (opm: kof DE JONGE IDA’S), R.R. Keyzer, naar Belfast, en arriveerde Zr.Ms. stoomschip PHOENIX, kapt.-luit. le Jeune, welke rapporteert dat het schip GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, na het anker verloren en het spil gebroken te hebben, naar Vlissingen gestevend is, als hebbende het niet kunnen binnenslepen, omdat geen water genoeg aan de wal. De wind N.O.
PGC 081237
Het schip GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, van Batavia naar Rotterdam, is volgens particulier bericht op 3 december te Helvoet binnengekomen.
RC 161237
Rotterdam, 15 december. Den 14 dezer arriveerde GENERAAL CHASSÉ, M. Harkema, van Batavia, laatst van Vlissingen (opm: zie RC 071237), NEPTUNES, P.H. Norving, van New-York, en VIER GEBROEDERS, H.F. Klie, van Liverpool.

1838

Op 17 april 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de GENERAAL CHASSÉ, aangevraagd door J. Roelandts & Co., Rotterdam, voor M. Harkema als kapitein.

JC 110838
Batavia, 9 augustus. Gisteren zijn hier aangekomen het Nederlandse schip GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, met een aantal passagiers, vertrokken van Rotterdam de 4e mei, en de dito bark FACTORIJ, kapt. P. Jansen, vertrokken van Rotterdam de 22e april.

1839

DC 081039
Dordrecht, 7 oktober. Het fregatschip de GENERAAL CHASSÉ is gisteren, gesleept wordende door een stoomboot, aan deze stad gekomen, om alhier een zware reparatie te ondergaan.
(opm: Vanaf oktober 1839 tot in de loop van 1840 onderging de GENERAAL CHASSÉ in Dordrecht aanzienlijke, onbekende, reparaties)

1840

Op 19 juni 1840 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de GENERAAL CHASSÉ, aangevraagd door J. Roelandts & Co., Rotterdam, voor J.M. de Winter als kapitein.

LP 170740
Helvoet. Uitgezeild (opm: na een aanzienlijke reparatie) GENERAAL CHASSÉ, De Winter, naar Batavia.

1841

RC 161241
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading, om in het begin van januari 1842 te vertrekken naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip GENERAAL CHASSÉ, kapt. J.M. de Winter; hebbende bijzonder goede inrichtingen voor passagiers.
Adres ten kantoren van Hudig & Blokhuyzen en Kuyper, Van Dam & Smeer.

Op 25 december 1841 werd een Turkse Pas verstrekt voor de GENERAAL CHASSÉ, aangevraagd door J. Roelandts & Co., Rotterdam, voor J.M. de Winter als kapitein.

1843

Op 9 november 1843 werd een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt voor de GENERAAL CHASSÉ, aangevraagd door J. Roelandts & Co., Rotterdam, voor J.M. de Winter als kapitein.

1844

JC 240444
Batavia, 22 april. De 30e dezer zijn hier aangekomen de Nederlandse bark THEODORA SARA, kapt. A. van Oosteroom, de 5e januari van Amsterdam vertrokken, het dito schip STAD TIEL, kapt. E.M. Chevalier, met een passagier, de 9e januari van Amsterdam vertrokken, het dito schip BAROS, kapt. E.R. Borchers, de 9e december vertrokken van Amsterdam, het dito schip CORNELIS HOUTMAN, kapt. T.A.B Sietzes de 9e december van Amsterdam vertrokken, de dito bark CORNELIA, kapt. T.S. Deinum, met een passagier, de 9e december van Amsterdam vertrokken, de dito bark VIER GEBROEDERS, kapt. F. Jaski, de 9e januari van Amsterdam vertrokken, het dito schip GERTRUDE, kapt. A. Schaap, met enige passagiers, de 9e januari van Rotterdam vertrokken, de dito bark ELISE SUSANNA, kapt. N.A. Dijkema, de 30e december van Rotterdam vertrokken, het dito schip GENERAAL CHASSÉ, kapt. J.M. Winter, met twee passagiers, de 22e december van Rotterdam vertrokken,

1845

DC 030645
Dordrecht, 2 juni. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn op heden bevracht de navolgende schepen, als:
Op Amsterdam: IJSTROOM, kapt. J.F. Detering; VAN DER WERF, kapt. P. van Duijvenboden; GEERTRUIDA MARIA, kapt. C. Spiegelberg; HENDRIK WESTER, kapt. N.N.; AMBARAWA, kapt. P.E. Karst; ERFPRINSES SOPHIA, kapt. H.K. Hillers; KONING WILLEM II, kapt. A. Rocquette; NEERLANDS INDIË, kapt. L. Delcliseur; NASSAU, kapt. J.J. Duintjer; SARA JOHANNA, kapt. F.T. Verster; VIER GEBROEDERS, kapt. F.C. Jaski; CORNELIA, kapt. T.S. Deinum en LEWE VAN NIJENSTEIN, kapt. T.D. Sickens.
Op Rotterdam: BORNEO, kapt. C.C. Hansen; ERASMUS, kapt. C.M. van Dijcke; PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer; PRINSES MARIANNE, kapt. J.A. Scott; JOHANNA CORNELIA, kapt. M. Kaleshoek; DRIE VRIENDEN, kapt. G.H. Ruhaak; JAVA PACKET, kapt. J.M. Jansen; EDOUARD, kapt. M. Harkema; FORMOSA, kapt. H. Reiniersen; JAN DANIEL, kapt. J. Zeeman; VICE-ADMIRAAL GOBIUS, kapt. H.J. Bonn en GENERAAL BARON CHASSÉ, kapt. J. de Winter.
JC 221045
Batavia, 20 oktober. De 18e dezer zijn hier aangekomen het Nederlandse schip GENERAAL CHASSÉ, kapt. J.M. de Winter, vertrokken van Rotterdam de 3e juli; het dito dito de VIER GEBROEDERS, kapt. F.C. Jaski, vertrokken van Amsterdam de 24e juni; het dito dito d’ELMINA, kapt. J.C. Jansen, vertrokken van Rotterdam de 3e juli; het dito dito SARA JOHANNA, kapt. T.F. Verster, met een passagier, vertrokken van Amsterdam de 20e juni; de dito bark EENDRAGT, kapt. H.H. Deuling, met vier passagiers, vertrokken van Schiedam de 16e april.

1847

DC 010547
Dordrecht, 30 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende dertig schepen als:
Voor Amsterdam: SARA MARIA, kapt. J. Kooij; ANNA PAULOWNA, kapt. W. Bek, Wz.; NEÊRLANDS INDIË, kapt. L. Delelisur; GEERTRUIDA MARIA, kapt. C. Spiegelberg; GEERTRUIDA, kapt. H.C.G.B. Behrens; SARA JOHANNA, kapt. H. Sweijs; WALVISCH, kapt. T. Schut; VIER GEBROEDERS, kapt. C. Tjebbes; STRAAT BALIE, kapt. G. Mulder; KONING WILLEM II, kapt. H.B. Eeftingh; ADMIRAAL DE RUIJTER, kapt. J. Wigman; PHILIPS VAN MARNIX, kapt. E. van Duijn; BAREND WILLEM, kapt. J. Riekels; GENERAAL LIST, kapt. G.A. Sandman; PIETER CORNSZ. HOOFT, kapt. D.H. de Boer, van Schiedam; D’ELMINA, kapt. J.C. Jansen, van Rotterdam; STAD DORDRECHT, kapt. J. van Nassau, van Dordrecht.
Voor Rotterdam: TERNATE, kapt. T. Cars, Fz.; MÉNADO, kapt. J.R. Rijken; SOURABAIJA, kapt. A.M. Swarts; PRINSES MARIANNE, kapt. J.A. Scott; KOLONEL KOOPMAN, kapt. H.G. Pott; HENDRIKA, kapt. J. Admiraal; WELTEVREDEN, kapt. J. Bangma; KENAU HASSELAAR, kapt. P.S. Schuil; GENERAAL CHASSÉ, kapt. J.M. de Winter; PADANG, kapt. M.W. Zwart; ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, kapt. A. Glazener.

Op 6 mei 1847 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de GENERAAL CHASSÉ, aangevraagd door J. Roelandts & Co., Rotterdam, voor J.M. de Winter als kapitein.

1851

Op 5 maart 1851 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de GENERAAL CHASSÉ, aangevraagd door J. Roelandts & Co., Rotterdam, voor J.M. de Winter als kapitein.

NRC 050351
Schepen in lading. Rotterdam.
Naar Batavia. Mede voor passagiers, het Nederlands gekoperd fregatschip GENERAAL CHASSÉ, kapt. J.M. de Winter jr. Adres ten kantore van Hudig en Blokhuijzen, en Kuiper van Dam en Smeer.
RC 250351
Hellevoetsluis, 24 maart. Het schip GENERAAL CHASSÉ, kapt. J.M. de Winter, is door de stoomboot KINDERDIJK, binnen door naar Brouwershaven gesleept. De wind Z.W.

1852

AH 040852
Rotterdam, 2 augustus. Heden middag zaten 4 man buitenboord te werken van het schip GENERAAL CHASSÉ (opm: fregat, kapt. J.M. de Winter), liggende aan de Willemskade alhier. De stelling, waarop zij waren, brekende, vielen allen in het water, 3 van welke men met moeite heeft gered, terwijl de 4de, de zoon van wijlen kapt. B., is verdronken.
NRC 211052
Cardiff, 17 oktober. Het Nederlandse fregatschip GENERAAL CHASSÉ, kapt. De Winter, van hier met een lading steenkolen naar San Francisco bestemd, is gisteren bij het verlaten van het dok aan de grond geraakt. Hetzelve is heden weer vlot gekomen, doch heeft een zwaar lek, zodat hetzelve naar Penarth is gebracht om aldaar te repareren. (opm: zie NRC 221052, 231052 en 161152)
NRC 221052
Cardiff, 18 oktober. Het schip GENERAAL CHASSÉ – zie ons nommer van gisteren – is te Penarth op het droge gehaald, en zal moeten lossen. Hetzelve loopt met ieder tij vol.
NRC 231052
Cardiff, 19 oktober. Het schip GENERAAL CHASSÉ, waarvan wij reeds meermalen melding maakten, is thans bezig met lossen. Het schijnt veel geleden te hebben en moet nagezien worden.
NRC 161152
Cardiff, 12 november. Het Nederlandse schip GENERAAL CHASSÉ, kapt. De Winter (opm: fregat, bouwjaar 1828; kapt. J.M. de Winter, zie NRC 211052), hetwelk alhier voor enige tijd gestrand is – zie onze nommers van 23 oktober en vroeger – is na ontlossing der lading geëxpertiseerd en afgekeurd.

Op 17 december 1852 werd de zeebrief van de GENERAAL CHASSÉ, kapt. J.M. de Winter jr., door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Rotterdam naar Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verongelukt’, waarna op 18 december royement volgde.

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

RA - Beveren Archiefnummer Ant.512.0044.00132.211
DVD - XXXI – 132 III 084-085
ACTE BIJLBRIEF

Naam schip RAYMOND

plaats en datum acte bijlbrief, Antwerpen, 18 december 1827

type schip ?, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper Le Carpentier, scheepsbouwmeester te Antwerpen

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper J. Roelandts, Antwerpen

te voeren door kapt.

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken drie masten

afmetingen lang over steven 36,88 meter, wijd 10,32 meter, hol 5,98 meter

kiellegging 1826

tewaterlating 3 december 1827

plaats / datum registratie Antwerpen, 3 januari 1828

nummer van registratie deel 4 blad 164 recto vak 3

notaris bevestigende verklaring voor burgemeester en schepenen van Antwerpen

prijs NLG.

bijzonderheden






researcher/datum research: AD/300609

Naam RAYMOND
Archiefinstelling Rijksarchief, Beveren
Jaar 1827
Toegang 512.0044
Inventaris 132

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.281 Foto DVD III – 022-024 _________________________________________________
Acte van aan-/verkoop
Naam schip: RAYMOND

Plaats en datum acte koop/verkoop ¾ schip, Antwerpen, 6 november 1832

Soort schip fregat

Bouwwerf / verkoper Franciscus Biolley & Zoon, fabrikant te Verviers (2/4e part) en Carolus Loyaerts, koopman te Antwerpen (1/4e part)

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper firma J. Roelandts & Co., kooplieden en scheepsreders te Rotterdam (nu enig eigenaar)

Te voeren door kapt. G. van den Broek

Groot volgens meetbrief 315 last

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating 3 december 1827

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 2 maart 1833

Nummer van registratie deel 21, folio 103, recto, vak 2 en volgende

Notaris onderhands

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) 3/4e part voor NLG. 27.000,-

Bijzonderheden: Franciscus Biolley tekent als François Boilley.
Ook verklaart Le Carpentier, scheepsbouwmeester te Antwerpen, dat het fregat RAYMOND, thans gevoerd door kapt. G. van den Broek, op zijn timmerwerf nabij het dok te Antwerpen is gebouwd voor rekening van J. Roelandts & Co (1/4e deel), F. Biolley & Zoon te Verviers voor 2/4e deel en Charles Loyaerts te Antwerpen voor 1/4e deel, en op 3 december 1827 is te water gelaten, welke verklaring Le Carpentier heeft getekend te Antwerpen op 18 december 1827.



Researcher/datum research ML/010307

Naam RAYMOND
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1832
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.35
DVD VIII – 71, 72

BIJLBRIEF

Naam schip RAYMOND

plaats en datum acte bijlbrief, Antwerpen, 18 december 1827

type schip fregat

bouwwerf/verkoper Le Carpentier, scheepsbouwmeester te Antwerpen, bij het Dok

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper J. Roelandts & Co., reders (1/4e part), François Biolley & Fils, Verviers, (1/2e part), en Charles Loyaerts, Antwerpen (1/4e part)

te voeren door kapt. G. van den Broek (in 1827)

grootte in tonnen 315 lasten

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating 3 december 1827

plaats / datum registratie Rotterdam, 12 maart 1833

nummer van registratie deel 21, folio 40, recto, vak 4 en 5.

notaris

prijs

Bijzonderheden: bijgevoegd verklaring in dato Antwerpen, 6 november 1832, waarbij Fraincois Biolley & Zoon, fabrikeur te Vervier zijn 2/4e part en Carolus Loyaerts, koopman te Antwerpen zijn 1/4e part in het schip RAYMONDE, gebouwd in 1828, verkoopt voor
NLG. 27.000,- (3/4e part) aan de heren J. Roelandts & Co., kooplieden en scheepsreders te Rotterdam. (waarmede J. Roelandts & Co. Enig eigenaar werd)
Opm: in dezelfde acte wordt de naam van het schip zowel als RAYMOND alsook als RAYMONDE geschreven.



researcher/datum research: ML / 051207

Naam RAYMOND
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1840
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen
N.A. Den Haag, archiefnummer Rott.3.03.56.65.281
R.A. Beveren Archiefnummer Ant.512.0044.00132.211
De heer Luc van Coolput, Antwerpen
De heer André Delporte, Luik
De heer Sikko Parma, Hilversum
AC = Amsterdamsche Courant
AH = Algemeen Handelsblad
DC = Dordtsche Courant
JC = Javasche Courant
LP = Le Précurseur
LCO = Leydsche Courant
MCO = Middelburgsche Courant
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant
PGC = Provinciaal Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant